NL1026298C2 - Inrichting en werkwijze voor het vullen van een houder voor opslag en/of transport met product. - Google Patents

Description

t i i

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET VOLLEN VAN BEN HOUDER VOOR OPSLAG ΕΝ/OF TRANSPORT MET PRODUCT

5

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het vullen van een houder voor opslag en/of transport met product, in het bijzonder gewassen, bijvoorbeeld aardappelen. De inrichting omvat 10 aanvoermiddelen en een vulplaats waar een lege houder kan worden gepositioneerd om te worden afgevuld, waarbij de aanvoermiddelen de producten naar de houder brengen. De werkwijze omvat de stappen van a) het richting de houder aanvoeren van product, en b) het met minimale valhoogte in de 15 houder laten vallen van het product.

Jaarlijks worden heel wat kisten gevuld met agrarische producten, zoals aardappelen, uien, witlofpennen, wortelen, bloembollen enzovoorts. Bij het vullen van de kist is het van belang het product zonder te beschadigen in de 20 kist te plaatsen. Daarnaast moet de kist goed zijn af gevuld. Als een kist te vol is dan wordt het product beschadigd wanneer een volgende kist er bovenop wordt geplaatst en bestaat er kans op morsen. Als een kist niet vol genoeg is betekent dat geen optimale benutting van de ruimte die 25 beschikbaar is.

Verschillende inrichtingen en werkwijzen voor het vullen van kisten met bijvoorbeeld aardappelen zijn uit de stand van de techniek bekend. Een eerste uit de stand van de techniek bekende kistenvuller is voorzien van een horizontale 30 verstelbare aanvoerband, waarbij aan elke kopse zijde daarvan een vulplaats voor een kist is gelegen. De kopse uiteinden van de horizontale aanvoerband kunnen in de kist gekanteld worden, zodat het omkeereind van de band tot nabij de bodem 1026298 I t 2 van de kist reikt. De kisten worden beurtelings gevuld met de aardappelen. Tijdens het vullen wordt het naar beneden gekantelde uiteinde van de aanvoerband langzaam teruggebracht naar de horizontale stand en de horizontale aanvoerband 5 richting de tegenover geplaatste lege kist verplaatst om het andere uiteinde in de kist te laten neerzakken.

Bij een tweede uit de stand van de techniek bekende kistenvuller zijn aan de uiteinden van de horizontale verstelbare aanvoerband verticaal verstelbare 10 bevuilingsbanden met vingervormige meenemers voorzien, die in de kist zakken en het product laag voor laag in de kist laten vallen met minimale valhoogte.

Hoewel deze bekende kistenvullers het product zonder beschadiging in de kist plaatsen, kleven de volgende bezwaren 15 daaraan. Allereerst nemen de bekende kistenvullers veel ruimte in beslag door de configuratie van twee vulplaatsen ter grootte van een kist en de daartussen gelegen aanvoerband met aandrijfconstructie. Daarnaast zijn deze kistenvullers ten gevolge van de bewegende constructie-onderdelen 20 onderhevig aan storingen en slijtages. Hoewel het een dubbel systeem lijkt wordt geen verdubbeling van de capaciteit ten opzichte van een enkele kistenvuller verkregen, aangezien de tweede kist pas wordt afgevuld zodra de eerste kist volledig gevuld is. De gevulde kist wordt opgehaald door een 25 heftruckchauffeur, die ten gevolge van uitstekende machineonderdelen oplettend moet zijn bij het weghalen van een volle kist en het plaatsen van een lege kist. Een laatste bezwaar is dat de chauffeur verschillende routes af te leggen heeft wat vertragend kan werken voor het vulproces.

