NL1025893C2 - Waterweefinrichting alsmede een plunjerpomp voor een waterweefinrichting. - Google Patents

Waterweefinrichting alsmede een plunjerpomp voor een waterweefinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1025893C2
NL1025893C2 NL1025893A NL1025893A NL1025893C2 NL 1025893 C2 NL1025893 C2 NL 1025893C2 NL 1025893 A NL1025893 A NL 1025893A NL 1025893 A NL1025893 A NL 1025893A NL 1025893 C2 NL1025893 C2 NL 1025893C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plunger
water
weaving device
weft
adjusting means
Prior art date
Application number
NL1025893A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerard Cox
Original Assignee
Te Strake Textile B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Te Strake Textile B V filed Critical Te Strake Textile B V
Priority to NL1025893A priority Critical patent/NL1025893C2/nl
Priority to PCT/NL2005/000215 priority patent/WO2005098111A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1025893C2 publication Critical patent/NL1025893C2/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/32Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by liquid jet

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Description

Korte aanduiding: Waterweefinrichting alsmede een plunjerpomp voor een waterweefi nri chti ng.
BESCHRIJVING
5 De uitvinding heeft betrekking op een waterweefinrichting omvattende middelen voor het vormen van een inslagvak van kettingdraden, waarbij aan ëên of beide zijden van het inslagvak inbrengmiddelen zijn opgesteld voor het met behulp van een afgegeven waterpulsstraal in het inslagvak inbrengen van één of meerdere verschillende inslagdraden, welke 10 inbrengmiddelen zijn samengesteld uit: een plunjerpomp voorzien van een plunjerhuis met een plunjerkamer, waarin een voor elke inslagdraad benodigde hoeveelheid water opneembaar is, alsmede een onder invloed van een in het plunjerhuis opgenomen en voorspanbaar plunjerveerelement in de plunjerkamer verplaatsbare plunjer 15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een plunjerpomp voor een waterweefinrichting.
Waterweefinrichtingen zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooi schrift nr. 4,121,626. Bij een waterweefinrichting wordt met behulp van een door een plunjerpomp 20 afgegeven waterstraal puls telkens een inslagdraad het inslagvak ingebracht of "geschoten11. De inslagdraad heeft daarbij een lengte, welke overeenkomt met de lengte van het inslagvak. Het is dan ook wenselijk, dat bij elk “schot" de inslagdraad precies in het inslagvak wordt ingebracht, waarbij het begin van de inslagdraad bij of net voorbij het 25 eind van het inslagvak komt te liggen. Een incorrecte aansturing van de plunjerpomp resulteert in weeffouten, waarbij elke inslagdraad te vroeg of te laat het inslagvak tot stilstand komt.
Hiertoe wordt bij een waterweefinrichting veelal handmatig de positie van de inslagdraad in het inslagvak en meer in het bijzonder 30 aan het eind van het inslagvak vastgesteld. Op basis van deze meetgegevens wordt vervolgens de waterweefinrichting en in het bijzonder 1025893 2 de waterpulsstraal zoals afgegeven door de plunjerpomp met de hand bijgesteld.
Het op basis van "trial and error" handmatig instellen van een waterweefinrichting is vrij omslachtig en complex en wordt nog eens 5 vergroot indien de waterweefinrichting meerdere verschillende inslag· draden (bijvoorbeeld verschillende kleur, dikte, samenstelling, etc.) dient te verwerken. Elk type inslagdraad vereiste een andere instelling van de plunjerpomp en mede daardoor worden in de waterweefinrichting meerdere plunjerpompen ingezet.
10 Het handmatig inregelen en afstellen van de bekende waterweefinrichtingen wordt hierdoor nog complexer en tijdrovender.
De uitvinding beoogt een waterweefinrichting en plunjerpomp volgens bovenvermelde aanhef te verschaffen die deze nadelen niet bezit en waarbij snel en vooral automatisch de plunjerpomp ingesteld kan worden 15 op het type inslagdraad.
