NL1024953C2 - Topventilator met verbeterde bediening. - Google Patents

Description

Topventilator met verbeterde bediening t

De uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-inrichting voor inbouw tussen de bovenzijde van een kozijn en de zich daarboven bevindende muurconstructie, welke 5 inrichting een huis omvat met een binnenzijde en een buitenzijde waar tussen zich een ventilatiedoorgang uitstrekt, een klep die zich dwars ten opzichte van de ventilatie-doorgang uitstrekt en die verplaatsbaar is tussen een geopende en een gesloten toestand voor het vrijgeven respectievelijk afsluiten van de ventilatiedoorgang, alsmede een bedieningsinrichting voor het bedienen van de klep.

10 Een dergelijke ventilatie-inrichting is bekend. Een dergelijke ventilatie-inrichting, die gezien zijn plaatsing ook wel wordt aangeduid als topventilator, wordt direct aangrenzend aan de boven het kozijn zich bevindende muur worden ingebouwd, of zelfs gedeeltelijk in de spouw worden opgenomen. Deze plaatsing houdt in dat de ventilatie-inrichting minder goed toegankelijk is. Eventuele reparaties, bijvoorbeeld van gebreken 15 in de bedieningsinrichting, zijn daardoor niet eenvoudig.

Doel van de uitvinding is daarom een ventilatie-inrichting van het hiervoor genoemde type (topventilator) te verschaffen die dit nadeel niet heeft. Dat doel wordt bereikt doordat de bedieningsinrichting zich tenminste gedeeltelijk uitstrekt over de ventilatiedoorgang.

20 De plaatsing van de bedieningsinrichting aan de binnenzijde van de ventilatie doorgang heeft verscheidene voordelen. Allereerst is de bedieningsinrichting op die plaats goed bereikbaar, waardoor eventuele reparaties gemakkelijk kunnen worden uitgevoerd. Verder heeft die plaatsing het voordeel dat de bedieningsinrichting losneembaar kan zijn bevestigd aan de binnenzijde van het huis. Door de bedieningsinrichting 25 te verwijderen van het huis kan toegankelijkheid daarvan nog verder wórden verbeterd. Dat biedt tevens de mogelijkheid om de bedieningsinrichting in zijn geheel te vervangen. Weliswaar overlapt de bedieningsinrichting de ventilatiedoorgang enigszins, maar de ventilatiecapaciteit blijkt dar nauwelijks onder te lijden.

De ventilatiedoorgang kan aan de binnenzijde van het huis zijn begrensd door 30 twee randen, zodanig dat de bedieningsinrichting kunnen zijn bevestigd aan de randen. De bedieningsinrichting en de klep kunnen met elkaar zijn gekoppeld door een overbrenging, zoals een koppelhefboom. In dat geval kan de koppelhefboom losneembaar zijn gekoppeld met de klep en/of met de bedieningsinrichting.

1 024953 9 ♦ 2

De binnenzijde van de ventilatiedoorgang is gewoonlijk bedekt door een rooster; dat rooster kan bij de inrichting volgens de uitvinding een lengte hebben die gelijk is aan de lengte van de klep minus de breedte van de bedieningsinrichting.

Vervolgens zal uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de 5 figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de topventilator volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een eerste stap bij het samenstellen van de topventilator volgens de uitvinding.

Figuren 2 t/m 4 tonen verdere stappen.

Figuur 5 toont de ingebouwde topventilator.

10 In figuur 1 is een eerste stap getoond van het samenstellen van de topventilator volgens de uitvinding. Deze topventilator bezit een in zijn geheel met 1 aangeduid huis, dat is uitgevoerd als een enkel geëxtrudeerd profiel. Zoals weergegeven in figuur 1 en 2 bezit dit huis 1 een buitenzijde 2 waardoorheen lucht kan worden toegevoerd, en een binnenzijde 3 voor het toevoeren van lucht in de achterliggende ruimte. Aan de buiten-15 zijde 2 is het profiel uitgestanst zodanig dat aldaar dammen 4 zijn overgebleven, tussen welke de lucht kan doorstromen.

De binnenzijde is begrensd door een tweetal randen 5, 6. Tevens is nabij de binnenzijde een schamiergedeelte 7 voorzien, voor het aanbrengen van een (in figuur 1 en 2 niet getoonde) klep 11. Op de randen 5, 6 aan de binnenzijde wordt de in zijn geheel 20 met 8 aangeduide bedieningsinrichting geklikt.

