NL1026453C2 - Glazen constructie. - Google Patents
Glazen constructie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1026453C2 NL1026453C2 NL1026453A NL1026453A NL1026453C2 NL 1026453 C2 NL1026453 C2 NL 1026453C2 NL 1026453 A NL1026453 A NL 1026453A NL 1026453 A NL1026453 A NL 1026453A NL 1026453 C2 NL1026453 C2 NL 1026453C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- glass
- adhesive
- glass construction
- construction
- parts
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04C—STRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
- E04C3/00—Structural elongated elements designed for load-supporting
- E04C3/02—Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
- E04C3/28—Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of materials not covered by groups E04C3/04 - E04C3/20
- E04C3/285—Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of materials not covered by groups E04C3/04 - E04C3/20 of glass
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F11/00—Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
- E04F11/18—Balustrades; Handrails
- E04F11/181—Balustrades
- E04F11/1851—Filling panels, e.g. concrete, sheet metal panels
- E04F11/1853—Glass panels
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/54—Fixing of glass panes or like plates
- E06B3/5436—Fixing of glass panes or like plates involving holes or indentations in the pane
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Load-Bearing And Curtain Walls (AREA)
- Securing Of Glass Panes Or The Like (AREA)
- Glass Compositions (AREA)
- Joining Of Glass To Other Materials (AREA)
Description
/ · : • r
I i I
, , I ,
' l I
Glazen constructie
De uitvinding heeft betrekking op een glazen constructie, in het bijzonder een dragende constructie met dragende glazen constructiedelen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een 5 samenstel voor het onderling verbinden van constructiedelen in dergelijke constructies, alsmede op verbindingsdelen daarvoor.
Door zijn eigenschappen heeft glas een grote aantrekkingskracht op architecten en constructeurs. Tot nu 10 toe wordt voornamelijk gebruik gemaakt van de doorzichtigheid en/of doorschijnendheid van glas en heeft glas voornamelijk een scheidende functie, in het bijzonder een kli-maatscheidende functie. Glaspanelen worden aldus toegepast in kozijnen, deuren en/of als gevelbekleding of in glazen 15 gevels. In deze toepassingen worden de glaspanelen verbonden met een dragende constructie van bijvoorbeeld hout, metaal, steen of beton.
Het toepassen van de sterkte van glas, waarbij glas zelf als construct!edeel wordt toegepast, levert tot 20 op heden grote problemen op. Voor het realiseren van grote overspanningen, zoals voor glazen loopbruggen, is het daarbij wenselijk om onderling verbonden glazen constructiedelen toe te passen. Voor een dergelijke onderlinge verbinding van glazen constructiedelen en in het bijzonder 25 voor het onderling dragend verbinden van dragende glazen constructiedelen is een verbinding tussen glaspanelen nodig 1026453 , « 2 die niet alleen sterk is, maar vooral betrouwbaar en voorspelbaar om zo veilig te kunnen bouwen.
Het is derhalve een doel van de uitvinding om een Betrouwbare en voldoende sterke dragende glazen constructie 5 te verschaffen, welke voorzien is van dragende glazen conetructiedelen.
Het is verder een doel van de uitvinding om een betrouwbare verbinding voor dragende glasconetructies te verschaffen, waarin relatief grote krachten kunnen worden 10 overgedragen, ondanks dat er sprake is van glas.
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding in een glazen constructie omvattende een eerste en een tweede glazen constructiedeel, elk voorzien van ten minste één hoofdvlak, in het bijzonder dragende glaspanelen, waarbij 15 de beide conetructiedelen onderling krachtoverdragend verbonden zijn door middel van ten minste één verbindings-samenstel omvattende: een eerste en tweede verbindingsdeel, die elk voorzien zijn van een eerste ve rb i nd i ngs vl ak dat door 20 middel van een hechtmiddel op het betreffende hoofdvlak van het betreffende glazen constructiedeel bevestigd is voor overdracht van constructieve krachten in hoofdzaak parallel aan het betreffende hoofdvlak, en een het eerste en tweede verbindingsdeel verbin-25 dend derde verbindingsdeel voor het overdragen van constructieve normaalkrachten.
In de constructie volgens de uitvinding kunnen dragende glazen conetructiedelen gebruikt worden voor overdracht van constructieve krachten, ondanks dat er 30 sprake is van glas(panelen). De constructie volgens de uitvinding kan aldus bijvoorbeeld een liggerfunctie uitoefenen, in het bijzonder in een (loop)brug. Aparte liggerde-len, zoals stalen buisconstructies, voor de dragende functie kunnen op zijn minst deels worden weggelaten.
35 Bij voorkeur zijn de glazen conetructiedelen paneelvormig en zijn zij in een vlak gelegen dat ongeveer of geheel vertikaal gericht is.
IO26453 " 3
Bij voorkeur zijn het eerste verbindingsvlak van het eerste en tweede verbindingsdeel elk op afstand geplaatst van een rand van respectievelijk het eerste en tweede glazen constructiedeel. De verbindingsdelen grijpen 5 aldus niet aan op de relatief zwakke randen van het glazen constructiedelen, waarbij de randen aldus worden ontzien.
Het is verder gunstig, wanneer het eerste verbindingsvlak voorzien is van een teruggelegen randgebied, zoals een langs zijn omtrek omlopende sleuf. Hierin kan 10 overtollige lijm tijdens het op het glazen constructiedeel aanbrengen van het verbindingsdeel overvloeien.
