NL1025828C2 - Bevestigingsinrichting voor een patientenstretcher. - Google Patents

Description

Bevestigingsinrichting voor een patiëntenstretcher

De uitvinding betreft een bevestigingsinrichting voor het bevestigen van een object aan een patiëntenstretcher.

5 Patiëntenstretchers dienen voor het dragen van patiënten in klinische werkom standigheden. Deze kunnen zowel verrijdbaar als vast opgesteld zijn en aan verschillende eisen worden aangepast, bijvoorbeeld aanpassing aan de verschillende modaliteiten voor het verkrijgen van diagnostische beelden. Ter rationalisatie van het productieproces worden patiëntenstretchers zo mogelijk veelzijdig inzetbaar ontworpen. Dit 10 omvat enerzijds de veelzijdigheid met het oog op het gebruik in verschillende klinische inrichtingen, anderzijds de veelzijdigheid met het oog op de vereisten voor de betreffende patiëntspecifiëke ziektebeelden.

Ter verhoging van de veelzijdigheid bezitten patiëntenstretchers bevestigings-inrichtingen, waaraan verschillende bijbehorende objecten kunnen worden bevestigd, 15 bijvoorbeeld een infuus, een stuurinrichting voor een modaliteit of een monitorinrich-ting voor het bewaken van fysiologische parameters van de patiënt

Uit EP 0 752 237 BI is een inrichting voor het bevestigen van chirurgische opera-tiewerktuigen aan een patiëntenstretcher bekend, die is gebaseerd op rails die aan de patiëntenstretcher bevestigd zijn. Operatiegereedschappen en accessoires kunnen aan 20 de rails verwisselbaar worden bevestigd. Deze oplossing bezit echter het nadeel dat de bevestigingsrails uitsteken ten opzichte van de patiëntenstretcher en daardoor de toegankelijkheid van de patiëntenstretcher beperken en bovendien een botsingsgevaar veroorzaken. Daar komt nog bij dat de rails op grond van hun randen en het feit dat zij uitsteken een bron van beeldfouten bij röntgenopnamen vormen. Niet in de laatste 25 plaats is ook het aanbrengen van accessoires en operatiegereedschappen aan de rails omslachtig, omdat een stabiele verbinding slechts dan wordt bereikt, wanneer de accessoire ofwel op de rails wordt gezet en dan wordt vastgeschroefd, ofwel wanneer het vanaf het einde van de rails daarop wordt geschoven en daarmee een strak zittende, vormgesloten verbinding aangaat. In het bijzonder is het vanzelf vormen van de ver-30 binding slechts mogelijk bij het invoeren van de accessoire in de richting waarin de rails zich uitstrekt, maar niet dwars of loodrecht daarop.

Het doel van de uitvinding is een inrichting voor het bevestigen van accessoires aan patiëntenstretchers te verschaffen, die het ongecompliceerd aanbrengen van acces- 1025828

2 I

soires op een willekeurige plaats van de bevestigingsinrichting mogelijk maakt, en die I

tegelijkertijd een zo klein mogelijk botsingsgevaar en een zo klein mogelijke bron van I

beeldfouten bij röntgenopnamen oplevert I

De uitvinding bereikt dit doel door een inrichting met de eigenschappen van de I

5 onderhavige uitvinding. I

Een hoofdgedachte van de uitvinding is, een bevestigingsinrichting voor het be- I

vestigen van een object aan een patiëntenstretcher te verschaffen, waarbij aan de pa- I

tiëntenstretcher een zich horizontaal uitstrekkende verdieping is voorzien. De verdie- I

ping is zodanig gevormd dat een tong die op geschikte wijze aan de vorm van de ver- I

10 dieping is aangepast, in een van de richting waarin de verdieping zich uitstrekt onaf- I

hankelijke invoerrichting, bijvoorbeeld dwars of loodrecht daarop, zonder weerstand in I

de verdieping is in te voeren. Zodra deze in de verdieping is ingevoerd kan de tong I

ingehangen worden waarbij vanzelf een krachtgesloten en/of vormgesloten verbinding I

wordt gevormd. I

IS Doordat de verdieping het invoeren van een geschikte tong in een van de langs- I

richting onafhankelijke invoerrichting toelaat, kan de tong op een willekeurige plaats in I

de verdieping ingevoerd worden en hoeft niet vanaf het einde te worden ingeschoven. I