30 Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een inrichting volgens de in de inleiding genoemde soort, waarbij bovengenoemde bezwaren worden ondervangen. Daartoe is de inrichting volgens de uitvinding 1026298 ' 3 gekenmerkt doordat tussen de aanvoermiddelen en de vulplaats een bufferbak met een afsluitbare uitstroomopening is aangebracht voor het opnemen van een bepaalde hoeveelheid product alvorens de houder wordt gevuld. Doordat een 5 bufferbak wordt gebruikt wordt een compactere inrichting verkregen ten opzichte van de stand van de techniek, terwijl dit niet ten nadele gaat van de vulcapaciteit van de inrichting.

Bij voorkeur is de bufferbak voorzien van ten minste 10 één schamierklep ter afsluiting van de uitstroomopening. Het openen en sluiten van de schamierklep kan met geschikte middelen automatisch of op commando plaatsvinden.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de uitstroomopening in of nabij de bodem van de bufferbak 15 aangebracht. De vulplaats bevindt zich in dat geval onder de bufferbak, waardoor een verdere ruimtebesparing ten opzichte van de stand van de techniek wordt verkregen.

De houder voor opslag en/of transport is bij voorkeur een kist of een bigbag.

20 Teneinde een kist goed te kunnen afvullen, is bij voorkeur een de uitstroomopening in tweeën delend dwarsschot aangebracht. Afgevulde kisten worden dikwijls op elkaar gestapeld. De kisten hebben aan de onderzijde in het midden een draagbalk, die bij een te vol afgevulde kist het product 25 kan beschadigen. Doordat de uitstroomopening nu in tweeën is gesplitst, wordt het product vanuit de bufferbak zodanig in de kist geplaatst, dat twee bergtoppen van product aan de bovenzijde van de kist ontstaan met ruimte tussen de toppen voor de dwarsbalk aan de onderzijde van de daarop te stapelen 30 kist.

Om het nog in het product aanwezige vuil op te vangen en de uitstroomopening niet te laten blokkeren, is op afstand 1026298 ' l 4 van het dwarsschot een tegenhoudorgaan in de bufferbak aangebracht.

Verder is de inrichting voorzien van weegmiddelen voor het wegen van de inhoud van de bufferbak. Op commando 5 van de weegmiddelen wordt de scharaierklep of worden de schamierkleppen geopend. Hierdoor is het mogelijk de houders exact met een vooraf ingesteld gewicht te vullen, zodat bekend is hoeveel kilo product in totaal wordt opgeslagen of afgeleverd.

10 Verder zijn in de bufferbak één of meer valbrekers aangebracht om het product ook vanaf de aanvoermiddelen in de bufferbak zonder beschadigingen over te brengen.

De aanvoermiddelen kunnen zijn gevormd door een aanvoerband. Volgens een andere uitvoeringsvorm omvatten de 15 aanvoermiddelen een boven de bufferbak aangebrachte kistenkantelaar. Hierdoor is het mogelijk de inrichting tevens te gebruiken voor het overstorten van product.

Tenslotte kan in de bufferbak een zak zijn aangebracht, waarvan het uiteinde zich in de uitstroomopening 20 van de bufferbak bevindt. Het slurf vormige uiteinde van de zak dient dan als werkelijke uitstroomopening van de bufferbak. Voor het reguleren van grootte van de uitstroomopening dient (dienen) de schamierklep (pen) of kan een touwtje om de slurf worden gebonden.

25 Met de inrichting volgens de uitvinding kan een houder zeer snel en storingsvrij worden gevuld zonder daarbij product te beschadigen.

De uitvinding heeft daarnaast tot doel een verbeterde werkwijze voor het vullen van een houder voor opslag en/of 30 transport met product volgens de in de inleiding beschreven soort te verschaffen. Volgens de uitvinding wordt de werkwijze gekenmerkt doordat tijdens stap a) en voor stap b) de volgende stappen plaatsvinden: c) het product wordt in een 102R?oq I , 5 bufferbak opgevangen totdat de bufferbak is gevuld met een bepaalde hoeveelheid product, en d) de inhoud van de bufferbak wordt vervolgens in één keer geleegd in de houder.