De van het eerste verbindingsvlak afgekeerde begrenzingrand van de sleuf is bij voorkeur teruggelegen, zodat deze op afstand van het betreffende hoofdvlak van het 15 glazen constructiedeel geplaatst is. Dit zorgt ervoor dat alleen het verbindingsvlak contact maakt met het glazen constructiedeel, en voorkomt aldus dat andere delen van het verbindingsdeel dan het verbindingsvlak afsteunen qp het glazen constructiedeel.
20 In een uitvoering omvat elk verbindingsdeel een hecht schijf die voorzien is van het verbindingsvlak. De hechtschijf is op voordelige wijze voorzien van koppeldelen voor koppeling van het derde verbindingsdeel daaraan. Het derde verbindingsdeel is bij voorkeur ingericht voor over-25 dracht van normaalkrachten, trek- en/of drukkrachten.
Bij voorkeur is het derde verbindingsdeel scharnierend, om een hartlijn in hoofdzaak loodrecht op het hoofdvlak, verbonden met de hechtschijf.
in een uitvoering is het derde verbindingsdeel 30 momentvast verbonden met de hechtschijf, beschouwd in een vlakken loodrecht op het hoofdvlak.
in het bijzonder in het geval de glazen constructiedelen twee tegengestelde hoofdvlakken bezitten, heeft het de voorkeur dat elk van de eerste en tweede verbin-35 dingsdelen een tweede verbindingsvlak omvat, waarbij het eerste en tweede verbindingsvlak tegenover elkaar en op het betreffende hoofdvlak van het betreffende glazen construc- 10*64 53iM___
J
4 tiedeel geplaatst zijn. De twee verbindingsvlakken die door middel van een hechtmiddel aan weerszijden van het glazen constructiedeel bevestigd zijn, kunnen spiegelsymmetrisch , . ten opzichte van het hartvlak van het glazen constructie- ! 5 deel belast worden, hetgeen een gunstige krachtenoverdracht oplevert.
Het is met betrekking tot de krachtenoverdracht verder gunstig wanneer het eerste en tweede verbindingsvlak in hoofdzaak congruent zijn, hetgeen bevorderlijk is voor jO een goede krachtoverdracht en tevens bevorderlijk is voor de aanblik. Gelijke eerste en tweede verbindingsvlakken verdienen daarnaast om produktie-technische redenen de voorkeur; voor een inrichting volgens de uitvinding hoeft namelijk slecht één model verbindingsvlak ontworpen en 1$ geproduceerd te worden.
In een uitvoeringsvorm omvat elk van de verbindingsdelen een eerste hechtschijf voorzien van het eerste verbindingsvlak, een tweede hechtschijf voorzien van het tweede verbindingsvlak, en een door de doorgaande opening 20 reikend koppeldeel voor het onderling koppelen van de eerste en tweede hechtschijf. Bij voorkeur zijn de eerste en tweede hechtschijf in hoofdzaak congruent.
Het is hierbij verder gunstig wanneer het koppeldeel spanmiddelen omvat voor het uitoefenen van een naar 25 elkaar toe gerichte spankracht op de eerste en tweede hechtschijven. Het hechtmiddel brengt zo de krachten in hoofdzaak op zuivere afschuiving over op het glazen construct iedeel. De spanmiddelen zorgen voor een kleine voor-spanning op de verbinding om het werkzame gedeelte van de 30 verbindingsvlakken te vergroten. Hierdoor worden de effecten van pel-spanningen, opgewekt door bijvoorbeeld interne momenten, waarbij sprake is dwars op het hoofdvlak staande krachten en momenten die neigen tot het van elkaar af bewegen van verbindingsvlak en constructiedeel, tegen-3 5 gegaan.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat de eerste en tweede hechtschijf een doorgaande opening waardoor de 1026453 * » 5 spanmiddelen gevoerd zijn, waarbij de epanmiddelen bij j voorkeur aanliggen tegen een van de glasplaat af gekeerde j ' t zijde van de eerste en tweede hechtschijf, en waarbij de ! epanmiddelen bij voorkeur een moer en een as omvatten, ! 1 5 waarbij de as nabij ten minste één van zijn uiteinden voorzien is van een uitwendige schroefdraad, waarbij de moer op het van de uitwendige schroefdraad voorziene uiteinde van de as schroefbaar is voor het instellen van de spankracht op de eerste en tweede hechtschijf.
10 in een uitvoeringsvorm is het eerste en/of tweede verbindingsvlak nabij de doorgaande opening in het hoofdvlak van het, glazen constructiedeel maar op afstand van een rand van deze doorgaande opening geplaatst. Het verzwakte randgebied van de doorgaande opening wordt aldus vrijge-15 houden van contact, door de betreffende hechtschijf overbrugd, en niet belast.
De hechtschijven kunnen uit één stuk van een metaal of een metaallegering of een kunststof vervaardigd zijn. In verband met het duurzame karakter van de glazen 20 constructiedelen wordt voor de verbindingsdelen bij voorkeur ook een duurzaam en onderhoudsarm materiaal gekozen, zoals bijvoorbeeld roestvast staal. Het relatief kleine verschil tussen de thermische uitzettingscoëfficiënt van roestvast staal en die van glas voorkomt problemen door 25 temperatuurverschillen. De verspaanbaarheid is goed wat belangrijk is omdat de hechtschijven op een draaibank gemaakt worden. Daarnaast is ook de visuele combinatie van glas en roestvast staal aantrekkelijk te noemen.
