NL1025137C2 - Beladingssysteem voor vrachtvervoermiddelen met een laadvloer, in het bijzonder geschikt voor vrachtwagens, alsmede kraan voor toepassing in een dergelijk beladingssysteem. - Google Patents

Description

Titel: Beladingssysteem voor vrachtvervoermiddelen met een laadvloer, in het bijzonder geschikt voor vrachtwagens, alsmede kraan voor toepassing in een dergelijk beladingssysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een beladingssysteem voor vrachtwagens en op een kraan voor toepassing in een dergelijk beladingssysteem. Uit de praktijk zijn beladingssystemen voor vrachtwagens bekend met twee op afstand van elkaar op een open laadbak 5 geplaatste zwenk armen, die evenwijdig aan elkaar in een in hoofdzaak vertikaal vlak gezwenkt kunnen worden voor het op de laadvloer plaatsen van een container, respectievelijk het afzetten van een container. Zo kan een laadbak van een vrachtwagen bijvoorbeeld voor zijbelading zijn voorzien van een eerste zwenkarm die vooraan, dat wil zeggen kort achter de cabine, op 10 de laadvloer is gemonteerd en van een tweede zwenkarm, die nabij het achtereinde van de laadvloer is gemonteerd. Beide zwenkarmen zijn gebruikelijk hydraulisch bedienbaar en kunnen in een vertikaal vlak dwars op de lengterichting van de vrachtwagen zwenken om een van geschikte aangrijpingspunten voorziene container vanaf een positie op de laadvloer 15 naar een positie naast de vrachtwagen te brengen of omgekeerd. De container kan bijvoorbeeld een standaard 20-voets container zijn, die van standaard aangrijpings- en bevestigingspunten is voorzien. In beginsel kunnen op soortgelijke wijze ook eventueel niet standaard uitgevoerde containers worden geladen of afgezet.

20 Voorts zijn uit de praktijk vrachtwagens bekend, waarvan de laadbak of laadvloer is voorzien van een draaibare kraan met een telescopisch uitschuifbare arm, die is voorzien van een hijshaak voor het aangrijpen van te laden of te lossen voorwerpen.

Met het oog op een efficiënte inzetbaarheid van bedrijfsmiddelen 25 bestaat behoefte aan een beladingssysteem voor vrachtwagens waarmee zowel containers als andersoortige lading behandeld kunnen worden. Met de 1025137- 2 voor toepassing op vrachtwagens gebruikelijke kranen ie het niet mogelijk om containers te behandelen, omdat de kranen dan in verband met de beperkte afmetingen van de laadvloer te dicht bij de containeropstelplaats geplaatst zouden moeten worden.

5 Een vrachtwagenbeladingssysteem voor behandeling van zowel containers als andere vracht zou derhalve naast een stel zwenkarmen nog een kraan dienen te omvatten, hetgeen echter extra ruimte en kosten vergt.

De uitvinding beoogt een vrachtwagenbeladingssysteem ter beschikking te stellen, dat zowel geschikt is voor het behandelen van 10 containers als voor het behandelen van ander vrachtgoed, dat normaliter met een autolaadkraan geladen en gelost wordt.

Volgens de uitvinding wordt hiertoe een beladingssysteem voor vrachtwagens daardoor gekenmerkt, dat een aan of op de laadvloer gemonteerde, in een in hoofdzaak vertikaal vlak zwenkbare zwenkarm, en 15 een op afstand van de zwenkarm op de laadvloer gemonteerde kraan, die een om een vertikale as roteerbare kolom en een van een basissectie en een aantal uitschuifbare secties voorziene giek omvat, waarbij de laatste uitschuifbare sectie aan het vrije einde is voorzien van bevestigingsmiddelen voor een lastdrager en waarbij de basissectie is 20 voorzien van een geleidingsconstructie voor een extra lastdrager en van middels beeturingsmiddelen bestuurbare positioneringsmiddelen voor de extra lastdrager, zodanig dat de zwenkarm samen met de extra lastdrager bestuurbaar is om een tussen de zwenkarm en de kraan geplaatste container op de laadvloer respectievelijk van de laadvloer af te plaatsen.