Daarbij wordt de bij voorkeur lege houder zodanig op 5 de vulplaats gepositioneerd, dat een afsluitbare uitstroomopening van de bufferbak nabij de bodem van de lege houder wordt gebracht. Hierdoor is het mogelijk het product met minimale valhoogte in de houder te laten vallen zonder het product daarbij te beschadigen.

10 Tijdens het legen van de bufferbak in de houder wordt de bodem van de houder op steeds groter wordende afstand van de uitstroomopening van de bufferbak gebracht. Op deze wijze wordt de inhoud van de bufferbak snel en zonder beschadiging van product in de houder overgebracht.

15 Bij voorkeur wordt tijdens het vullen van de bufferbak de inhoud daarvan gewogen en bij het bereiken van een vooraf ingesteld gewicht het aanvoeren van product onderbroken om vervolgens door het openenen van de afsluitbare uitstroomopening de inhoud van de bufferbak in 20 één keer in de houder te legen waarbij het product met minimale valhoogte in de houder valt.

Als houder voor opslag en/of transport kan een kist of een bigbag worden gekozen.

Verder kan stap a) worden uitgevoerd met behulp van 25 een aanvoerband of een kistenkantelaar, die voor het vullen boven de bufferbak wordt geplaatst. Met een kistenkantelaar kan op eenvoudige wijze product worden overgestort.

Tenslotte kan voor het vullen in de bufferbak een zak wordt aangebracht, waarvan het uiteinde zich in de 30 uitstroomopening van de bufferbak bevindt. Het slurfvormige uiteinde van de zak dient dan als werkelijke uitstroomopening van de bufferbak. De grootte van de uitstroomopening kan 1026298 i » # 6 eenvoudig wordt aangepast aan de gewenste uitstroom van i product.

De uitvinding zal aan de hand van de bijgevoegde tekeningen worden verduidelijkt. In de tekeningen toont: 5 Figuur l een perspectivisch aanzicht van de inrichting volgens de uitvinding,

Figuur 2 een perspectivisch aanzicht met gedeeltelijk weggesneden delen van de inrichting van figuur 1 waarbij de kleppen zijn gesloten, 10 Figuur 3 een perspectivisch aanzicht met gedeeltelijk weggesneden delen van de inrichting van figuur 1 waarbij de kleppen zijn geopend,

Figuren 4A-4G een schematische voorstelling van het vullen van een kist volgens de werkwijze van de uitvinding, 15 Figuren 5A en 5B een schematische voorstelling van het verwijderen van vuil uit een uitstroomopening van een bufferbak,

Figuur 6 een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, voorzien van een 20 kistenkantelaar,

Figuur 7 een gedeeltelijk weggesneden perspectivisch detailaanzicht van de bufferbak,

Figuur 8 een inrichting volgens de onderhavige uitvinding ingezet als bigbagvuller, en 25 Figuur 9 een schematische voorstelling van een andere toepassing van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

In figuur 1 wordt een perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het vullen van kisten 1 met bijvoorbeeld 30 aardappelen 2 getoond. De inrichting omvat een aanvoerband 3 die uitmondt aan de bovenzijde van een bufferbak 4. De bufferbak 4 is gemonteerd op een frame 5, zodanig dat onder de bufferbak 4 ruimte ontstaat voor het positioneren van een 1026298 r t 7 lege kist 1 die dient te worden afgevuld. Het positioneren van een lege kist 1 en het afvoeren van de afgevulde kist 1 vindt plaats door middel van een heftruck 6. Aan het frame 5 zijn sensoren 7 en connectoren 8 voor onder andere de 5 aansturing van de aanvoerband 3 bevestigd.

