NL1024582C2 - Wikkelkleed voorzien van kledingveiligheidssluiting, en kledingveiligheidssluiting. - Google Patents

Description

Wikkelkleed voorzien van kledingveiligheidssluiting, en kledingveiligheidssluiting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een wikkelkleed volgens de aanhef van conclusie 1. Tevens heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een 5 voetenzak volgens conclusie 13. Ook heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een wikkelkleed volgens conclusie 14.

Uit de stand van de techniek is een wikkelkleed bekend, voorzien van een capuchon, en van één of meer trekkoordjes die dienen om in gebruik de capuchon rond het hoofdje te bevestigen, dan wel in vorm te houden. Dergelijke koordjes zijn veelal 10 voorzien van koordklemmen om de koordjes tijdens gebruik onder een zekere spanning te kunnen houden. Het wikkelkleed omvat een doek van kledingmateriaal dat geschikt is als kleed.

Op het wikkelkleed van de stand van de techniek kan, tijdens gebruik, een baby liggen, waarbij het kleed als afdekking van de ondergrond dient. Het wikkelkleed kan 13 dan als speelkleed worden gebruikt, zodat de baby zich daarop kan bewegen en kan spelen.

Een nadeel van dit wikkelkleed is dat de koordjes van de capuchon doordat de capuchon zich aan de rand van het kleed bevindt, in het gebruik als ondergrond/speelkleed vrij voor een baby toegankelijk zijn. Het is bekend dat een baby 20 al naar gelang zijn leeftijd, aandacht ontwikkelt voor zijn omgeving en zijn omgeving onderzoekt, waarbij veelal voorwerpen onderzocht en “besabbeld” worden. Koordjes en koordklemmen zoals aanwezig op een wikkelkleed volgens de stand van de techniek leveren aldus een risico op voor de gezondheid van de baby.

Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om de veiligheid van het 25 wikkelkleed in gebruik te vergroten.

Om dit doel te bereiken, heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een wikkelkleed omvattend een kleeddeel en een capuchon, waarbij de capuchon verbonden is aan het kleeddeel, en de capuchon is voorzien van een trekkoord, waarbij het trekkoord is ingericht voor het aanpassen van de vorm van de capuchon, met het 30 kenmerk, dat in het kleeddeel een pocket is opgenomen, die is ingericht op het afsluitbaar opnemen van het trekkoord in het kleeddeel.

1024582« 2

Door deze maatregel wordt een wikkelkleed verkregen waarbij op voordelige wijze de koordjes voor een baby onbereikbaar zijn. Voor een verzorger is het daarentegen wel mogelijk bij de koordjes te komen.

Bovendien heeft de onderhavige uitvinding het voordeel dat het wikkelkleed 5 tevens gebruikt kan worden als een speelkleed, wanneer de trekkoorden op een veilige wijze voor de baby of peuter zijn verborgen.

Uit Amerikaanse octrooiaanvrage US2003/0079270A1 is weliswaar een kledingstuk voor een baby bekend voorzien van een pocket voor het opslaan van een koord en koordklem, maar dit kledingstuk heeft een andere functie dan een 10 wikkelkleed. Het kledingstuk bestaat uit een omslagdeel, een broekdeel en een capuchondeel. Doordat het kledingstuk het broekdeel omvat, is gebruik als wikkelkleed niet mogelijk. Het kledingstuk van US2003/0079270A1 is bedoeld voor toepassing in autostoelen, kinderzitjes of kinderwagens.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van enkele 15 tekeningen, waarin uitvoeringsvoorbeelden daarvan zijn weergegeven. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor illustratieve doeleinden en niet ter beperking van de uitvindingsgedachte, die wordt gedefinieerd door de conclusies.

Daarbij tonen: figuur 1 een schematische voorstelling van een wikkelkleed met capuchon en 20 trekkoordjes volgens de stand van de techniek; figuur 2 een schematische voorstelling van een wikkelkleed met capuchon en trekkoordjes voorzien van een kledingveiligheidssluiting in een eerste uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding waarbij de kledingveiligheidssluiting in geopende vorm en in gesloten vorm wordt getoond; 25 en figuur 3 een schematische voorstelling van een wikkelkleed met capuchon en trekkoordjes voorzien van een kledingveiligheidssluiting van figuur 2 in meer gedetailleerde vorm.

Figuur 1 toont een schematische voorstelling van een wikkelkleed met capuchon 30 en trekkoordjes volgens de stand van de techniek.

Het wikkelkleed 1 omvat een kleeddeel 2, een capuchon 3, en trekkoordje 4. Het kleeddeel 2 dient als kleed voor het inwikkelen van een baby en tevens als ondergrond-of speelkleed.

1024582* 3

De capuchon 3 dient om het hoofdje van een baby in op te nemen en te beschermen, wanneer het kleed daadwerkelijk gebruikt wordt om de baby in te wikkelen.

De capuchon 3 is aan een kleedrand 5 met het kleeddeel 2 verbonden.

