NL1025224C2

NL1025224C2 - Systeem voor bevestiging van een zadel op een voertuig, in het bijzonder een fiets.

Info

Publication number: NL1025224C2
Application number: NL1025224A
Authority: NL
Inventors: Jooo Carlos Ribeiro Miranda; Jooo Carlos Nunes Lourenco
Original assignee: Miranda & Irmoo
Priority date: 2003-01-13
Filing date: 2004-01-13
Publication date: 2004-10-01
Also published as: PT102894A; PT102894B; FR2849822B1; DE102004001957B4; NL1025224A1; FR2849822A1; DE102004001957A1

Description

Λ

Systeem voor bevestiging van een zadel op een voertuig, in het bijzonder een fiets

De onderhavige vinding heeft betrekking op een werkwijze voor de fixatie en gemakkelijke bevestiging van een zadel met een constructie van twee dragers of 5 parallelle pallen op het frame van de fiets.

De conventionele systemen die op de markt zijn laten problemen zien qua functionaliteit omdat ze gespecialiseerde behandeling van een monteur vereisen wat expertise en veel praktijkervaring omvat om te zorgen voor bevestiging van het zadel op 10 het fietsframe, hetgeen een verspilling van een aanzienlijke hoeveelheid tijd met zich meebrengt bij de montage en fixatie van ieder fietszadel.

De onderhavige vinding is gebaseerd op een vernieuwend concept dat bestaat uit het niet nodig hebben van manipulatie van de pin bij het proces van bevestiging en fixatie. 15 De monteur houdt zich slechts bezig met het zadel door het simpelweg ronddraaien van het zadel bij zijn bevestiging op het fïxatie-onderdeel. Dit proces van bevestiging en fixatie duurt niet langer dan 2 seconden wat een enorme besparing met zich meebrengt in de montage tijd die in de orde van grootte ligt van tussen de 30 tot 60 maal minder dan volgens de conventionele montagesystemen van bevestiging van de pen aan dragers 20 van het zadel. Bovendien geeft het de gebruiker van de fiets de mogelijkheid om het zadel zelf ook met het grootste gemak te monteren.

Op dit gebied vinden we diverse, eerdere octrooischriften waaronder: US 4693,627; UK 2076756; FR 2411754; EP 682900; FR 2793760; FR 2409182. Bij al deze systemen 25 kunnen de verschillende onderdelen van het geheel, samengehouden door een schroef, vrij bewegen waardoor de behandeling door een monteur vereist is op het moment van bevestiging en fixatie op de dragers van het zadel. Bij al deze systemen eindigen de onderdelen die dienen als omklemming met haken die de dragers van het zadel vastpakken en omklemmen. Deze twee onderdelen - kop en basis - bewegen zich 30 vrijelijk om de as gevormd door de schroef. Om de dragers van het zadel vast te maken moeten de twee klemdelen door de monteur met beide handen worden gemanipuleerd met als doel ze op de dragers bevestigd te krijgen en vervolgens de schroef aan te draaien zodat het geheel vastgemaakt en gefixeerd wordt. Maar omdat de twee onderdelen los zijn is de eerder genoemde oefening en expertise noodzakelijk om een' Η Η juiste bevestiging te bereiken; een handeling die gemiddeld 2 minuten duurt. Niets van dit alles gebeurt bij het systeem van de onderhavige vinding.

Het systeem staat een instelling van de helling toe tussen zadelpen en onderste klemdeel 5 en bevat twee zijdelingse randen die het onderdeel richten en bevestigen op de pen en die twee zijdelingse geulen heeft in het bovenoppervlak voor de montage van de I zadeldragers en bevat tevens een centrale uitsparing bevat voor bevestiging van het bovenste klemdeel tussen de twee zijdelingse verbindingspallen met het bovenste klemdeel.

I De gezamenlijke figuren geven slechts een uitvoeringsvoorbeeld en zijn niet beperkend: I Figuur 1: in onderdelen uiteengenomen bovenaanzicht van het geheel

Figuur 2: dwarsdoorsnede van het bovenaanzicht 15 Figuur 3: in onderdelen uiteengenomen benedenaanzicht van het geheel I Figuur 4: dwarsdoorsnede van het vooraanzicht van het gemonteerde geheel I Figuur 5: bovenaanzicht van het gemonteerde geheel