Bij voorkeur omvatten de derde verbindingsdelen 30 normaalkrachten overdragende stangen, koppelstrippen of koppelstaven die direct of indirect aangrijpen op het koppeldeel en in het bijzonder op de as, en die bij voorkeur ook van een metaal of een metaallegering of een kunststof vervaardigd zijn. Bij voorkeur zijn één of meer derde 35 verbindingsdelen aan een van het glazen construct iedeel afgekeerde zijde van elke de hechtschijf geplaatst. Hierdoor kan een momentvaste verbinding verkregen worden voor 102 64 53 » t 6 het opvangen van de verschillende krachten en momenten die op de glazen constructie volgens de uitvinding werken.
Het is hierbij, met betrekking tot de krachtenoverdracht, gunstig, wanneer aan weerszijden van de hoofd-5 vlakken van de eerste en tweede dragende glazen construc-tiedelen derde verbindingsdelen geplaatst zijn, en in het bijzonder wanneer de derde verbindingsdelen in hoofdzaak parallel, spiegelsymmetrisch ten opzichte van de hoofdvlakken van de eerste en tweede dragende glazen constructie-χο delen geplaatst zijn. In de praktijk zal het koppeldeel hierdoor meestal belast worden door krachten die in hoofdzaak parallel aan de verbindingsvlakken gericht zijn. Hierbij worden deze krachten van het koppeldeel overgebracht op de hechtschijven. Het is hierbij voordelig indien 15 de afmetingen van de as en de doorgaande openingen in de hechtschijven zodanig gekozen zijn, dat de as passend in die doorgaande openingen plaatsbaar is. Met andere woorden, het omtrekvlak van de as ligt aan tegen een inwendig vlak van de doorgaande opening, voor het overdragen van de 20 krachten.
Bij voorkeur hebben de verbindingsvlakken een rotatie-symmetrische vorm. Bij voorkeur zijn ook de hechtschijven rotatie-symmetrisch van vorm. Hierdoor kunnen de verbindingsvlakken in iedere richting belast worden en is 25 de fabricage en montage relatief eenvoudig.
In de praktijk bleek dat het toepassen van een lijm op epoxy-basis als hechtmiddel een goede verbinding kan opleveren.
Het is hierbij gunstig wanneer de dikte van de 30 door het hechtmiddel gevormde verbinding kleiner is dan 1 mm, bij voorkeur kleiner dan 0,2 mm. In de dunne lijmlaag kan weinig vervorming optreden, zodat een zeer stijve en kruiploze verbinding verkregen wordt.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding 35 in een verbindingsdeel of een glazen constructiedeel zoals hiervoor beschreven
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding 102645$$ 7 in een samenstel voor het onderling verbinden van glazen constructiedelen voorzien van ten minste één hoofdvlak, in het bijzonder dragende glaspanelen, omvattende een eerste en tweede hechtschijf die elk voorzien 5 zijn van een doorgaande opening en respectievelijk een eerste en tweede verbindingsvlak, een door de doorgaande opening reikend koppeldeel voor het onderling koppelen van de eerste en tweede hechtschijf, waarbij het koppeldeel spanmiddelen omvat voor het 10 uitoefenen van een naar elkaar toe gerichte spankracht op de eerste en tweede hechtschijf, waarbij het eerste en tweede verbindingsvlak tegenover elkaar geplaatst zijn voor het daartussen opsluiten van een glazen constructiedeel, waarbij de verbindings-15 vlakken door middel van een hechtmiddel op het betreffende hoofdvlak bevestigbaar zijn voor overdracht van constructieve krachten in hoofdzaak parallel aan het hoofdvlak van het glazen constructiedeel.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding 20 in een glazen constructie of constructiedeel voorzien van een samenstel zoals hiervoor beschreven, waarbij de verbin-dingsvlakken door middel van een hechtmiddel op het betreffende hoofdvlak van het glazen constructiedeel bevestigd zijn.
25 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hemd van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeeld-uitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een glazen overspanning; 30 Figuur 2 een schematische weergave van een detail II van figuur 1;
Figuur 3 een schematische dwarsdoorsnedeaanzicht van een voorbeelduitvoering van een inrichting voor het onderling verbinden van glazen constructiedelen; 35 Figuur 4 een schematische dwarsdoorsnede van een tweede voorbeelduitvoering van een inrichting voor het onderling verbinden van glazen constructiedelen, toegepast 10*6453/» 8 op een gelamineerde glasplaat;
Figuur 5 een schematische dwarsdoorsnede van een ' , derde voorbeelduitvoering van een inrichting voor het ' ' j onderling verbinden van glazen constructiedelen omvattende i ' 5 twee parallel geplaatste, gelamineerde glasplaten; en
Figuur 6 een verdere ontwikkeling van de inrichting voor het onderling verbinden van glazen constructie-delen waarbij een derde glasplaat gekoppeld is met de twee onderling verbonden glasconstructiedelen, waarbij de derde 10 glasplaat in hoofdzaak loodrecht staat op het vlak van de twee glazen constructiedelen.
