BE1018315A5 - Brandwerende ventilatieklep. - Google Patents
Brandwerende ventilatieklep. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1018315A5 BE1018315A5 BE2009/0211A BE200900211A BE1018315A5 BE 1018315 A5 BE1018315 A5 BE 1018315A5 BE 2009/0211 A BE2009/0211 A BE 2009/0211A BE 200900211 A BE200900211 A BE 200900211A BE 1018315 A5 BE1018315 A5 BE 1018315A5
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- valve
- fire
- air flow
- flow channel
- groove
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A62—LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
- A62C—FIRE-FIGHTING
- A62C2/00—Fire prevention or containment
- A62C2/06—Physical fire-barriers
- A62C2/065—Physical fire-barriers having as the main closure device materials, whose characteristics undergo an irreversible change under high temperatures, e.g. intumescent
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A62—LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
- A62C—FIRE-FIGHTING
- A62C2/00—Fire prevention or containment
- A62C2/06—Physical fire-barriers
- A62C2/12—Hinged dampers
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Business, Economics & Management (AREA)
- Emergency Management (AREA)
- Air-Flow Control Members (AREA)
- Control Of Motors That Do Not Use Commutators (AREA)
- Insulated Conductors (AREA)
Abstract
Deze uitvinding betreft een eenvoudige , goedkope en effectieve brandwerende ventilatieklep (1) met een verbeterde brandweerstand, omvattende een luchtdoorstroomkanaal (2), een in het luchtdoorstroomkanaal (2) voorziene klepblad (3) dat roteerbaar is tussen een open stand en een gesloten stand en een strook onder invloed van warmte opzwellend materiaal (4), die voorzien is om na opzwellen en in de gesloten stand van het klepblad (3) de ruimte tussen het klepblad (3) en het luchtdoorstroomkanaal (2) op te vullen, waarbij het klepblad (3) langs zijn omtrek voorzien is van minstens één uitstekende rand (5).
Description
BRANDWERENDE VENTILATIEKLEP
Deze uitvinding betreft een brandwerende ventilatieklep, omvattende een luchtdoorstroomkanaal, een in het luchtdoorstroomkanaal voorziene klepblad dat roteerbaar is van een open stand naar een gesloten stand en omgekeerd en een strook opzwellend materiaal, dat geschikt is om onder invloed van warmte op te zwellen, waarbij deze strook voorzien is om na opzwellen en in de gesloten stand van het klepblad de ruimte tussen het klepblad en het luchtdoorstroomkanaal op te vullen en waarbij het klepblad langs zijn omtrek voorzien is van minstens één uitstekende rand.
Dergelijke brandwerende ventilatiekleppen worden geplaatst bij wanddoorgangen in luchtkanalen om brandvoortplanting tegen te gaan. Bij een eerste type zal bij brand met behulp van een smeltloodmechanisme, dat een veerinrichting activeert, bij 72°C het klepblad naar de gesloten stand gebracht worden. Bij een ander type wordt het klepblad met behulp van een gemotoriseerde inrichting naar de gesloten stand gebracht. Een koude dichting zorgt hierbij voor een afdichting van de ruimte tussen het klepblad en het luchtdoorstroomkanaal. Deze koude dichting is echter niet bestand tegen hogere temperaturen die bij brand optreden. Daarom is een dergelijke brandwerende ventilatieklep ook voorzien van een strook opzwellend materiaal, dat geschikt is om onder invloed van warmte op te zwellen. Dit opzwellend materiaal heeft een relatief hoge dichtheid bij kamertemperatuur, maar zwelt op eens de temperatuur een bepaalde drempelwaarde heeft overschreden. Na opzwellen neemt dit opzwellend materiaal enkele keren zijn volume aan. Het is zo voorzien in de brandwerende ventilatieklep, dat het na opzwellen de ruimte tussen het klepblad en het luchtdoorstroomkanaal opvult en de functie van de koude dichting ovemeemt. Meestal wordt deze strook opzwellend materiaal voorzien in het luchtdoorstroomkanaal. In de brandwerende ventilatieklep uit DE 295 07 931 UI is deze strook opzwellend materiaal voorzien langs de omtrek van het klepblad.
De kans bestaat echter dat dit opzwellend materiaal onder invloed van de luchtstroming in het luchtkanaal waarin deze brandwerende ventilatieklep is opgenomen uit de ruimte tussen het klepblad en het luchtdoorstroomkanaal wordt gezogen, zodat dit materiaal na opzwellen niet meer de volledige ruimte vult. De brandwerendheid van een dergelijke brandwerende ventilatieklep reduceert hierdoor aanzienlijk.