Overeenkomstig de uitvinding is de waterweefinrichting voorzien van vergelijkingsmiddelen ingericht voor het vergelijken van een gedetecteerd tijdstip van aankomst van de inslagdraad op een bepaalde positie in het inslagvak met een gewenst tijdstip van aankomst en voor 20 het afgeven van een signaal bij een geconstateerde afwijking tussen beide tijdstippen, alsmede instelmiddel en ingericht voor het op basis van het afgegeven signaal instellen van de door de inbrengmiddelen afgegeven waterpulsstraal.
Hierdoor is het niet langer nodig de waterweefinrichting op . 25 basis van "trial and error" 1n te stellen c.q. in te regelen. Door de automatische terugkoppeling van afwijkingen in de aankomsttijden van de verschillende inslagdraden naar de inbrengmiddelen en het met behulp van instelmiddel en instellen van de waterweefinrichting kan een correct weefresultaat worden verkregen. Voorts biedt dit de mogelijkheid om de 30 waterweefinrichting efficiënter te bedrijven en eenvoudiger te construeren, omdat nu volstaan kan worden met slechts één plunjerpomp 1025893 '_ 3 voor het verwerken van meerdere, verschillende typen inslagdraden (verschillende kleur, dikte, samenstelling, etc.).
Een volledig automatische instelling van de waterweef-inrichting en de plunjerpomp kan worden verkregen, doordat overeenkomstig 5 een functionele uitvoeringsvorm de waterweefinrichting is voorzien van tijdstipbepalingsmiddelen ingericht voor het detecteren van althans het tijdstip van aankomst van de inslagdraad op een bepaalde positie in het inslagvak.
Bij een specifieke uitvoeringsvorm zijn de instelmiddelen 10 ingericht voor het instellen van de slaggrootte van de plunjer. Bij een andere uitvoeringsvorm waarbij de plunjer is gekoppeld met een plunjer-hefboom, welke plunjerhefboom door middel van een roterende nokvolger om een scharnierpunt scharnierbaar is voor het voorspannen van het plunjer-veerelement en het bepalen van de slaggrootte van de plunjer, zijn de 15 instelmiddelen ingericht in het beïnvloeden van de scharnierbeweging van de plunjerhefboom.
Bij dit aspect kunnen de instelmiddelen een met de plunjerhefboom in aanraking brengbare aanslagvlak omvatten, waarbij het aanslagvlak eventueel een variërend verloop bezit. Anderzijds kan het 20 aanslagvlak zijn opgebouwd uit meerdere, verschillende aanslagen.
Voor een snelle en functionele instelling van de slaggrootte van de plunjerpomp in afhankelijkheid van de afwijkingen in het inbrengen van opeenvolgende inslagdraden of omschakeling naar een andere type inslagdraad is het aanslagvlak aangebracht op een roteerbare schijf. 25 Daarbij kunnen de aanslagen in een cirkelvorm op de roteerbare schijf zijn aangebracht.
Bovengenoemde aspecten van het aanslagvlak overeenkomstig de uitvinding maken het mogelijk de waterweefinrichting en in het bijzonder de plunjerpomp zeer snel, automatisch en tijdens bedrijf om te 30 stellen naar bijvoorbeeld een ander type inslagdraad dan wel in te regelen naar aanleiding van geconstateerde afwijkingen in de aankomst- *°25893 i 4 tijdstippen c.q. snelheid van de inslagdraden.
Om beschadigingen c.q. onherstelbare vervorming te voorkomen als gevolg van het repeterende tegen het aanslagvlak slaan van de plunjerhefboom is de roteerbare schijf overeenkomstig de uitvinding 5 voorzien van aan weerszijde van elke aanslag verlopende insnijdingen. Hierdoor vormt elke aanslag een licht verend element, dat de eerste inslag van de plunjerhefboom opvangt.
Bij een andere functionele uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding zijn de instelmiddelen ingericht in het instellen van de 10 positie van het scharnierpunt van de plunjerhefboom ten opzichte van de plunjerpomp.
Daarbij omvatten de instelmiddelen een bekrachtlgbaar uitzetelement, welk uitzetelement aangrijpt op het scharnierpunt van de plunjerhefboom. Meer specifiek is het uitzetelement als een spindel is 15 uitgevoerd.
Bij nog een andere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding zijn de instelmiddelen ingericht in het instellen van de voorspanning van het plunjerveerelement.