Voor het realiseren van een glazen brug met een grote overspanning kunnen volgens de uitvinding glazen constructiedelen onderling gekoppeld worden zoals bijvoor-15 beeld getoond in figuur 1. Opgemerkt wordt dat met de dragende constructie van met elkaar op krachtenoverdragende wijze verbonden, dragende glasplaten ligger- en kolomcon-structies en andere dragende constructies kunnen worden gemaakt, zoals een uitkragende ligger, een draagkolom, 20 etcetera. De glasplaten zijn in een vertikaal vlak gelegen, of onder een kleine hoek daarmee, zodat het glas in zijn vlak krachten kan overdragen.
Figuur 1 toont schematisch een ontwerp van een glazen brug 1 met een grote overspanning S waarbij de 25 dragende constructie wordt gevormd door (in dit voorbeeld) zeven glazen constructiedelen, zoals bijvoorbeeld glaspanelen 2. In de tekening is slechts één verticale of opstaande langswand la weergegeven. Begrepen zal worden dat achter de getoonde langswand la een tweede langswand, op afstand 30 daarvan, aanwezig is.
De glaspanelen 2 zijn onderling verbonden door middel van verbindingssamenstellen omvattende eerste en tweede verbindingsdelen 3, welke inrichtingen 3 met de glazen constructiedelen 2 verbonden zijn door middel van 35 een lijmverbinding zoals hieronder beschreven. De eerste en tweede verbindingsdelen 3 zijn onderling gekoppeld door middel derde verbindingsdelen 4 die in de vorm van strippen
10* 64 53M
9 of staven die bij voorkeur van staal gemaakt zijn en aan de einden scharnierend (in vlak parallel aan glasplaat 2, richting A) op de verbindingsdelen bevestigd zijn, zodat zij pendelstaven vormen.
5 Een momentvaste verbinding kan verkregen worden door eerste en tweede verbindingsdelen 3 aan de boven- en onderkant van de beide te koppelen glasplaten 2 te plaatsen en onderling te verbinden door middel van stalen strippen 41. Dwarskrachten kunnen door een diagonale staaf 42 opge-10 nomen worden. Door elk van de in serie geplaatste glaspanelen 2 aldus onderling te verbinden, kan een uit dragende glasplaten opgebouwde overspanning gerealiseerd worden die de afstand S tussen de oplegpunten 5 betrouwbaar kan overbruggen. De langswanden la vormen hierbij als het ware een 15 ligger of balk.
Figuur 2 toont een verbindingssamenstel tussen twee glazen constructiedelen 2 in meer detail. Elk van de eerste en tweede verbindingsdelen 3 omvat in deze voor-beelduitvoering een rond en schijf vormig hecht schijf 31 dié 20 door middel van een lijmverbinding met de glazen construc-tiedelen 2 verbonden is. Ook aan de andere zijde van de glazen constructiedelen 2 is een dergelijk hechtschijf 32 verlijmd, waarbij de tegenover elkaar gelegen hechtschijven 31, 32 onderling gekoppeld zijn door middel van een koppel-25 deel 33 zoals schematisch getoond in het dwarsdoorsnede aanzicht van figuur 3.
De eerste voorbeelduitvoering van de inrichting voor het onderling verbinden van glazen constructiedelen zoals getoond in figuur 3 omvat een eerste hechtschijf 31 30 en een identieke tweede hechtschijf 32 die in hoofdzaak tegenover elkaar op een glasplaat 2 gelijmd worden. Beide hechtschijven 31, 32 zijn elk voorzien van een verbindings-vlak 311, 321 dat een ringvormig lijmvlak vormt dat op afstand rond een doorgaand gat 21 in de glasplaat 2 ge-35 plaatst blijft en daardoor een randgebied van het glas om het gat vrijlaat.
De hechtschijven 31, 32 in deze voorbeeld-uitvoe- S4 53>11 10 ring zijn ronde roestvrijstalen schijven met een diameter van circa 120 mm en een dikte van circa 15 mm. In het midden zit een doorgaand gat 312, 322 voor het doorvoeren ' ‘ ; van een koppeldeel 33. Het ringvormige verbindingsvlak 311, ; ; 5 321 ligt tussen twee cirkels van circa 50 en 104 mm door snede. Om een nette en beheersbare verlijming te verkrijgen zijn rondom het verbindingsvlak 311, 321 uitstroomgoten 313, 314, 323, 324 voor de lijm aangebracht. Deze uitstroomgoten 313, 314, 323, 324 zijn in deze voorbeelduit-10 voering gevormd als een uitsparing met een straal van circa 2 mm. De overgang tussen het verbindingsvlak 311, 321 en de uitstroomgoten 313, 314, 323, 324 heeft een straal van circa 1 mm. Dit detail zorgt voor een lagere spanning in de buitenrand van de lijmlaag. Het deel van de hechtschijven 15 31, 32 dat binnen de binnenste uitstroomgoot 313, 323 ligt is circa 1 mm verhoogd, ligt aldus circa 1 mm boven de glasplaat 2 en wordt aldus niet verlijmd aan de glasplaat 2. Door de hoge stijfheid van de roestvrijstalen schijven 31, 32 ten opzichte van het glas 2 (ongeveer een factor 5) 20 zal dit middendeel vrijwel niet belast worden en vervormen. Het buitenste randgebied van de hechtschijf 31, 32 buiten de buitenste uitstroomgoot 314, 324 ligt circa 1 mm boven de glasplaat 2 om geen lijm onder de schijf uit te laten lopen en de uitstroom van de lijm in de buitenste uit-25 stroomgoot 314, 324 te kunnen controleren.