In het gedeeltelijk opengewerkt detailaanzicht van figuur 2 is te zien dat in de bufferbak 4 valbrekers 9 zijn voorzien. Deze valbrekers 9 breken de val van de aardappelen wanneer zij van de aanvoerband 3 in de bufferbak 4 worden 10 overgebracht. Aan de onderzijde is de bufferbak 4 voorzien van een uitstroomopening, die afsluitbaar is door middel van twee schamierkleppen 10. Elke schamierklep 10 scharniert: om een schamieras 11, welke via een schamierarm 12 is verbonden met een cilinder 13. Verder is aan de onderzijde 15 van de bufferbak 4 een de uitstroomopening in tweeën delend dwarsschot 14 aangebracht. Het dwarsschot 14 is een omgekeerd V-vormige balk waarop de vrije einden van de schamierkleppen 10 aansluiten ter afsluiting van de uitstroomopening van de bufferbak 4.

20 Onder verwijzing naar figuur 3 is duidelijk te zien dat boven en op afstand van het dwarsschot 14 een tegenhoudorgaan 15 is aangebracht in de bufferbak 4. Dit tegenhoudorgaan 15 voorkomt dat tussen de aardappelen 2 aanwezig loof en dergelijke op de bovenzijde van het 25 dwarsschot 14 blijft liggen en sluiting van de schamierkleppen 10 verhindert. Het tegenhoudorgaan 15 kan eventueel een slag worden verdraaid als de kleppen 10 openen, zodat het loof samen met de aardappelen 2 mee in de kist 1 valt. Verder is in figuur 3 nog net een aanslagsensor 16 te 30 zien, die op hoogte van de schamieras 11 van de klep 10 aan het frame 5 is bevestigd. Een zelfde aanslagsensor zit aan de andere zijde van de bufferbak 4 (in de tekening niet te zien). De aanslagsensoren 16 nemen waar wanneer een lege kist 1026298 • , 8 1 in positie is voor het ontvangen van de aardappelen 2 uit de bufferbak 4.

De bufferbak 4 is aan weerszijden aangebracht op weegbalken 17 voor het wegen van de inhoud van de buff erbak 5 4. De signalen van de weegbalken 17 worden in een controle- eenheid 18 omgezet in besturingssignalen voor de aanvoerband 3 en cilinders 13.

Hierna wordt de werkwijze volgens de uitvinding verduidelijkt aan de hand van figuren 4A-4G.

10 Voordat de aanvoér van aardappelen 2 kan worden opgestart, worden de weegbalken 17 op 0 kg gezet, waarna het vullen van de buff erbak 4 kan beginnen. De aanvoerband 3 voert de aardappelen 2 boven de buff erbak 4 aan. De aardappelen 2 komen via de valbrekers 9 zonder te beschadigen 15 in de bufferbak 4 terecht (figuur 4A) . Een heftruckchauffeur rijdt met een lege kist 1 tot onder de bufferbak 4 en heft de kist 1 omhoog zodat de bufferbak 4 in de kist 1 zakt en de uitstroomopening van de bufferbak 4 zich nabij de bodem van de kist 1 bevindt (figuren 4A en 4B) . Als de kist 1 ver 20 genoeg naar boven is gebracht, komt hij in aanslag met de aanslagsensoren 16. De sensoren geven een signaal af aan de controle-eenheid 18 als teken dat een lege kist 1 gereed staat om af gevuld te worden. Zodra de inhoud van de bufferbak 4 op het vooraf ingestelde gewicht komt, wordt de aanvoerband 25 3 onmiddellijk gestopt en worden de twee schamierkléppen 10 onmiddellijk geopend met behulp van de cilinders 13 (figuur 4C) . Op het moment dat de twee scharnierkleppen 10 open gaan zakken de aardappelen 2 in de kist 1, waarbij de valhoogte minimaal is zodat geen beschadigingen optreden (figuur 4D).

