NL1024627C2 - Plukmachine voor gevogelte. - Google Patents

Plukmachine voor gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL1024627C2
NL1024627C2 NL1024627A NL1024627A NL1024627C2 NL 1024627 C2 NL1024627 C2 NL 1024627C2 NL 1024627 A NL1024627 A NL 1024627A NL 1024627 A NL1024627 A NL 1024627A NL 1024627 C2 NL1024627 C2 NL 1024627C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
poultry
station
picking
water
nozzles
Prior art date
Application number
NL1024627A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Eliza Hazenbroek
Original Assignee
Systemate Group Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Systemate Group Bv filed Critical Systemate Group Bv
Priority to NL1024627A priority Critical patent/NL1024627C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1024627C2 publication Critical patent/NL1024627C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/04Scalding, singeing, waxing, or dewaxing poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/02Plucking mechanisms for poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

Plukmachine voor gevogelte.
De uitvinding heeft betrekking op een plukmachine voor gevogelte. De uitvinding heeft voorts betrekking op een transporthaak voor transport van gevogelte door een plukmachine danwel door andere bewerkingsstations van een 5 slachtlijn.
Een bekende plukmachine is omschreven in Nederlands octrooi 1013532. De daaruit bekende plukmachine is aangebracht op een verrijdbaar gestel en omvat een aantal stations, respectievelijk een verdovingsstation, een 10 station voor het doden van gevogelte, een uitbloedstation, een wasstation en een plukstation. In het wasstation wordt verwarmd water op het gevogelte gesproeid om het latere plukken te bevorderen. Het water dat hiervoor gebruikt wordt is afkomstig van hergebruik, na te zijn gefilterd.
15 De bekende inrichting heeft door zijn beperkte lengte een beperkte capaciteit. Om de capaciteit te vergroten zou de inrichting een veel grotere proceslengte moeten verkrijgen, waardoor de compactheid verloren zou gaan.
20 Een ander probleem is dat met deze plukinrichting weliswaar een broeibad overbodig is geworden, en daardoor kruisbesmetting beperkt is, door het hergebruik van het sproeiwater de geplukte karkassen nog eens moeten worden gereinigd.
25 Een doel van de uitvinding is om in althans een van deze aspecten verbetering te brengen.
10 ü 46 2 7 2
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een plukmachine voor gevogelte, omvattend een station voor het laten bloeden van het gevogelte, een benedenstrooms daarvan opgesteld voorbehandelingsstation voor het 5 met verwarmd water besproeien van het gevogelte, en een benedenstrooms daarvan opgesteld plukstation waarin de veren van het gevogelte worden verwijderd, waarbij althans twee stations althans gedeeltelijk boven elkaar geplaatst zijn. Door de etagebouw kan het benodigde oppervlak gehal-10 veerd worden, zodat met een hoge capaciteit toch een compacte inrichting wordt verkregen. In slachterijen zal de hoogte van de hal hierbij doorgaans geen beperking vormen. Een verder voordeel is dat men indien gewenst de fysische omstandigheden in het ene station de fysische 15 omstandigheden in een ander station kan laten beïnvloeden, waardoor op energie bespaard kan worden. Opgemerkt wordt dat met het bloedstation tevens het verdoof-station en het dood-station bedoeld kunnen zijn.
Het plukstation en het bloedstation kunnen echter 20 boven elkaar geplaatst zijn, waardoor zij eikaars omgeving zo min mogelijk beïnvloeden.
Bij voorkeur is de plukmachine boven het bloedstation en daaropvolgend deel van het voorbereidingssta-tion geplaatst, waardoor het grootste watertransport in de 25 onderste verdieping kan blijven.
Bij voorkeur omvat het voorbereidingsstation een eerste deelstation met eerste sproeiers voor het sproeien van verwarmd water op het gevogelte, alsmede met eerste opvangmiddelen voor het opvangen van gesproeid water en 30 middelen voor het terugvoeren van opgevangen water naar de sproeiers. Bij voorkeur omvat het voorbereidingsstation een daaropvolgend tweede deelstation met tweede sproeiers voor het sproeien van verwarmd vers water op het gevogelte. Hierdoor wordt er voor gezorgd dat het gevogelte gereinigd 35 de plukmachine ingaat, zodat een na-reiniging niet meer nodig is.