Daarbij kunnen de instelmiddelen een aandrijfbare 20 overbrenging omvatting, welke overbrenging aangrijpt op een van het plunjerhuis deel uitmakende plunjerveerelementstelschroef. Meer in het bijzonder is de overbrenging uitgevoerd als een tandwieloverbrenging samengesteld uit een aandrijfbaar tandwiel en een op de plunjerveerelementstel schroef aangebrachte vertanding.
25 De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont in:
Figuur 1 een waterweefinrichting volgens de stand van de techniek;
Figuur 2 een plunjerpomp voor toepassing in een 30 waterweefinrichting volgens de stand van de techniek;
Figuur 3A-3C verschillende uitvoeringsvormen van een 1025893'1 5 waterweefinrichting overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 4 een eerste uitvoeringsvorm van een plunjerpomp overeenkomstig de uitvinding;
Figuren 5a-5d verdere aspecten van de in Figuur 4 getoonde 5 uitvoeringsvorm van een plunjerpomp overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 6 een tweede uitvoeringsvorm van een plunjerpomp overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 7 een derde uitvoeringsvorm van een plunjerpomp overeenkomstig de uitvinding.
10 Voor een beter begrip van de uitvinding zullen in de hierna volgende figuurbeschrijving de overeenkomende onderdelen met hetzelfde referentiecljfer worden aangeduld.
Figuur 1 openbaart een waterweefinrichting overeenkomstig de stand van de techniek. De waterweefinrichting 10 bezit middelen 11 15 voor het vormen van een inslagvak 13 door middel van kettingdraden 12. Aan een zijde van het inslagvak 13 zijn inbrengmiddelen 14, 16 opgesteld voor het met behulp van een waterpulsstraal in het inslagvak 13 inbrengen van één of meerdere al dan niet verschillende inslagdraden 15. De inslagdraad 15 wordt van een voorraadspoel 17 afgetrokken door een 20 voorafwikkel Inrichting 16, welke de voor elke inslag benodigde hoeveelheid lengte van de inslagdraad 15 in één of meerdere wikkelingen opwikkelt om een wikkel lichaam.
De voor elke inslag benodigde inslagdraadlengte wordt zodoende in êên keer door de inbrengmiddelen 14 van het opwikkel lichaam 25 van de voorafwikkel Inrichting 16 afgetrokken.
Ten behoeve van het inbrengen of "Inschieten" van de opeenvolgende inslagdraden 15 wordt bij een waterweefinrichting 10 volgens de stand van de techniek gebruik gemaakt van een waterpulsstraal die via een spuitkop 14 (die deel uitmaakt van de inbrengmiddelen) het 30 weefvak 13 wordt ingespoten of geschoten en de inslagdraad 15 "meesleurt". Voor het op druk brengen en afgeven van een kortstondige 1025893 6 waterpulsstraal via de spuitkop 14 is deze laatste via een waterleiding 21a-21b gekoppeld met een plunjerpomp 20.
Het huis 22 van de plunjerpomp 20 vormt een plunjerkamer (niet weergegeven), waarin een plunjer 23 verplaatsbaar is. De plunjer 23 5 is daarbij onder invloed van een eveneens niet weergegeven voorspanbare plunjerveer in de plunjerkamer verplaatsbaar. Voor het telkens afgeven van een waterpul sstraal is de plunjer 23 via een plunjerhefboom 24, die om een scharnierpunt 24a scharnierbaar is, heen-en-weer verplaatsbaar door middel van een roterende nokvolger 25.
10 De telkens ingebrachte inslagdraad 15 wordt aan weerszijden van het inslagvak 13 door middel van snijmiddelen 18 afgesneden en het aldus geweven eindproduct 19 wordt voor verdere verwerking opgerold.
In Figuur 2 wordt een plunjerpomp 20 volgens de stand van de techniek weergegeven zoals die thans wordt toegepast in de in Figuur 1 15 weergegeven waterweefinrichting 10. In het plunjerhuis 22 is een cilindervormige deel 26 is opgenomen, dat een plunjerkamer 31 vormt. In de plunjerkamer 31 is de plunjer 23 heen-en-weer verplaatsbaar opgenomen. De ingaande slag van de plunjer 23 (van rechts naar links in Figuur 2) vindt plaats onder invloed van een plunjerveerelement (hier een 20 plunjerveer) 27, die om de plunjer 23 en in het plunjerhuis 22 is opgenomen.
