NL1025741C2 - Wantspansysteem en werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel. - Google Patents

Wantspansysteem en werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel. Download PDF

Info

Publication number
NL1025741C2
NL1025741C2 NL1025741A NL1025741A NL1025741C2 NL 1025741 C2 NL1025741 C2 NL 1025741C2 NL 1025741 A NL1025741 A NL 1025741A NL 1025741 A NL1025741 A NL 1025741A NL 1025741 C2 NL1025741 C2 NL 1025741C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rigging
adjusting
ship
tensioning
mitten
Prior art date
Application number
NL1025741A
Other languages
English (en)
Inventor
Rinze-Jan Van Der Schuit
Original Assignee
Rinze-Jan Van Der Schuit
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rinze-Jan Van Der Schuit filed Critical Rinze-Jan Van Der Schuit
Priority to NL1025741A priority Critical patent/NL1025741C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025741C2 publication Critical patent/NL1025741C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G11/00Means for fastening cables or ropes to one another or to other objects; Caps or sleeves for fixing on cables or ropes
    • F16G11/12Connections or attachments, e.g. turnbuckles, adapted for straining of cables, ropes, or wire

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)

Description

t *
Korte aanduiding: Wantspansysteem en werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel
De uitvinding heeft betrekking op een wantspansysteem volgens de aanhef van conclusie 1. Een dergelijk wantspansysteem wordt gebruikt voor het instellen van een gewenste hoeveelheid spanning in een onderdeel van het want van een schip, zoals een stag. Hiertoe is het 5 wantspansysteem verbonden met het te spannen wantonderdeel en met een ander deel van het schip, zoals het dek, een mast, of een zaling.
Een wantspansysteem van dit type is bekend uit US-4.537.388. Hierin wordt een wantspansysteem geopenbaard die in hoofdzaak uit zeven onderdelen bestaat: Een eerste ring, een tweede ring, een 10 stelblok, twee vast met het stelblok verbonden stelhouten, een eerste stelmoer, en een tweede stelmoer. De eerste en de tweede ring grijpen in elkaar, waarbij het stelblok tussen de in elkaar grijpende delen van de ringen is voorzien. De eerste en tweede stelhout zijn diametraal ten opzichte van elkaar verbonden met het stelblok en 15 strekken zich in de langsrichting van het wantspansysteem uit. De eerste ring is via de eerste stelmoer verbonden met de eerste stelhout. Door aan de eerste stelmoer te draaien wordt de eerste ring in axiale richting langs de stelhout verplaatst. De tweede ring en de tweede stelmoer werken op vergelijkbare wijze samen met de tweede 20 stelhout. Het verdraaien van de stelmoeren resulteert aldus in een verplaatsing van de beide ringen ten opzichte van elkaar en daarmee een vergroten, of verkleinen van de afstand tussen het want en het andere onderdeel van het schip. Aldus neemt de spanning in het want af, respectievelijk toe.
25 Nadelig bij het bekende wantspansysteem is dat het instellen van de spanning geschiedt door middel van. schroefdraadverbindingen. Dergelijk schroefdraad kan in gebruik beschadigd raken, bijvoorbeeld door inwerking van zeezout of andere verontreinigingen, of door inwerking van de krachten die het wantspansysteem via het 30 schroefdraad overbrengt. In de praktijk kan het schroefdraad zodanig beschadigen dat het wantspansysteem zijn functie niet meer kan 1025741 • * . t - 2 - vervullen, en de moer en het schroefdraad zelfs geheel vast komen te zitten ten opzichte van elkaar.
Het doel van de onderhavige uitvinding is een wantspansysteem te verschaffen, waarbij deze nadelen ten minste gedeeltelijk worden 5 ondervangen, of om een bruikbaar alternatief te verschaffen.
In het bijzonder heeft de uitvinding als doel een wantspansysteem te verschaffen, waarmee de spanning van een onderdeel van het want ingesteld kan worden zonder dat hierbij schroefdraad onderworpen wordt aan de spanning in het betreffende wantonderdeel.
10 Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een wantspansysteem volgens conclusie 1. Het wantspansysteem volgens de uitvinding spant een onderdeel van een schip in een spanrichting. Het systeem omvat een wantelement, een schipelement en een stelelement.