In de brandwerende ventilatieklep uit WO 2007/068786 Al wordt daarom een afscherming voorzien die het opzwellend materiaal, dat aan het klepblad is bevestigd, afschermt, zodat het niet kan meegezogen worden in het luchtkanaal onder invloed van de hierin aanwezige luchtstroom. Hiermee wordt een mechanische dichting bekomen waarbij de afscherming door het opzwellend materiaal tegen het luchtdoorstroomkanaal wordt gedrukt. Het voorzien van een afscherming is een dure oplossing. De brandwerendheid hiervan is bovendien lager dan wanneer het opzwellend materiaal de ruimte tussen het klepblad en het luchtdoorstroomkanaal volledig kan vullen zonder weggezogen te worden.
Een andere veel gebruikte oplossing voor het bovengenoemde probleem is het verbreden van het klepblad en van de strook opzwellend materiaal. Hiermee wordt de kans op het zodanig wegzuigen van het materiaal dat de ruimte niet langer afgesloten is sterk gereduceerd. Deze oplossing is echter eveneens een dure oplossing.
In de brandwerende ventilatieklep uit EP 0 595 729 Al is een vloeistofreservoir voorzien in een groef in het luchtdoorstroomkanaal waarbij bij brand en in gesloten stand van de brandwerende ventilatieklep de vloeistof vrij komt en door het absorberende klepblad wordt opgenomen om zo het klepblad koel te houden. Het opzwellend materiaal kan als gevolg hiervan slechts aan beide zijden van de doorlaatopening van het vloeistoffeservoir aangebracht worden, zodat om een goede dichting te verzekeren, ook hier het klepblad relatief breed dient uitgevoerd te worden. Deze brandwerende ventilatieklep is bovendien complexer opgebouwd om een goede koeling van het klepblad bij brand te kunnen verzekeren. Naar bovengenoemd probleem toe vormt dit een dure oplossing.
De brandwerende ventilatiekleppen uit EP O 816 774 Al en DE 88 12 475 UI omvatten een klepblad dat voorzien is van een uitstekende rand, waarbij de vorm van het luchtdoorstroomkanaal hier complementair aan is uitgevoerd. Op deze manier kan men een betere dichting bekomen bij brand, waarbij opzwellend materiaal dat naast deze rand is aangebracht niet meegezogen kan worden in het luchtdoorstroomkanaal. De complementaire vorm van het luchtdoorstroomkanaal vormt echter een grote vernauwing van het luchtdoorstroomkanaal. Dit zorgt voor grote drukverliezen in dit kanaal, zodat hierdoor een grotere dimensionering van de bijhorende ventilatie-inrichtingen is vereist. Het geheel vormt dan ook eveneens een dure oplossing voor het gestelde probleem.
Het doel van deze uitvinding is dan ook te voorzien in een brandwerende ventilatieklep met een verbeterde brandweerstand die op een eenvoudige manier en op een goedkopere en effectievere manier dan bij de stand van de techniek bekomen wordt.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een brandwerende ventilatieklep omvattende een luchtdoorstroomkanaal, een in het luchtdoorstroomkanaal voorziene klepblad dat roteerbaar is van een open stand naar een gesloten stand en omgekeerd en een strook opzwellend materiaal, dat geschikt is om onder invloed van warmte op te zwellen, waarbij deze strook voorzien is om na opzwellen en in de gesloten stand van het klepblad de ruimte tussen het klepblad en het luchtdoorstroomkanaal op te vullen, waarbij het klepblad langs zijn omtrek voorzien is van minstens één uitstekende rand en waarbij de strook opzwellend materiaal breder is uitgevoerd dan de breedte van het klepblad.