De heen-en-weer gaande verplaatsing van de plunjer 23 wordt verzorgd door een plunjerhefboom 24, die met één einde 24c verbonden is met het uit de plunjerkamer 31 stekende gedeelte 23a van de plunjer 23 en 25 die met een ander hefboomeinde 24b tegen een roterende nokvolger 25 rust.
De bekende plunjerhefboom 24 is om een vast scharnierpunt 24a scharnierbaar. Door rotatie van de nokvolger 25 zal de plunjer 23 via de hefboom 24 een uitgaande slag opgedrongen worden, waarbij de plunjerveer 27 in het plunjerhuis 22-28 wordt voorgespannen.
30 Als gevolg hiervan wordt via de inlaatzijde 21a van de waterleiding 21 een zekere hoeveelheid water in de plunjerkamer 31 1025893 7 opgenomen. Hiertoe opent de ëênwegkogel klep 30a zich, waarbij de éénwegkogelklep 30b in het uitlaatzijde 21b van de leiding 21 gesloten blijft. Op het moment dat de hefboom 24 door verdere rotatie van de nokvolger 25 wordt "vrijgegeven", zal de plunjer 23 onder invloed van de 5 voorgespannen plunjerveer 27 een ingaande slag uitvoeren en daarbij de in de plunjerkamer 31 opgenomen hoeveelheid water met kracht via de éénwegkogelklep 30b in het leidingdeel 21b richting de spuitkop 14 (Figuur 1) stuwen. De kogel klep 30a wordt bij de uitgaande slag gesloten.
De eigenschappen van de waterpulsstraal die telkens door de 10 heen-en-weer gaande beweging van de plunjer 23 wordt afgegeven en via de spuitkop 24 wordt benut voor het "inschieten" van de inslagdraad 15 wordt grotendeels bepaald door enerzijds de voorspanning van de plunjerveer 27 alsook de slaggrootte die de plunjer 23 in de plunjerkamer 31 kan uitvoeren.
15 Bij de thans bekende plunjerpompen kan de veerspanning van de plunjerveer 27 worden ingesteld door middel van de plunjerveer-verstelschroef 28, dat door middel van een schroefdraad 28a samenwerkt met een schroefdraad 22a van het plunjerhuis 22. Door aan- dan wel losschroeven van de plunjerveerverstelschroef 28 kan de voorspanning van 20 de plunjerveer 27 en derhalve de druk van de telkens afgegeven waterpuls worden ingesteld. De hoeveelheid afgegeven water vanuit de plunjerkamer 31 wordt grotendeels bepaald door de slaggrootte van de plunjer 23 tijdens zijn ingaande slag (van rechts naar links in Figuur 2) en wordt ingesteld door middel van een aanslag 29 in de vorm van een instelbare 25 schroef of bout waarmee de maximale uitwijking van het hefboomeinde 24c na vrijgave door de nokvolger 25 kan uitvoeren.
Bij het normaal bedrijven van de waterweefinrichting 10 zoals getoond in Figuren 1 en 2 is het wenselijk dat bij elk "schot" de betreffende inslagdraad 15 over de volledige breedte van het inslagvak 13 30 tussen de kettingdraden 12 wordt gepositioneerd. Een te vroeg of te laat tot stil stand komen van de inslagdraad 15 in het inslagvak 13 is 1025893 8 ongewenst, doordat dergelijke afwijkingen niet alleen de efficiëntie van de weefinrichting nadelig beïnvloeden maar uiteindelijk onherroepelijk tot weeffouten en een afgekeurd weefproduct leiden.
Om ervoor te zorgen dat de inslagdraad 15 bij elk schot 5 over de volledige breedte van het inslagvak 13 tussen de kettingdraden 12 wordt ingebracht, wordt (handmatig) gekeken of het begin van elke inslagdraad 15 op de correcte positie in het inslagvak 13 komt te liggen. Bij eventuele geconstateerde afwijkingen dient de waterweefinrichting voor korte tijd stil gelegd te worden en dienen de instellingen van de 10 plunjerpomp 20 bijgesteld c.q. afgeregeld te worden.
Dit betekent dat met de hand de voorspanning van de plunjerveer 27 dient te worden gewijzigd door het dienovereenkomstig verdraaien van de plunjerveerverstelschroef 28 ten opzichte van het plunjerhuis 22. Anderzijds kan ook de aanslag door het verdraaien van de 15 bout 29 worden aangepast teneinde zo de slaggrootte van de plunjer 23 tijdens zijn ingaande slag aan te passen.