Het wantelement is verbindbaar met het wantonderdeel. Het 15 schipelement is verbindbaar met een ander deel van het schip, zoals het dek, een zaling of een mast. Het wantelement en het schipelement omvatten een eerste,-respectievelijk tweede-aanslag. Wanneer het wantspansysteem in gebruik is, dat wil zeggen dat er daadwerkelijk een spanning in het wantonderdeel van het schip aanwezig is en 20 doorgegeven wordt aan het schip zelf, bevindt het stelelement zich tussen de eerste en de tweede aanslag, zodat het op druk wordt belast. Het wantspansysteem omvat een set stelelementen en is instelbaar door de stelelementen uit de set naar keuze tussen de aanslagen aan te brengen.
25 Door gebruik te maken van een set stelelementen is het wantspansysteem volgens de uitvinding instelbaar, door één, of meerdere, stelelementen tussen de aanslagen te plaatsen, of te verwijderen. De stelelementen hoeven dus niet met een schroefdraadverbinding ingesteld te worden.
30 In een uitvoeringsvorm zijn de stelelementen in hoofdzaak in een richting dwars op de spanrichting aanbrengbaar en verwijderbaar. Dit maakt een eenvoudige constructie mogelijk, voor het aanbrengen en verwijderen van de stelelementen.
Met voordeel zijn de stelelementen stapelbaar. Hierdoor kan het 35 wantspansysteem ingesteld worden, door meerdere stelelementen op elkaar te stapelen tot deze gezamenlijk de gewenste afstand tussen de aanslagen hebben bereikt.
1025741 t , - 3 -
In een bijzondere vorm hebben de stelelementen van elkaar afwijkende afmetingen. Dit is voordelig, als bijvoorbeeld een set stelelementen oplopende afmetingen heeft, zodat naar gelang de gewenste afstand tussen de aanslagen een stelelement met een 5 overeenkomstige afmeting gekozen kan worden. Ook zijn de van elkaar afwijkende afmetingen voordelig bij stapelbare stelelementen. In dat geval kunnen één of meerdere relatief grote stelelementen gebruikt worden voor de grove instelling van het wantspansysteem, waarna één of meerdere relatief kleinere stelelementen voor de fijnafstelling 10 zorgen.
In een uitvoeringsvorm omvat het wantspansysteem ten minste een eerste stelelementhouder, voorzien van een eerste opneemgleuf voor het opnemen van ten minste één stelelement. Een dergelijke opneemgleuf is een verrassend eenvoudige voorziening om één of 15 meerdere stelelementen, al dan niet gestapeld, op te nemen.
In een variant omvat het wantspansysteem een tweede stelelementhouder, eveneens voorzien van een tweede opneemgleuf voor het opnemen van een ten minste tweede stelelement. Dit maakt een constructie mogelijk die uit het oogpunt van het verdelen van de 20 krachten gunstig is en er tegelijk voor zorgt dat de beide stelelementen, dan wel de beide stapels stelelementen, eenvoudig van opzij te benaderen zijn. Zo kan het wantelement de eerste en tweede stelelementhouders omvatten, waarbij tussen de stelelementhouders het schipelement is opgenomen.
25 In het bijzonder omvat het schipelement de eerste en tweede stelelementhouders en is hiertussen het wantelement opgenomen. Voordeel hiervan is dat het wantelement relatief eenvoudig kan blijven, en bijvoorbeeld alleen een lus of een oog omvat. De stelelementhouders met de stelelementen kunnen met schip verbonden 30 blijven, ook als een wantonderdeel wordt vervangen.
In een voordeling uitvoeringsvorm zijn een eerste, en een eventuele tweede, borgelement wegneembaar bevestigd over de eerste en de eventuele tweede opneemgleuf. Op deze wijze wordt een beweging van de stelelementen in een richting dwars op de spanrichting begrensd.
35 Aldus is een eenvoudige en goedkope manier verschaft om de stelelementen te borgen wanneer het wantspansysteem in gebruik is.
Een dergelijke borging is onder meer van belang, omdat tijdens het zeilen de spanning in een stag aan de lijzijde van een zeilschip
102574 I
- 4 - , 1 afneemt, waardoor de druk op de stelelementen eveneens afneemt, of zelfs geheel kan verdwijnen, en de stelelementen los in het wantspansysteem zouden komen te liggen.
Doelmatig omvat één van de eerste en de tweede aanslag een pen 5 en omvatten het wantelement en het schipelement penopneemopeningen.
