NL1026033C2

NL1026033C2 - Inrichting en werkwijze voor het detecteren en elimineren van ongedierte.

Info

Publication number: NL1026033C2
Application number: NL1026033A
Authority: NL
Inventors: Adriaan Blonk
Original assignee: Adriaan Blonk
Priority date: 2004-04-23
Filing date: 2004-04-23
Publication date: 2005-10-25

Description

*

Inrichting en werkwijze voor het detecteren en elimineren van ongedierte.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het detecteren en elimineren van ongedierte onder de grond omvattende: 5 - detectiemiddelen voor het detecteren een locatie van het ongedierte onder de grond, en - elimmeermiddelen voor het uitschakelen van het ongedierte onder de grond,

Een dergelijk inrichting wordt gebruikt voor het opsporen en uitschakelen van ongedierte zoals bijvoorbeeld ratten die vaak onder de grond een hol hebben. Met name 10 de muskusrat zorgt op veel plaatsen voor overlast Wat maakt de muskusrat tot zo'n schadelijk dier dat de bestrijding in veel landen zelfs bij wet is geregeld? Het meest gevreesd is hij als graver en wroeter. Het zijn de oevers en dijken die het moeten ontgelden. Hier graaft hij zijn hol en legt hij zijn gangenstelsel aan. Vooral bij kleinere dijken kan dit een forse aanslag zijn op de stevigheid van een waterkering. Het dier 15 graaft zijn gangen voor een deel vlak onder de grond. De ingang zit meestal net onder het wateroppervlak. Zo ontstaan er allerlei onzichtbare valkuilen voor vee, verkeer en landbouwmachines. De rattenbestrijding wordt steeds problematischer door de explosieve voortplanting van deze vraatzuchtige dieren. Het vangen van dit ongedierte is erg arbeidsintensief en onoverzichtelijk, alleen al in de provincie Zuid Holland moet 20 zo’n 43.000 km oeverkantlengte gecontroleerd worden. Dit gebeurt ma met 76 personen die in 2002 ongeveer 125.000 ratten hebben gevangen. Bovendien ontstaat er steeds meer weerstand van uit natuur- en milieugroeperingen over de manier van vanga welke niet diervriendelijk zou zijn omdat de ratten in een aantal gevallen langzaam dood zonden gaan. Een biologische manier van bestrijden door bijvoorbeeld bewust 25 een ziekte aanbrengen binnen de muskusratpopulatie is niet toegestaan. De muskusrat wordt in Nederland met mechanische middelen bestreden: met diverse typen klemmen, drijvende (lokaas)kooien, afzettingen van sloten, kooien in duikers en schijnduikm, En heel soms met het geweer. Ma kan de dieren actief vangen: naar de plek gaan waar as leven, en een vangmidde! plaatsen op die plek waaraan te zien is dat het dier er komt 30 Of men vermoedt dat zich verplaatsende muskusratten wel ergens zullen passera, waarop men min of meer willekeurig passieve vangmiddelen in het veld opstelt Afhankelijk va het aantal dieren dat ergens aanwezig is, de topografie va het gebied, de hoeveelheid water, de drooglegging, het grondgebruik, en dergelijke, wordt voor ea bepaalde bestrij dingstactiek gekozen.

1026033 2 «

Een andere bekende manier om ongedierte dat onder de grond leeft te doden is elektrocutie. Om te weten waar en wanneer een stroomstoot moet worden aangebracht» is detectie ónder de grond noodzakelijk.

Een inrichting zoals in de aanhef omschreven is bekend uit octrooipublicatie WO 5 95/33372. Daarin wordt een draagbaar eïektrocutieapjparaat beschreven dat is ingeridxt om ongedierte onder de grond te elektrocuteren. Elektrocutie vindt plaats met behulp van elektrodes die in de grond worden geplaatst Dezelfde elektrodes worden ook gebruikt voor het detecteren van de aanwezigheid van een dier. Bij de detectie wordt gebruik gemaakt van een schakelaar die gevoelig is voor weerstandsverandering tussen 10 de elektrodes, en die schakelt indien een lekstroom wordt gedetecteerd die stroomt door het lichaam van een dier. De schakelaar schakelt een elektrische schakeling die een hoge spanning en hoge stroom op de elektrodes zet zodat het dier wordt geëlektrocuteerd. Hoewel dit apparaat draagbaar is, moeten de elektrodes steeds in d@ grond worden gestoken voor een meting. Hierdoor is de hoeveelheid metingen per 15 tijdseenheid beperkt Steeds moet een gebruiker op een volgende plek de elektrodes in de grond plaatsen en wachten tot de elektrocutiepoging heeft plaatsgevonden.