30 De heftruckchauffeur laat de kist 1 snel zakken, zodat de kist 1 snel gevuld raakt met aardappelen 2 (figuren 4D en 4E) . Zodra de kist 1 beneden is kan de heftruckchauffeur ermee wegrijden naar de opslag. Wanneer de kist 1 beneden is, 1026298 ' 9 wordt contact gemaakt met de sensoren 7, welke een signaal afgeven aan de controle-eenheid 18, die op zijn beurt het commando geeft voor het sluiten van de twee schamierkleppen 10 en het aandrijven van de aanvoerband 3 (figuur 4F) .

5 Terwijl de heftruckchauffeur de volle kist 1 in opslag plaatst en terugkomt met een lege kist 1, wordt de bufferbak 4 weer afgevuld met aardappelen 2 (figuur 4G) tot het vooraf ingestelde gewicht wordt bereikt, zodat de inhoud van de bufferbak 4 snel afgevuld kan worden in de kist 1.

10 Door het dwarsschot 14 ontstaat tijdens het vullen twee bergtoppen met product aan de bovenzijde van de kist 1 (zie figuur 4E), aangezien de kisten aan de onderzijde in het midden een dwarsbalk hebben kan nu een kist bovenop de gevulde kist worden geplaatst, zonder daarbij product te 15 beschadigen.

In figuren 5A en 5B wordt getoond hoe de kleppen 10 sluiten. Door de niet gelijke sluitingsstand van de kleppen 10 (figuur 5B) wordt vuil, zoals loof, dat op het dwarsschot 14 is terechtgekomen eenvoudig verwijderd. Wanneer geen 20 tegenhoudorgaan 15 (figuur 3) in de bufferbak is voorzien valt het loof e.d. direct op het dwarsschot 14. Door nu na het legen van de bufferbak, en vanuit een positie van openstaande kleppen 10 (figuur 5A), de kleppen 10 te sluiten tot de in figuur 5C getoonde ongelijke sluitstand, zal het 25 loof bij het wederom openen van de kleppen 10 automatisch naar beneden vallen.

In figuur 6 wordt een inrichting volgens de uitvinding met kistenkantelaar 19 getoond. De kistenkantelaar is een op zichzelf bekende inrichting voor het kantelen en 30 legen van kisten. De kistenkantelaar 19 omvat een basisframe 20 en een ten opzichte van het basisframe 20 kantelbaar kantelframe 21. Voor het kantelen van het kantelframe 21 is een motor 22 voorzien. Het kantelframe 21 omvat een vaste 1026298 10 ' .

bodem 23 en een deels schamierbaar deksel 24. Met behulp van een heftruck kan een gevulde kist via de voorzijde in de kistenkantelaar 19, tussen de bodem 23 en het deksel 24 worden geplaatst. Vervolgens wordt het kantelframe 21 met 5 behulp van de motor 22 ten opzichte van het basisframe 20 naar achteren gekanteld. De kist wordt over meer dan 90® gedraaid zodat de bovenzijde van de kist dan naar beneden, richting de bufferbak 4 is gericht en het deels scharnierende deksel 24 opengaat. Hierdoor wordt de inhoud van de kist 10 geleidelijk overgestort in de bufferbak 4. Nadat de gewenste hoeveelheid product in de bufferbak 4 is gestort. Wordt het kantelframe 22 teruggebracht naar zijn uitgangspositie.

Verder zijn in de inrichting van figuur 6 twee flappen 27 bevestigd aan de onderzijde van de bufferbak 4. De 15 flappen 27 zijn bevestigd aan kettingen 25, die aan de verlengde schamierarmen 12 zijn bevestigd. Met het openen van de kleppen 10, zullen de flappen 27 worden neergelaten en in de houder zakken om ervoor te zorgen dat er geen product uit de houder valt tijdens de neergaande beweging van de 20 houder.

Ook in de inrichting van figuur 6 is getoond dat het frame 5 in hoogte instelbaar is met behulp van een in elke poot aangebrachte pen/gatverbinding 17.