Met deze pen en penopneemopeningen kan een pengatverbinding gevormd worden tussen het wantelement en het schipelement. Een dergelijke pen-gatverbinding is eenvoudig, goedkoop, en toch sterk. Daarbij is het risico dat een dergelijke pengatverbinding vast komt te zitten 10 gering.
In het bijzonder vormen de eerste en de eventuele tweede opneemgleuf van de betreffende stelelementhouders tevens de betreffende penopneemopeningen. Dit geeft een eenvoudige uitvoeringsvorm, en maakt het mogelijk om krachten rechtstreeks van 15 de pen over te brengen op een stelelement.
In een bijzondere vorm omvat het wantspansysteem een spantang.
Met een dergelijke spantang kunnen het wantelement en het schipelement ten opzichte van elkaar verplaatst worden. Het is daarbij niet nodig om het wantonderdeel hiertoe eerst spanningsvrij 20 te maken. Dankzij de spantang kan de druk op het stelelement, of de stelelementen, eenvoudig weggenomen worden zodat stelelementen toegevoegd, vervangen, of weggenomen kunnen worden.
Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vastgelegd in de onderconclusies.
25 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel, volgens conclusies 14-16.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen nader worden, toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste 30 uitvoeringsvorm van het wantspansysteem toont;
Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm toont;
Fig. 3 een langsdoorsnede door de uitvoeringsvorm van Fig. 2 toont; 35 Fig. 4 een spantang volgens de uitvinding toont;
Fig. 5 een doorsnede door de spantang van Fig. 4 toont; en
Fig. 6 een perspectivisch aanzicht van de spantang, gecombineerd met de uitvoeringsvorm van Fig. 2, toont.
1025741 - 5 -
In Fig. 1 is een wantspansysteem volgens de uitvinding in zijn geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. Het wantspansysteem 1 is bevestigd aan het dek 2 van een schip, dat slechts gedeeltelijk wordt getoond, via een bevestigingspunt 3, dat vast met het dek 5 verbonden is, bijvoorbeeld door middel van lassen. Het bevestigingspunt 3 heeft een bevestigingsoog (niet zichtbaar in de fig.) waaraan met behulp van een pen 4 draaibaar en losmaakbaar twee plaatvormige schipelementen 5 en 6 zijn bevestigd. Het schipelement 5 heeft een eerste stelelementopneemgleuf 7. De overeenkomstige tweede 10 stelelementopneemgleuf is in het aanzicht van Fig. 1 niet zichtbaar.
Aan de in gebruik bovenzijde van de stelelementopneemgleuf 7 bevindt zich een zadelvormige aanslag 9. Het zadelvormige aanslag 9 is voorzien van een uitsparing, in dit geval een vrijwel ronde uitsparing, voor het opnemen van een stelelement 11, in dit geval een 15 massief staafvormig· cilindrisch opvulelement zonder schroefdraad. Aan de in gebruik onderzijde van het stelelement 11 bevindt zich een - . tweede zadel 13 dat tezamen met pen 15 een tweede aanslag vormt. Ook het zadel 13 is voorzien van een uitsparing voor het opnemen van het staafvormige stelelement 11. De uitsparingen in de zadels 9 en 13 20 borgen het stelelement tegen zijdelingse verplaatsingen.
De pen 15 vormt tevens een pen-gatverbinding tussen het schipelement 5 en een wantelement 20. Hiertoe is het wantelement 20 voorzien van een opening, die niet zichtbaar is in Fig. 1. Het schipelement 6 is op overeenkomstige wijze als het schipelement 5 25 voorzien van zadels en een stelelement. Deze zijn echter in Fig. 1 niet zichtbaar. Het wantelement 20 is verbonden met het uiteinde van een wantonderdeel 21, in dit geval een stag 21 van een zeilschip. Van de stag 21 is slechts het onderste deel getoond. Hierbij is zichtbaar dat de stag 21 uit twee bundels 22 en 23 is opgebouwd, binnen een 30 omhulling 24. De bundels 22 en 23 lopen' in elkaar over in het wantelement 20 en vormen aldus in feite een ononderbroken lus. Binnen deze lus bevindt zich het gat voor de pen-gatverbinding met pen 15.
