NL1024618C2 - Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis. - Google Patents

Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis. Download PDF

Info

Publication number
NL1024618C2
NL1024618C2 NL1024618A NL1024618A NL1024618C2 NL 1024618 C2 NL1024618 C2 NL 1024618C2 NL 1024618 A NL1024618 A NL 1024618A NL 1024618 A NL1024618 A NL 1024618A NL 1024618 C2 NL1024618 C2 NL 1024618C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gutter
assembly
edge
cover rod
rod
Prior art date
Application number
NL1024618A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1024618A1 (nl
Inventor
Peter Eduard Maria Lansu
Original Assignee
Dalsem Tuinbouwprojecten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dalsem Tuinbouwprojecten B V filed Critical Dalsem Tuinbouwprojecten B V
Priority to NL1024618A priority Critical patent/NL1024618C2/nl
Publication of NL1024618A1 publication Critical patent/NL1024618A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1024618C2 publication Critical patent/NL1024618C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/1476Greenhouse gutters
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Greenhouses (AREA)

Description

Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis
De uitvinding heeft betrekking op de bevestiging van een dekroede aan een goot van een kas of warenhuis.
De uitvinding heeft ook betrekking op een kas voorzien van een dergelijke bevestiging.
5 De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het tot stand brengen van een dergelijke bevestiging.
Een bevestiging van de bovengenoemde soort is bekend uit het Nederlandse octrooi 1.018.312. Daarbij is de 10 goot voorzien van op regelmatige afstand aangebrachte openingen voor het opnemen van de respectievelijke dek-roeden. De dekroeden zijn daartoe elk voorzien van een dwars daarop aangebrachte zaagsnede welke op de onderrand van de corresponderende opening wordt aangebracht om de 15 bevestiging tussen dekroede en goot tot stand te brengen.
Bij de bekende bevestiging is de sterkte in de lengterichting van de dekroede beperkt. Vooral bij relatief grote windbelastingen op het dak van de kas of het warenhuis kan dit nadelig zijn. Er kan in dat geval door 20 zuigwerking een opwaartse kracht worden uitgeoefend op het dakoppervlak waardoor de dekroede enigszins zal bollen in buitenwaartse richting van het kasdak. Hierdoor ontstaat het gevaar dat de zaagsnede wordt losgetrokken van de onderrand van de opening waardoor de correcte verbinding 25 tussen dekroede en goot verbroken wordt. Tevens bestaat het gevaar van plastische deformatie of scheuren van de • : 6 ! 8 gootwand ter plaatse van de onderrand van de opening.
I De uitvinding heeft tot doel hierin verbetering te brengen.
Hiertoe verschaft de uitvinding een samenstel I 5 voor een kas of een warenhuis, omvattend een goot vervaar- I digd van staalplaat en tenminste één dekroede, waarbij de goot is voorzien van tenminste één opening voor het opnemen I van een eind van de dekroede of van een met de dekroede I vast verbonden onderdeel, waarbij een rand van de tenminste I 10 ene opening omgezet is, om eerste, in lengterichting van de goot beschermde plaatselijke aangrijpmiddelen te vormen, en tweede aangrijpmiddelen op of aan de dekroede voor aangrijping op de omgezette rand om de dekroede met de goot te verbinden.
15 Door de omgezette rand wordt de wand van de goot daar ter plaatse versterkt in de lengterichting van de dekroede. Hierdoor wordt ongewenste vervorming in de goot ter plaatse van de verbinding tegengegaan. Grotere krachten I zullen nodig zijn om de aangri jpmiddelen los te trekken van I 20 de omgezette rand om de correcte verbinding tussen dekroede en goot te verbreken. Het plastisch deformeren of scheuren I van het gootmateriaal ter plaatse van de omgezette rand, I bij daarop door de aangrijpmiddelen uitgeoefende krachten I wordt in sterke mate tegengegaan. Hierdoor wordt een I 25 blijvende, duurzame verbinding mogelijk gemaakt tussen I dekroede en goot. De omgezette randen vormen een reeks in I gootrichting op afstand van elkaar gelegen, uit het materiaal van de goot verkregen verbindingsmiddelen voor de dekroeden, waarbij de sterkte van de goot zelf niet nadelig 30 wordt beïnvloed.