Figuur 6: zijaanzicht van het gemonteerde geheel I 20 Het klemsysteem van het zadel bestaat uit twee onderdelen, het onderste klemdeel (9) en het bovenste klemdeel (11), samengevoegd door een schroef (1), een veer (13) en I een speciale moer (14), alles ter bevestiging aan de pen (4). De schroef (1) wordt I omgeven door een beschermingshuls (2) die ook voor klemming zorgt op het snelle I bevestigingssysteem. Het onderste klemdeel (9) is een onderdeel dat in het midden I 25 geperforeerd is om de huls (2) en de schroef (1) door te laten, met een convex oppervlak I met ribbels (6) zodanig dat het perfect aansluit op de pen (4) waarop het rust,, en I reguleerbaar wat betreft de gewenste helling van het zadel. Het onderdeel is in het I midden geperforeerd (20) om de schroef (1) en de beschermingshuls van de schroef (2) I door te laten. Het bevat twee zijdelingse randen die het onderdeel richten in zijn 30 horizontale positionering op de pen (4), waardoor zijdelingse schommelingen I voorkomen worden. Het bovenoppervlak van het onderdeel bezit twee uitstekende I pallen (10) bestemd om in te passen in de twee openingen (17) in het bovenste klemdeel I (11). Een andere mogelijkheid is dat de pallen uit het bovenste klemdeel (11) steken en I de openingen (17) zich in het onderste klemdeel bevinden, wat de omgekeerde » 3 configuratie is. Deze twee pallen (10) zijn van fundamenteel belang aangezien ze het mogelijk maken dat de twee klemdelen (9 en 11) altijd gericht blijven gedurende de handeling van het bevestigen van het zadel, waardoor ze snelle bevestiging mogelijk maken van de zadeldragers tussen de twee klemdelen (9 en 11) zonder het evenwicht en 5 de stabiliteit van het geheel aan te tasten. Het onderste klemdeel (9) bezit bovendien nog een centrale uitsparing (18) in zijn bovenoppervlak die ook dient als stut, maar waarvan de voornaamste functie het versterken van het in elkaar passen van de twee klemdelen (9 en 11) is, en het beschikt bovendien over twee evenwijdige en concave geulen (8) die langs de zijkanten naast de randen lopen die bestemd zijn voor de plaatsing van de 10 zadeldragers. Het bovenste klemdeel (11), die ook in het midden geperforeerd (20) is om de huls (2) en de schroef (1) door te laten, heeft als voornaamste functie - samen met het onderste klemdeel (9) - het inpassen en vastklemmen van de zadeldragers. Het heeft in het bovenoppervlak twee openingen (17) voor het inpassen van de pallen (10) van het onderste klemdeel (9). Het heeft een uitstulping (19) die zich bevindt tussen de 15 twee openingen en bestemd is om in te passen in de centrale uitsparing (18) in het onderste klemdeel (9). De centrale opening (20) om de schroef (1) en de beschermingshuls (2) door te laten heeft op een bepaald segment een iets grotere diameter om het inpassen van de bevestigingsoortjes (3) van de beschermhuls (2) van de schroef (1), van een ring (12) en van een drukveer (13) mogelijk te maken. Het beschikt 20 ook over twee evenwijdige geulen (8) in het benedenoppervlak die overeenkomen met die van het onderste klemdeel (9) voor het perfect inpassen van de zadeldragers. In het bovenoppervlak is een uitsparing (21) gemaakt voor het inpassen van de speciale moer (14), de schroef (1) en de veer (13).

25 Het ringetje (12) wordt ingepast op de bovenrichel (16) van het centrale gat waar de schroef (1) doorheen wordt gevoerd en op de beschermhuls (2) van het bovenste klemdeel (11). De belangrijkste functie is dat het dient als ondersteuningsvlak voor de veer. De veer (13) heeft als functie om het bovenste klemdeel (11) te drukken tegen het onderste klemdeel (9) op een zodanige wijze dat als de dragers van het zadel tussen de 30 klemdelen worden gebracht, zij direct vastzitten zonder dat het noodzakelijk is hen met de hand vast te houden voor de uiteindelijke klemming door de schroef. Andere functie van de veer (13) is om het geheel van de onderdelen die het fixatiesysteem van het zadel uitmaken onder constante druk te houden zodat het systeem altijd samen en gericht blijft.

Η De speciale moer (14) wordt ingepast over de centrale veeruitsparing (21) van het I bovenste klemdeel (11) waarbij twee functies worden uitgeoefend: druk op de schroef en stabiliteit van het systeem. De langgerekte vorm geeft de mogelijkheid om de druk te 5 verdelen over het gehele bovenste klemdeel (11) om de schommelingen en zijdelingse I spanningen tegen te gaan die het zadel op het systeem teweeg brengt.

De beschermhuls (2) van de schroef (1) is een verbetering binnen het getoonde systeem I van de onderhavige vinding. Het is een cilindrische buis met twee bevestigingsoortjes 10 (3) op één van de uiteinden die er toe dienen om inde fixatiegleuven (15) van de oortjes I (3) van het centrale gat (20) van het bovenste klemdeel (11) te passen en te grijpen.

I Het andere uiteinde bevat een eindstuk met een grotere diameter (22) waarin de kop van I de schroef (1) past. Dit zelfde eindstuk (22) grijpt in het onderstuk van het onderste klemdeel (9). Dit onderdeel gaat door de pen (4), het onderste klemdeel en het bovenste 15 klemdeel waarbij de drie gefixeerd worden door een simpele draai zodat de bevestigingsoortjes (3) grijpen in de inpaszone (15) van het bovenste klemdeel (11).

I Deze draai dient handmatig uitgevoerd te worden, nadat de schroef is aangedraaid.