Het is een doel van de huidige uitvinding om ongedierte onder de grond te detecteren en te elimineren waarbij er een groter oppervlak per tijdseenheid kan worden verwerkt met huidige apparaten mogelijk is.

20 Dit doel wordt bereikt met een inrichting zoals omschreven in de aanheb met het kenmerk dat de detectiemiddelen zijn ingericht voor het verzenden van elektromagnetische detectiegolven om in de grond in te dringen» respectievelijk voor het ontvangen van uit de grond terugkerende elektromagnetische golven.

Door te detecteren met behulp van elektromagnetische golven kan met een 25 apparaat dat zich geheel boven de grond bevindt, onder de grand worden gezocht naar ongedierte, zoals bijvoorbeeld ratten. De detectiemiddelen kunnen relatief snel over het . oppervlak worden bewogen waardoor een groot oppervlak in relatief weinig tijd kan worden bestreken.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de inrichting ©εη· 30 verwerkingseenheid ingericht voor het ontvangen en verwerken van meetsignalm vanuit de detectiemiddelen. De verwerkingseenheid is ingericht voor het registreren van ten minste één van een lichaam en een leefruimte van het ongedierte. Op deze i.

1026033 3 wijze kan eenvoudig en snel de locatie van een dier en/of zijn leefruimte, zoals een hol onder de grond, geregistreerd worden.

In een voorkeursuitvoering zijn de elimineenniddelen ingericht om hoogenergetische elektromagnetische golven door de grond te zenden. Bij deze 5 uitvoeringsvorm is dus zowel sprake van contactloze detectie als contactloze eliminatie van de dieren. Hierdoor kan de inrichting snel over een stuk grond worden bewogen en wordt een aanzienlijk tijdwinst behaald ten opzichte van bekende apparaten.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het detecteren en elimineren van ongedierte onder de grond omvattende de stappen van: 10 - detecteren van het ongedierte onder de grond; - elimineren van het ongedierte onder de grond, met het kenmerk dat de stap van het detecteren omvat* — het verzenden van elektromagnetische detectiegolven om in de grond in te dringen, - het ontvangen van uit de grond terugkerende elektromagnetische golven.

15

Verdere voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van een beschrijving van enkele uitvoeringsvormen, waarbij gerefereerd wordt aan de bijgevoegde tekeningen, waarbij : 20 Fig. 1 een functioneel schema is van een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Fig. 2 een bovenaanzicht is van een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 1 toont een functioneel schema van een uitvoeringsvorm van d@ .

25 uitvinding. In deze uitvoeringsvorm omvat een inrichting Ivoor het detecteren en elimineren van ongedierte onder de grond detectiemiddelen 2 voor het detecteren van het ongedierte en elimineenniddelen 3 voor het uitschakelen van het ongedierte. De detectiemiddelen 2 omvatten één of meerdere GPR-antennes (GPR: ground penetrating radar) die elektromagnetische golven kunnen verzenden door de grond en de 30 gereflecteerde golven ontvangen uit de grond. De GPR-antennes gebruiken bij voorkeur zo’n frequentie dat vanaf het oppervlak tot een diepte van ongeveer 1,5 meter km worden gedetecteerd. Frequenties die gebruikt kunnen worden liggen tussen de 1 MHz «ï 2 GHz, bij voorkeur rond 500 MHz. De GPR-antennes kunnen op een rij worden 1026033 « 4 aangebracht zodat ze een uitgestrekt gebied kunnen bestrijken. Ook is het mogelijk om een enkele GPR-antenne te gebruiken die via een rail heen en weer kan worden bewogen boven het te scannen gebied.

De inrichting 1 omvat verder een verwerkingseenheid 4 die is ingericht voor het 5 ontvangen en verwerken van informatie van de GPR-antennes 2. Verder omvat de inrichting 1 vervoermiddelen 5 voor het verplaatsen van dé inrichting 1. Een voorbeeld van een vervoermiddel 5 is een tractor. Opgemerkt wordt dat de vervoermiddelen niet gemotoriseerd hoeven te zija Ook een door een persoon te trekken kar is een mogelijk vervoermiddel.