25 In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.

Figuur 1 toont schematisch in zij-aanzicht een voorbeeld van een vrachtwagen voorzien van een beladingssysteem volgens de uitvinding; 1025137- 3 figuur 2 toont schematisch een deel van een achteraanzicht van een vrachtwagen, voorzien van een kraan voor toepassing in een beladingssysteem volgens de uitvinding; figuur 3 toont schematisch een voorbeeld van een 5 geleidingsconstructie voor een kraan voor een beladingssysteem volgens de uitvinding; figuur 4 toont schematisch in zij-aanzicht deels in doorsnede, de geleidingsconstructie van figuur 3; en figuur 5 toont schematisch in perspectief een voorbeeld van een 10 loopwagen voor een geleidingsconstructie voor een kraan voor een beladingssysteem volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch in zij-aanzicht een vrachtwagen 1 met een cabine 2, een open laadbak met een laadvloer3 en een onderstel met een aantal assen met wielstellen 4. De vrachtwagen is geschikt voor zowel 15 containervervoer als vervoer van andersoortige lading. In het getoonde voorbeeld is nabij het achterste einde van de laadvloer een kraan gemonteerd voor het behandelen van lading. Op de laadvloer is een containeropstelplaats ingericht met de gebruikelijke bevestigingsmiddelen 5 voor containers. In de figuur is op de laadvloer een container 6, 20 bijvoorbeeld een standaard 20-voets container, geplaatst. Tussen de cabine 2 en de container, dan wel de containeropstelplaats, is een open ruimte aanwezig, waarin een gebruikelijke, schematisch getoonde zwenkann 7 voor zijbelading van de vrachtwagen is gemonteerd. Een dergelijke zwenkarm dient om een container zijdelings op de laden of af te zetten en kan daartoe 25 in een in hoofdzaak vertikaal vlak om een horizontale, zich in de lengterichting van de vrachtwagen uitstrekkende as, zwenken. De termen horizontaal en vertikaal gelden bij een horizontale stand (in de lengterichting gezien) van de laadvloer.

In feite gaat het om een vlak dat zich dwars op de lengteas van de 30 laadvloer uitstrekt.

1025137- 4

Gebruikelijk is nabij het achterste einde van de laadvloer een tweede soortgelijke zwenkarm aangebracht, zodat een container aan beide uiteinden aangegrepen kan worden en onder besturing van gebruikelijke afstandbesturingsmiddelen tussen de zwenkarmen in hangend afgezet of 5 opgeladen kan worden. Volgens de uitvinding kan echter één der zwenkarmen achterwege gelaten worden en kan de functie van die zwenkarm overgenomen worden door een speciale autolaadkraan 8, die ook geschikt is voor het laden en lossen van andere lading.

De in figuur 1 in zij-aanzicht en in figuur 2 in achteraanzicht 10 getoonde kraan 8 omvat een onderstel 9, waarmee de kraan vast, verplaatsbaar of loeneembaar op de laadvloer is bevestigd, in dit voorbeeld aan het achterste einde daarvan. Aan het onderstel en/of aan de laadvloer of het chassis van de vrachtwagen zijn mtschuifbare steunpoten 10 gemonteerd. Soortgelijke, doch niet getoonde steunpoten kunnen nabij de .15 voorzijde van de laadvloer gemonteerd zijn. Op het onderstel 9 bevindt zich een om een vertikale as 11 draaibare kraankolom 12, die weer een hefarm 13 draagt. Voor de bediening van de hefarm is een hydraulische cilinder 14 aanwezig. Aan het van de kraankolom afgekeerde einde van de hefarm 13 is een knikarm 15 bevestigd, waarvan de stand ten opzichte van de hefarm 20 wordt bestuurd door een cilinder 16. De knikarm vormt een uitschuifbare giek met een basissectie die in een vertikaal vlak zwenkbaar aan de hefarm is bevestigd, en een aantal uitschuifsecties. De eerste uitschuifsectie is aangegeven met 18. Voorts is een laatste uitschuifsectie 20 voorzien en één of meer tussengelegen uitschuifsecties 19. De laatste uitschuifsectie 20 is in 25 dit voorbeeld voorzien van een oog 21 waaraan een lastdrager zoals een lasthaak of dergelijke bevestigd kan worden.