Het instellen c.q. afregel en van een waterweefinrichting 10 volgens de stand van de techniek volgens dit "trail and error"-principe is een omslachtig procédé en tast de efficiëntie van de inrichting aan. 20 Het instellen van een waterweefinrichting 10 volgens de stand van de techniek wordt nog aanzienlijk complexer indien de waterweefinrichting 10 gebruik maakt van verschillende typen inslagdraden 15, die van elkaar verschillen bijvoorbeeld qua kleur, dikte of samenstelling. Voor elke verschillende type inslagdraad dient een aparte plunjerpomp benut te 25 worden die dan ook voor die draad specifiek dient te worden afgesteld.
Een omstelling van de waterweefinrichting 10 naar een ander type inslagdraad vereist dan ook een opnieuw afregel en en instellen van de betreffende plunjerpomp.
Daar heden ten dage weefproducten 19 worden vervaardigd met 30 een groot aantal verschillende inslagdraden (verschillende kleuren, diktes c.q. samenstelling) zal het duidelijk zijn, dat de complexiteit ÏO25803 ' 9 van het instellen van de betreffende waterweefinrichting alleen maar toeneemt.
Overeenkomstig de uitvinding (Figuur 3A) is de waterweefinrichting 10 overeenkomstig de uitvinding voorzien van tijdstip-5 bepalingsmiddelen 32 voor het detecteren van althans het tijdstip van aankomst van de inslagdraad 15 in een bepaalde positie in het inslagvak.
De meetpositie is bij deze uitvoeringsvorm in Figuur 3A aan het eind van het inslagvak 13 gelegen, terwijl in de uitvoeringsvorm getoond in Figuur 3B tijdstipbepalingsmiddelen 32 en de meetpositie aan het begin van het 10 inslagvak 13 zijn gelegen.
Figuur 3C toont nog een andere uitvoeringsvorm waarbij de tijdstipbepalingsmiddelen 32 op of nabij de inbrengmiddelen 16 zijn geplaatst en derhalve ter plaatste meten, waar de inslagdraad door de inbrengmiddelen aan het inslagvak wordt afgegeven.
15 De waterweefinrichting overeenkomstig de uitvinding (en zoals getoond in de Figuren 3A-3C) is ook voorzien van vergelijklngs-middelen 34 ingericht voor het vergelijken van het gedetecteerde tijdstip van aankomst met een gewenst tijdstip van aankomst en voor het afgeven van een signaal bij een geconstateerde afwijking tussen beide tijdstippen 20 aan de inbrengmiddelen 16, 14-20.
De waterweefinrichting is tevens voorzien van instel-middelen (niet weergegeven in de Figuren 3A-3C), welke ingericht zijn voor het op basis van het door de vergelijkingsmiddelen 34 afgegeven signaal instellen van de door de inbrengmiddelen en meer in het bijzonder 25 door de plunjerpomp 20 afgegeven waterpulsstraal.
Op deze wijze kan de waterweefinrichting 10 automatisch en tijdens vol bedrijf eenvoudig worden ingesteld c.q. afgeregeld, indien onverhoopt afwijkingen tijdens het inbrengen van opeenvolgende inslag-draden in het inslagvak 13 worden geconstateerd. | 30 In Figuur 3C zijn de vergelijkingsmiddelen 34 ingericht voor het afgeven van verschillende signalen bij een geconstateerde 1025893 ' 10 afwijking tussen beide tijdstippen aan de verschillende inbrengmiddelen 16, 17-20 (bedoeld voor verschillende typen inslagdraden en aangeduid met het onderkast “1", "2", "3", etc.). Dit maakt de waterweefinrichting veelzijdig daar nu snel en efficiënt verschillende typen inslagdraden 5 kunnen worden verwerkt.
Een eerste uitvoeringsvorm van de waterweefinrichting 10 respectievelijk de plunjerpomp 20 overeenkomstig de uitvinding wordt getoond in Figuur 4. In Figuur 4 worden de instelmiddelen weergegeven met referentiecijfer 40 en deze zijn bij deze uitvoeringsvorm ingericht voor 10 het instellen van de slaggrootte van de plunjer 23 bij de ingaande slag. Meer in het bijzonder beïnvloeden de instelmiddelen 40 de schanier-uitslag van de plunjerhefboom 24, doordat de instelmiddelen 24 een met de plunjerhefboom 24 in aanraking brengbaar aanslagvlak 44 vormen.
Bij de uitvoeringsvorm in Figuur 4 omvatten de 15 instelmiddelen 40 een schijf 41 welke geplaatst is op een roteerbare as 42 die roteerbaar aangedreven kan worden door een aandrijfmotor 43. Op de schijf 41 zijn meerdere aanslagen 44 aangebracht, welke aanslagen een verschillende hoogte-afstand bezitten. Zodoende kan door rotatie van de schijf 41 door de motor 43 op basis van het door de vergelijkingsmiddelen 20 34 afgegeven instelsignaal een specifieke aanslag 44 met een bepaalde hoogte voor het hefboomeinde 24c worden geplaatst. Hierdoor kan de maximale scharnieruitslag van de plunjerhefboom 24 en derhalve de slag van de plunjer 23 ingesteld worden.