Fig. 2 en 3 tonen een tweede uitvoeringsvorm van een wantspansysteem 101, waarbij omwille van de duidelijkheid het 35 stagelement niet getoond is. Dit stagelement kan vergelijkbaar zijn met het stagelement 20 van de eerste uitvoeringsvorm. Een bevestigingspunt 103, vast verbonden met een onderdeel van het schip (niet getoond), is door middel van een pen 104 verbonden met een 1025741
, I
- 6 - eerste schipelement 105 en een tweede schipelement 106. Het niet getoonde wantelement is door middel van een pen-gatverbinding via pen 115 verbonden met de schipelementen 105 en 106.
De schipelementen 105 en 106 functioneren als stelelementhouders 5 en zijn voorzien van stelelementopneemgleuven 107, respectievelijk 108. Aan de in gebruik bovenzijde van de stelelementopneemgleuven 107 en 108 zijn aanslagen 109 en 110 voorzien, die tevens als stelelement fungeren. Verder is aan beide zijden een pakket gestapelde stelelementen 111, respectievelijk 112 in de betreffende 10 stelelementopneemgleuven 107 en 108 voorzien. De stelelementen 111 en 112 maken deel uit van een verder niet getoonde set stapelbare stelelementen, die bijvoorbeeld elders aan boord wordt bewaard. Aan de in gebruik onderzijde van het wantspansysteem is telkens een laatste stelelement 113 respectievelijk 114 voorzien. Deze 15 stelelementen 113 en 114 zijn zadelvormig, zodat ze aan kunnen sluiten op een pen 115. Stelelement 113 en pen 115 vormen een aanslag voor de stelelementen 111 van het eerste schipelement 105. Het zadelvormige element 114 en pen 115 vormen een aanslag voor de stelelementen 112 in het tweede schipelement 106.
20 De stelelementen 109-114 hebben een in hoofdzaak T-vormige doorsnede. De uitstekende poten van deze T's vallen in een groef 131, respectievelijk 132, die rond de omtrek van de stelelementopneemgleuven 107 en 108 in de buitenzijde van de eerste en tweede stelelementhouders 105 en 106 zijn voorzien. De groeven 131 en 132 25 worden afgedekt door borgelementen 133 en 134 in de vorm van langgerekte O-vormige borgplaten. De borgplaten 133 en 134 zijn wegneembaar bevestigd aan de stelelementhouders 105 en 106 door middel van schroeven 135.
De pen 115 verjongt aan zijn beide uiteindes tot penuitsteeksels 30 137 en 138. Deze uitsteeksels 137 eri 138 steken door de openingen van de O-vormige borgplaten 133 en 134 tot buiten de begrenzing van deze borgplaten. De borgplaten 133 en 134 borgen op deze wijze ook de pen 115, zodat deze in zijn axiale richting begrensd is. De pen 104 wordt in axiale richting begrensd door twee afdekkappen 141 en 142, die 35 wegneembaar met schroeven 143, 144 aan de pen 104 is bevestigd.
Fig.'s 4-6 tonen een spantang 50, die deel uit kan maken van het wantspansysteem volgens de uitvinding. De spantang 50 omvat vier benen 51-54, in de vorm van een eerste en een tweede 1025741 I .
- 7 - wantelementaangrijparm 51 respectievelijk 52, en een eerste en een tweede schipelementaangrijparm 53 en 54. De aangrijparmen 51-54 zijn ieder scharnierend verbonden met een frame 55. Het frame 55 omvat een eerste en een tweede zijplaat 57 en 58 die onderling verbonden zijn 5 door middel van eerste en tweede verbindingsassen 59 en 60. De aangrijparmen 51 en 52 omvatten ieder een wantelementkoppeling in de vorm van halfcirkelvormige uitsparingen 61 en 62. Op overeenkomstige wijze omvattende armen 53 en 54 uitsparingen 63 en 64.
Verder is de spantang 50 voorzien van een combinatie van een 10 hydraulische zuiger met zuigerstang 65 met overeenkomstige cilinder 66. De zuigerstang 65 is draaibaar verbonden met de armen 51 en 52 via een zuigerstangas 67. De cilinder 65 is op overeenkomstige wijze via een cilinderas 68 verbonden met de armen 53 en 54. De hydraulische cilinder 66 kan in zijn kamer 70 via niet getoonde 15 leidingen door een hydraulische pomp voorzien worden van een hydraulische vloeistof onder druk.