Bij voorkeur is genoemde rand van de opening omgezet uit het plaatselijke vlak van het staalplaat- materiaal.
Bij voorkeur is de omgezette rand omgezet naar I 35 een oriëntatie dwars op de wand van de goot ter plaatse, waarbij het vrije uiteinde van de omgezette rand een eerste aanslagvlak vormt om samen te werken met een cor- 3 responderend tweede aanslagvlak aan de tweede aangrijpmid-delen. De dekroede wordt (direct of indirect) door samenwerking van het eerste en tweede aanslagvlak in de lengterichting daarvan opgesloten, in dwarsrichting ten 5 opzichte van de goot.
Bij voorkeur is de omgezette rand in binnenwaartse richting ten opzichte van de goot omgezet. Hierdoor wordt een weerhaakwerking verschaft in buitenwaartse richting.
10 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de omgezette rand de onderrand van de opening. De omgezette rand vormt dan bij voorkeur een steunvlak voor de tweede aangrijpmid-delen (zoals een uitsparing in de dekroede, of een haak aan de dekroede) . Bij windbelasting zal dan bij het in buiten-15 waartse richting van het kasdak (enigszins) bol gaan staan van de dekroede de uitsparing daarvan of de met de dekroede verbonden haak neerwaarts gedrukt worden op de omgezette rand. Het tweede aanslagvlak, van bijvoorbeeld een uitsparing in de dekroede of een met de dekroede verbonden 20 haak, wordt daarbij over het eerste aanslagvlak van de omgezette rand gedrukt, waardoor het lostrekken van de dekroede van de omgezette rand, zelfs bij grotere krachten, verder bemoeilijkt wordt.
In een mogelijke uitvoering bezit de opening een 25 grotere breedte dan de dekroede. De overbreedte van de opening verschaft de mogelijkheid om de dekroede in de opening in de breedterichting daarvan te kunnen verschuiven hetgeen nodig kan zijn bij montage- of reparatiewerk-zaamheden. Door de overbreedte van de opening zal er, ook 30 bij een daarin aangebrachte dekroede in het geval van een kokervormige goot, enige lichtinval in de goot zijn, welke in het geval van een binnenwaarts omgezette onderrand echter door de onderrand wordt beperkt. Bij een in dwarsrichting naar het inwendige van de goot doorgaande opening zal 35 algengroei in de goot daardoor worden tegengegaan.
In een eerste verdere ontwikkeling van het samenstel volgens de uitvinding omvatten de tweede aan- . sis 4 grijpmiddelen een in de dekroede aangebrachte (in het bijzonder door verspaning) uitsparing, waarbij de dekroede met de uitsparing aangrijpt op de omgezette rand. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de uitsparing in de dekroede 5 wigvormig, waarbij de wigvormige uitsparing zich verdiept in binnenwaartse richting ten opzichte van de goot. Een uitsparing met wigvorm is relatief eenvoudig aan te brengen. Bij een door de dekroede uitgeoefende kracht, in langsrichting daarvan in buitenwaartse richting ten op-10 zichte van de goot, zal door de wigvorm de omgezette rand in de wig getrokken worden. De omgezette rand zet zich dus als het ware vast in de uitsparing. Bij voorkeur is het steunvlak van de omgezette rand passend in de uitsparing opgenomen.
15 Op gunstige wijze maakt de omgezette rand een scherpe hoek met de lengteas van de dekroede. In het geval van een wigvormige uitsparing kan de omgezette rand met het steunvlak daarvan passend in de uitsparing worden opgenomen.
20 In een tweede verdere ontwikkeling van het samenstel volgens de uitvinding vormen de tweede aangrijp-middelen een van de dekroede uitstekend aangrijpdeel.