De in Figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm van de instel-25 middelen 40 wordt gedetailleerd in Figuur 5A getoond. Bij een andere uitvoeringsvorm zoals getoond in Figuur 5B is de aanslag zoals geplaatst op de schijf 41 niet samengesteld uit meerdere aanslagen van verschillende slaghoogte 44, maar voorzien van een aanslagoppervlak 44' met een doorlopend variërend verloop. Ook door een geschikte rotatie van 30 de schijf 41 door middel van de motor 43 kan het aanslagvlak 44 met een bepaalde hoogte vlak voor het hefboomeinde 24c worden geplaatst en ^025893 1 11 zodoende de maximale slaggrootte van de plunjer 23 (bij ingaande slag) beperken/i nstel1 en.
Zoals getoond in Figuur 5C zijn bij de in Figuren 4 en 5A getoonde uitvoeringsvormen van de instelmiddelen 40 de verschillende 5 aanslagen 44 cirkel vormig op de roteerbare schijf 41 aangebracht.
Bij een andere in Figuur 5B weergegeven uitvoeringsvorm is de roteerbare schijf 41“ voorzien van meerdere radiaal verlopende insnijdingen 45 welke aan weerszijde van elke aanslag 44 in de schijf 41" zijn aangebracht. Hierdoor vormt elke aanslag 44 een licht-verend element 10 waardoor de repeterende inslag van de plunjerhefboom 24c op de aanslag 44 enigszins dempend opvangt. Hierdoor wordt de belasting aan de schijf 41 en de rotatie-as 42 en de motor 43 aanzienlijk verminderd en derhalve de levensduur verlengd.
Bij een andere uitvoeringsvorm zoals getoond in Figuur 6 15 zijn de instelmiddelen weergegeven met het referentiecijfer 50. De instelmiddelen 50 zijn ingericht voor het verplaatsen van het scharnierpunt 24a van de plunjerhefboom 24 ten opzichte van de nokvolger 25 en de plunjerpomp 20. De instelmiddelen 50 omvatten een uitzetelement 51, hier uitgevoerd als een spindel, welke door middel van een aandrijfmotor 53 en 20 een met de vaste wereld 54 verbonden schroefgeleiding 55 verlengbaar c.q. intrekbaar is. De spindel 51 grijpt met een steunvlak 52 aan op de plunjerhefboom 24 nabij zijn scharnierpunt 24a.
Zoals de stippellijnen aangeven zal bij het verlengen van de spindel 51 door de motor 53 het scharnierpunt 24a naar beneden (in 25 Figuur 6) doen verplaatsen en dientengevolge een slaggrootte van de plunjer 23 doen afnemen. Hierdoor wordt de hoeveelheid water die bij elke ingaande slag vanuit de plunjerkamer 31 en door de kogel klep 30b het leidingdeel 21b wordt gestuwd beperkt.
Een andere uitvoeringsvorm van de instelmiddelen worden in 30 Figuur 7 aangeduid met referentiecijfer 60. In Figuur 7 zijn de instelmiddelen 60 ingericht voor het instellen van de voorspanning van de 11025893 1 12 plunjerveer 27. De instelmiddelen 60 omvatten een aandrijfmotor 63, welke een as 62 roteerbaar aandrijven. Op de as 62 is een tandwiel 61 aangebracht met een uitwendige vertanding 61a, welke aangrijpt met een uitwendige vertanding 28b aangebracht op de plunjerveerverstelschroef 28.
5 Het door de vergelijkingsmiddelen 34 afgegeven afwijk- signaal dient als stuursignaal voor de aandrijfmotor 63, die op basis hiervan het tandwiel 61 roteert en zodoende met behulp van de plunjer-veerstelschroef 28 de spanning van de plunjerveer 27 Instelt.
Het zal duidelijk zijn dat met de waterweefinrichting 10 en 10 plunjerpomp 20 overeenkomstig de uitvinding een volledig automatisch bedreven waterweefinrichting wordt verkregen, waarmee snel tijdens bedrijf de plunjerpomp 20 kan worden ingesteld als gevolg van afwijkingen of ten behoeve van het omstellen van de waterweefinrichting 10 naar een ander type inslagdraad. De waterweefinrichting overeenkomstig de 15 uitvinding kan efficiënter worden bedreven en eenvoudiger geconstrueerd worden, omdat thans enkel één plunjerpomp ingezet hoeft te worden, waarmee een groot aantal verschillende type inslagdraden, welke van elkaar qua samenstelling, kleur en dikte verschillen, kunnen worden verwerkt.
20 ,025893 '