Bij het weerstandvrij invoeren van de tong hoeft geen mechanische weerstand over- I

wonnen te worden en geen ruststand bereikt te worden, zodat de bijbehorende ander- I

20 delen zonder krachtuitoefening en zonder trillingen of schokken gemakkelijk zijn in te I

voeren, wat in het bijzonder voor trillingsgevoelige of schokgevoelige bijbehorende I

onderdelen voordelig is. Bij het inhangen in de verdieping wordt vanzelf een krachtge- I

sloten en/of vormgesloten verbinding gevormd, wat het hanteren vergemakkelijkt en I

het sluiten van aanvullende verbindingen, bijvoorbeeld schroefverbindingen, overbodig I

25 maakt Het eenvoudige gebruik maakt het mogelijk om snel wisselende onderdelen aan I

te brengen, voor het aanpassen aan de betreffende omstandigheden en de betreffende I

patiënt, voor zover de bijbehorende onderdelen met een eigen overeenkomstige beves- I

tigingstong zijn uitgerust. I

In een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de bovenste binnenwand I

30 van de verdieping een gebied, waarin deze in de richting naar de boden van de verdie- I

ping toe naar boven verloopt - de doorsnede van de verdieping verwijdt zich naar bo- I

vei. In dit gebied kan een aan het verloop van de bovenste binnenwand aangepast, I

eveneens naar boven verlopend segment van een tong ingevoerd worden. Daardoor I

1025628 I

I* 3 wordt de accessoire tegen onopzettelijk uit de verdieping trekken beveiligd en ontstaat een stabielere verbinding. Door het verloop van de tong en de bovenste binnenwand van de verdieping naar boven is het naar buiten trekken van de accessoire namelijk slechts mogelijk als deze gelijktijdig wordt opgetild, opdat de tong het naar boven lo-5 pende gebied van de verdieping kan verlaten. Tegelijkertijd is het inhangen van de tong in een dusdanig gevormde verdieping eenvoudig te bewerkstelligen en behoeft geen bijzondere toelichting voor een gebruiker.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de verdieping een sleuf, waarin een daarvoor verschafte nok van een bevestigingstong is in te voegen.

10 De met de sleuf in aangrijping gebrachte bevestigingstong is daardoor ook tegen onopzettelijk naar buiten trekken van de tong respectievelijk de accessoire beveiligd. Om de nok van de bevestigingstong uit de sleuf te bewegen, moet de accessoire doelgericht bewogen worden. Tegelijkertijd kan de nok van de bevestigingstong zonder bijzondere gebruiksinspanning met de sleuf in aangrijping worden gebracht Bovendien levert dit 15 het voordeel op dat het ingrijpen van de nok in de sleuf bij het inhangen van de accessoire in de verdieping merkbaar is en daardoor een betere controle bij het inhangen van de accessoire mogelijk maakt

Een verdere hoofdgedachte van de uitvinding is, een tong voor het bevestigen van een object aan een patiëntenstretcher te verschaffen, waarbij de patiëntenstretcher een 20 verdieping in de hiervoor beschreven vorm bezit De vorm van de tong is zodanig aan de verdieping aangepast dat de tong in een van de richting waarin de verdieping zich uitstrekt onafhankelijke invoerrichting zonder weerstand in de verdieping is in te voeren. Zodra deze in de verdieping is ingevoerd kan de tong ingehangen worden waarbij. vanzelf een krachtgesloten en/of vormgesloten verbinding wordt gevormd. Een acces-25 soire die met een dergelijke tong is uitgerust kan op elke gewenste plek van de verdieping en zonder gebruiksinspanning in de verdieping ingehangen worden.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de tong een vergrendeling. Door de vergrendeling kan deze na het inhangen in de verdieping zodanig met veerkracht worden belast dat de krachtgesloten en/of vormgesloten verbinding 30 daarvan met de verdieping aanvullend versterkt wordt. De vergrendeling maakt aanvullende beveiliging van de verbinding mogelijk tussen de ingehangen accessoire en de patiëntenstretcher en is eenvoudig hanteerbaar, omdat een veermechanisme in principe, bijvoorbeeld door een arrêteermechanisme, zodanig uitgevoerd kan worden dat deze 1025828 Η

met weinig handelingen te bedienen is. De vergrendeling kan afhankelijk van de inge- I

hangen accessoire voor slechts die accessoire worden verschaft waarvoor aanvullende I

beveiliging noodzakelijk lijkt, terwijl accessoires die minder zekering behoeven zonder I

vergrendeling kunnen worden gelaten. I

5 hi een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de tong een ver- I

grendeling, die na het inhangen en het vormen van een vormgesloten verbinding met de I

verdieping in werking kan worden gesteld, om elke beweging van de tong, waardoor de I

vormgesloten aangrijping met de verdieping los zou kunnen komen, te blokkeren. Een I

dergelijke vergrendeling is eveneens, bijvoorbeeld door een arrêteermechanisme, een- I