Zoals duidelijk te zien is in figuur 1 en figuur 2, is het niet goed mogelijk om het uiteinde van de laatste uitschuifsectie zodanig boven de container 6 te positioneren, dat deze op de gebruikelijke plaats aangegrepen 30 en opgetild kan worden.

1025137- 5

Dit probleem is volgens de uitvinding opgelost door de basissectie 17 van de knikarm te voorzien van een extra lasthaak 22, die op nog te beschrijven wijze langs de basissectie 17 verschoven kan wórden. In de in figuur 1 getoonde positie bevindt de lasthaak 22 zich aan of nabij het naar 5 de hefarm 13 gekeerde einde van de vaste sectie. De lasthaak 22 kan dan zonder problemen boven de gewenste aankoppelplaats van een container gebracht worden, zoals ook aan de vertikale lijn 23 is te zien. De lasthaak kan via een ketting of dergelijke met de container 6 gekoppeld worden.

De chauffeur van de vrachtwagenkan via de gebruikelijke 10 afstandsbedieningsmiddelen zowel de zwenkarm 7 als de kraan 8 bedienen om deze te laten samenwerken om een container op te laden of af te zetten.

De kraan is hiertoe zodanig ingericht, dat de chauffeur de lasthaak 22 langs de basissectie 17 kan verplaatsen voor een zijdelingse verplaatsing van een container. Aan de onderzijde is de baeissectie van de giek voorzien 15 van een geleidingsconstructie 30 voor de lasthaak.

De geleidingsconstructie 30 omvat in hoofdzaak een van bevestigingsfienzen voorziene geleidingsrail 31, waarlangs een loopwagen 32 kan bewegen die van bevestigingsoren voor een lastdrager zoals een lasthaak 22 of dergelijke is voorzien en die met de geleidingsrail 31 20 samenwerkt, en die is gekoppeld met bestuurbare positioneringsmiddelen, die in het getoonde voorbeeld de vorm hebben van een positioneringestang 33, die enerzijds met de loopwagen en anderzijds met een uitschuifsectie is gekoppeld.

De constructie is zodanig, dat de chauffeur door bediening van de 25 desbetreffende uitschuifsectie, die in dit voorbeeld de eerste uitschuifsectie 18 is, via de positoneringsstang 33 de positie van de lasthaak kan besturen. Bij voorkeur zijn tijdens de bediening van de eerste uitschuifsectie de andere uitschuifsectie s blokkeerbaar, om te voorkomen dat de giek onnodig ver uitschuift en wellicht tegen de grond of obstakels stoot. Op deze wijze 30 kan door rotatie van de kraan om de vertikale as 11, besturing van de 1025137- 6 cilinders 14 en 16, en verschuiving van de lasthaak 20 langs de vaste gieksectie 17 met behulp van de kraan een soortgelijke laad/losbeweging worden uitgevoerd als met de zwenkarm 7.

Voorbeelden van de geleidingsconstructie 30 en de loopwagen zijn 5 nader getoond in de figuren 3,4 en 5.