In deze brandwerende ventilatieklep wordt bij brand, wanneer het klepblad roteert naar zijn gesloten stand, zich daarna in de gesloten stand bevindt en wanneer daarna onder invloed van de bij de brand vrijkomende warmte het opzwellend materiaal opzwelt en de ruimte tussen het klepblad en het luchtdoorstroomkanaal opvult, een betere borging van het klepblad bekomen dan bij de stand van de techniek. Het opzwellend materiaal zal nu namelijk het klepblad minstens gedeeltelijk omsluiten door niet alleen tegen de rand van het klepblad op te zwellen, maar ook tegen de uitstekende rand. Dit materiaal wordt dan ook niet alleen door de rand van het klepblad, maar ook door deze uitstekende rand tegengehouden. Het risico uit de stand van de techniek, waarbij het opzwellend materiaal onder invloed van de luchtstroming in het luchtkanaal, waarin de brandwerende klep is opgenomen, meegezogen wordt en niet langer de ruimte tussen het klepblad en het luchtdoorstroomkanaal volledig opvult, is hierbij dan ook sterk gereduceerd.
Dankzij deze verbeterde borging van het opgezwollen opzwellend materiaal hoeven het klepblad en de strook opzwellend materiaal niet langer verbreed uitgevoerd te worden voor het bekomen van een zelfde brandwerendheid, wat de materiaalkosten van de brandwerende ventilatieklep aanzienlijk reduceert.
Bij voorkeur is in het luchtdoorstroomkanaal van een dergelijke brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding voorzien van een groef die het klepblad in zijn gesloten stand langs zijn omtrek omringt.
Het opzwellend materiaal wordt dan ook niet alleen beter geborgd doordat dit door de rand van het klepblad en de uitstekende rand ervan wordt tegengehouden, maar vult nu ook de groef in het luchtdoorstroomkanaal en wordt hierin vastgehouden.
Bij voorkeur is een dergelijke brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding verder langs zijn omtrek voorzien van minstens twee uitstekende randen, die samen een groef afbakenen.
Bij brand zal dan in de gesloten stand van het klepblad en na opzwellen van het opzwellend materiaal dit materiaal ook de groef in dit klepblad opvullen en hierin vastgehouden worden. Dit materiaal wordt dan ook vastgehouden in de groef in het luchtdoorstroomkanaal, in de groef in het klepblad en langs de rand van het klepblad. Op deze manier wordt dan ook een drievoudige borging van het opzwellend materiaal bekomen, zodat de brandwerendheid van de brandwerende ventilatieklep nog verder verhoogd is.
Bij een eerste specifieke uitvoeringsvorm van een dergelijke brandwerende ventilatieklep volgens de uitvinding is de strook opzwellend materiaal in de groef in het klepblad aangebracht.
Nog meer specifiek omvat deze brandwerende ventilatieklep dan een tweede strook opzwellend materiaal, dat geschikt is om onder invloed van warmte op te zwellen, waarbij deze strook in de groef in het luchtdoorstroomkanaal is aangebracht.
Bij een tweede specifieke uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding is de strook onder invloed van warmte opzwellend materiaal enkel in de groef in het luchtdoorstroomkanaal aangebracht.
Bij een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding is de groef in het luchtdoorstroomkanaal verder breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvoeringsvormen van brandwerende ventilatiekleppen aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 in doorsnede een detail van een eerste uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding is weergegeven; - figuur 2 schetsmatig in doorsnede in een detail van het luchtdoorstroomkanaal, het klepblad en het opzwellend materiaal van een uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding uit figuur 1 is weergegeven hoe bij een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding na opzwellen van het opzwellend materiaal en in gesloten toestand van het klepblad een betere borging van dit klepblad wordt bekomen; - figuur 3 schetsmatig in doorsnede een detail van het luchtdoorstroomkanaal, het klepblad en het opzwellend materiaal van een tweede uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding in doorsnede is weergegeven; - figuur 4 schetsmatig in doorsnede een detail van het luchtdoorstroomkanaal, het klepblad en het opzwellend materiaal van een derde uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding in doorsnede is weergegeven; - figuur 5 schetsmatig in doorsnede een detail van het luchtdoorstroomkanaal, het klepblad en het opzwellend materiaal van een vierde uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding in doorsnede is weergegeven; - figuur 6 schetsmatig in doorsnede een detail van het luchtdoorstroomkanaal, het klepblad en het opzwellend materiaal van een vijfde uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep volgens deze uitvinding in doorsnede is weergegeven.
Brandwerende ventilatiekleppen (1) volgens deze uitvinding worden geplaatst bij wanddoorgangen in luchtkanalen om brandvoortplanting tegen te gaan.