In een eenvoudige en makkelijk te assembleren uitvoering omvat aangrijpdeel een aan de dekroede beves-25 tigde haak. De omgezette rand kan een steunvlak vormen voor de haak, waarbij de haak losmaakbaar bevestigd is aan de onderrand, bij voorkeur de onderzijde, van de dekroede. Bij montage kan men de haken dan plaatsen voordat de dekroeden aangebracht worden.
30 In een algemene verdere uitvoering vormt de buitenzijde van de tegenovergelegen rand van de opening een derde aanslagvlak voor een corresponderend vierde aanslagvlak aan de dekroede, dat bij voorkeur een uitein-devlak van de dekroede vormt. Door samenwerking van derde 35 en vierde aanslagvlakken wordt de dekroede aan de tegenovergelegen zijde opgesloten.
In een verdere ontwikkeling daarvan zijn de derde
J
5 en vierde aanslagvlakken respectievelijk in hoofdzaak dwars op de lengteas van de dekroede gericht, waardoor een in hoofdzaak verticaal gerichte opsluitkracht op de dekroede kan worden uitgeoefend, tegengesteld aan die van het 5 steunvlak.
In een alternatieve of bijkomende verdere ontwikkeling zijn de derde en vierde aanslagvlakken respectievelijk in hoofdzaak evenwijdig aan de lengteas van de dekroede gericht, waardoor de dekroede in de lengterichting 10 daarvan wordt opgesloten, in binnenwaartse richting ten opzichte van de goot. In combinatie met de eerste en tweede aanslagvlakken is het samenstel daarmee geschikt om de dekroede in beide lengterichtingen daarvan op te sluiten.
Bij voorkeur is het samenstel volgens de uitvin-15 ding voorts voorzien van een aan de goot bevestigd goot randprof iel voor het opnemen van een rand van glasplaten van het dak van de kas of van het warenhuis, waarbij het gootrandprofiel langs de opening van de goot doorlopend is uitgevoerd, waarbij het gootrandprofiel zich 20 uit strekt tussen het derde aanslagvlak van de goot en het vierde aanslagvlak aan de dekroede om met een omgezette lip achter de bovenrand van de opening te grijpen. Hierdoor kan het gootrandprof iel over de lengte van de goot als een doorlopend profiel worden uitgevoerd. Dit levert een 25 efficiency verhoging op bij de bevestiging daarvan aan de goot: het goot randprof iel kan in één keer over de lengte van de goot bevestigd worden in plaats van dat verschillende stukken gootrandprofiel afzonderlijk over de lengte van de goot bevestigd dienen te worden. De omgezette lip en 3 0 de bovenrand van de opening kunnen zo deel uitmaken van de bevestiging van het gootrandprofiel aan de goot.
Op voordelige wijze is de dekroede van aluminium vervaardigd.
Bij voorkeur is de goot een gerolvormde koker-35 vormige goot van bandstaal.
In een verdere ontwikkeling van het samenstel volgens de uitvinding is de opening in dwarsrichting van de H goot beschouwd doorgaand en in lengterichting van de goot beschouwd beperkt en is het eind van de dekroede opgenomen in het inwendige van de goot.
H In een alternatieve verdere ontwikkeling van het I 5 samenstel volgens de uitvinding is de opening in I lengterichting van de goot beschouwd doorgaand en vormt I deze in dwarsrichting een blind gat voor toegang tot een I door de gootwand begrensde roedeopneemkamer.
De uitvinding voorziet voorts in een goot ken- 10 nelijk geschikt en bestemd voor een samenstel zoals hier- I voor beschreven.
De uitvinding voorziet verder in een dekroede kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel zoals hiervoor beschreven.
15 De uitvinding voorziet eveneens in een dak I voorzien van een samenstel zoals hiervoor beschreven.
H De uitvinding voorziet ook in een kas of waren- huis voorzien van een samenstel zoals hiervoor beschreven.
Een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de uitvin- 20 ding zullen hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden.
Figuur IA toont een aanzicht in doorsnede van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel volgens de I uitvinding.