-------- De-as 59 kan naar keuze draaibaar bevestigd worden in een eerste serie gaten 73 en 74, of in een tweede serie gaten 75, 76, die in de langsrichting van de cilinder 66 en zuigerstang 65 verschoven is ten 20 opzichte van de eerste serie gaten. j
De spantang 50 is weliswaar getoond in combinatie met de tweede I
uitvoeringsvorm 101, maar kan ook gebruikt worden in combinatie met de eerste uitvoeringsvorm van het wantspansysteem 1.
Een werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel, zoals een 25 stag 21, met behulp van het wantspansysteem 1, verloopt als volgt. In de eerste plaats wordt de druk, indien aanwezig, op het stelelement 11 weggenomen. Dit kan bijvoorbeeld door de niet getoonde mast van het zeilschip in zijn axiale richting te laten zakken. Dit kan door middel van een zogenoemde (niet getoonde) hydraulische mastcilinder, 30 zoals toegepast wordt bij grotere zeiljachten. Alternatief kan de. druk van het spanelement 11 worden weggenomen door gebruik te maken van de spantang 50, zoals nader beschreven zal worden in combinatie met de tweede uitvoeringsvorm.
Door de pen in de langsrichting van het schipelement 5 in de 35 richting van het dek 2 te bewegen, ontstaat voldoende speling voor het stelelement 11 (en het overeenkomstige niet-getoonde stelelement aan de andere zijde van het wantelement 20) om vrij te komen uit de uitsparingen in de zadels 9 en 13. Vervolgens kan het stelelement 102574 1 ‘ ' , l - 8 - zijdelings uit de stelelementopneemgleuf 7 weggenomen worden. Onder zijdelings wordt hier verstaan een richting die in hoofdzaak loodrecht staat op de richting waarin het stag 21 wordt gespannen.
Het is eveneens te beschouwen als een richting loodrecht op de 5 richting van de stelelementopneemgleuf 7.
Het stelelement 11 volgens de eerste uitvoeringsvorm maakt deel uit van een set stelelementen die verder niet getoond wordt en zich bijvoorbeeld elders aan boord bevindt. De stelelementen in deze set hebben een oplopende lengte in de richting van de langsas van de 10 betreffende staven. Het lengteverschil tussen opeenvolgende elementen uit deze set komt overeen met de gewenste instelnauwkeurigheid van het wantspansysteem. Indien het wantspansysteem een grotere spanning dient te leveren, dan zal het wantspanelement 11 vervangen worden door een langer wantspanelement. Dit langere wantspanelement zal 15 zijdelings geplaatst worden tussen de aanslagen 9 en 13, waarna de mast wederom omhoog, naar zijn gebruikspositie, gebracht kan worden, . of-de-spantang 50 verwijderd kan worden.- ------
De tweede uitvoeringsvorm van het wantspansysteem 101 kan ontlast worden door het omlaag brengen van de mast. Tevens kan de 20 spantang 50 toegepast worden, zoals getoond in Fig. 6. De wantelementkoppelingen 61 en 62 grijpen aan op de uiteinden 137 en 138 van de pen 115. De schipelementkoppelingen 63 en 64 grijpen aan op de uiteinden van de pen 104. Vervolgens wordt de hydraulische cilinder 66 onder druk gebracht waardoor de zuigerstang 65 uit de 25 cilinder 66 beweegt. Hierdoor roteren de armen 51-54 ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het frame 55 en bewegen daarbij de pen 115, door de stelelementopneemgleuven 107 en 108 naar de pen 104 toe.
Hierdoor wordt de druk op de stelelementen, respectievelijk aanslagen, 109-114 weggenomen en ontstaat ruimte om naar behoefte 30 stelelementen 111 en 112 uit het gestapelde pakket stelelementen zijdelings te verwijderen uit de stelelementopneemgleuven 107 en 108, respectievelijk om extra stelelementen uit de set zijdelings hierin bij te plaatsen. De stelelementen 109, 110, 113 en 114, die tevens de functie van aanslag vervullen, zullen in het algemeen pas weggenomen 35 worden als ook alle stelelementen 111 en 112 zijn verwijderd. Verder zal in het algemeen een gelijk aantal elementen in de eerste stelelementopneemgleuf 107 en de tweede gleuf 108 aanwezig zijn.