De hechtschijven 31, 32 worden bij voorkeur met een twee componenten epoxy aan het glas 2 verlijmd met een lijmlaag van 0,1 è 0,2 mm dikte. Een dergelijke dunne lijmlaag geeft lijmverbinding met een grote sterkte en 30 stijfheid.
Goede resultaten kunnen verkregen worden met de snelhardende twee componenten epoxylijm. Omdat tijdens het uithardproces deze lijm eerste zeer dun vloeibaar wordt, is het noodzakelijk om de hechtschijven 31, 32 tijdens het 35 uitharden op hun plaats te houden met een mal. Tijdens het uitharden hoeft er geen druk op de lijmverbinding uitgeoefend te worden.
10264 53 'Q
11
Door het toepassen van twee tegenover elkaar geplaatste hechtschijven 31, 32 worden de lijmverbindingen * ten minste ten dele beschermd tegen mogelijke nadelige
I i I
( effecten van UV straling.
5 De inrichting zoals getoond in figuur 3 omvat verder een koppeldeel 33 dat de hechtschijven 31, 32 onderling verbindt. Dit koppeldeel 33 omvat een draadeind 331. Het draadeind 331 kan passend in de hechtschijven 31, 32 geplaatst worden zonder contact te maken met het glas 2, 10 waar het gat ruimer is dan de diameter van de as 331. Het draadeinde 331 is voorzien van twee moeren 332 die na het volledig uitharden van de lijm aangedraaid worden voor het onder voorspanning brengen van de hechtschijven 31, 32 tegen het glas.
15 Door deze voorspanning die de hechtschijven 31, 32 naar elkaar toe drukt, kunnen pieken in de pel-spannin-gen althans grotendeels gecompenseerd worden. De hechtschijven 31, 32 hebben een ringvormig lijmoppervlak dat ruim om het gat 21 in de glasplaat 2 heengaat zodat de 20 zwakke randen van het gat 21 in het glas 2 niet worden gelijmd en dus ook niet worden belast. Het gat 21 in het glas 2 is ruim genoeg om de toleranties in de plaatsing van het gat 21 te compenseren en om enige doorbuiging en invreten van het draadeinde 331 mogelijk te maken.
25 Het eerste verbindingsdeel zoals getoond in figuur 3 kan gekoppeld worden met een verder identiek tweede verbindingsdeel op een andere glasplaat door middel van een derde verbindingsdeel in de vorm van stalen trek-stangen, strippen of staven die aan beide zijden van de 30 glasplaat 2 worden gekoppeld met het koppelmiddel 33.
Door de rotatiesymmetrische vorm van de hecht-schijf 31, 32, zoals getoond in figuur 2, kan de schijf in iedere richting belast worden en is de fabricage en montage eenvoudig. De ronde vorm zorgt samen met het gat 312, 322 35 in de schijf 31, 32 voor een gunstig verlopende breedte die af neemt vanaf het midden naar de uiteinden. Hierdoor ontstaat een betere verdeling van de spanningen in de lijm- 102 64 53 n 12 laag. De ringvorm van het verbindingsvlak 311, 321 geeft een efficiënte spanningsverdeling, waarbij kleine verbin-dingsvlakken (kleiner dan 25 mm} een hoger rendement hebben omdat naar mate de lengte van de overlap groter wordt het 5 middelste deel minder gaat bijdragen aan de spanningsover-dracht. Twee losse kleine verbindingsvlakken achter elkaar leveren aldus een grotere sterkte op dan een groot verbindingsvlak.
Bij een glasplaat 2 die éénzijdig of tweezijdig 10 gelamineerd is met een laag 22, 23, bijvoorbeeld in de vorm van dunne glasplaten, worden de hechtschijven 31, 32 bij voorkeur op de middelste, dikke glasplaat 2 gelijmd zoals getoond in figuur 4. In de lagen 22, 23 wordt een gat gemaakt dat vrij om de hechtschijven 31, 32 heen past. De 15 hechtschijven 31, 32 zijn aan hun van de glasplaat 2 afgekeerde zijde voorzien van een omlopende rand 315, 325 die zich in hoofdzaak over de lagen 22, 23 uitstrekt zodat er geen rand van het gat in de lagen 22, 23 om de hechtschijven 31, 32 heen zichtbaar is. Om de hechtschijven 31, 32 20 direct op de glasplaat 2 te kunnen plaatsen zullen de tussenlagen 221, 231 verwijderd moeten worden.
De hechtschijven 31,32 kunnen verbinden worden met de derde verbindingsdelen 4 door middel van koppeldelen zoals ook weergegeven in de hieronder te bespreken figuur 25 5.