10 De verwerkingseenheid 4 kan via een verbinding 6 communiceren met de GPR= antennes 2. De verwerkingseenheid 4 is ingericht voor het registreren van een dier en/of zijn leefruimte, zoals een hol. De gegevens die door de GPR-antennes 2 worden aangeleverd, worden door de verwerkingseenheid 4 geanalyseerd De verwerkingseenheid 4 kan hiervoor bijvoorbeeld een computer omvatten waar 15 bijvoorbeeld een beeldherkenningsprogramma op draait Na herkenning van het dier en/of zijn leefruimte, bepaalt de verwerkingseenheid 4 de positie van het dier en/of de leefruimte. De positie kan relatief ten opzichte van de elimmeermiddelen 3 worden bepaald zodat de vervoermiddelen 5, via een aanstuurlijn 3, zo kunnen worden aangestuurd dat deze de elimineermiddeien 3 boven, ofin de buurt van, depositie van ·· 20 ' het dier en/of leefruimte kunnen positioneren. Indien de elimineermiddeien 3 op de __ _ _ juist gepositioneerd zijn, stuurt de verwerkingseenheid 4 via een activeringslijm 7 een signaal naar de elimineermiddeien 3 om deze te activeren. Opgemerkt wordt dat de verbinding 6, de activeringslijn 7 en de aanstuurlijn fysieke bedrading kunnen zijn, maar ook draadloze verbindingen kunnen zijn.

25 In een uitvoeringsvorm omvatten de elimineermiddeien 3, een aantal elektrodes die zijn ingericht voor het laten stromen van elektrische stroom door een bepaald deel van de grond. Met behulp van het vervoermiddel 5 worden de elektrodes boven d© juiste positie gebracht Vervolgens worden, met behulp van mechanische . aansturingmiddelen, niet getoond, de elektrodes in de grond gebracht Daarna wordt 30 een voldoende hoge spanning over de elektrodes aangebracht zodat een stroom door de grond gaat lopen. Indien de elektrodes juist geplaatst zijn, zal de stroom ook door het ongedierte lopen en zal dit worden geëlektrocuteerd. Opgemerkt wordt dat in deze uitvoeringsvorm weliswaar elektrodes in de grond moeten worden aangebracht, net 1026033 « 5 zoals in de stand van de techniek, maar dat dit veel minder vaak hoeft te gebeuren. Immers, alleen wanneer op een plek ongedierte, of een leefruimte van een dier wordt gedetecteerd, moet de inrichting 1 halt houden en moeten de elektrodes de grond in.

In een andere uitvoeringsvorm zijn de elimineenniddelen 3 ingericht voor het 5 versturen van elektromagnetische golven door de grond. Bijvoorkeur is het vermogen van deze elektromagnetische golven zo hoog dat een klein zoogdier dat zich op ongeveer 1,5 meter onder het oppervlak bevindt, wordt gedood. Voorbeelden van golven die gebruikt kunnen worden zijn microgolven of röntgenstraling. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat ook het elimineren contactloos kan gebeuren wat een 10 aanzienlijke tijdwinst oplevert, aangezien er geen pennen meer de grond in hoeven.

Indien de inrichting 1 een mobiele inrichting is, zijn de deteciemiddelen 2 en de elimineenniddelen 3 zo aangebracht op de inrichting 1 dat indien de mobiele inrichting I in een bepaalde richting over een gebied wordt bewogen, eerst de detectiemiddelen 2 en daarna de elimineenniddelen 3 het gebied passeren. Deze relatieve positionering van 15 de detectiemiddelen 2 en de elimineenniddelen 3 zorgt voor een efficiënt gebruik van • de inrichting L

In figuur 2 wordt een bovenaanzicht getoond van een specifieke uitvoeringsvcaan van de uitvinding. Een mobiele inrichting 10 voor het detecteren en dimmeren vaa ongedierte omvat een voertuig 11, bijvoorbeeld een tractor 11, welke kam wordea 20 - bestuurd door een bestuurder in een bepaalde richting 31. De inrichting 10 omvat _ detectiemiddelen 14, by voorbeeld GPR-antennes114 en 16 voor het scaimen van d© ondergrond. Data van de GPR-antennes 14,16 wordt naar een verweridngseenheld 13 verstuurd die is ingericht om de data te analyseren. De inrichting 10 kan ook weergavemiddelen 18 omvatten, zoals een beeldscherm 18 waarop de bestuurder 25 gegevens uit de verwerldngseenheid 13 kan bekijken. In een uitvoeringsvorm is de verwerkmgseenheid 13 ingericht om een dier of zijn verblijfplaats te herkennen. Indfa ' een herkenning heeft plaatsgevonden, wordt een herkenbaar signaal op hef beeldscherm 18 weergegeven. Ook is het mogelijk dat een akoestisch signaal wordt gegeven zodra er bijvoorbeeld een hol of een rat herkend wordt 30 De inrichting 10 omvat mechanische positioneringsmiddelen 12 voor hef opeen juiste hoogte positioneren van de detectiemiddelen 14,16. In deze uitvoeringsvorm is de verwerkingeenheid 13 aan gebracht op een van de detectiemiddelen 14. De plaafs 1026033 « 6 van de verwerkingseenheid is hier echter niet relevant De verwerkingseenheid 13 Hom bijvoorbeeld ook in een cabine van de tractor 11 zitten.