Figuur 3 toont schematisch in perspectief een voorbeeld van de geleidingsconstructie 30 terwijl figuur 4 een zij-aanzicht toont. De geleidingsconstructie 30 omvat een in hoofdzaak omgekeerd T-vormige geleidingsrail 31, die aan het vrije einde van het vertikale been 34, dat zich 10 in de bedrijfsstand boven bevindt, aan weerszijden is voorzien van bevestigingsflenzen 35,36, die zich van het vertikale been van de T-vorm schuin buitenwaarts en omhoog uitstrekken. De stand van de flenzen is aangepast aan de vorm van de onderzijde van de basissectie 17 van de giek. De flenzen zijn bij voorkeur door middel van lassen aan de vaste gieksectie 15 bevestigd. De getoonde openingen 37 maken het mogelijk om voldoende lasmateriaal aan te brengen. De flenzen zijn in dit voorbeeld, zoals in figuur 4 is te zien, met bouten 38 met verzonken koppen en moeren bevestigd aan de (holle) omgekeerd T-vormige geleidingsrail 31.

Om de uiteinden van de horizontale benen 39 van de omgekeerd 20 T-vormige geleidingsrail grijpt een in dit voorbeeld in dwarsdoorsnede ongeveer C-vormige loopwagen 32, waarvan een uitvoeringsvoorbeeld is getoond in figuur 5. De loopwagen is in het getoonde voorbeeld voorzien van een aantal van uitwendige C-vormige verstevigingsribben 40, die op afstand van elkaar zijn aangebracht. Bij voorkeur zijn de binnenvlakken van de 25 loopwagen voorzien van in de tekening niet nader getoonde glijprofielen. Geschikte glijprofielen of -strippen zijn in de handel verkrijgbaar.

Voorts is de loopwagen aan de onderzijde voorzien van twee oren 41, waartussen een lasthaak 22 kan worden bevestigd. De loopwagen is aan het naar de eerste beweegbare gieksectie gekeerde einde voorzien van twee 1025137- 7 oren 42, waartussen het ene einde van een positioneringsstang 33 kan worden bevestigd, zoals in figuur 4 is te zien.

De positioneringsstang 33 is in de bedrijfstoestand met het andere einde bevestigd aan een uitschuifbaar deel van de giek, in dit voorbeeld de 5 eerste uitschuifsectie 18, die daartoe is voorzien van geschikte bevestigingsmiddelen 44, zoals getoond in figuur 4. De bevestigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld twee korte schuin omhoog en zijwaarts gerichte flenzen 45 omvatten, die tegen de onderzijde van de uitschuifsectie gelast kunnen worden en die zijn voorzien van twee neerhangende oren 46, waartussen een 10 uiteinde van de positioneringsstang 33 bevestigd kan worden. De positioneringsstang 33 is in dit voorbeeld aan beide uiteinden voorzien van een oog 47,48. Andere bevestigingsconstructies zijn natuurlijk mogelijk, bijvoorbeeld met een vork aan één of beide einden van de bevestigingsetang, die dan samenwerkt met een enkel oor van de bevestigingsmiddelen 44 of de 15 loopwagen 32.

Opgemerkt wordt, dat waar in het voorgaande en in de conclusies sprake is van een vrachtwagen, daaronder niet alleen verstaan wordt een van een trekeenheid voorziene wagen, maar ook een aanhanger, oplegger of en op andere wijze verplaatsbare laadvloer van een vrachtvervoermiddel.

20 Voorts wordt opgemerkt, dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo zijn diverse constructieve varianten mogelijk voor de geleidingsconstructie. Voorts is het mogelijk de bedieningsinrichting zodanig programmeerbaar uit te voeren, dat de kraan bijvoorbeeld in een stand ncontainerbehandeling"gezet kan 25 worden en dan automatisch op de gewenste wijze samenwerkt met de zwenkarm. In de tekeningen bevindt de zwenkarm zich nabij de cabine en de kraan aan de achterzijde van de laadvloer. Andere posities van de kraan en de zwenkarm zijn ook mogelijk. De zwenkarm zou zich bijvoorbeeld aan de achterzijde kunnen bevinden en dé kraan juist achter de cabine.

1025137- 8

Voorts kan een kraan voorzien van een geleidingsconstructie en een extra lastdrager zowel in combinatie met een zwenkarm van een zijlaadsysteem e.d. ook afzonderlijk worden toegepast. Ook kan een geleidingsconstructie zoals in combinatie met een autolaadkraan beschreven 5 toegepast worden op andere typen kranen.