10 voudig tot stand te brengen en zonder veel omslachtigheid te hanteren. Tegelijkertijd I

maakt deze een aanvullende beveiliging mogelijk voor accessoires die extra zekering I

behoeven. I

Hierna worden uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding aan de hand van figuren I

nader toegelicht Deze tonen: I

15 I

Figl Profiel van de tong en van de verdieping van de bevestigingsinrichting. I

Fig2 Een perspectivisch aanzicht van een patiëntenstretchcr met bevestigingsin- I

richting en ingehangen accessoires. I

20 In figuur 1 is een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, bestaande uit een I

verdieping 11 en een tong 9, in profiel weergegeven. De bevestigingsinrichting is on- I

derdeel van een patiëntenstretcher 1, die op een voet 3 staat De patiëntenstretcher 1 I

heeft een zijbekleding 5, waarin de bevestigingsinrichting is geïntegreerd. I

Aan de zijkanten van de patiëntenstretcher 1 bestaat de bevestigingsinrichting uit I

25 de verdieping 11. De verdieping 11 heeft een voldoende brede opening, zodat een tong I

waarvan de vorm is aangepast aan de verdieping 11, in een van de richting waarin de I

verdieping 11 zich uitstrekt onafhankelijke invoerrichting, bijvoorbeeld dwars of lood- I

recht daarop, in de verdieping 11 ingevoerd kan worden. De opening wordt door de I

onderkant 16 en de tegenoverliggende bovenkant 18 begrensd. Deze is breed genoeg, I

30 zodanig dat een overeenkomstig gevormde tong 9 zonder krachtsinspanning en zonder I

weerstand te moeten overwinnen ingevoerd kan worden. I

In een binnengelegen gebied van de verdieping 11 verloopt de bovenste binnen- I

wand ervan in de richting naar de bodem 14 van de verdieping toe naar boven. In het I

1025828 '1 I

5

V

afgebeelde mtvoeringsvooibeeld ontstaat daardoor een verwijding van de verdieping 11 naar boven. De tong 9, die aan een onderdeel van de accessoires, bijvoorbeeld een object 7, is aangebracht, heeft een segment 10, dat een aan het verloop van de bovenste binnenwand 12 van de verdieping 11 aangepaste vorm heeft; de tong 9 is in segment 10 5 naar boven gebogen.

Als het object 7 door de tong 9 in de verdieping 11 wordt ingehangen, dan wordt het in de verdieping 11 liggende deel van de tong door het gewicht van het object 7 rondom de onderkant 16 als draaipunt naar boven gedrukt Daardoor gaat het naar boven gebogen segment 10 van de tong 9 aanliggen tegn het naar boven verlopende ge-10 bied van de bovenste binnenwand 12 van de verdieping 11. Door het aanliggen van de tong 9 tegen de bovenste binnenwand 12 ten gevolge van het gewicht van het object 7 wordt een wrijvingskracht tussen de tegen elkaar aanliggende vlakken en kanten veroorzaakt. Daardoor ontstaat een krachtgesloten verbinding tussen de tong 9 en de verdieping 11. Deze krachtgesloten verbinding verhindert dat de tong 9 en daardoor het 15 object 7 onbedoeld uit de wederzijdse verbinding wordt bewogen.

Bovendien vormt het verloop naar boven van de bovenste binnenwand 12 en van het segment 10 van de tong 9 een vormgesloten zekering tegen onbedoeld uitbewegen.

Om het object 7 eruit te halen, kan dit niet simpelweg eruit getrokken worden, maar moet dit zover worden opgetild, dat het opwaarts gebogen segment 10 van de tong 9 20 voldoende ver daalt, om de opening van de verdieping 11 te kunnen passeren. In zoverre bestaat er een vormgesloten verbinding met betrekking tot het horizontaal eruit trekken van het object 7 die afhankelijk van de uitvoering van de vorm van de verdieping 11 en tong 9 wezenlijk stabieler dan de krachtgesloten verbinding kan zijn. Tegelijkertijd is deze voor een gebruiker eenvoudig tot stand te brengen, omdat hiervoor 25 slechts de tong 9 door de opening van de verdieping 11 heen hierin ingevoerd hoeft te worden.