102574 1 - 9 -
Voor het wegnemen en/of plaatsen van stelelementen 111 en 112 dienen de borgplaten 133 en 134 weggenomen te worden. Fig. 2 en 3 tonen deze borgelementen 133 en 134 in hun borgende positie, terwijl ze in Fig. 6 zijn weggenomen. Volledigheidshalve zei opgemerkt dat in 5 de figuren 2, 3, en 6 geen stag of ander wantelement getoond is, maar dat deze in het algemeen tijdens het instellen van het wantspansysteem wel degelijk aanwezig is.
Verschillende varianten zijn binnen het bereik van de uitvinding mogelijk op de getoonde uitvoeringsvoorbeelden van het 10 wantspansysteem. Ook kunnen andere wantonderdelen dan stagen gespannen worden en hoeft het schipelement niet verbonden te zijn met het dek van het schip, maar kan evenzeer verbonden zijn met een zaling, ra, of deel van de mast. Het schipelement hoeft niet rechtstreeks met de betreffende scheepsonderdelen verbonden te zijn, 15 maar kan dit ook via andere onderdelen zijn.
Voor de stelelementen zijn binnen de uitvinding diverse vormen mogelijk, waarbij tevens op verschillende manieren 'in een borging hiervan kan worden voorzien. Zo zou een pakket gestapelde stelelementen voorzien kunnen worden van een omhulling en aldus 20 tussen aanslagen met uitsparingen, vergelijkbaar met de uitsparingen van de zadels 9 en 11, geplaatst kunnen worden. Ook is denkbaar dat in plaats van de stelelementopneemgleuven, doorlopende blinde openingen worden voorzien die naar de zijkant toe geheel of gedeeltelijk gesloten zijn, zodat de beweging van de stelelementen 25 die zich in een gestapelde positie bevinden in de dwarsrichtingen begrensd is. De stelelementen zouden dan bijvoorbeeld zijdelings door middel van kantelen, of in de spanrichting de opneemruimte in- en uitgenomen kunnen worden. Aanbrengen en verwijderen van stelelementen in de spanrichting vereist echter wel aanpassingen aan de 30 stelelementhouders ten opzichte van de getoonde stelelementhouders.
In plaats van ronde verbindingspennen kunnen eveneens pennen toegepast worden met een driehoekige, vierkante, of meerhoekige dwarsdoorsnede. Bij dergelijke alternatieve dwarsdoorsnede vormen is het denkbaar dat een pen rechtstreeks de functie van aanslag vervult, 35 zonder dat daarbij een zadelvormig element nodig is. In plaats van twee stelelementhouders, is ook een uitvoering met slechts één centrale stelelementhouder denkbaar. Indien een dergelijke centrale stelelementhouder bijvoorbeeld als schipelement functioneert, zou een 1025741 -ίου- of vorkvormige wantelementhouder om het schipelement heen geplaatst kunnen worden. Een pen die eventueel ook als aanslag dient kan door de wantelementhouders en de stelelementhouder heen voeren.
Deze, en de getoonde uitvoeringsvormen, kunnen uiteraard ook 5 omgekeerd toegepast worden, waarbij de schipelementen en de wantelementen als het ware van positie zijn verwisseld. In plaats van een pen-gatverbinding zijn andere verbindingsmethoden ook mogelijk, inclusief vaste, bijvoorbeeld gelaste, verbindingen of aanslagen die één geheel vormen met het betreffende schip-, of wantelement.
10 Voor de spantang zijn eveneens diverse varianten mogelijk, zoals een tang met een schaarachtige constructie, of een jukachtige tang die in gebruik geheel de stelelementhouders omringt en door middel van een parallelle, lineaire beweging, een aanslag verplaatst ten opzichte van de stelelementen en de andere aanslag. Andere dan 15 hydraulische aandrijvingen zijn eveneens mogelijk voor de spantang.
Zo zou deze bij een voldoende lange hefboom ook met handkracht bedient kunnen worden, dan wel elektrisch, of anderszins mechanisch aangedreven kunnen worden, bijvoorbeeld via een schroefspindel of tandheugel.