Figuur 5 toont een verdere voorbeelduitvoering waarbij twee glasplaten 2a, 2b parallel geplaatst zijn, en waarbij twee verbindingsdelen in serie geplaatst zijn en een gemeenschappelijk koppeldeel in de vorm van een draad-30 eind 331 delen. Hierdoor worden de twee glasplaten 2a, 2b door de in serie geplaatste verbindingsdelen onderling gekoppeld. De eerste glasplaat 2a en de tweede glasplaat 2b zijn beide voorzien van een doorgaand gat waaromheen de gelamineerde lagen 22a, 23a, 22b, 23b verwijderd zijn. 35 Hechtschijven 31a, 32a, 31b, 32b, zijn vervolgens door middel van hun hechtvlakken met de twee glasplaten 2a, 2b verbonden. Tussen de binnen de twee glasplaten 2a en 2b ί 02 64 53 'in i • 1 i 13 gelegen hechtschijven 32a, 3lb is een opvul stuk 412 geplaatst dat de afstand tussen de parallel geplaatste glasplaten 2a, 2b ter plaatse bepaald. Het opvulstuk 412 kan tevens dienen voor het hiermee verbinden van één of meer 5 derde verbindingsdelen 41, zoals bijvoorbeeld een koppel-staaf, voor het koppelen van de twee parallel geplaatste glasplaten 2a, 2b met verdere glasplaten van een glazen constructie volgens de uitvinding. Aan de beide uiteinden van het koppeldeel 331 zijn tevens eindbussen of -kappen 10 411 geplaatst voor het afdekken van de uiteinden van het draadeind 331 en de moeren 332. Deze eindkappen 411 kunnen ook ingericht zijn voor het hiermee verbinden van één of meer derde verbindingsdelen 41. Het is hierbij gunstig voor de krachtenverdeling indien de voorbeelduitvoering zoals 15 getoond in figuur 5 spiegelsymmetrisch is ten opzichte van vlak dat parallel aan de glasplaten 2a, 2b loopt en midden tussen deze glasplaten 2a, 2b gelegen is.
De eindbussen 411 en de bus 412 zijn draaibaar om hartlijn X, in richtingen A, in een vlak evenwijdig aan de 20 hoofdvlakken. Zo kunnen bijvoorbeeld de bussen 411 en 412 roteerbaar zijn om binnenbussen 413 en 414, die zelf rota-tievast kunnen zijn met de as 331 en de hechtschijven. In een richting loodrecht op de hoofdvlakken is de verbinding van de staaf 41 met de hechtschijf 31a, 31b, 32a, 32b echter 25 momentvast.
Figuur 6 toont dat het verbindingssamenstel 3, 41 volgens de uitvinding, na enige aanpassingen, ook toegepast kan worden voor het onderling verbinden van twee loodrecht op elkaar staande glasplaten 2, 6. Hiertoe wordt het kop-30 peldeel van het eerste en tweede verbindingsdeel 3 van de glasplaten 2 verlengd 43 in de richting van het koppeldeel 33 van een eerste verbindingsdeel 31 van de glasplaat 6, en hiermee verbonden. Hierbij zij opgemerkt dat een trekkracht in het vlak van de glasplaat 6 het eerste verbindingsdeel 35 31 van de glasplaat 6 op stuik belast, terwijl hierbij de eerste en tweede verbindingsdelen 3 van de glasplaten 2 middels een axiale druk (loodrecht op het vlak van de 1°2 6453.0 14 glaspanelen 2) belast worden. Hierbij wordt aldus alleen in het eerste verbindingsdeel 31 van de glasplaat 6 de krach- ,· ten door middel van in hoofdzaak schuif spanningen overge-; dragen zoals hiervoor beschreven.
1°264 53 J*
Claims (20)
1. Glazen constructie omvattende een eerste en een tweede dragende glazen constructiedeel, elk voorzien van ten minste één hoofdvlak, in het bijzonder dragende glaspanelen, waarbij de beide constructiedelen onderling 5 krachtoverdragend verbonden zijn door middel van ten minste één verbindingssamenstel omvattende: een eerste en tweede verbindingsdeel, die elk voorzien zijn van een eerste verbindingsvlak dat door middel van een hechtmiddel op het betreffende hoofdvlak van 10 het betreffende glazen constructiedeel bevestigd is voor overdracht van constructieve krachten in hoofdzaak parallel aan het betreffende hoofdvlak, en een het eerste en tweede verbindingsdeel verbindend derde verbindingsdeel voor het overdragen van con-15 structieve normaalkrachten.
2. Glazen constructie volgens conclusie 1, waarbij de glazen constructiedelen bij voorkeur paneelvormig zijn en in een vlak gelegen dat ongeveer of geheel vertikaal gericht is.
3. Glazen constructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste verbindingsvlak van het eerste en tweede verbindingsdeel elk op afstand geplaatst is van een rand van respectievelijk het eerste en tweede glazen constructiedeel .
4. Glazen constructie volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het eerste verbindingsvlak voorzien is van een teruggelegen randgebied, zoals van een langs zijn omtrek omlopende sleuf, waarbij een van het eerste verbindingsvlak afgekeerde begrenzingrand van de sleuf teruggelegen is, 30 zodat deze op afstand van het betreffende hoofdvlak van het glazen constructiedeel geplaatst is.
5. Glazen constructie volgens één der voorgaande *IO26453 , conclusies, waarbij elk verbindingsdeel een hechtschij£ omvat die voorzien is van het verbindingsvlak.
6. Glazen constructie volgens conclusie 5, waarbij de hechtschijf voorzien is van koppeldelen voor koppe- 5 ling van het derde verbindingsdeel daaraan.
7. Glazen constructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het derde verbindingsdeel ingericht is voor overdracht van normaalkrachten, trek- en/of drukkrach-ten.
8. Glazen constructie volgens conclusie 7, waar bij het derde verbindingsdeel scharnierend, om een hartlijn in hoofdzaak loodrecht op het hoofdvlak, verbonden is met de hechtschijf.
9. Glazen constructie volgens conclusie 7 of 8, 15 waarbij het derde verbindingsdeel momentvast verbonden is met de hechtschijf, beschouwd in een vlakken loodrecht op het hoofdvlak.