De in figuur 6 getoonde configuratie kan worden 25 gebruikt voor het uit een kist overstorten van product in een andere of dezelfde kist. Bij plantuien, aardappelen, graszaad en dergelijke producten, die onder natte omstandigheden voor een droogwand worden gezet is het soms goed het product over te sorteren. Daardoor wordt de droogtijd met soms wel 60 tot 30 70% verkort.

Figuur 7 toont een gedeeltelijk weggesneden perspectivisch detailaanzicht van de bufferbak 4. Gelijke onderdelen zijn met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

*026298 * « 11

Figuur 8 toont een inrichting volgens de onderhavige uitvinding toegepast als bigbagvuller. De bigbagvuller is in hoofdzaak identiek aan de kistenvuller met dit verschil dat het dwarsschot 14 en de tegenhouder 15 achterwege zijn 5 gelaten, dat delen 26 van de uitstroomopening zijn ingeklapt, en dat in de bufferbak 4 eventueel een zak 30 is aangebracht, waarvan het uiteinde 31 zich in de uitstroomopening van de bufferbak 4 bevindt. Het uiteinde 31 van de zak 30 wordt door de twee scharnierkleppen 10 gesloten gehouden en strekt zich 10 voorbij deze kleppen 10 naar beneden toe uit. Hierdoor wordt een slurfvormige uitstroomopening verkregen waarvan de doorsnede, en derhalve de daardoor afgegeven hoeveelheid product per tijdseenheid, kan worden gereguleerd door middel van de kleppen 10. Een lege bigbag 32 wordt aan de lepels 33 15 van de heftruck gehangen. Een hefplateau 34 brengt de bodem van de bigbag op gering afstand van de uitstroomopening om de valhoogte van de producten bij het vullen van de bigbag te verkleinen. Tijdens het vullen van de bigbag zal het hefplateau onder het toenemende gewicht naar beneden zakken. 20 Het is ook mogelijk bigbags te vullen zonder gebruik te maken van de zak 30.

Bigbags worden steeds vaker gebruikt voor het verpakken van landbouwproducten, en met name van pootgoed.

Een nadeel van bigbags is dat zij veel vloeroppervlakte in 25 beslag nemen, omdat de gevuld bigbags nauwelijks gestapeld kunnen worden. Wanneer de aardappelen na het sorteren niet direct zullen worden af gevoerd, is het dan mogelijk de aardappelen in de juiste hoeveelheden, bij voorkeur afhankelijk van het gewicht, in kisten op te slaan, die wel 30 gestapeld kunnen worden. Wanneer de aardappelen worden opgehaald, kan met behulp van de inrichting van figuur 8 uitgebreid met de kistenkantelaar 19 van figuur 6 de kisten

1026298 'I

* * 12 eenvoudig en snel worden overgestort in bigbags voor transport.

In figuur 9 wordt een variant op de in figuur 8 getoonde configuratie getoond. Hierbij wordt de slurfvormige 5 uitstroomopening 31 gebruikt als doseermiddel voor het gedoseerd af geven van product. In plaats van de kleppen 10, kan ook een om het slurfvormige uiteinde 31 geknoopt touwtje dienst doen als regelmiddel voor het regelen van de grootte van de uitstroomopening. Onder de uitstroomopening kan een 10 transportband 35 met snelheidsregeling zijn geplaatst welke de producten naar een vrachtwagen, sorteermachine, kluitenscheider, snijmachine of dergelijke afvoert. De inrichting fungeert dan in feite als doseerbunker voor de daaropvolgende vrachtwagen of machine. De inrichting van 15 figuur 9 kan eveneens zijn gecombineerd met een kistenkantelaar 19 (figuur 6).

Met behulp van de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om precies te weten hoeveel kilogram product in opslag staat. Dit kan vooral van belang 20 zijn voor de afnemer van het product. Alles kan meer van tevoren gepland worden, zodat er geen overschotten of tekorten ontstaan. Daarnaast is het mogelijk exact op de kilo een partij product af te leveren, naar wens van de afnemer.