25 Figuur 1B toont een doorsnede van de dekroede uit I het samenstel van figuur IA.
H Figuren 2A en 2B tonen de respectievelijke montagestappen bij het tot stand brengen van de bevestiging tussen dekroede en goot.
. 3 0 Figuur 3 toont een aanzicht in doorsnede van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont een aanzicht in doorsnede van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel volgens de 35 uitvinding.
Het in figuur 1 getoonde samenstel 1 omvat een kokervormige goot 10, een dekroede 20, gootrandprofielen 30 I 1 Π 2 ά ti i 8 7 en een glasplaat 40. De doorsnede van het samenstel 1 is een doorsnede dwars op de lengterichting van de goot 10. De goot 10 vormt een doorgang 10a voor condenswater, twee boven aan weerszijden gelegen condensverzamelkamers 50, die 5 op regelmatige afstanden afvoeren naar de doorgang 10a, en een bovengoot 40 voor hemelwater.
De in dit voorbeeld symmetrische stalen goot 10, welke bijvoorbeeld van gerolvormd bandstaal is vervaardigd, heeft in de lengterichting op regelmatige afstand, aan 10 weerszijden van het symmetrievlak S, aangebrachte openingen 11 voor het opnemen van uiteinden van corresponderende dek-roeden. De openingen 11 hebben in dit voorbeeld een grotere breedte dan de dekroeden, bijvoorbeeld 2 maal de breedte van de dekroede. De opening 11 kan echter ook passend 15 afgestemd zijn op de dekroedebreedte. De in figuur IA getoonde doorsnede is een doorsnede ter plaatse van een vrij liggend gedeelte van opening 11. In figuur 1 is om redenen van eenvoud slechts in één opening 11 een dekroede 20 getoond. Begrepen dient te worden dat ook in de andere 20 opening 11 een dekroede dient te worden aangebracht.
De opening 11 wordt aan de onderzijde begrensd door een plaatselijk omgezette lip of rand 12 welke in binnenwaartse richting ten opzichte van de wand van de goot 10 is omgezet. Er is dan sprake van een lengtereeks, op 25 afstand van elkaar gelegen omgezette randen of lippen. Het uiteinde van de omgezette rand 12 vormt een eerste aanslagvlak 13. De bovenzijde van de omgezette rand 12 vormt een eerste steunvlak 14. De breedte van de lip 12 komt in dit voorbeeld overeen met de breedte van de opening 30 11.
De, bijvoorbeeld van aluminium vervaardigde, dekroede 20 is voorzien van een wigvormige uitsparing 21, welke bijvoorbeeld verkregen is door een verspanende bewerking. De uitsparing 21 met wigvorm is relatief eenvoudig 35 aan te brengen in de dekroede 20. De uitsparing 21 heeft een tweede aanslagvlak 22 en een tweede steunvlak 23.
Figuur 1B toont in doorsnede, langs de lijn A-A uit figuur 1 ij £ 4 is ? ö IA, de dekroede 20 uit het samenstel 1 uit figuur IA.
Glasplaten worden opgenomen in de opneemruimtes 28,29 van I de dekroede 20, de uitsparing 21 is aangebracht in de onderzijde 27 van de dekroede 20.
I 5 Figuur 2A toont een eerste montagestap bij het I tot stand brengen van de bevestiging tussen dekroede 20 en goot 10. De dekroede 20 wordt met uiteinde 26 onder een I kleine hoek ten opzichte van de horizontaal in de opening I 11 gebracht (richting A). Daarbij wordt uitsparing 21 boven 10 de omgezette rand 12 gepositioneerd. Vervolgens wordt de dekroede 20 in richting B gekanteld om een as in lengte- I richting van de goot 10 om de uitsparing 21 en de omgezette I rand 12 met elkaar in aangrijping te brengen. De verbinding I tussen dekroede 20 en goot 10 komt dan tot stand zoals 15 getoond in figuur 2B.
I De rand 12 is nu opgenomen in de uitsparing 21 I waarbij het eerste aanslagvlak 13 van rand 12 aanligt tegen I het tweede aanslagvlak 22 in uitsparing 21. Door samen- H werking van eerste en tweede aanslagvlakken 13,22 wordt de 20 dekroede 20 in de lengterichting daarvan opgesloten in buitenwaartse richting ten opzichte van de goot 10. De dekroede 20 wordt ondersteund door rand 12 doordat het tweede steunvlak 23 in uitsparing 21 aanligt tegen het eerste steunvlak 14 van rand 12. Het aanliggen van tweede 25 steunvlak 23 tegen eerste steunvlak 14 is mogelijk doordat I de omgezette rand 12 een scherpe hoek maakt met de lengteas I van de dekroede 2 0.