10. Glazen constructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de glazen constructiedelen twee tegen- 20 gestelde hoofdvlakken bezitten, en waarbij elk van de eerste en tweede verbindingsdelen een tweede verbindings-vlak omvat, waarbij het eerste en tweede verbindingsvlak tegenover elkaar en aan weerszijden van het hoofdvlak van het betreffende glazen constructiedeel geplaatst zijn.
11. Glazen constructie volgens conclusie 10, waarbij het eerste en tweede verbindingsvlak in hoofdzaak congrent zijn.
12. Glazen constructie volgens conclusie 10 of ll, waarbij elk van de verbindingsdelen een eerste hecht- 30 schijf voorzien van het eerste verbindingsvlak, een tweede hechtschijf voorzien van het tweede verbindingsvlak, en een door de doorgaande opening reikend koppeldeel voor het onderling koppelen van de eerste en tweede hechtschijf omvat.
13. Glazen constructie volgens conclusie 12, waarbij het koppeldeel spanmiddelen omvat voor het uitoefenen van een naar elkaar toe gerichte spankracht op de eer- >1026453 ste en tweede hechtschijf.
14. Glazen constructie volgens conclusie 13, waarbij de eerste en tweede hechtschijf een doorgaande I i | opening omvat waardoor de spanmiddelen gevoerd zijn.
15. Glazen constructie volgens conclusie 14, waarbij de spanmiddelen aanliggen tegen een van de glasplaat af gekeerde zijde van de eerste en tweede hecht-schijf.
16. Glazen constructie volgens conclusie 15, 10 waarbij de spanmiddelen een moer en een as omvat, waarbij de as nabij ten minste één van zijn uiteinden voorzien is van een uitwendige schroefdraad, waarbij de moer op het van de uitwendige schroefdraad voorziene uiteinde van de as schroefbaar is voor het instellen van de spankracht op de 15 eerste en tweede hechtschijf.
17. Glazen constructie volgens conclusie 12-16, waarbij het eerste verbindingsvlak nabij een doorgaande opening in het hoofdvlak van het glazen constructiedeel, en op afstand van een rand van deze doorgaande opening ge- 20 plaatst is.
18. Glazen constructie volgens één der conclusies 12-17, waarbij de hechtschijven uit één stuk van een metaal of een metaallegering of een kunststof vervaardigd zijn.
19. Glazen constructie volgens conclusie 18, 25 waarbij de hechtschijven uit roestvast staal vervaardigd zijn.
20. Glazen constructie volgens één der conclusies 12-19, waarbij het derde verbindingsdeel aangrijpt op het koppeldeel.
21. Glazen constructie volgens één der conclusie 10-20, waarbij aan weerszijden van de hoofdvlakken van de eerste en tweede dragende glazen constructiedelen derde verbindingsdelen geplaatst zijn.
22. Glazen constructie volgens conclusie 21, 35 waarbij de derde verbindingsdelen in hoofdzaak parallel en spiegelsymmetrisch ten opzichte van de hoofdvlakken van de eerste en tweede dragende glazen constructiedelen geplaatst 1026453«« zijn.
23. Glazen constructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste verbindingsvlak een rotatie-symmetrische vorm heeft.
24. Glazen constructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het hechtmiddel een lijm op epoxy-basis omvat.
25. Glazen constructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dikte van de door het hechtmiddel 10 gevormde verbinding kleiner is dan 1 mm, bij voorkeur kleiner dan 0,2 mm.
26. Verbindingsdeel kennelijk geschikt en bestemd voor een glazen constructie volgens één der voorgaande conclusies.
27. Glazen constructiedeel kennelijk geschikt en bestemd voor een glazen constructie volgens één der conclusies 1 - 25.
28. Samenstel voor het onderling verbinden van glazen constructiedelen voorzien van ten minste één hoofd- 20 vlak, in het bijzonder dragende glaspanelen, omvattende een eerste en tweede hechtschijf die elk voorzien zijn van een doorgaande opening en respectievelijk een eerste en tweede verbindingsvlak, een door de doorgaande opening reikend koppeldeel 25 voor het onderling koppelen van de eerste en tweede hechtschijf, waarbij het koppeldeel spanmiddelen omvat voor het uitoefenen van een spankracht op de eerste en tweede hechtschijf, waarbij het eerste en tweede verbindingsvlak 30 tegenover elkaar geplaatst zijn voor het daartussen opsluiten van een glazen constructiedeel, waarbij de verbindings-vlakken door middel van een hechtmiddel op het betreffende hoofdvlak bevestigbaar zijn voor overdracht van constructieve krachten in hoofdzaak parallel aan het hoofdvlak van 35 het glazen constructiedeel.
29. Glazen constructiedeel voorzien van een samenstel volgens conclusie 28, waarbij de verbindingsvlak- 4026453 / ken door middel van een hechtmiddel op het betreffende hoofdvlak van het glazen constructiedeel bevestigd is.