De snelheid van de inrichting is groot, zestig ton 25 per uur is eenvoudig haalbaar, en verder is de inrichting slechts 2 a 2,5 m breed. Vergeleken met traditionele kistenvullers heeft de inrichting volgens de onderhavige uitvinding veel minder draaiende constructiedelen, waardoor minder storingen voorkomen en ook minder onderhoud nodig is. 30 De uitvinding is niet beperkt tot de uitvoeringsvorm getoond in de bijgevoegde tekeningen.

1026298 '

Claims (17)

1. Inrichting voor het vullen van een houder voor 5 opslag en/of transport met product, in het bijzonder gewassen, bijvoorbeeld aardappelen, omvattende aanvoermiddelen en een vulplaats waar een lege houder kan worden gepositioneerd om te worden gevuld, waarbij de aanvoermiddelen de producten naar de houder brengen, met het 10 kenmerk, dat tussen de aanvoermiddelen en de vulplaats een bufferbak met een afsluitbare uitstroomopening is aangebracht voor het opnemen van een bepaalde hoeveelheid product alvorens de houder wordt gevuld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bufferbak is voorzien van tenminste een schamierklep ter afsluiting van de uitstroomopening.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de 20 uitstroomopening in of nabij de bodem van de bufferbak is aangebracht.

4. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de houder voor opslag en/of transport een kist of een 25 bigbag is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij een de uitstroomopening in tweeën delend dwarsschot is aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij in de bufferbak op afstand van het dwarsschot een tegenhoudorgaan is aangebracht. 1026298 * «

7. Inrichting volgens een van de conclusies 1-6, waarbij de inrichting verder omvat weegmiddelen voor het wegen van de inhoud van de bufferbak.

8. Inrichting volgens een van de conclusies 1-7, waarbij in de bufferbak een of meer valbrekers zijn aangebracht.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 1-8, 10 waarbij de aanvoermiddelen omvatten een boven de bufferbak aangebrachte kistenkantelaar.

10. Inrichting volgens een van de conclusies 1-9, waarbij in de bufferbak een zak is aangebracht, waarvan het 15 uiteinde zich in de uitstroomopening van de bufferbak bevindt.

11. Werkwijze voor het vullen van een houder voor opslag en/of transport met product, in het bijzonder 20 gewassen, bijvoorbeeld aardappelen, omvattende de stappen van: a) het richting de houder aanvoeren van product, en b) het met minimale valhoogte in de houder laten vallen van product, gekenmerkt doordat tijdens stap a) en 25 voor stap b) de volgende stappen plaatsvinden: c) het product wordt in een bufferbak opgevangen totdat de bufferbak is gevuld met een bepaalde hoeveelheid product, en d) de inhoud van de bufferbak wordt vervolgens in één 30 keer geleegd in de houder.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij voor stap d) een lege houder zodanig op de vulplaats wordt 1026298 * I gepositioneerd, dat een afsluitbare uitstroomopening van de bufferbak nabij de bodem van de lege houder is gelegen.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij tijdens 5 stap d) de bodem vart de houder op steeds groter wordende afstand van de uitstroomopening van de bufferbak wordt gebracht.

14. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-13, 10 waarbij tijdens stap c) de inhoud van de bufferbak wordt gewogen en bij het bereiken van een vooraf ingesteld gewicht stap a) wordt onderbroken en vervolgens door het openen van de afsluitbare uitstroomopening stap d) en b) plaatsvinden.

15 . 15. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-14, waarbij als houder voor opslag en/of transport een kist of een bigbag wordt gekozen is.

16. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-15, 20 waarbij stap a) wordt uitgevoerd met behulp van een kistenkantelaar, die voor het vullen boven de bufferbak wordt geplaatst.

17. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-16, 25 waarbij voor het vullen in de bufferbak een zak wordt aangebracht, waarvan het uiteinde zich in de uitstroomopening van de bufferbak bevindt. 1026298