De brandwerende ventilatiekleppen (1) zoals afgebeeld in de figuren 1 tot en met 6 omvatten een luchtdoorstroomkanaal (2). Dit luchtdoorstroomkanaal (2) heeft bij voorkeur een doorsnede corresponderend met de doorsnede van het luchtkanaal waarin de brandwerende ventilatieklep (1) wordt opgenomen. Dit kan voor de gekende luchtkanalen een ronde doorsnede zijn of een rechthoekige doorsnede. Het luchtdoorstroomkanaal (2) is vuurvast uitgevoerd en kan bijvoorbeeld uit gegalvaniseerd staal vervaardigd zijn. Deze kan bijvoorbeeld uit plaatstaal (10) geplooid worden.
Deze brandwerende ventilatiekleppen (1) omvatten verder een klepblad (3) dat in het luchtdoorstroomkanaal (2) roteerbaar is aangebracht van een open stand naar een gesloten stand en omgekeerd. Het klepblad (3) is eveneens vuurvast en kan bijvoorbeeld vochtbestendig uitgevoerd zijn.
Het klepblad (3) is langs zijn omtrek voorzien van minstens één uitstekende rand (5) . Het luchtdoorstroomkanaal (2) is voorzien van een groef (7) die het klepblad (3) in zijn gesloten stand langs zijn omtrek omringt.
Daarnaast omvatten deze brandwerende ventilatiekleppen (1) ook een strook opzwellend materiaal (4) dat geschikt is om onder invloed van warmte op te zwellen, waarbij deze strook (4) voorzien is om na opzwellen en in de gesloten stand van het klepblad (3) de ruimte tussen het klepblad (3) en het luchtdoorstroomkanaal (2) op te vullen.
Het klepblad (3) van de brandwerende ventilatieklep (1) zoals afgebeeld in figuur 1 is langs zijn omtrek voorzien van twee uitstekende randen (5) die samen een groef (6) afbakenen. De strook opzwellend materiaal (4) van deze ventilatieklep (1) is in de groef (7) van het luchtdoorstroomkanaal (2) aangebracht. Deze groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Ook de strook opzwellend materiaal (4) die in deze groef (7) is aangebracht is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3).
In figuur 1 is in doorsnede een detail van een eerste uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep (1) volgens deze uitvinding weergegeven. Deze brandwerende ventilatieklep (1) is in een wanddoorgang in een vaste wand (8) aangebracht. Deze zou even goed in een vloer of een plafond of een flexibele wand aangebracht kunnen worden.
Het klepblad (3) van deze uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep (1), is langs zijn omtrek voorzien van twee uitstekende randen (5), die samen een groef (6) vormen. De strook opzwellend materiaal (4) van deze ventilatieklep (1) is in de groef (7) van het luchtdoorstroomkanaal (2) aangebracht. Deze groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Ook de strook opzwellend materiaal (4) die in deze groef (7) is aangebracht, is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3).
Verder is deze brandwerende ventilatieklep (1) voorzien van een koude dichting (9), voor afsluiten van de ruimte tussen het klepblad (3) en het luchtdoorstroomkanaal (2) vooraleer de strook opzwellend materiaal (4) is opgezwollen. Deze koude dichting (9) is hier voorzien in het luchtdoorstroomkanaal (2) maar kan even goed voorzien zijn aan de rand van klepblad (3) aan de omtrek hiervan.
In figuur 2 is schetsmatig in doorsnede met een detail van het luchtdoorstroomkanaal (2), het klepblad (3) en het opgezwollen opzwellend materiaal (4) weergegeven hoe bij een brandwerende ventilatieklep (1) zoals afgebeeld in figuur 1 na opzwellen van het opzwellend materiaal (4) en in gesloten toestand van het klepblad (3) een betere borging van het klepblad (3) wordt bekomen dan bij de stand van de techniek.
In deze brandwerende ventilatieklep (1) zal bij brand, wanneer het klepblad sluit, zich daarna in de gesloten stand bevindt en wanneer daarna onder invloed van de bij de brand vrijkomende warmte het opzwellend materiaal (4) opzwelt en de ruimte tussen het klepblad (3) en het luchtdoorstroomkanaal (2) opvult, het opzwellend materiaal (4) enerzijds de groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) opvullen en hierin vastgehouden worden. Anderzijds zal het opzwellend materiaal (4) ook het klepblad (3) minstens gedeeltelijk omsluiten door niet alleen tegen de rand van het klepblad (3) op te zwellen, maar ook de groef (6) in dit klepblad (3) op te vullen en hierin vastgehouden te worden. Dit materiaal wordt dan ook vastgehouden in de groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2), in de groef (6) in het klepblad (3) en langs de rand van het klepblad (3). Op deze manier wordt dan ook een drievoudige borging van het opzwellend materiaal (4) bekomen, zodat de brandwerendheid van de brandwerende ventilatieklep (1) nog verder verhoogd is. Het risico uit de stand van de techniek waarbij het opzwellend materiaal (4) onder invloed van de luchtstroming in het luchtkanaal, waarin de brandwerende ventilatieklep (1) is opgenomen, meegezogen wordt en niet langer de ruimte tussen het klepblad (3) en het luchtdoorstroomkanaal (2) volledig opvult, is hierbij dan ook sterk gereduceerd.