30. Glazen constructie voorzien van een of meer Γ ' ' ! van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in , , 5 de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
31. Glazen constructiedeel voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 32. verbindingsdeel voor het onderling verbinden van glazen constructiedelen voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
33. Werkwijze omvattend een of meer van de in de 15 bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o-
20 BP/AT 1 026453 -
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026453A NL1026453C2 (nl) | 2004-06-18 | 2004-06-18 | Glazen constructie. |
AT05076418T ATE501318T1 (de) | 2004-06-18 | 2005-06-17 | Glaskonstruktion |
EP05076418A EP1607540B1 (en) | 2004-06-18 | 2005-06-17 | Glass structure |
DE602005026750T DE602005026750D1 (de) | 2004-06-18 | 2005-06-17 | Glaskonstruktion |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026453 | 2004-06-18 | ||
NL1026453A NL1026453C2 (nl) | 2004-06-18 | 2004-06-18 | Glazen constructie. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1026453C2 true NL1026453C2 (nl) | 2005-12-20 |
Family
ID=34938347
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1026453A NL1026453C2 (nl) | 2004-06-18 | 2004-06-18 | Glazen constructie. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1607540B1 (nl) |
AT (1) | ATE501318T1 (nl) |
DE (1) | DE602005026750D1 (nl) |
NL (1) | NL1026453C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102011018534A1 (de) * | 2011-04-26 | 2012-10-31 | Josef Gartner Gmbh | Tragendes Element aus Glas |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0525690A2 (de) * | 1991-07-30 | 1993-02-03 | BGT Bischoff Glastechnik GmbH & Co. KG | Element für eine Glaskonstruktion |
DE4126480A1 (de) * | 1991-08-12 | 1993-02-18 | Flachglas Consult Gmbh | Bauwerk mit zumindest einem stabtragwerk und einer ebenen bauwerkshaut |
DE19816099A1 (de) * | 1998-04-10 | 1999-10-21 | Goetz Metall Anlagen | Verbindungsanordnung |
EP1243739A1 (de) * | 2001-03-23 | 2002-09-25 | SWS Gesellschaft für Glasbaubeschläge mbH | Punkthalter für Platten |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE29504372U1 (de) * | 1995-03-15 | 1995-05-04 | Pauli + Sohn GmbH, 51545 Waldbröl | Verbindungssystem |
DE29720336U1 (de) * | 1997-11-17 | 1998-02-19 | Oberhofer, Alfons, Wien | Halter zur Verbindung von Platten, insbesondere von Glasplatten |
DE202004003357U1 (de) * | 2004-03-04 | 2004-05-06 | Hunsrücker Glasveredelung Wagener GmbH & Co. KG | Haltevorrichtung für ein plattenförmiges Element |
-
2004
- 2004-06-18 NL NL1026453A patent/NL1026453C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-06-17 AT AT05076418T patent/ATE501318T1/de not_active IP Right Cessation
- 2005-06-17 DE DE602005026750T patent/DE602005026750D1/de active Active
- 2005-06-17 EP EP05076418A patent/EP1607540B1/en not_active Not-in-force
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0525690A2 (de) * | 1991-07-30 | 1993-02-03 | BGT Bischoff Glastechnik GmbH & Co. KG | Element für eine Glaskonstruktion |
DE4126480A1 (de) * | 1991-08-12 | 1993-02-18 | Flachglas Consult Gmbh | Bauwerk mit zumindest einem stabtragwerk und einer ebenen bauwerkshaut |
DE19816099A1 (de) * | 1998-04-10 | 1999-10-21 | Goetz Metall Anlagen | Verbindungsanordnung |
EP1243739A1 (de) * | 2001-03-23 | 2002-09-25 | SWS Gesellschaft für Glasbaubeschläge mbH | Punkthalter für Platten |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE602005026750D1 (de) | 2011-04-21 |
ATE501318T1 (de) | 2011-03-15 |
EP1607540A1 (en) | 2005-12-21 |
EP1607540B1 (en) | 2011-03-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU625837B2 (en) | Releasable clamping-type joint | |
JP4943863B2 (ja) | 積層グレージング部材のためのアセンブリデバイス | |
JP2003176586A (ja) | シヤーパネルアッセンブリ | |
FR2756860A1 (fr) | Structure de chassis et procede de construction utilisant une telle structure | |
EP2532581B1 (en) | T-profile junction of composite materials | |
JP2010156167A (ja) | 道路用柵 | |
AU2012214872B2 (en) | Mechanical coupling arrangement for a lattice support beam | |
CN105908617A (zh) | 玻璃护栏双层拉索支撑体系人行天桥结构 | |
JP5464350B2 (ja) | プレストレス木床版を用いた木橋 | |
CA3063748C (en) | Rolling block restraint connector | |
NL1026453C2 (nl) | Glazen constructie. | |
WO2024154365A1 (ja) | 主桁連続化剛結合工法 | |
HUE025045T2 (en) | Stair construction | |
AU2014372554A1 (en) | A pre-stressing device, and a method for reinforcing a structural member | |
KR101109141B1 (ko) | 조립 시스템과 유리 시트 | |
CZ256297A3 (cs) | Spoj prutů | |
EP3019675B1 (en) | Structural frame | |
AU2008238593A1 (en) | Timber roof truss | |
JP4603413B2 (ja) | 波形鋼板ウエブ桁の製造方法 | |
DE202006010480U1 (de) | Verbundelement aus Glas | |
NL1004960C1 (nl) | Flensverbinding. | |
EP2604948B1 (de) | Rinnenförmiger Sonnenkollektor | |
CA2569814A1 (en) | Bridge deck panel coupling system and method therefor | |
Andrä et al. | Strengthening of reinforced concrete structures by prestressed or non-prestressed externally bonded carbon fibre reinforced polymer (CFRP) strips | |
EP1373653B1 (en) | Junction between wooden construction elements |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140101 |