Bij voorkeur zijn de tweede sproeiers ingericht voor het verstuiven van het water voor het vormen van een 1 024627 3 warme nevel, waardoor de plaatsen waar de veerpennen vast zitten nog beter voorbereid zijn op het plukken en dat plukken efficiënter plaatsvindt. Het vers-watergebruik kan hierbij beperkt blijven.
5 Dergelijke tweede sproeiers kunnen eventueel ook in het plukstation zijn opgesteld.
In een uitvoeringsvorm zijn eerste en/of tweede sproeiers roteerbaar geplaatst. Bij voorkeur omvat het voorbereidingsstation middelen voor het zwenken van de 10 eerste en/of tweede sproeiers. Hierdoor kan zelfs met een beperkt aantal sproeiers de plaatsen waar de veerpennen vast zitten beter bereikt worden.
De compactheid wordt vergroot indien de plukin-richting een hangtransporteur omvat die zich achtereenvol-15 gens door de genoemde stations uitstrekt en een gesloten omlopende baan vormt. De hangtransporteur kan een invoer-station bepalen voor opname van het te plukken gevogelte, dat aan dezelfde zijde van de plukinrichting gelegen is als een uitvoerstation waar het gevogelte verwijderd wordt. 20 Hierdoor kan de plukinrichting naar de ander zijden gesloten gehouden worden, zoals door plaatwerk. De invoer en de uitvoer kunnen plaatsvinden via een gemeenschappelijke opening in een zijde.
Behalve voor een invoer en een uitvoer die naast 25 elkaar aan dezelfde zijde of om een hoek gelegen kunnen zijn, is de machine bij voorkeur alzijdig afgesloten.
Indien het invoerstation gelegen is op een hoogte tussen het traject van de hangtransporteur door het bloedstation en het traject van de hangtransporteur door 30 het plukstation kan de hoogte van de verdieping met bloed-stations beperkt worden gehouden.
De hoogte van de verdiepingen kan verder beperkt gehouden worden indien voor de hangtransporteur gebruik gemaakt wordt van transporthaken voor het gevogelte, welke 35 zijn vervaardigd uit plaatmateriaal, bij voorkeur van roestvast staal en een opstaande plaatdeel omvatten voor bevestiging aan een voortbewogen trolley en een steunplaat voor het vormen van een ophangpunt voor de poten van het 1024627 4 gevogelte, waarbij de steunplaat voorzien is van twee gleuven voor opname van de poten van het gevogelte. Dergelijke transporthaken zijn relatief stijf, in vergelijking met de bekende lange beugelvormige haken, en kunnen in 5 hoogte beperkt worden gehouden.
Bij voorkeur gaan de gleuven over in schuin omhoog staande invoergleuven met invoeropeningen, waarbij de transporthaak voorzien is van opsluiters, die beweegbaar zijn tussen een de invoergleuf vrijlatende stand en een de 10 invoergleuf afsluitende stand, waarbij de opsluiters onder invloed van zwaartekracht vanzelf naar de afsluitende stand bewegen en door invoeren van een poot tijdelijk naar de open stand gedwongen kunnen worden. De poten hoeven niet geklemd te zijn, hetgeen van belang is in verband met het 15 levend invoeren van het gevogelte. De poten kunnen gemakkelijk, in een doorgaande beweging worden ingevoerd en zijn automatisch dan opgesloten. De bij het plukken uitgeoefende krachten kunnen de poten niet vrij maken.
De opsluiters kunnen gevormd worden door op de 20 steunplaat scharnierend aangebrachte opsluitarmen, waarmee een eenvoudige constructie verkregen is.
Bij voorkeur zijn de transporthaken met de opstaande plaat slechts in een verticaal vlak dat de transportrichting bevat schamierbaar met de trolley 25 verbonden en worden zij door de trolley beperkt danwel belemmerd in een beweging in een verticaal vlak loodrecht op de transportrichting. Hierdoor wordt een slingerbeweging in dwarsrichting als gevolg van het plukken tegengegaan, waardoor het plukken effectiever is.