Claims (17)

1. Waterweefinrichting omvattende middelen voor het vormen van een inslagvak van 5 kettingdraden, waarbij aan één of belde zijden van het Inslagvak inbrengmiddelen zijn opgesteld voor het met behulp van een afgegeven waterpulsstraal in het inslagvak inbrengen van één of meerdere verschillende inslagdraden, welke inbrengmiddelen zijn samengesteld uit: 10. een plunjerpomp voorzien van een plunjerhuis met een plunjerkamer, waarin een voor elke inslagdraad benodigde hoeveelheid water opneembaar is, alsmede een onder invloed van een in het plunjerhuis opgenomen en voorspanbaar plunjerveerelement in de plunjerkamer verplaatsbare plunjer, met het kenmerk, dat de waterweefinrichting is 15 voorzien van vergelijkingsmiddelen ingericht voor het vergelijken van een gedetecteerd tijdstip van aankomst van de inslagdraad op een bepaalde positie in het inslagvak met een gewenst tijdstip van aankomst en voor het afgeven van een signaal bij een geconstateerde afwijking tussen beide tijdstippen, alsmede instelmiddelen ingericht voor het op basis van het 20 afgegeven signaal instellen van de door de inbrengmiddelen afgegeven waterpulsstraal.
2. Waterweefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de waterweefinrichting is voorzien van tijdstipbepalingsmiddelen ingericht voor het detecteren van althans het tijdstip van aankomst van 25 de inslagdraad op een bepaalde positie in het inslagvak.
3. Waterweefinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de instelmiddelen zijn ingericht voor het instellen van de slaggrootte van de plunjer.
4. Waterweefinrichting volgens conclusie 3, waarbij de plunjer 30 is gekoppeld met een plunjerhefboom, welke plunjerhefboom door middel van een roterende nokvolger om een scharnierpunt scharnierbaar is voor het 102oö93 i voorspannen van het plunjerveerelement en het bepalen van de slaggrootte van de plunjer, met het kenmerk, dat de instelmiddelen zijn ingericht in het beïnvloeden van de scharnierbeweging van de plunjerhefboom.
5. Waterweefinrichting volgens conclusie 3 of 4, met het 5 kenmerk, dat de instelmiddelen een met de plunjerhefboom in aanraking brengbare aanslagvlak omvatten.
6. Waterweefinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het aanslagvlak een variërend verloop bezit.
7. Waterweefinrichting volgens één of meer van de conclusies 10 4-6, met het kenmerk, dat het aanslagvlak is opgebouwd uit meerdere, verschillende aanslagen.
8. Waterweefinrichting volgens één of meer van de conclusies 4-7, met het kenmerk, dat het aanslagvlak is aangebracht op een roteerbare schijf.
9. Waterweefinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aanslagen in een cirkelvorm op de roteerbare schijf zijn aangebracht.
10. Waterweefinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de roteerbare schijf is voorzien van aan weerszijde van elke aanslag 20 verlopende insnijdingen.
11. Waterweefinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de instelmiddelen de positie van het scharnierpunt van de plunjerhefboom ten opzichte van de plunjerpomp instellen.
12. Waterweefinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een bekrachtigbaar uitzetelement omvatten, welk uitzetelement aangrijpt op het scharnierpunt van de plunjerhefboom.
13. Waterweefinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het uitzetelement als een spindel is uitgevoerd.
14. Waterweefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de instelmiddelen zijn ingericht in het instellen van de voorspanning 1025893 van het plunjerveerelement.
15. Waterweefinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een aandrijfbare overbrenging omvatting, welke overbrenging aangrijpt op een van het plunjerhuis deel uitmakende 5 plunjerveerelementstelschroef.
16. Waterweefinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de overbrenging is uitgevoerd als een tandwieloverbrenging samengesteld uit een aandrijfbaar tandwiel en een op de plunjerveerelementstel schroef aangebrachte vertanding.
17. Plunjerpomp voor toepassing in een waterweefinrichting voorzien van een plunjerhuis met een plunjerkamer, waarin een hoeveelheid water opneembaar is, alsmede een onder invloed van een in het plunjerhuis opgenomen en voorspanbaar plunjerveerelement 1n de plunjerkamer verplaatsbare plunjer zoals beschreven in één of meer van de voorgaande 15 conclusies. 20 1025893 '
NL1025893A 2004-04-07 2004-04-07 Waterweefinrichting alsmede een plunjerpomp voor een waterweefinrichting. NL1025893C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025893A NL1025893C2 (nl) 2004-04-07 2004-04-07 Waterweefinrichting alsmede een plunjerpomp voor een waterweefinrichting.
PCT/NL2005/000215 WO2005098111A1 (en) 2004-04-07 2005-03-22 Water jet loom as well as a plunger pump for use in a water jet loom