20 Aldus verschaft de uitvinding een wantspansysteem dat relatief eenvoudig en daardoor goedkoop is, dat goed en eenvoudig op de gewenste lengte - en dus spanning - ingesteld kan worden en waarbij geen schroefdraad belast wordt door de spanning in het want, zodat schroefdraad niet vast kan komen te zitten ten gevolge van 25 beschadigingen, vervuiling, of inwerking van omgevingsinvloeden, zoals zout. Het wantspansysteem laat zich eenvoudig instellen, bijvoorbeeld door gebruikmaking van een spantang, die eveneens deel uitmaakt van de uitvinding.
i 30 ! i i i 1025741

Claims (16)

1. Wantspansysteem (1), voor het in een spanrichting spannen van een wantonderdeel (21) van een schip, welk systeem een wantelement (20), een schipelement (5), en een 5 eerste stelelement (11) omvat, waarbij het wantelement (20) verbindbaar is met het wantonderdeel (21) en het schipelement (5) verbindbaar is met een ander deel (2) van het schip, het wantelement (20) een eerste aanslag (13, 15) en het 10 schipelement (5) een tweede aanslag (9) omvatten, en het eerste stelelement (11) zich tussen de eerste (13, 15) en de tweede (9) aanslag bevindt, zodat het op druk belastbaar is, met het kenmerk, dat het eerste stelelement (11) deel uitmaakt van een set 15 stelelementen, en ----------- het wantspansysteem (1) instelbaar is door de stelelementen (11) naar keuze tussen de aanslagen (9, 13, 15) aan te brengen.
2. Wantspansysteem volgens conclusie 1, waarbij de stelelementen 20 (11) in hoofdzaak in een richting dwars op de spanrichting aanbrengbaar en verwijderbaar zijn.
3. Wantspansysteem volgens conclusie 1, of 2, waarbij de stelelementen (111) stapelbaar zijn. 25
4. Wantspansysteem volgens één der conclusies 1-3, waarbij de stelelementen (11) van elkaar afwijkende afmetingen omvatten.
5. Wantspansysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 30 het wantspansysteem ten minste een eerste stelelementhouder (5) omvat, voorzien van een eerste opneemgleuf (7) voor het opnemen van ten minste één stelelement (11).
6. Wantspansysteem volgens conclusie 5, waarbij het wantspansysteem 35 een tweede stelelementhouder (6) omvat, voorzien van een tweede 102574 1 1 k , I - 12 - opneemgleuf, voor het opnemen van ten minste een tweede stelelement (11) .
7. Wantspansysteem volgens conclusie 6, waarbij het schipelement 5 (5) de eerste en tweede stelelementhouders (5) omvat, waartussen het wantelement (20) is opgenomen.
8. Wantspansysteem volgens één der conclusies 5-7, waarbij een eerste (133) en een eventuele tweede (134) borgelement wegneembaar 10 bevestigd zijn over de eerste (107) en de eventuele tweede (108) opneemgleuf, voor het begrenzen van een beweging van de stelelementen (lil) in een richting dwars op de spanrichting.
9. Wantspansysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 15 één van de eerste (13, 15) en de tweede (9) aanslag een pen (15) omvat en het wantelement (20) en het schipelement (5) ieder een penopneemopening (7) omvatten, voor het vormen van een pen-gatverbinding.
10. Wantspansysteem volgens conclusie 9 en één van de conclusies 5-8, waarbij de eerste (7) en de eventuele tweede opneemgleuf van de betreffende stelelementhouders (5) tevens de betreffende penopneemopeningen vormen.
11. Wantspansysteem volgens één der conclusies 1-10, die verder een spantang (50) omvat, voor het in de spanrichting ten opzichte van elkaar verplaatsen van het wantelement (20) en het schipelement (5).
12. Wantspansysteem volgens conclusie 11, waarbij de spantang ten 30 minste een eerste (51) en een tweede (53) been omvat, die scharnierend met elkaar zijn verbonden, en het eerste been (51) een wantelementkoppeling (61) en het tweede been (53) een schipelementkoppeling (63) omvat, die losmaakbaar verbindbaar zijn met het wantelement (20), respectievelijk het 35 schipelement (5).