Als aanvullende beveiliging heeft de verdieping 11 een sleuf 13, die in de bovenste binnenwand 12 is gevormd. In de sleuf 13 kan een nok 15 aangrijpen, die deel uitmaakt van de tong 9. De sleuf 13 en de nok 15 hebben beide een rechthoekige door-30 snede, zodat ze zonder krachtsinspanning en zonder een weerstand te hoeven overwin-nen in aangrijping kunnen worden gebracht. De aangrijping van de nok 15 in de sleuf 13 vormt eveneens een vormgesloten verbinding met verder verhoogde stabiliteit Om deze verbinding los te maken, moet de nok 15 van de tong 9 door het heffen van het 1025828

object 7 eerst zover worden neergelaten, dat deze geheel uit de sleuf 13 wordt bewo- I

gen. Een horizontale beweging van de tong 9 is pas mogelijk als de aangrijping van de I

nok IS in de sleuf 13 volledig is opgéheven. I

De vormgesloten verbinding van de nok 15 en de sleuf 13 is geoptimaliseerd I

5 doordat de randen daarvan onder een schuine hoek verlopen» en dus niet verticaal en

niet loodrecht op de beweging bij het uit de verdieping 11 trekken van de tong 9. Daar- I

door wordt de ingrijping tussen beide door de horizontale beweging bij het uit de ver- I

dieping 11 trekken van de tong 9 versterkt; de nok 15 wordt door diens oplopende kant, I

op de afbeelding rechts, steeds meer in de sleuf 13 gedrukt. Dit waarborgt een aanvul- I

10 lende bijzonder zekere stabilisatie van de verbinding. Bovendien is de ingrijping van de I

nok IS inde sleuf 13 voor de gebruiker merkbaar, wat het hanteren vergemakkelijkt I

De tong 9 kan een vergrendeling 17 bezitten, die in ingehangen toestand kan wor-

den geactiveerd. De vergrendeling kan een veermechanisme bezitten, dat op de hier- I

voor beschreven wijze het inngrijpen van de nok 15 in de sleuf 13 benut, om de verbin- I

15 ding te stabiliseren. Voor dit doel belast de vergrendeling 17 de tong 9 met een kracht I

die van de verdieping 11 af wijst Zo wordt de wederzijdse ingrijping van de nok 15 en I

de sleuf 13 versterkt. I

Onder andere kan de vergrendeling 17 wigvormig zijn uitgevoerd, om een klem- I

werking van de tong 9 in de opening van de verdieping 11 te bewerkstelligen. Een der- I

20 gelijk vergrendelmechanisme is bij toepassing van een eenvoudig arrêteermechanisme I

tegen de veerkracht in voor te spannen en door het ontgrendelen van het veermecha- I

nisme te activeren. Het is eenvoudig te hanteren en kan bij het inhangen van het object I

7 met een handgreep worden bediend. I

In plaats van een mechanisme op basis van veerkracht kan de vergrendeling 17 I

25 ook bestaan uit een starre vergrendeling, die elke beweging blokkeert, door welke de I

onderlinge ingrijping tussen nok 15 en sleuf 13 wordt opgeheven. Omdat de elkaar ra- I

kaïde kanten van de nok 15 en de sleuf 13 niet loodrecht staan op de beweging bij het I

uit de verdieping trekken van de tong 9, moet de tong 9 bij het opheffen van de onder- I

linge aangrijping eerst dieper in de verdieping 11 worden geschoven. De vergrendeling I

30 17 hoeft dus slechts het dieper inschuiven van de tong 9 in de verdieping 11 tegen te I

gaan. Hiertoe kan deze in plaats van het in ha figuur slechts schematisch weergegeven I

veermechanisme bestaan uit een spanhefboom, die door eenvoudig overhalen arrêteer- I

baar en losneembaar is en daarom met een enkele handgreep is uitgevoerd. I

1025828 I

<* ' 7

In figuur 2 is een patiëntenstretcher 1 met een bevestigmsinrichting in perspectief volgens de uitvinding weergegeven. De patiëntenstretcher 1 heeft ook een voet 3 en een zijbekleding S. De bevestigingsinrichting is aan de zijkanten van de patiëntenstretcher 1 in de zijbekleding 5 geïntegreerd.