30 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een plukmachine voor gevogelte, omvattend een station voor het laten bloeden van het gevogelte, een benedenstrooms daarvan opgesteld voorbehandelingsstation voor het met verwarmd water besproeien van het gevogelte, en een 35 benedenstrooms daarvan opgesteld plukstation waarin de veren van het gevogelte worden verwijderd, waarbij het voorbereidingsstation een eerste deelstation omvat met eerste sproeiers voor het sproeien van verwarmd water op 1024627 ' 5 het gevogelte, alsmede met eerste opvangmiddelen voor het opvangen van gesproeid water en middelen voor het terugvoeren van opgevangen water naar de sproeiers en waarbij het voorbereidingsstation een daaropvolgend tweede deel-5 station omvat met tweede sproeiers voor het sproeien van verwarmd vers water op het gevogelte.
De tweede sproeiers zijn om voomoemde reden bij voorkeur ingericht voor het verstuiven van het water voor het vormen van een warme nevel.
10 Vanuit nog een ander aspect voorziet de uitvin ding in een transporthaak voor een hangtransporteur voor transport van slacht-gevogelte, vervaardigd uit plaatmateriaal, bij voorkeur van roestvast staal, waarbij de transporthaak een opstaand plaatdeel omvat voor bevestiging aan 15 een voortbewogen trolley en een steunplaat voor het vormen van een ophangpunt voor de poten van het gevogelte, waarbij de steunplaat voorzien is van twee gleuven voor opname van de poten van het gevogelte, waarbij de gleuven overgaan in schuin omhoog staande invoergleuven met invoeropeningen, 20 waarbij de transporthaak voorzien is van opsluiters, die beweegbaar zijn tussen een de invoergleuf vrijlatende stand en een de invoergleuf afsluitende stand, waarbij de opsluiters onder invloed van zwaartekracht vanzelf naar de afsluitende stand bewegen en door invoeren van een poot 25 tijdelijk naar de open stand gedwongen kunnen worden. De opsluiters kunnen gevormd worden door op de steunplaat scharnierend aangebrachte opsluitarmen. Ook nu heeft het de voorkeur dat de transporthaken met de opstaande plaat slechts in een verticaal vlak dat de transport richting 30 bevat schamierbaar met de trolley verbonden zijn en door de trolley beperkt danwel belemmerd worden in een beweging in een verticaal vlak loodrecht op de transportrichting.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een behandelingsstation voor gevogelte omvattende 35 roteerbaar geplaatste sproeiers voor het sproeien van water op het gevogelte, en middelen voor het zwenken van de sproeiers voor het over de lengte van het gevogelte verdelen van het water. Bij voorkeur is het water verwarmd.
1024627 6
Bij voorkeur is het behandelingsstation voorzien van opvangmiddelen voor het opvangen van gesproeid water en middelen voor het terugvoeren van opgevangen water naar de sproeiers. Bij voorkeur zijn de sproeiers ingericht voor 5 het verstuiven van het water voor het vormen van een warme nevel.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeeld-uitvoering. Getoond wordt in: 10 Figuur 1 een isometrisch aanzicht, in openge werkte toestand, op een voorbeelduitvoering van een pluk-inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een eindaanzicht volgens pijl II op de plukinrichting van figuur 1; 15 figuur 3 een schematisch, opengewerkt bovenaan zicht op de plukinrichting van figuur 1; figuur 4 een schematisch, opengewerkt zijaanzicht op de plukinrichting van figuur 1; figuren 5A-C respectievelijk een vooraanzicht, 20 eindaanzicht en bovenaanzicht op een transporthaak voor gevogelte; en figuur 6 een aanzicht in opengewerkte toestand van het eerste compartiment van de plukinrichting van figuur 1.
25 De plukinrichting 1 weergegeven in figuur 1 omvat een gestel 2, met kolommen 3 en liggers 4, waarbij de bovenste liggers 4 een uitkragend frame 5 vormen, gelegen aan de invoerzijde van de plukinrichting 1. Deze invoerzijde is tevens de afvoerzijde. De zijden zijn 30 afgedekt door platen 6 en de bovenzijde door plaat 7.