De buitenzijde van de bovenrand 16 van opening 11 I vormt een derde aanslagvlak 15 voor een vierde aanslagvlak 30 25 van uiteinde 26 van dekroede 20. Door samenwerking van derde en vierde aanslagvlakken 15,25 wordt de dekroede 20 I in de lengterichting daarvan opgesloten in binnenwaartse I richting ten opzichte van de goot 10. Tussen derde en vierde aanslagvlakken 15,25 strekt zich het gootrandprofiel I 35 30 met een zijde 31 uit. In het U-vormige uiteinde 33 van het gootrandprofiel 30 worden de randen van glasplaten opgenomen. Het uiteinde van de zijde 31 loopt uit in een 9 omgezette lip 32 welke achter de bovenrand 16 van opening 11 grijpt. Het gootrandprofiel 30 kan zo vastgehaakt worden aan de goot 10. Het gootrandprofiel 30 is langs de opening 11 doorlopend uitgevoerd en kan daarmee over de gehele 5 lengte van de goot 10 als een profiel uit één stuk worden uitgevoerd.
Door de omgezette rand 12 van de goot 10 wordt het onderste wandgebied van de opening 11 versterkt. Hierdoor wordt vervorming van dat onderste wandgebied bij 10 door de uitsparing 21 daarop uitgeoefende krachten tegengegaan: er zullen grotere krachten benodigd zijn om de uitsparing 21 los te trekken van de omgezette rand 12. De duurzaamheid van de verbinding tussen dekroede 20 en goot 10 wordt daardoor in hoge mate vergroot. Bij windbelas-15 tingen waarbij een zuigende kracht wordt uitgeoefend op het kasdak zal de dekroede 20 enigszins bol gaan staan in buitenwaartse richting ten opzichte van de kas. Daardoor zal het gebied van de uitsparing 21 ter plaatse van het tweede aanslagvlak 22 daarvan neerwaarts gedrukt worden op 20 de rand 12. Hierdoor wordt het "losschieten" van het tweede aanslagvlak 22 van het eerste aanslagvlak 13 tegengegaan waardoor de verbinding tussen dekroede 20 en goot 10 verder verbeterd wordt. Verder wordt door de wigvorm van uitsparing 21, bij een door het tweede aanslagvlak 22 25 uitgeoefende kracht op het eerste aanslagvlak 13, de omgezette rand 12 in de wig getrokken worden. De omgezette rand 12 zet zich daarbij als het ware vast in de uitsparing 21. Ook daardoor wordt het losschieten van de uitsparing 21 van de rand 12 tegengegaan. Door de combinatie van eerste 30 en tweede aanslagvlakken 13,22 en derde en vierde aanslagvlakken 15,25 wordt de dekroede 20 opgesloten in beide lengterichtingen daarvan.
Het in figuur 3 getoonde samenstel 101 omvat een kokervormige goot 110, die een doorgang 110a voor condens-35 water/lekwater bepaalt, twee bovenaan, aan weerszijden gelegen condensverzamelkamers 150, tevens vormend roedeop-neemkamers, welke verzamelkamers 150 op regelmatige afstand j 10 af voeren naar de doorgang 110a; en een bovengoot 140 voor hemelwater. De goot 110 is vervaardigd van staal en gevormd door rolvormen.
In dit voorbeeld is de opening 111, waarin het 5 eind van de dekroede 12 0 opgenomen kan worden, in goot-richting doorgaand. De wand van de goot 110 gaat met een scherpe hoek ter plaatse van rand 144 - de buitenbegrenzing van de condensverzamelkamer 150 - over in schuin neerwaarts reikend wanddeel 142, dat op enige afstand binnenwaarts 10 omgezet is naar een in hoofdzaak verticaal gericht wanddeel 143, dat de 'bodem' vormt van een roedeopneemkamer 141. Bovenaan gaat het gootwanddeel 143 via een stompe hoek over in een dubbel gevouwen, zich ononderbroken in gootrichting uitstrekkende lip 116, 117, en van daaruit schuin 15 neerwaarts en vervolgens horizontaal gebogen om de hele watergoot 140 te vormen. De dubbele lip 116, 117 vormt met het uiteinde een aanslagvlak 115 en met de onderzijde een aanslagvlak 118.