5 Deze bestaat - zoals in het voorgaande figuur 1 toegelicht - uit een verdieping 11 in de zijbekleding 5, waarin onderdelen van de accessoires respectievelijk objecten 7 met een tong 9 ingehangen kunnen worden. Als objecten 7 zijn hier als voorbeeld een infuus en een schakelpaneel weergegeven. In de figuur is te zien dat de verdieping 11 zich langs de lengteas van de patiëntenstretcher 1 uitstrekt en dat objecten 7 op een 10 willekeurige positie in de langsrichting kunnen worden ingehangen.

Het respectievelijke uiteinde van de verdieping aan het hoofd- en voeteneinde van de patiëntenstretcher 1 is niet geopend, om onbedoeld naar buiten trekken van de objecten 7 te verhinderen. Bovendien kan ook de frontale opening van de verdieping 11 op daartoe geschikte wijze zijn afgeschermd, om verontreiniging te voorkomen.

15 De bevestigingsinrichting volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat geen uit stekende delen en bijkomende randen aan de patiëntenstretcher 1 worden gevormd. Dit verhindert enerzijds het botsingsgevaar, anderzijds worden storingsbronnen voor rönt-genopnamen door de aanbouwdelen aan de patiëntenstretcher 1 tegengegaan. In het geval dat de patiëntenstretcher 1 voornamelijk geschikt moet zijn voor gebruik bij lönt-20 genopstellingen, kunnen de aan de buiten- en binnenzijde liggende randen van de bevestigingsinrichting, dat wil zeggen de verdieping 11, bovendien afgerond zijn, aangezien afgeronde randen een geringere bron van storing voor röntgenopnamen vormen dan hoekige randen. Daarnaast leveren afgeronde randen een verder verminderd bot-sings- respectievelijk letselgevaar op.

t 1025828 1

Claims (6)

1. Bevestigingsinrichting voor het bevestigen van een object (7) aan een patiënten- I stretcher (1), waarbij aan de zijkanten van de patiëntenstretcher (1) een zich horizontaal I 5 uitstrekkende verdieping (11) is voorzien, die zodanig is gevormd dat een tong (9) met I een op geschikte wijze aan de verdieping (11) aangepaste vorm in een van de richting I waarin de verdieping zich uitstrekt onafhankelijke invoerrichting zonder weerstand in I de verdieping (11) is in te voeren en in de verdieping (11) is in te hangen, waarbij van- I zelf een krachtgesloten en/of vormgesloten verbinding wordt gevormd. I

10 I

2. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de bovenste binnenwand (12) I van de verdieping (11) een gebied heeft, waarin deze in de richting naar de bodem (14) I van de verdieping (11) toe naar boven verloopt, waarbij een aan het verloop van de I bovenste binnenwand (12) aangepast segment (10) van een tong (9) in dit gedeelte is in I IS te voeren. I

3. Bevestigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de boven- I ste binnenwand (12) van de verdieping een zich in de richting waarin de verdieping I zich uitstrekt verlopende sleuf (13) heeft, waarmee een aan de sleuf (13) aangepaste I 20 nok (15) van een tong (9) zonder weerstand in aangrijping is te brengen. I

4. Tong (9) voor het bevestig»! van een object (7) aan een patiëntenstretcher (1) I met een geschikt vormgegeven verdieping (11), waarbij de vorm van de tong (9) zoda- I nig aan de verdieping (11) aangepast is, dat de tong (9) in een van de richting waarin de I 25 verdieping (11) zich uitstrekt onafhankelijke invoerrichting zonder weerstand in de I verdieping (11) is in te voeren en in de verdieping (11) is in te hangen waarbij vanzelf I een krachtgesloten en/of vormgesloten verbinding wordt gevormd. I

5. Tong (9) volgens conclusie 4, die een vergrendeling (17) heeft, waardoor deze I 30 met veerkracht is te belasten, waardoor diens krachtgesloten en/of vormgesloten ver- I binding met de verdieping (11) wordt verstokt I 11025828 I Jt \·' X

6. Toqg (9) volgens conclusie 4, die een vergrendeling (17) heeft, waardoor een beweging van de tong (9) uit diens vormgesloten verbinding met de verdieping (11) is te blokkeren. 1025828