In de figuren 3 tot en met 6 zijn verder verschillende alternatieve uitvoeringsvormen afgebeeld om aan te tonen dat de uitvinding onder verschillende vormen gerealiseerd kan worden, waarbij telkens een betere borging van het klepblad (3) na opzwellen van het opzwellend materiaal (4) bekomen wordt dan bij de stand van de techniek.
Het klepblad (3) van de tweede uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep (1), zoals afgebeeld in figuur 3, is langs zijn omtrek voorzien van twee uitstekende randen (5) die samen een groef (6) afbakenen. De strook opzwellend materiaal (4) van deze ventilatieklep (1) is in deze groef (6) aangebracht. De groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Na opzwellen van het opzwellend materiaal (4) wordt dit materiaal hier opnieuw vastgehouden in de groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2), in de groef (6) in het klepblad (3) en langs de rand van het klepblad (3), zodat opnieuw een drievoudige borging van het klepblad (3) wordt bekomen.
Het klepblad (3) van de derde uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep (1), zoals afgebeeld in figuur 4, is langs zijn omtrek voorzien van één uitstekende rand (5). De strook opzwellend materiaal (4) van deze ventilatieklep (1) is in de groef (7) van het luchtdoorstroomkanaal (2) aangebracht. Deze groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Ook de strook opzwellend materiaal (4), die in deze groef (7) is aangebracht, is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Na opzwellen van het opzwellend materiaal (4) wordt dit materiaal hier vastgehouden in de groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2), tegen de uitstekende rand (5) van het klepblad (3) en langs de rand van het klepblad (3).
Het klepblad (3) van de vierde uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep (1), zoals afgebeeld in figuur 5, is langs zijn omtrek voorzien van twee uitstekende randen (5), die samen een groef (6) afbakenen. Zowel in de groef van het klepblad (3) als in de groef (7) van het luchtdoorstroomkanaal (2) is een strook opzwellend materiaal (4) aangebracht. De groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Ook de strook opzwellend materiaal (4) die in deze groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is aangebracht, is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Na opzwellen van het opzwellend materiaal (4) wordt dit materiaal hier opnieuw vastgehouden in de groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2), in de groef (6) in het klepblad (3) en langs de rand van het klepblad (3), zodat opnieuw een drievoudige borging van het klepblad (3) wordt bekomen.
Het klepblad (3) van de vijfde uitvoeringsvorm van een brandwerende ventilatieklep (1) , zoals afgebeeld in figuur 6, is langs zijn omtrek voorzien van twee uitstekende randen (5) die samen een gebogen groef (6) afbakenen. De strook opzwellend materiaal (4) van deze ventilatieklep (1) is in de groef (7) van het luchtdoorstroomkanaal (2) aangebracht. Deze groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Ook de strook opzwellend materiaal (4) die in deze groef (7) is aangebracht, is breder uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3). Na opzwellen van het opzwellend materiaal (4) wordt dit materiaal hier opnieuw vastgehouden in de groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2), in de groef (6) in het klepblad (3) en langs de rand van het klepblad (3), zodat opnieuw een drievoudige borging van het klepblad (3) wordt bekomen.
Claims (7)
1. Brandwerende ventilatieklep (1) omvattende een luchtdoorstroomkanaal (2), een in het luchtdoorstroomkanaal (2) voorziene klepblad (3) dat roteerbaar is van een open stand naar een gesloten stand en omgekeerd en een strook opzwellend materiaal (4), dat geschikt is om onder invloed van warmte op te zwellen, waarbij deze strook (4) voorzien is om na opzwellen en in de gesloten stand van het klepblad (3) de ruimte tussen het klepblad (3) en het luchtdoorstroomkanaal (2) op te vullen, en waarbij het klepblad (3) langs zijn omtrek voorzien is van minstens één uitstekende rand (5), met het kenmerk dat de strook opzwellend materiaal (4) breder is uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3).