Zoals weergegeven in figuur 3 kan deze bedieningsinrichting langs de randen verschoven worden naar het eindstuk 9 dat zich bevindt aan het eind van het profiel 1, naar de in figuur 4 weergegeven toestand. Nadat vervolgens de klep is aangebracht, hetgeen hierna zal worden toegelicht, kan op de randen 5, 6 vervolgens het rooster 10 25 worden geklikt. Dit rooster 10 heeft een lengte die enigszins kleiner is dan de lengte van het profiel 1, zodanig dat de bedieningsinrichting 8 nauwsluitend op zijn plaats kan worden gehouden tussen het eindstuk 9 en het rooster 10. Deze bedieningsinrichting 8 kan ook aan de andere zijde van het profiel 1, tegen het andere eindstuk (niet getoond) worden geplaatst. In dat geval loopt het rooster 10 door tot aan het andere (niet getoon-30 de) eindstuk.

In de figuren 3 en 4 is op het huis 1 een verder profiel 21 geklikt, en wel op de randen 22,23 daarvan. Het profiel bezit een toegang 24 voor buitenlucht, alsmede een op zich bekende overdrukklep 25. Ook dit profiel 21 is uitgestanst onder vorming van 1024953 3 dammen 26, waar tussendoor de buitenlucht van de toegang 24 naar de buitenzijde 2 van het huis 1 kan stromen.

In de doorsneden van figuur 1 en 2 is getoond dat de klep 11 een schamiergedeel-te 12 heeft, dat draaibaar is opgenomen in het schamiergedeelte 7 van het profiel 1. 5 Deze klep is verplaatsbaar vanuit de in figuur 1 weergegeven geopende stand naar de gesloten stand in figuur 2, waarin het klepgedeelte 13 afdichtend aansluit op de richel 14 van het huis 1.

In figuren 1 en 2 is de bedieningsinrichting 8 nader gedetailleerd weergegeven. De klep 11 is verbonden met de hefboom 15, die zoals getoond in figuur 3 draaibaar 10 rond het schamiergedeelte 16 is opgenomen in het eindstuk 9. Deze hefboom 15 bezit een sleuf 17, waarin een pen 18 steekt (niet getoond) die is bevestigd aan de schijf 19. Aan de schijf 19 is verder de hendel 20 verbonden. Door de hendel 20 op een en neer te bewegen, wordt de schijf 19 heen en weer gedraaid, waarbij via de pen de hefboom 15 en daarmee de klep 11 wordt verdraaid.

15 In figuur 5 is weergegeven dat de ventilatie-inrichting is opgenomen boven een kozijn 27, gedeeltelijk in de spouw 28 tussen het binnenste spouwblad 29 en het buitenste spouwblad 30.

1024953

Claims (12)

1. Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen de bovenzijde van een kozijn en de zich daarboven bevindende muurconstructie, welke inrichting een huis (1) omvat met 5 een binnenzijde (3) en een buitenzijde (2) waar tussen zich een ventilatiedoorgang (20) uitstrekt, een klep (11) die verplaatsbaar is tussen een geopende en een gesloten toestand voor het vrijgeven respectievelijk afsluiten van de ventilatiedoorgang (20), alsmede een bedieningsinrichting (8) voor het bedienen van de klep (11). met het kenmerk dat de bedieningsinrichting (8) zich tenminste gedeeltelijk uitstrekt over de ventilatie- 10 doorgang (20).

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bedieningsinrichting (8) losneembaar is bevestigd aan de binnenzijde (2) van het huis (1).

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij' de ventilatiedoorgang (20) aan de bin nenzijde (3) van het huis (1) is begrensd door twee randen (5, 6), en de bedieningsinrichting (8) is bevestigd aan de randen (5,6).

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de bedieningsinrichting (8) en 20 de klep (11) met elkaar zijn gekoppeld door een overbrenging, zoals een koppelhef- boom (15).

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de koppelhefboom (15) losneembaar is gekoppeld met de klep (11) en/of de bedieningsinrichting (8). 25

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bedieningsinrichting (8) een rotatieorgaan (17) omvatten dat roteerbaar is opgenomen in een bedie-ningshuis( 21), welk rotatieorgaan (19) bedienbaar is door middel van een bedienings-hefboom (15). 30

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de binnenzijde (3) van de ventilatiedoorgang (20) is bedekt door een rooster (10), welk rooster (10) een 1024953 ♦ e lengte heeft die gelijk is aan de lengte van de klep (11) minus de breedte van de bedieningsinrichting (8).

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis (1) tenmin-5 ste een profiel omvat.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis (1) aan beide einden van de klep (11) telkens een eindstuk (9) heeft.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het profiel zich uitstrekt tussen beide eindstukken (9).

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de bedieningsinrichting (8) zich bevinden naast een der eindstukken (9). 15

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klep (11) permanent is bevestigd aan het huis (1). 1024953