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025893A NL1025893C2 (nl) 2004-04-07 2004-04-07 Waterweefinrichting alsmede een plunjerpomp voor een waterweefinrichting.
NL1025893 2004-04-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025893C2 true NL1025893C2 (nl) 2005-10-10

Family

ID=34962248

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025893A NL1025893C2 (nl) 2004-04-07 2004-04-07 Waterweefinrichting alsmede een plunjerpomp voor een waterweefinrichting.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1025893C2 (nl)
WO (1) WO2005098111A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP6248839B2 (ja) * 2014-07-15 2017-12-20 株式会社豊田自動織機 水噴射式織機における水噴射装置

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3976107A (en) * 1974-04-18 1976-08-24 Ruti Machinery Works Ltd. Device for fluid insertion of the filling thread on a loom
US3978893A (en) * 1974-09-26 1976-09-07 Enshu, Limited Apparatus for detecting success in weft insertion of shuttleless looms
US4121626A (en) * 1977-12-05 1978-10-24 Milliken Research Corporation Water jet loom
JPH07258942A (ja) * 1994-03-17 1995-10-09 Tsudakoma Corp 水噴射式織機の緯糸検知装置
JPH07279010A (ja) * 1994-04-04 1995-10-24 Micron Kiki Kk 水噴射式織機の緯糸検出装置
JPH08219015A (ja) * 1995-02-17 1996-08-27 Hokuriku Seikei Kogyo Kk 水噴射式織機におけるポンプ用可変駆動カム
US20020026962A1 (en) * 2000-09-01 2002-03-07 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Weft inserting control device for fluid jet type loom
WO2003035954A2 (fr) * 2001-10-22 2003-05-01 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Procede et dispositif de detection de rupture de chaine dans un metier a tisser a injection de fluide

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR19980079426A (ko) * 1997-03-25 1998-11-25 마사히로 오케사쿠 워터젯 룸 용 플런저 펌프

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3976107A (en) * 1974-04-18 1976-08-24 Ruti Machinery Works Ltd. Device for fluid insertion of the filling thread on a loom
US3978893A (en) * 1974-09-26 1976-09-07 Enshu, Limited Apparatus for detecting success in weft insertion of shuttleless looms
US4121626A (en) * 1977-12-05 1978-10-24 Milliken Research Corporation Water jet loom
JPH07258942A (ja) * 1994-03-17 1995-10-09 Tsudakoma Corp 水噴射式織機の緯糸検知装置
JPH07279010A (ja) * 1994-04-04 1995-10-24 Micron Kiki Kk 水噴射式織機の緯糸検出装置
JPH08219015A (ja) * 1995-02-17 1996-08-27 Hokuriku Seikei Kogyo Kk 水噴射式織機におけるポンプ用可変駆動カム
US20020026962A1 (en) * 2000-09-01 2002-03-07 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Weft inserting control device for fluid jet type loom
WO2003035954A2 (fr) * 2001-10-22 2003-05-01 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Procede et dispositif de detection de rupture de chaine dans un metier a tisser a injection de fluide

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1996, no. 02 29 February 1996 (1996-02-29) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1996, no. 12 26 December 1996 (1996-12-26) *

Also Published As

Publication number Publication date
WO2005098111A1 (en) 2005-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0941775B1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum optischen Prüfen von Packungen
US6082580A (en) Article dispensing apparatus
US9202325B2 (en) Coin dispensing apparatus
CN101143484B (zh) 注射成形机的异常监视方法
DE3410287A1 (de) Vorrichtung zum ausschleusen von papierstapeln an papierverarbeitungsmaschinen
DE69406107T2 (de) Münzenausgabevorrichtung
NL1025893C2 (nl) Waterweefinrichting alsmede een plunjerpomp voor een waterweefinrichting.
US10641564B2 (en) Weapon drive and weapon drive with an emergency weapon stop
JP2015138510A5 (nl)
CN104299309A (zh) 硬币排出装置
DE102009003844B4 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Ausleiten von Objekten von einer sich bewegenden Transporteinrichtung
SK1192000A3 (en) The lubrication method and device for a number of lubricating points
US5950289A (en) Electronically controlled sample warper with yarn exchange mechanism
JP6479750B2 (ja) 噴射装置
US20080261506A1 (en) System and method for payout of coins from multiple coin storage units
DE69704967T2 (de) Verfahren für die Schussfadeneintragskontrolle
EP1437210A1 (de) Verfahren zur Herstellung von Polyurethan-Formteilen
DE69006310T2 (de) Vorrichtung zum Einführen von Drahtspeichen in die Löcher einer Speichenradnabe.
CH670717A5 (nl)
CS216840B2 (en) Method of signalling and sorting of products with badly rolled threads of machines for rolling the threads and facility for executing the same
KR20160112670A (ko) 착탈 가능한 급치를 가지는 콤바인 탈곡부
US4094720A (en) Strip core sheet length control
JP2001283275A (ja) コインホッパ
DE102019120296A1 (de) Sortiereinheit und Verfahren zum Ausschleusen
DE19522417C2 (de) Übergabevorrichtung

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20081101