Ter plaatse van de rand 144 is plaatselijk, waar 20 de roeden 120 moeten komen te liggen, door stansen een lip 112 uitgebogen, vergelijkbaar met de lip 12 van de uitvoering van figuur IA. Ook hier is dan sprake van een leng-tereeks, op afstand van elkaar gelegen lippen.
Aan de bovenrand, bij de dubbele lip 116, 117, is 25 een gootwandprofiel 130 aangebracht, waarin de bij de goot gelegen rand van een niet weergegeven glasplaat opgenomen kan worden. Het profiel 130 bezit een neerhangende strook 131 en een loodrecht daarop staande randstrook 132, waarbij een opneemgleuf voor de dubbele lip 116, 117 is bepaald.
30 De dekroede 120 is aan de onderzijde voorzien van een wigvormige uitsparing 121, met een schuin steunvlak 123 en een min of meer cirkelvormig, verruimd gedeelte 121a.
Bij het plaatsen van een dekroede 120 wordt deze met het eind door opening 111 ingevoerd in de roedeop-35 neemkamer 141, op een plaats direct naast een locatie van een om- of uitgebogen lip 112. Hierbij komt aanslagvlak 125 van roede-uiteinde 126 tegen neerhangende profielstrook 11 131, die zelf steunt tegen aanslagvlak 115. De afmetingen van de dekroede 120 en de afmetingen van de opening 111 en vormgeving van de begrenzing daarvan, alsmede van de roedeopneemkamer 141, zijn zodanig dat het wigvormige 5 steunvlak 123 steun vindt op het bovenoppervlak van rand 144, terwijl het naar boven gekeerde steunvlak 127 van uiteinde 126 aankomt tegen de strook 132 van goot-wandprofiel 130, dat zelf steun vindt tegen aanslagvlak 118 van dubbele lip 116, 117.
10 Dan wordt de dekroede 120 in de richting C
bewogen, zodat de lip 112 opgenomen wordt in wigvormige uitsparing 121. Het min of meer cirkelvormig, verruimd gedeelte 121a vergemakkelijkt die invoering. Dan is de situatie weergegeven in figuur 3 verkregen, met dezelfde 15 voordelen als die van de constructie volgens figuur IA.
Het samenstel 200 uit figuur 4 omvat een kokervormige goot 210, dekroeden 220 en gootrandprofielen 230. De goot 210 vormt een doorgang 210a voor condenswater en een bovengoot 240 voor hemelwater. Twee boven aan weers-20 zijden gelegen condensverzamelkamers 250 voeren op regelmatige afstand af naar de doorgang 210a. Elke condensverza-melkamer 250 met de zich daarboven, buiten de goot 210 uitstrekkende ruimte vormt een roedeopneemkamer 280 voor het opnemen van het uiteinde van een corresponderende 2 5 dekroede 220.
De stalen goot 210 heeft in de lengterichting op regelmatige afstand, aan weerszijden van het symmetrievlak S, aangebrachte openingen 260 voor doorvoer van respectievelijke aan de dekroedes 220 bevestigde haken 270. De 30 onderzijde van de opening 260 wordt begrensd door een in binnenwaartse richting omgezette lip 212. Aldus is een lengtereeks op afstand van elkaar gelegen omgezette lippen 212 verkregen. De bovenzijde van de lip 212 vormt een eerste steunvlak 213, en het binnenuiteinde van lip 212 35 vormt een eerste aanslagvlak 214. De breedte en/of de lengte van de lip 212 kan even groot zijn als, of kleiner zijn dan, de breedte, respectievelijk hoogte van de opening Η 260. De constructieve uitvoering van de goot 210 en de I dekroedes 220 in de nabijheid van de gootrandprofielen 230 I is soortgelijk als getoond in figuur 3.
De middels een schroef 275 aan de dekroede 22 0 5 bevestigde haak 270 vormt een tweede steunvlak 272 waarmee I deze aanligt op het eerste steunvlak 213 van de lip 212. De I haak 270 heeft verder een tweede aanslagvlak 273 om samen te werken met het eerste aanslagvlak 214 van de lip 212.
Hierdoor wordt de dekroede 220 in de lengterichting daarvan 10 tegengehouden tegen beweging in buitenwaartse richting ten I opzichte van de goot 210. Tegen onverhoopt losraken van de haak 270 van de lip 212 heeft de haak 270 een terugwijkend I of omgezet eindgedeelte 274 om verder over/achter de lip I 212 te grijpen. Door de omgezette lip 212 worden overeen- I 15 komstige effecten verkregen zoals besproken bij figuur 1.