Op enige afstand van de bodem is in het gestel 2 een brede, gootvormige plaat 8 aangebracht. Op deze goot-vormige plaat worden bloed en water opgevangen en via leiding 60 afgevoerd naar een in een andere ruimte 92 35 geplaatste filterinrichting 61, om van daaruit naar een verwarmd reservoir voor vuil water 62 gevoerd te worden. Door middel van een pomp opgenomen in een bedieningskast 63 wordt gefilterd, reeds gebruikt water via leiding 64 naar 1024627 ' 7 eerste sproeiers 26 (zie figuren 3 en 6) gestuwd, via leidingen 25, 25', 25", 25'" (zie figuren 2 en 6) .
De gootvormige plaat 8 vormt het plafond van een begane grond compartiment 92 waarin de pompen, filters, 5 etcetera geplaatst kunnen worden. De gootvormige plaat 8 vormt tevens de vloer van een begane grond compartiment 90, waarin het (uit)bloeden en het door middel van sproeien van warm water voorbereiden van de aangevoerde karkassen voor het eigenlijke plukken plaatsvindt. Het eerste compartiment 10 90 wordt naar boven toe begrensd door een plafondplaat 93, die zelf de vloer vormt van het daarboven geplaatste eerste-verdiepingscompartiment 91 (figuur 2) , alwaar het plukken plaatsvindt in station 28.
Voor een deel buiten maar merendeels binnen de 15 conpartimenten 90 en 91 strekt zich een hangtransporteur 9 uit. Het buiten de kolommen 3 gelegen gedeelte daarvan, trajecten 10, 19 en 20, zijn opgangen aan het uitkragende framedeel 5.
De hangtransporteur 9 vormt een gesloten omlo-20 pende baan, beginnend met een horizontaal bochttraject 20 (180°) waar gevogelte met de hand vanuit de richting A aan de transporthaken van de hangtransporteur 9 wordt gehangen. Vervolgens worden de karkassen hangend aan de transporthaken, in het bijzonder de transporthaken weergegeven 25 in figuren 5A-C, in de richting B, in traject 10 geleidelijk naar beneden en vervolgens horizontaal getransporteerd, door afsluitflappen, op zich bekend, om de inwendige ruimte van 90 binnen te treden, en vervolgens volgens traject 11 in de richting C getransporteerd te worden om 30 aldaar verdoofd te worden en met een mes gedood te worden en uit te bloeden. Aan het dichte eind van de inwendige ruimte is een keerrol 31 gelegen, waaromheen de hangtransporteur 9 180° draait, om vervolgens in de richting D in traject 12 te lopen. Aan weerszijden van traject 12 zijn 35 sproeiers 26 voor warm water afkomstig van leiding 64 (het water wordt verwarmd in eenheid 63) op 50-60° aangebracht. Met dit sproeien wordt beoogd de verbinding van de pennen 1 Ok:4oc i 8 van de veren losser te maken, zodat het latere plukken gemakkelijker gaat.
Het warm water afkomstig van leiding 64 wordt toegevoerd aan de leidingen 25, 25', 25'', 25"' voorzien 5 van sproeiers 26. Zoals getoond in figuur 6 zijn de boven elkaar geplaatste leidingen 25 als starre buizen uitgevoerd die om hun lengte-as roteerbaar geplaatst zijn en die rotatievast gekoppeld zijn door middel van een verbindingsstang 30 met krukmechanismen. De bovenste 10 leiding 25 is aandrijfbaar gekoppeld met een aandrijfstang 29 van een pneumatische of hydraulische cilinder 23. Door de aandrijving van de pneumatische of hydraulische cilinder 23 door een pneumatisch of hydraulisch aandrij f medium dat via de leidingen 24 aan en/of afgevoerd kan worden, zal de 15 aandrijf stang 29 een heen en weer gaande beweging uitvoeren. Deze heen en weer gaande beweging wordt via een krukmechanisme omgezet in een heen en weer gaande zwenk beweging van de leidingen 25 en hun bijbehorende sproeiers 26. Door de zwenk beweging wordt het water uit de sproeiers 20 over de lengte van het gevogelte karkas verdeeld, zodat zelfs met een beperkt aantal sproeiers de plaatsen waar de veerpennen vast zitten beter bereikt worden.