De detectiemiddelen 16 zijn draaibaar te bewegen ten opzichte van de detectiemiddelen 14 door middel van een scharnier 15. Hierdoor is het mogelijk dat ern 5 groot oppervlakte kan worden gescand als de detectiemiddelen 16 boven het grondoppervlak worden gebracht terwijl de inrichting 10, indien de detectiemiddelen 16 in een verticale stand worden gebracht, zich ook over de openbare weg kan verplaatsen zonder dat ander verkeer gehinderd wordt In plaats van scharnieren zijn andere maatregelen denkbaar zoals het uitschuifbaar maken van detectiemiddelen 16 10 vanuit de detectiemiddelen 14. In figuur 2 is de breedte van het te scannen oppervlak aangegeven met pijl 17. De scharnier 15 kan ook worden gebruikt om de detectiemiddelen 16 onder een hoek te laten werken. Dit is voordelig wanneer het te scannen oppervlak niet vlak is, zoals bijvoorbeeld bij een oeverkant

Aan de achterzijde van de tractor 11 zijn eliminêermiddelen 21 bevestigd. B@ 15 elimineermiddeïen zijn in dit voorbeeld verplaatsbaar via een rail 19. De rail 19 en de elimineermiddelen worden in hoogte instelbaar door middel van mechanischs aansturingmiddelen 22. In de rail 19 bevindt zich een scharnier 20 waardoor de rail 19 kan worden ingeklapt indien de inrichting 10 in het verkeer moet deelnemen. B© elimineermiddelen 19 kunnen elektrodes omvatten die in de grond moeten worden 20 aangebracht Ook kunnen de elimineermiddelen 19 zijn ingericht om ___^ _ elektromagnetische golven in de grond te zenden waarbij deze golven zo sterk zijn dsÉ ongedierte dat zich onder de grond bevindt, gedood-wordt De elimineermiddelen worden bijvoorbeeld door de verwerkingseenheid op de juiste plek gepositioneerd. Ook is het mogelijk dat dit door de bestuurder wordt gedaan.

25 Zoals hierboven reeds werd beschreven, kan de verwerkingseenheid een relatieve positie van een gedetecteerd dier en/of hol bepalen ten opzichte van de elimineermiddelen. In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting 10 een geografisch positioneringsysteem (GPS) 23 voor het bepalen van een absolute positie. De bepaalde geografische locatie wordt door het GPS 23 doorgegeven aan de verwerkingseenheid. 30 Deze kan dan de absolute positie van een dier of van een hol opslaan in bijvoorbeeld een database. Gegevens in deze database kunnen worden gebruikt voor onderzode of voor het regelmatig controleren van bepaalde plaatsen waarvan reeds bekend is dat zich daar ongedierte bevindt De database kan zich bijvoorbeeld ook op afstand van de 1026033 7 inrichting bevinden waarbij gegevens via draadloze communicatie worden doof gegeven vanuit de inrichting naar de database op afstand. Deze draadloze communicatie kan worden uitgevoerd met behulp van bijvoorbeeld een mobiel telefoonnetwerk.

5 De bestuurder kan in een uitvoeringsvorm op het beeldscherm 18 zien wanneer èn waar hij moet stoppen of wanneer hij, al rijdend, de elimineermiddelen 21 moet activeren om het ongedierte uit te schakelen. De positie kan ook worden bepaald uit gegevens die in het verleden zijn verzameld en die in de database aanwezig zijn. Het is ook denkbaar dat de gedetecteerde gegevens worden gecombineerd met bijvoorbeeld 10 een geografisch informatiesysteem. Hierdoor is het mogelijk om landkaarten te maken waarop plaatsen waar zich ongedierte kan bevinden, aan te geven.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting 10 een verplaatsingssensor 24. Deze veiplaatsingssensor 24 is bijvoorbeeld een sensor die het aantal wielomwentelingen van de tractor 11 meet Hiermee kan dan nauwkeurig de mobiele inrichting 10 worden 15 bestuurd om de el imineermiddelen 21 op de juiste plaats te positioneren.