Claims (26)

1. Samenstel voor een kas of een warenhuis, omvattend een goot vervaardigd van staalplaat en tenminste één dekroede, waarbij de goot is voorzien van tenminste één opening voor het opnemen van een eind van de dekroede of 5 van een met de dekroede vast verbonden onderdeel, waarbij een rand van de tenminste ene opening omgezet is, om eerste, in lengterichting van de goot beschermde plaatselijke aangrijpmiddelen te vormen, en tweede aangrijp-middelen op of aan de dekroede voor aangrijping op de omge- 10 zette rand om de dekroede met de goot te verbinden.
2. Samenstel volgens conclusie 1 waarbij genoemde rand van de opening omgezet is uit het plaatselijke vlak van het staalplaatmateriaal.
3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij de om- 15 gezette rand is omgezet naar een oriëntatie dwars op de wand van de goot ter plaatse waarbij het vrije uiteinde van de omgezette rand een eerste aanslagvlak vormt om samen te werken met een corresponderend tweede aanslagvlak aan de tweede aangrijpmiddelen.
4. Samenstel volgens conclusie 3 waarbij de om gezette rand in binnenwaartse richting ten opzichte van de goot is omgezet.
5. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies waarbij de omgezette rand een onderrand van de opening 25 is, waarbij de omgezette rand bij voorkeur een steunvlak vormt voor de tweede aangrijpmiddelen.
6. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies waarbij de opening een grotere breedte heeft dan de dekroede.
7. Samenstel volgens één der voorgaande conclu sies waarbij de tweede aangrijpmiddelen een in de dekroede aangebrachte uitsparing omvatten en waarbij de dekroede met H de uitsparing aangrijpt op de omgezette rand.
8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij de uit- sparing in de dekroede wigvormig is, waarbij de wigvormige uitsparing zich verdiept in binnenwaartse richting ten 5 opzichte van de goot.
9. Samenstel volgens conclusie 8 waarbij de omgezette rand een scherpe hoek maakt met de lengteas van de dekroede.
10. Samenstel volgens conclusie 7, 8 of 9, waar- 10 bij de uitsparing in de dekroede is verkregen door een I verspanende bewerking.
11. Samenstel volgens één der conclusies 1-6, waarbij de tweede aangrijpmiddelen een van de dekroede uitstekend aangrijpdeel vormen.
12. Samenstel volgens conclusie 11 waarbij het I aangrijpdeel een aan de dekroede bevestigde haak omvat.
13. Samenstel volgens conclusie 11 of 12, waarbij de omgezette rand een steunvlak vormt voor de haak, waarbij I de haak losmaakbaar bevestigd is aan de onderrand, bij 20 voorkeur de onderzijde, van de dekroede.
14. Samenstel volgens één der conclusies waarbij de buitenzijde van de tegenovergelegen rand van de opening I een derde aanslagvlak vormt voor een corresponderend vierde I aanslagvlak aan de dekroede. I 25
15. Samenstel volgens conclusie 14 waarbij het I vierde aanslagvlak aan de dekroede een uiteindevlak van de I dekroede vormt.
16. Samenstel volgens conclusie 14 of 15 waarbij I de derde en vierde aanslagvlakken respectievelijk in I 30 hoofdzaak dwars op de lengteas van de dekroede gericht I zijn.
17. Samenstel volgens conclusie 14 of 15 waarbij de derde en vierde aanslagvlakken respectievelijk in I hoofdzaak evenwijdig aan de lengteas van de dekroede 35 gericht zijn.
18. Samenstel volgens één der conclusies 14-17 I voorts voorzien van een aan de goot bevestigd • . gootrandprof iel voor het opnemen van een rand van glasplaten van het dak van de kas of van het warenhuis, waarbij het gootrandprofiel langs de opening van de goot doorlopend is uitgevoerd, waarbij het gootrandprofiel zich 5 uitstrekt tussen het derde aanslagvlak van de goot en het vierde aanslagvlak aan de dekroede om met een omgezette lip achter de bovenrand van de opening te grijpen.
19. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dekroede van aluminium is vervaar- 10 digd.
20. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de goot een gerolvormde kokervormige goot van bandstaal is.
21. Samenstel volgens één der voorgaande 15 conclusies, waarbij de opening in dwarsrichting van de goot beschouwd doorgaand en in lengterichting van de goot beschouwd beperkt is en het eind van de dekroede opgenomen is in het inwendige van de goot.
22. Samenstel volgens één der conclusies 1-21 20 waarbij de opening in lengterichting van de goot beschouwd doorgaand is en in dwarsrichting een blind gat vormt voor toegang tot een door de gootwand begrensde roedeopneem-kamer.
23. Goot kennelijk geschikt en bestemd voor een 25 samenstel volgens één der voorgaande conclusies.
24. Dekroede kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel volgens één der conclusies 1-22.
25. Dak van een kas of warenhuis voorzien van een samenstel volgens één der conclusies 1-22.
26. Kas of warenhuis voorzien van één of meerdere samenstellen volgens één der conclusies 1-22. . .. * 8
NL1024618A 2002-10-24 2003-10-24 Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis. NL1024618C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024618A NL1024618C2 (nl) 2002-10-24 2003-10-24 Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021742 2002-10-24
NL1021742 2002-10-24
NL1024618A NL1024618C2 (nl) 2002-10-24 2003-10-24 Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis.
NL1024618 2003-10-24