De middelen voor het zwenken van sproeiers kan natuurlijk ook bij de leidingen 25', 25", 25'" en/of bij 25 andere sproeiers van de plukinrichting toegepast worden.
Aan het eind van het traject 12 is een keerrol 32 opgesteld, die een grote diameter heeft en direct aangedreven wordt door een verder niet weergegeven aandrijving. De aandrijving wordt aangestuurd door middel van 30 een besturingseenheid in eenheid 63.
Vervolgens omvat de hangtransporteur 9 een traject 13 dat in de richting E naar het dichte eind van de inrichting 1 transporteert, waarbij aan weerszijden eveneens sproeiers 26 voor 'hergebruikt' water opgesteld 35 zijn. Aan het eind bevindt zich weer een keerrol 33, waarna een traject 14 volgt, in de richting F, aan weerszijden waarvan sproeiers 27 geplaatst zijn, die fijne druppels sproeien, in een soort van nevel, op het gevogelte. Deze 1024627 9 nevel is afkomstig van een schoon water aansluiting, welk schoon water eveneens verwarmd wordt tot een temperatuur van 50-60°C, in een verder niet weergegeven verwarmd reservoir dat ook opgenomen is in ruimte 92.
5 Tussen de trajecten 11, 12, 13 en 14 zijn langs- schotten 21, 22 geplaatst, om de verschillende behandelingen van elkaar te scheiden. Het schot 22 laat boven de gootvormige plaat 8 een ruimte open, zodat de warmte van de ene sproeiruimte invloed kan uitoefenen op de daarnaast 10 gelegen sproeiruimte. Aldus is in het sproeigedeelte van de trajecten 12, 13 en 14 één warme, vochtige ruimte ontstaan. In de ruimte van traject 14 is daarbij sprake van een warme nevel.
Aan het eind van traject 14 bevindt zich een 15 keerrol 34, waarna de hangtransporteur 9 een kort traject 15 volgt om vervolgens in een opgaand traject 16 naar bovenin het tweede compartiment 91 gevoerd te worden. Aldaar bevindt zich aan het dichte eind van de inrichting 1 een keerrol 35 en een keerrol 36, met een tussentraject 17 20 dat dwars staat op de voornoemde trajecten, waarna de hangtransporteur 9 een traject 18 in de richting H doorloopt, alwaar aan weerszijden op zich bekende plukkers (schematisch weergegeven met 28, figuur 2), zijn opgesteld. Aldaar kunnen ook nevelsproeiers 27 zijn opgesteld, voor 25 het sproeien van schoon water.
Vervolgens treedt de hangtransporteur 9 weer via afsluitflappen buiten de inwendige ruimte van de inrichting 1, om in traject 19 geleidelijk naar beneden te lopen en uiteindelijk weer in traject 20 terecht te komen. Voor de 30 plaats waar het gevogelte wordt ingehangen zal een verder niet weergegeven overhanginrichting aanwezig zijn voor het overhangen van de geplukte karkassen op een verdere bewerkingslijn (J).
De haken, weergegeven in figuren 5A-C, zijn bij 35 uitstek geschikt voor gebruik in de plukinrichting van figuur 1, doordat de hoogte van de haak relatief gering is, in vergelijking met de gebruikelijke beugels, zodat bespaard wordt op constructiehoogte. De haken 40 zijn 1Ü24Ü2 7 10 echter ook vervaardigd uit stijf plaatmateriaal, waardoor de positionering van het gevogelte tijdens het plukken, waarbij grote krachten worden uitgeoefend op het gevogelte, zekerder is. Deze zekere plaatsing wordt nog vergroot 5 doordat de haken 40 aan hun plaatvormige boveneind 42 wel kunnen scharnieren in de richting K, maar verder niet in de richting L (zie respectievelijk figuren 5A en 5B) . De haak 40 is daarbij (figuur 5A) met een pen door gat 47 draaibaar bevestigd aan de trolley 66, en daarbij opgenomen in staaf 10 58 en zijwaarts opgesloten door vork 57. Met 59 is de kettingverbinding tussen opeenvolgende trolleys weergegeven.