De combinatie van de kraan en de zwenkarm kan naar keuze zowel vast, afneembaar als verrijdbaar gemonteerd worden.

Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

10 1025137-

Claims (13)

1. Beladingssysteem voor vrachtvervoermiddelen met een laadvloer, in het bijzonder geschikt voor vrachtwagens, gekenmerkt door een aan of op de laadvloer gemonteerde, in een in hoofdzaak vertikaal vlak zwenkbare zwenkarm, en een op afstand van de zwenkarm op de laadvloer 5 gemonteerde kraan, die een om een vertikale as roteerbare kolom en een van een basissectie en een aantal uitschuifbare secties voorziene giek omvat, waarbij de laatste uitschuifbare sectie aan het vrije einde is voorzien van bevestigingsmiddelen voor een lastdrager en waarbij de basissectie ie voorzien van een geleidingsconstructie voor een extra lastdrager en van 10 middels besturingsmiddelen bestuurbare positioneringsmiddelen voor de extra lastdrager, zodanig dat de zwenkarm samen met de extra lastdrager bestuurbaar is om een tussen de zwenkarm en de kraan geplaatste container op de laadvloer respectievelijk van de laadvloer af te plaatsen.

2. Beladingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 geleidingsconstructie voor de extra lastdrager een onder de basissectie van de giek bevestigde geleidingsrail omvat, waarlangs een loopwagen kan bewegen, die is voorzien van bevestigingsmiddelen voor een lastdrager en die voorts in bedrijf is gekoppeld met positioneringsmiddelen.

3. Beladingssysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 20 positoneringsmiddelen een positioneringsstang omvatten, die is gekoppeld met een uitschuifbare sectie.

4. Beladingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen voor de positioneringsmiddelen zijn ingericht om de genoemde uitschuifbare sectie te besturen.

5. Beladingssysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen zodanig zijn ingericht, dat tijdens de besturing van de positioneringsmiddelen via de genoemde uitschuifbare sectie de andere 1 025137“! uitschuifbare secties in hoofdzaak in de niet uitgeschoven stand gehouden kunnen worden.

6. Beladingssysteem volgens één der conclusies 3 t/m 5, met het kenmerk, dat de positoneringsstang met de eerste uitschuifbare sectie is 5 gekoppeld.

7. Beladingssysteem volgens één der conclusies 2 t/m 6, met het kenmerk, dat de geleidingsrail een omgekeerd T-vormige dwarsdoorsnede heeft en dat de loopwagen in dwarsdoorsnede C-vormig is waarbij de armen van de C-vorm om de uiteinden van de dwarssecties van de T-vorm grijpen.

8. Beladingssysteem volgens één der conclusies 2 t/m 7, met het kenmerk, dat de geleidingsrail is voorzien van op de onderzijde van de basissectie aansluitende en vastgelaste flenzen.

9. Beladingssysteem volgens één der conclusies 2 t/m 8, met het kenmerk, dat de loopwagen aan de langs de geleidingsrail glijdende 15 oppervlakken is voorzien van glijprofielen.

10. Beladingssysteem volgens één der conclusies 1 t/m 9, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen programmeerbaar zijn om de kraan automatisch samen met de vertikale zwenkarm te besturen om een container te behandelen.

11. Vrachtwagen voorzien van een beladingssysteem volgens één der voorgaande conclusies.

12. Kraan ingericht als beschreven in één of meer der conclusies 1 t/m 11 voor toepassing in een beladingssysteem volgens één der conclusies 1 t/m 11.

13. Kraan voorzien van een giek, waarbij de giek een vrij uiteinde heeft dat in bedrijf is voorzien van een lastdrager, met het kenmerk dat de giek voorts aan een nabij het andere einde aangebrachte geleidingsconstructie voor een extra lastdrager alsmede van positioneringsmiddelen voor de extra lastdrager. 30 1025137-