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1024618A1 NL1024618A1 (nl) 2004-04-27
NL1024618C2 true NL1024618C2 (nl) 2004-07-13

Family

ID=32871306

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024618A NL1024618C2 (nl) 2002-10-24 2003-10-24 Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1024618C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1027097C2 (nl) * 2004-06-03 2006-10-03 Bordeso Bv Warenhuis en werkwijze voor het vervaardigen daarvan alsmede een goot voor een warenhuis.
NL1028453C2 (nl) * 2005-03-03 2007-01-04 Bordeso Bv Werkwijze voor het vervaardigen van een warenhuis, warenhuis en gootstrip daarvoor.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1027097C2 (nl) * 2004-06-03 2006-10-03 Bordeso Bv Warenhuis en werkwijze voor het vervaardigen daarvan alsmede een goot voor een warenhuis.
NL1028453C2 (nl) * 2005-03-03 2007-01-04 Bordeso Bv Werkwijze voor het vervaardigen van een warenhuis, warenhuis en gootstrip daarvoor.

Also Published As

Publication number Publication date
NL1024618A1 (nl) 2004-04-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2749006C (en) Support framing system for use with bar joists and beams
US4825976A (en) Scaffolding platform
AU2009101276B4 (en) A rooftop walkway system
US20150340987A1 (en) Device for supporting at least one solar panel
US7827744B2 (en) Storm panel assembly for covering a window or door opening
NL7909248A (nl) Loopplank.
NL1024618C2 (nl) Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis.
KR101288393B1 (ko) 팔레트
BE1002007A6 (nl) Dakkonstruktie voor serren en koppelelement hierbij aangewend.
JP2015183487A (ja) 折板葺きの屋根構造
US11982088B2 (en) Gutter guard with girder
US6012259A (en) Tank cover structure
KR101211039B1 (ko) 비계 발판
FR2689547A1 (fr) Poutre centrale profilée.
NO166374B (no) Stillasplatting.
NL8503323A (nl) Vloerbekistingssysteem.
NL191478C (nl) Bevestigingsconstructie voor een nokconstructie van een zogenaamde Venlo-kas.
GB2378478A (en) Tiltable shoe for mounting a glazing bar
BE1027661A1 (nl) Steigervloer en werkwijzen voor het produceren en herstellen van een steigervloer
NL1024617C2 (nl) Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis.
ES2319224T3 (es) Viga de perfil en u de una cubierta, nave, estrado, escalera o andamioo podio.
NL1008864C2 (nl) Warenhuis van het venlo-type.
CN215212284U (zh) 免焊接镀锌钢跳板
KR102144740B1 (ko) 대들보용 커버 및 그 제조 방법
NL2031420B1 (nl) Steigervloer en vloerdeel

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20120905

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140501