De transporthaak 40 omvat een opstaand plaatdeel 44, dat een bovengedeelte 42, een horizontaal gedeelte 43 15 en een plaatgedeelte 44 bezit. Het plaatgedeelte 44 gaat aan het ondereind over in een horizontaal gedeelte 45, dat vervolgens, schuin omhoog reikt in plaatgedeelte 46. Plaatgedeelte 46 en bodemgedeelte 45 zijn voorzien van gleuven 48, 49, waarbij invoergleuven 48 begrensd zijn door schui-20 ne, licht convergerende randen en de gleuven 49 begrensd worden door rechte randen, die doodlopen.
Tussen beide gleuven 48 zijn op het plaatgedeelte 46 opsluitarmen 50 geplaatst, die schamierbaar zijn om bouten 51 en in de toestand weergegeven in figuur 5A in de 25 gesloten toestand verkeren, waarin zij met opsluitgedeelte 54 net dwars over de gleuf 48 reiken. Het aan de andere zijde van het scharnier 51 gelegen gedeelte 52 van de opsluitarmen 50, is zwaarder dan het gedeelte 54, en aan het uiteinde voorzien van een aanslag 56, dat in de weergegeven 30 gesloten stand aanligt tegen steunrand 53. Het plaatgedeelte 46 is daarbij voorzien van een gat 55, waarin de aanslagen 54 reiken en welke mede bepaald wordt door de aanslagranden 53. Het gat 55 biedt ruimte voor verzwaaing van de aanslagen 56, zodat bij het uitoefenen van een 35 kracht in de richting M op gedeelten 54 deze gedeelten in de richting N, met de arm 50, kunnen draaien om scharnieren 51. Dan wordt de gleuf 48 vrijgemaakt. Men kan aldus de poten invoeren in de gleuven 48 door met de poten tegen 1 U 2 4Ü 2 7 11 gedeelten 54 aan te drukken. Wanneer de poten voorbij de gedeelten 54 zijn kantelen deze automatisch naar de in figuur 5A weergegeven gesloten stand terug. De poten komen dan uiteindelijk in gleuven 49, en steunen dan met de 5 gespreide tenen op plaatgedeelte 45. De tijdens het plukken op het gevogelte uitgeoefende krachten zullen niet kunnen leiden tot het losraken van één van de poten uit de transporthaak 40. Enerzijds vanwege het opsluitmechanisme met armen 50, anderzijds omdat het opsluitmechanisme 51 10 verticaal op afstand boven het plaatgedeelte 45 gelegen is.
De transporthaak 40 kan ook gebruikt worden in latere bewerkingen van het gevogelte, waarbij de gleuven 49 gebruikt kunnen worden voor het bieden van steun aan het enkelgewricht.
15 1024627

Claims (26)

1. Plukmachine voor gevogelte, omvattend een station voor het laten bloeden van het gevogelte, een benedenstrooms daarvan opgesteld voorbehandelingsstation voor het met verwarmd water besproeien van het gevogelte, 5 en een benedenstrooms daarvan opgesteld plukstation waarin de veren van het gevogelte worden verwijderd, waarbij althans twee stations althans gedeeltelijk boven elkaar geplaatst zijn.
2. Plukmachine volgens conclusie 1, waarbij het 10 plukstation en het bloedstation boven elkaar geplaatst zijn.
3. Plukmachine volgens conclusie 2, waarbij het plukstation en daaropvolgend deel van het voorbereidings-station boven het bloedstation geplaatst zijn.
4. Plukmachine volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het voorbereidingsstation een eerste deelstation omvat met eerste sproeiers voor het sproeien van verwarmd water op het gevogelte, alsmede met eerste opvangmiddelen voor het opvangen van gesproeid water en middelen voor het 20 terugvoeren van opgevangen water naar de sproeiers.
5. Plukmachine volgens conclusie 4, waarbij het voorbereidingsstation een daaropvolgend tweede deelstation omvat met tweede sproeiers voor het sproeien van verwarmd vers water op het gevogelte.
6. Plukmachine volgens conclusie 5, waarbij de tweede sproeiers ingericht zijn voor het verstuiven van het water voor het vormen van een warme nevel.