13. Wantspansysteem volgens conclusie 11, of 12, waarbij de spantang (50) verder is voorzien van een cilinder (66) met zuiger, in het 1025741 I Ik - 13 - bijzonder een hydraulische cilinder (66), waarbij de cilinder (66) is verbonden aan één van de benen (51) en de zuiger is verbonden met de andere van de benen (53) , voor het ten opzichte van elkaar scharnierend bewegen van de benen. 5
14. Werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel, in het bijzonder een stag (21), omvattende de stappen: het tussen het wantonderdeel (21) en een ander onderdeel (2) van het schip aanbrengen van een wantspanner, in het bijzonder een 10 wantspansysteem (1) volgens één der conclusies 1-13, het zijdelings ten opzichte van de spanrichting tussen twee aanslagen (9, 13, 15) van de wantspanner (1) aanbrengen van ten minste een stelelement (11), het aanbrengen van belasting op de wantspanner (1). 15
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij, voorafgaand aan het aanbrengen van het stelelement (11), de wantspanner (1) ontlast wordt.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het ontlasten van de wantspanner (1) geschiedt met behulp van een spantang, in het bijzonder een spantang (50) volgens conclusie 11, 12, of 13. 10. b / 4 1
NL1025741A 2004-03-16 2004-03-16 Wantspansysteem en werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel. NL1025741C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025741A NL1025741C2 (nl) 2004-03-16 2004-03-16 Wantspansysteem en werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025741 2004-03-16
NL1025741A NL1025741C2 (nl) 2004-03-16 2004-03-16 Wantspansysteem en werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025741C2 true NL1025741C2 (nl) 2005-09-19

Family

ID=34973603

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025741A NL1025741C2 (nl) 2004-03-16 2004-03-16 Wantspansysteem en werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025741C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR728214A (fr) * 1931-01-23 1932-07-02 Kellner & Flothmann G M B H Dispositif compensateur d'allongement pour câbles de cages d'extraction
US3291090A (en) * 1965-10-20 1966-12-13 Robert H Sevey Stay tensioning apparatus
US3719377A (en) * 1970-07-21 1973-03-06 Peck And Hale Inc Turnbuckle
US4537388A (en) 1982-05-14 1985-08-27 Mccabe Francis B Adjustable tensioning device

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR728214A (fr) * 1931-01-23 1932-07-02 Kellner & Flothmann G M B H Dispositif compensateur d'allongement pour câbles de cages d'extraction
US3291090A (en) * 1965-10-20 1966-12-13 Robert H Sevey Stay tensioning apparatus
US3719377A (en) * 1970-07-21 1973-03-06 Peck And Hale Inc Turnbuckle
US4537388A (en) 1982-05-14 1985-08-27 Mccabe Francis B Adjustable tensioning device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2978651B1 (en) Skidding system for an offshore installation or vessel
EP1772390A1 (en) Pallet
NO318148B1 (no) Benlåseapparat for en offshoreplattform, apparat for heving av et skrog til en offshoreplattform, samt en fremgangsmåte for låsing av et ben til en oppjekkbat plattform.
CA2637470A1 (en) Interlocking crane mat apparatus and system
US6890227B1 (en) Compact jack plate with improved access to hydraulic components
GB2234957A (en) Apparatus for handling packaged bottles, cans, or the like
NL1025741C2 (nl) Wantspansysteem en werkwijze voor het spannen van een wantonderdeel.
US20170073903A1 (en) Mat
DE60101160T2 (de) Fördersystem für lasten
US6138796A (en) Reach truck
EP3563990B1 (de) Greifvorrichtung mit optimiertem doppelschiebekeilglied ii
US4348007A (en) Gripper system for moving drilling rigs
IES87017B2 (en) Lifting beam for the lifting of goods with a crane
DE4307340A1 (de) Transport- und Lagervorrichtung
US4792017A (en) Adjustable support for ladders, scaffolds and the like
US7743822B2 (en) Snubber spool with detachable base plates
DE2260623A1 (de) Klemmvorrichtung fuer freiseilwinden
EP0922008B1 (en) Positioning device
DE60202418T3 (de) Auslegerbefestigungsstruktur eines Ladefahrzeugs
DE2722689C2 (de) Auf eine Greifzange unrüstbarer Zweischalengreifer
DE9303415U1 (de) Transport- und Lagervorrichtung
DK2637959T3 (en) Play for a ship
GB2568383A (en) Lifting beam for lift of goods with a crane
DE3007901A1 (de) Containertraggeraet fuer einen hublader
DK202200009U3 (da) Et løftbart olieskiftsystem til olieskift af højviskos gearolie til en offshore vindmølle og et kit til løft af det løftbare olieskiftsystem

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20081001