Het beeldscherm 18 kan een touch screen omvatten zodat de bestuurder . · eenvoudig gegevens en commando’s kan ingevea,

De in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor het elimineren van bijvoorbeeld muskusratten. Deze dieren graven holen met ©en ingang 20 onder het water. Het hol zelf bevindt ach boven het watemiveau op een afstand van het ____ water tussenide 0,1 en 5 meter. Indien dit gebied door em mobiele inrichting gescand .....

wordt, zullen de meeste muskusraten gevonden worden. In figuur 2 is een oever 32, een waterkant 30 en een sloot 33 aangeven. De tractor 11 wordt nu in de richting van de pijl 31 parallel aan de waterkant gereden. Deze inrichting kan natuurlijk ook voor dk 25 willekeurig stuk grond worden gebruikt Het is met behulp van GPR-antennes mogeli jk om ook door bijvoorbeeld asfaltwegen te meten. Ook bij de uitvoeringsvorm met de elektromagnetische elimineer middelen is het mogelijk om dieren onder het asfalt uit te schakelen.

Begrepen zal worden dat bij het lezen van het bovenstaande dadelijk variante® 30 zullen opkomen bij een deskundige op het vakgebied. In plaats van het gebruik van GPR-antennes waarbij elektromagnetische golven worden gereflecteerd, kunnen ook systemen worden gebruikt waarbij een inductiesiroom in de grond wordt gegenereerd met behulp van een zendspoel, waarbij de inductiestroom een veld opwekt die door een 1026033 « 8 ontvangspoel kan worden gedetecteerd. Ook is het gebruik van infrarood mogelijk waarbij straling uit de grond wordt gedetecteerd. Dergelijke varianten worden geacht binnen het bereik van de aanvrage zoals beschreven in bijgaande conclusies te liggen.

5 1026033

Claims

1. Inrichting (1; 10) voor het detecteren en elimineren van ongedierte onder de grond omvattende: 5. detectiemiddelen (2; 14,16) voor het detecteren van een locatie van het ongedierte onder de grond, en - elimineermiddelen (3; 21) voor het uitschakelen van het ongedierte onder de grond, met het kenmerk dat de detectiemiddelen (3; 21) zijn ingericht voor het verzenden van elektromagnetische deiectiegolven om in de grond in te dringen, respectievelijk voor 10 het ontvangen van uit de grond terugkerende elektromagnetische golven,

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de inrichting een verweridngseenheid (4; 13. omvat ingericht voor het ontvangen en verwerken van meetsignalen vanuit de detectiemiddelen (3; 21). 15

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de verweikingseenheid (4; 13) is ingericht voor het registreren van ten minste één van een lichaam en een leefruimte van het ongedierte.

4. Inrichting volgens één van de conclusies 2 of 3, waarbij de inrichting (10) eem geografisch posiiioneringsysteem (23) omvat voor het bepalen van een positie van ds inrichting, en waarbij de verweikingseenheid (4; 13) is ingericht voor het ontvangers van gegevens van het geografische positioneringsysteem.

5. Inrichting volgens één van de conclusies 3 of 4, waarbij de verwerMngseenhdd (4; 13) is ingericht om na de registratie van ten minste één van ©@n lichaam ©m leefruimte van het ongedierte, de elimineermiddelen (3; 21) op de locatie van het ongedierte te positioneren en deze dan te activeren.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de elimineermiddelen (3; 21) zijn ingericht om bij het activeren hoogenergettische elektromagnetische golven door de grond te zenden. 1026033 o t

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de elimineermiddelen (3; 21) aan aantal elektrodes omvatten die zijn IngericM voor hei laten stromen van elektrische stroom door de grond op de locatie van het ongedierte.

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting (1; 10. een mobiele inrichting is en waarbij de detectiemiddelen (2; 14,16) m de elimineermiddelen (3; 21) zo zijn aangebracht dat indien de mobiele inrichting in een bepaalde richting over een gebied wordt bewogen, tijdens gebruik, eerst de detectiemiddelen (2; 14,16) en daarna de elimineermiddelen (3; 21) het gebied 10 passeren.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de mobiele inrichting (10) een voertuig (11) omvat.

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting (1; 10. een beeldscherm (18) omvat voor het weergeven van informatie van d© detectiemiddelen (2; 14,16).

11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 20 detectiemiddelen (2; 14,16) ten minste één GPR-antenne omvatten.

12. Werkwijze voor het detecteren en elimineren van ongedierte onder de grond omvattende de stappen van: - detecteren van het ongedierte onder de grond, en 25. elimineren van het ongedierte onder de grond, met het kenmerk dat de stap van het detecteren omvat: -het verzenden van elektromagnetische detectiegolven om in de grond in te dringen, - het ontvangen van uit de grond terugkerende elektromagnetische golven. **************** 30 1026033