7. Plukmachine volgens conclusie 6, waarbij ook in het plukstation tweede sproeiers zijn opgesteld.
8. Plukmachine volgens conclusies 4 - 7, omvattende roteerbaar geplaatste eerste en/of tweede sproeiers.
9. Plukmachine volgens conclusie 8, omvattende middelen voor het zwenken van de eerste en/of tweede 1 0 2 46 2 ( sproeiers.
10. Plukmachine volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een hangtransporteur die zich achtereenvolgens door de genoemde stations uitstrekt en een 5 gesloten omlopende baan vormt.
11. Plukmachine volgens conclusie 10, waarbij de hangtransporteur een invoerstation bepaalt voor opname van het te plukken gevogelte, dat aan dezelfde zijde van de plukinrichting gelegen is als een uitvoerstation waar het 10 gevogelte verwijderd wordt.
12. Plukmachine volgens conclusie 11, waarbij het invoerstation gelegen is op een hoogte tussen het traject van de hangtransporteur door het bloedstation en het traject van de hangtransporteur door het plukstation.
13. Plukstation volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij de hangtransporteur transporthaken voor het gevogelte omvat, welke zijn vervaardigd uit plaatmateriaal, bij voorkeur van roestvast staal en een opstaande plaatdeel omvatten voor bevestiging aan een voortbewogen trolley en 20 een steunplaat voor het vormen van een ophangpunt voor de poten van het gevogelte, waarbij de steunplaat voorzien is van twee gleuven voor opname van de poten van het gevogelte.
14. Plukstation volgens conclusie 13, waarbij de 25 gleuven overgaan in schuin omhoog staande invoergleuven met invoeropeningen, waarbij de transporthaak voorzien is van opsluiters, die beweegbaar zijn tussen een de invoergleuf vrijlatende stand en een de invoergleuf afsluitende stand, waarbij de opsluiters onder invloed van zwaartekracht 30 vanzelf naar de afsluitende stand bewegen en door invoeren van een poot tijdelijk naar de open stand gedwongen kunnen worden.
15. plukinrichting volgens conclusie 14, waarbij de opsluiters gevormd worden door op de steunplaat schar- 35 nierend aangebrachte opsluitarmen.
16. Plukstation volgens conclusie 13, 14 of 15, waarbij de transporthaken met de opstaande plaat slechts in een verticaal vlak dat de transportrichting bevat schar- 1 024627 nierbaar met de trolley verbonden zijn en door de trolley beperkt danwel belemmerd worden in een beweging in een verticaal vlak loodrecht op de transportrichting.
17. Plukmachine voor gevogelte, omvattend een 5 station voor het laten bloeden van het gevogelte, een benedenstrooms daarvan opgesteld voorbehandelingsstation voor het met verwarmd water besproeien van het gevogelte, en een benedenstrooms daarvan opgesteld plukstation waarin de veren van het gevogelte worden verwijderd, waarbij het 10 voorbereidingsstation een eerste deelstation omvat met eerste sproeiers voor het sproeien van verwarmd water op het gevogelte, alsmede met eerste opvangmiddelen voor het opvangen van gesproeid water en middelen voor het terugvoeren van opgevangen water naar de sproeiers en waarbij 15 het voorbereidingsstation een daaropvolgend tweede deelstation omvat met tweede sproeiers voor het sproeien van verwarmd vers water op het gevogelte.
18. Plukmachine volgens conclusie 17, waarbij de tweede sproeiers ingericht zijn voor het verstuiven van het 20 water voor het vormen van een warme nevel.
19. Plukmachine volgens conclusie 18, waarbij ook in het tunnelstation tweede sproeiers zijn opgesteld.
20. Transporthaak voor een hangtransporteur voor transport van slacht-gevogelte, vervaardigd uit plaatmate- 25 riaal, bij voorkeur van roestvast staal, waarbij de transporthaak een opstaand plaatdeel omvat voor bevestiging aan een voortbewogen trolley en een steunplaat voor het vormen van een ophangpunt voor de poten van het gevogelte, waarbij de steunplaat voorzien is van twee gleuven voor opname van 30 de poten van het gevogelte, waarbij de gleuven overgaan in schuin omhoog staande invoergleuven met invoeropeningen, waarbij de transporthaak voorzien is van opsluiters, die beweegbaar zijn tussen een de invoergleuf vrijlatende stand en een de invoergleuf afsluitende stand, waarbij de 35 opsluiters onder invloed van zwaartekracht vanzelf naar de afsluitende stand bewegen en door invoeren van een poot tijdelijk naar de open stand gedwongen kunnen worden.