2. Brandwerende ventilatieklep (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het luchtdoorstroomkanaal (2) voorzien is van een groef (7) die het klepblad (3) in zijn gesloten stand langs zijn omtrek omringt.
3. Brandwerende ventilatieklep (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het klepblad (3) langs zijn omtrek voorzien is van minstens twee uitstekende randen (5), die samen een groef (6) afbakenen.
4. Brandwerende ventilatieklep (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de strook opzwellend materiaal (4) in de groef (6) in het klepblad (3) is aangebracht.
5. Brandwerende ventilatieklep (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat deze ventilatieklep (1) een tweede strook opzwellend materiaal (4) omvat, dat geschikt is om onder invloed van warmte op te zwellen, waarbij deze strook (4) in de groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is aangebracht.
6. Brandwerende ventilatieklep (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de strook onder invloed van warmte opzwellend materiaal (4) in de groef (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) is aangebracht.
7. Brandwerende ventilatieklep (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de groef (6) in het luchtdoorstroomkanaal (2) breder is uitgevoerd dan de breedte van het klepblad (3).
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2009/0211A BE1018315A5 (nl) | 2009-04-06 | 2009-04-06 | Brandwerende ventilatieklep. |
ES10003324T ES2366427T3 (es) | 2009-04-06 | 2010-03-29 | Compuerta contra incendios. |
EP10003324A EP2239014B1 (en) | 2009-04-06 | 2010-03-29 | Fire damper |
SI201030005T SI2239014T1 (sl) | 2009-04-06 | 2010-03-29 | Duĺ ilec ognja |
PL10003324T PL2239014T3 (pl) | 2009-04-06 | 2010-03-29 | Przepustnica przeciwpożarowa |
AT10003324T ATE514459T1 (de) | 2009-04-06 | 2010-03-29 | Brandschutz-absperrvorrichtung |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2009/0211A BE1018315A5 (nl) | 2009-04-06 | 2009-04-06 | Brandwerende ventilatieklep. |
BE200900211 | 2009-04-06 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1018315A5 true BE1018315A5 (nl) | 2010-08-03 |
Family
ID=41278307
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2009/0211A BE1018315A5 (nl) | 2009-04-06 | 2009-04-06 | Brandwerende ventilatieklep. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2239014B1 (nl) |
AT (1) | ATE514459T1 (nl) |
BE (1) | BE1018315A5 (nl) |
ES (1) | ES2366427T3 (nl) |
PL (1) | PL2239014T3 (nl) |
SI (1) | SI2239014T1 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ITVI20120304A1 (it) * | 2012-11-12 | 2014-05-13 | Mp3 S R L | Struttura di supporto per serranda tagliafuoco e serranda tagliafuoco comprendente tale struttura di supporto |
DK2823862T3 (en) * | 2013-07-10 | 2017-01-09 | Ekovent Ab | VENTILATION SYSTEM DUMPING DEVICE |
US10323856B2 (en) | 2015-05-22 | 2019-06-18 | Superposed Associates Llc | Passive ductwork intumescent fire damper |
US10363443B2 (en) | 2016-06-30 | 2019-07-30 | Superposed Associates Llc | Passive ductwork intumescent fire damper |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7136474U (de) * | 1972-02-24 | Gebr Trox Gmbh | Sperre für Brandabschnitte in Lüftungsund Klimaanlagen | |
US3980272A (en) * | 1974-05-16 | 1976-09-14 | Nittan Company, Limited | Fire smoke damper |
DE8812475U1 (de) * | 1988-10-04 | 1988-11-17 | Wildeboer, Werner, Dipl.-Ing., 2952 Weener | Luftdurchlaß mit einer Absperrvorrichtung gegen Feuer und Rauch (Brandschutzklappe) für eine Decke |
EP0595729A1 (fr) * | 1992-10-29 | 1994-05-04 | France Air S.A. | Ralentisseur thermique pour appareil de ventilation destiné à la protection contre l'incendie |