I Zijn belangrijkste functie is zorgen voor een extra veiligheid van het systeem door I breuk te vermijden van de schroef tussen de klemdelen. Ook is het zo dat in geval de I 20 speciale moer (14) losraakt/breekt de huls de klemdelen verenigd houdt, hetgeen de I veiligheid van de fietser ten goede komt.

De werkwijze is van de grootst mogelijke eenvoud. Als het geheel eenmaal gefixeerd is I op de pen (4) van de fiets, plaatst men het zadel dwars op het frame van de fiets zodat I 25 de dragers de klemdelen (9) en (11) omringen en vervolgens is het slechts een kwestie van het draaien van het zadel met 90 graden waarbij de weerstand van de klemveer (13) I wordt overwonnen totdat het verbindingsstuk vastzit in de geulen van de twee I klemdelen. Daarna hoeft er alleen aangeschroefd te worden voor de definitieve I afstelling. In aansluiting daarop wordt de beschermhuls met de schroef 90 graden I 30 gedraaid totdat deze pakt. Deze handeling wordt handmatig uitgevoerd en om dit effect I te bewerkstelligen worden de vingers op het stuk van de beschermhuls geplaatst dat de I kop van de schroef bevat en rondgedraaid.

5

Het proces van bevestiging voor het aanschroeven duurt niet langer dan twee seconden. Als dit feit wordt vergeleken met het conventionele systeem waarvoor twee minuten nodig zijn, betekent dit voor een montagelijn een enorme en significante verhoging van de productiviteit naast dat het een gemakkelijke montage voor het algemene publiek 5 mogelijk maakt.

I LEGENDA

I 1 - Schroef I 2 - Beschermhuls van de schroef I 3 - Bevestigingsoortjes I 5 4 - Pen I 5 - Ribbeling I 6 - Ribbeling I 7 - Zijdelingse rand I 8 - Inzetgleuf voor de zadeldragers I 10 9 - Onderste klemdeel I 10-Pallen I 11 - Bovenste klemdeel I 12-Ring I 13-Veer 15 14 - Speciale moer Μ 15 - Gebied voor het inpassen en vastgrijpen van de bevestigingsoortjes van de I beschermingshuls van de schroef I 16 - Bovenrand voor het vastzetten van de ring I 17-Opening voor het inpassen van de pallen I 20 18-Centrale uitsparing I 19-Centrale uitstulping I 20 - Centraal gat voor het doorlaten van de schroef en de veiligheidshuls I 21 - Uitsparing voor het inpassen van de speciale moer

H

Claims

1. Systeem voor bevestiging van een zadel op een voertuig, in het bijzonder een fiets, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een samenstel van ten minste 5 twee onderling onder voorspanning op elkaar aangrijpende klemdelen, waarbij de onderlinge afstand tussen de klemdelen wijzigbaar is, en waarbij de klemdelen onderling ten minste één opneemruimte voor een zadeldeel insluiten, zodanig dat middels rotatie van het zadel ten opzichte van het systeem het zadeldeel kan worden ingeklemd in de opneemruimte tussen beide klemdelen. 10

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestiging zich voltrekt door rotatie van het zadel ten opzichte van het systeem over een hoek van in hoofdzaak 90 graden.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een klemdeel is voorzien van ten minste één uitkragend element en dat het naburig klemdeel is voorzien van een opneemruimte voor het uitkragend element voor onderlinge uitrichting van de klemdelen.

4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klemdelen onderling zijn gekoppeld middels een centrale pen voorzien van een compressieveer voor oplegging van een voorspanning op de klemdelen.

5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk ,dat de klemming het gevolg is 25 van de wisselwerking tussen een schroef met beschermhuls en een drukveer, in zijn geheel gestabiliseerd door de werking van een speciale schroefmoer.

6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste één onderste klemdeel is ingericht voor aangrijping op een zadelpen van het 30 voertuig, waarbij een naar de zadelpen gericht zijde van het onderste klemdeel ten minste gedeeltelijk geprofileerd is uitgevoerd. Η

7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het onderste klemdeel ten I minste gedeeltelijk convex is uitgevoerd voor vormsluitende aangrijping op de zadelpen. I 5

8. Systeem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de onderlinge oriëntatie I tussen de zadelpen en het onderste klemdeel wijzigbaar is.

9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het I bovenste klemdeel in zijn beneden oppervlak twee openingen bevat voor het I 10 binnengaan en verbinden van de pennen van het onderste klemdeel en een uitkraging ter I bevestiging in de uitsparing van het onderste klemdeel en tussen de pennen en de I zijkant twee concave geulen om, in overeenstemming met de geulen van het onderste I klemdeel, de dragers van het zadel te bevestigen en omsluiten, waarbij in het boven I oppervlak een centrale uitsparing is aangebracht om de special schroefmoer en een I 15 drukveer te bevestigen.

10. Systeem volgens een der voorgaande conclusies en conclusie 5, met het I kenmerk, dat de schroefmoer een langgerekte vorm heeft om de druk te verdelen over het gehele bovenste klemdeel om de zijdelingse schommelingen en spanningen van het I 20 zadel tegen te gaan.