21. Transporthaak volgens conclusie 20, waarbij 1 024b2 7 de opsluiters gevormd worden door op de steunplaat scharnierend aangebrachte opsluitarmen.
22. Transporthaak volgens conclusie 20 of 21, waarbij de transporthaken met de opstaande plaat slechts in 5 een verticaal vlak dat de transportrichting bevat schar-nierbaar met de trolley verbonden zijn en door de trolley beperkt danwel belemmerd worden in een beweging in een verticaal vlak loodrecht op de transportrichting.
23. Behandelingsstation voor gevogelte omvattende 10 roteerbaar geplaatste sproeiers voor het sproeien van water op het gevogelte, en middelen voor het zwenken van de sproeiers voor het over de lengte van het gevogelte verdelen van het water.
24. Plukmachine voorzien van een of meer van de 15 in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij- gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
25. Transporthaak voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
26. Werkwijze omvattend een of meer van de in de' bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 1024ö<i7
NL1024627A 2003-10-27 2003-10-27 Plukmachine voor gevogelte. NL1024627C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024627A NL1024627C2 (nl) 2003-10-27 2003-10-27 Plukmachine voor gevogelte.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024627A NL1024627C2 (nl) 2003-10-27 2003-10-27 Plukmachine voor gevogelte.
NL1024627 2003-10-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024627C2 true NL1024627C2 (nl) 2005-04-28

Family

ID=34699082

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024627A NL1024627C2 (nl) 2003-10-27 2003-10-27 Plukmachine voor gevogelte.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1024627C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115067377A (zh) * 2022-06-27 2022-09-20 东莞增米中央厨房供应链有限公司 一种节能型禽类烫洗机

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3074103A (en) * 1960-04-11 1963-01-22 Karl M Roth Fowl defeathering method
NL1013532C2 (nl) 1999-11-09 2001-05-11 Systemate Group Bv Plukinrichting en plukwerkwijze.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3074103A (en) * 1960-04-11 1963-01-22 Karl M Roth Fowl defeathering method
NL1013532C2 (nl) 1999-11-09 2001-05-11 Systemate Group Bv Plukinrichting en plukwerkwijze.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115067377A (zh) * 2022-06-27 2022-09-20 东莞增米中央厨房供应链有限公司 一种节能型禽类烫洗机

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3657768A (en) Vaporizing technique for treatment of animal carcasses
US4763605A (en) Milking system
FI73124B (fi) Rengoeringsmaskin.
US5983833A (en) Construction including a shed for animals
NL8702285A (nl) Melkinrichting.
US4996741A (en) Poultry washing and scalding system and process
NL9100804A (nl) Werkwijze en inrichting voor het mechanisch ontweien van geslacht gevogelte.
EP0730409B1 (en) Plucking apparatus for poultry
EP2624684B1 (en) Device and method for cleaning a support structure for poultry holders
US3802028A (en) Method and apparatus for use in evisceration of poultry
NL1024627C2 (nl) Plukmachine voor gevogelte.
US4362127A (en) Milking barn system and apparatus
CN110604165B (zh) 一种家禽宰杀系统
AU749538B2 (en) Method and apparatus for killing aquatic animals
US2841817A (en) Apparatus for facilitating sticking bleeding of slaughter animals
NL8103823A (nl) Drijfgang voor slachtvee.
CN106376640A (zh) 家禽屠宰流水线专用的拔毛装置
US3201823A (en) Automatic neck skin clipper
NL1004542C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het opvangen van bloed bij het slachten van dieren.
NL1009189C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het in een slachtlijn bevestigen van pluimvee.
EP1417889A2 (en) Device and method for fixation of carcases
NL1013532C2 (nl) Plukinrichting en plukwerkwijze.
GB2050309A (en) Methods of handling livestock
JP4562923B2 (ja) 後肢で吊った屠殺済み食用獣の前肢を位置決めするための方法及び装置
KR100668119B1 (ko) 적/백내장 이송 컨베이어

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080501