DE29507931U1 (de) * | 1995-05-13 | 1995-08-10 | Wildeboer, Werner, Dipl.-Ing., 26826 Weener | Absperrelement für eine Brandschutz-Absperrvorrichtung |
EP0816774A1 (fr) * | 1996-06-24 | 1998-01-07 | Aldes Aeraulique | Dispositif d'obturation d'un conduit de ventilation, notamment clapet coupe-feu ou volet de désenfumage |
EP2062617A1 (en) * | 2007-08-01 | 2009-05-27 | Ruskin Air Management Limited | A damper |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FI118457B (fi) | 2005-12-13 | 2007-11-30 | Flaekt Woods Ab | Palopellin sulkuläppä |
-
2009
- 2009-04-06 BE BE2009/0211A patent/BE1018315A5/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-03-29 AT AT10003324T patent/ATE514459T1/de active
- 2010-03-29 ES ES10003324T patent/ES2366427T3/es active Active
- 2010-03-29 PL PL10003324T patent/PL2239014T3/pl unknown
- 2010-03-29 EP EP10003324A patent/EP2239014B1/en active Active
- 2010-03-29 SI SI201030005T patent/SI2239014T1/sl unknown
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7136474U (de) * | 1972-02-24 | Gebr Trox Gmbh | Sperre für Brandabschnitte in Lüftungsund Klimaanlagen | |
US3980272A (en) * | 1974-05-16 | 1976-09-14 | Nittan Company, Limited | Fire smoke damper |
DE8812475U1 (de) * | 1988-10-04 | 1988-11-17 | Wildeboer, Werner, Dipl.-Ing., 2952 Weener | Luftdurchlaß mit einer Absperrvorrichtung gegen Feuer und Rauch (Brandschutzklappe) für eine Decke |
EP0595729A1 (fr) * | 1992-10-29 | 1994-05-04 | France Air S.A. | Ralentisseur thermique pour appareil de ventilation destiné à la protection contre l'incendie |
DE29507931U1 (de) * | 1995-05-13 | 1995-08-10 | Wildeboer, Werner, Dipl.-Ing., 26826 Weener | Absperrelement für eine Brandschutz-Absperrvorrichtung |
EP0816774A1 (fr) * | 1996-06-24 | 1998-01-07 | Aldes Aeraulique | Dispositif d'obturation d'un conduit de ventilation, notamment clapet coupe-feu ou volet de désenfumage |
EP2062617A1 (en) * | 2007-08-01 | 2009-05-27 | Ruskin Air Management Limited | A damper |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
SI2239014T1 (sl) | 2011-12-30 |
PL2239014T3 (pl) | 2011-10-31 |
EP2239014A1 (en) | 2010-10-13 |
EP2239014B1 (en) | 2011-06-29 |
ES2366427T3 (es) | 2011-10-20 |
ATE514459T1 (de) | 2011-07-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1018315A5 (nl) | Brandwerende ventilatieklep. | |
US10222089B2 (en) | Damper with integrated blade stop | |
US11009253B2 (en) | Vent structure | |
CN108778910B (zh) | 排放阀 | |
AT513226B1 (de) | Brandschutzeinrichtung | |
RU2009104146A (ru) | Структура, относящаяся к пожарной безопасности | |
RU2523224C2 (ru) | Клапан приточной вентиляции | |
EP1779901A3 (en) | Fire damper | |
ES2262057T3 (es) | Dispositivo para combatir un fuego originado en un aseo de una avion. | |
US20180001122A1 (en) | Passive ductwork intumescent fire damper | |
FI120848B (fi) | Savukaasupelti | |
CN102343129B (zh) | 换气扇用的防火闸 | |
CN100537322C (zh) | 用于防火壁的防火滑动门组件 | |
JP6470504B2 (ja) | 窓 | |
BE1019828A3 (nl) | Brandwerende vlinderklep. | |
CS271622B1 (en) | Safety cut-off fire flap with low air resistance | |
JPWO2021124875A5 (nl) | ||
SE7805197L (sv) | Sett till skydd mot spridning av brand- och brandgas genom ventilationskanal, oppning, byggnadsdel eller dylikt | |
CN214888938U (zh) | 一种消防用防火阀 | |
FI12302U1 (fi) | Palopelti | |
EP1736080B1 (en) | Slot-type letterbox | |
RU2470683C1 (ru) | Противопожарное заграждение | |
JP5874784B2 (ja) | ケーシング体、該ケーシング体を備えた空気調和機及び該ケーシング体を用いたケーシング体開放方法 | |
CN217029979U (zh) | 一种病区风管的防火调节阀 | |
GB2506335A (en) | Duct hatch assembly |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20130430 |