S Voorts is trekkoordje 4 in een omtrekrand 6 van de capuchon 3 opgenomen. De omtrekrand 6 is dusdanig omgeslagen en met zichzelf verbonden dat het trekkoordje 4 door de omtrekrand 6 is omsloten. Het trekkoordje 4 wordt door koordgaten 7,8 die zich in deze uitvoeringsvorm aan de omtrekrand 6 bevinden, naar buiten uitgevoerd. De koordgaten 7,8 aan de omtrekrand bevinden zich in de nabijheid van de kleedrand 5 10 zodat de uiteinden 4a, 4b van het trekkoordje 4 zich bij de kleedrand en bij het kleeddeel 2 bevinden.

Voorts kan het trekkoordje 4 aan ieder van zijn uiteinden 4a, 4b, zijn voorzien van koordklemmen 9,10. De koordklemmen 9,10 dienen voor het tijdens gebruik onder een zekere spanning houden van het trekkoordje om zo de capuchon 3 in een 15 gewenste vorm rond het hoofdje van een baby te kunnen houden.

Er wordt opgemerkt dat het mogelijk is dat de koordgaten zich ook op andere plaatsen dan aan een rand van het kleeddeel kunnen bevinden. De deskundige op het vakgebied is ermee bekend dat het feitelijke ontwerp zal bepalen op welke plaats een koordgat zal zijn geplaatst, en op welke wijze een trekkoordje daarin zal zijn 20 aangebracht.

Figuur 2 toont een schematische voorstelling van een wikkelkleed met capuchon en trekkoordjes voorzien van een kledingveiligheidssluiting in een eerste uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding waarbij de sluiting in geopende vorm en in gesloten vorm wordt getoond. Referenties in figuur 2 die gelijk zijn aan 25 referenties in figuur 1 verwijzen naar dezelfde elementen als in figuur 1.

Het wikkelkleed 1 volgens de onderhavige uitvinding bestaat uit meerdere lagen materiaal die in ieder geval aan de randen van het kleeddeel 2 aan elkaar verbonden zijn. Het is mogelijk dat tussen de lagen een vulmateriaal is aangebracht.

De capuchon 3 van het wikkelkleed kan samen met het kleeddeel 2 uit één stuk 30 gevormd zijn ofwel langs de kleedrand 5 met het kleeddeel 2 verbonden zijn.

Ook kan het trekkoord 4 door middel van een stiksel (niet getoond) op een plaats in de capuchon 3 vast verbonden zijn met de capuchon 3.

f024582” 4

In de getoonde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding nu in een afsluitbare pocket 11 voor ieder van de koordgaten en de daaruit komende koorduiteinden met eventuele koordklemmen.

De afsluitbare pocket 11 bevindt zich bij voorkeur tussen de verschillende lagen 5 van het kleeddeel. Ook is het mogelijk dat de pocket 11 op de buitenlaag van het kleeddeel 2 is aangebracht.

In figuur 2 wordt voor de duidelijkheid één pocket voor één koordgat in geopende vorm weergegeven. De pocket voor het andere koordgat wordt in gesloten vorm weergegeven en heeft een overeenkomstige uitvoering.

10 De pocket is zo gevormd, dat ieder van de koordgaten 7, 8 (niet zichtbaar) uitkomt in de bijbehorende pocket 11, en dat in de pocket zich een koorduiteinde 4a; 4b bevindt met een eventuele koordklem.

Verder kan de pocket 11 voorzien zijn van een voering die verwerkt is tussen pocket en één of meer van de lagen van het kleeddeel 2 15 De pocket 11 is toegankelijk via een opening 12 in de bovenste laag van het kleeddeel 2. Een gebruiker is daardoor in staat het trekkoordje 4 te bereiken om het koordje 4 in de capuchon 3 strakker of losser te kunnen stellen.

De hoofdzakelijk lijnvormige opening 12 is zo gevormd dat wanneer het kleed in gebruik is, de randen van de opening 12 hoofdzakelijk tegen elkaar aan liggen, zodat 20 het trekkoord al opgeborgen is in de pocket. Om de opening 12 af te sluiten is een afsluitend deel 13 voorzien dat in figuur 2 in geopende toestand naast de opening 12 in de pocket 11 wordt getoond.

De opening 12 kan ook een willekeurige vorm hebben op grond van bijvoorbeeld een esthetische of praktische overweging.

25 Figuur 3 toont een schematische voorstelling van een wikkelkleed met capuchon en trekkoordjes voorzien van een kledingveiligheidssluiting van figuur 2 in meer gedetailleerde vorm.

De omtrek van de geopende pocket is door middel van een stippellijn in figuur 2 schematisch weergegeven. Het afsluitende deel 13 is aan tenminste één langszijde, en 30 verder eventueel nabij de uiteinden 12a, 12b van de lijnvormige opening 12, vast verbonden met het kleeddeel 2. Een andere naar de binnenzijde van de pocket gekeerde langszijde (niet getoond) van het afsluitende deel 13 kan vouwbaar verbonden worden met een oppervlaktedeel 16 van het kleeddeel 2. Het oppervlaktedeel 16 bevindt zich 1024582- 5 ten opzichte van het afsluitende deel 13 aan de overstaande zijde van de opening 12 op het kleeddeel 2, zodat in afgesloten toestand van de kledingveiligheidssluiting, het afsluitend deel 13 de opening 12 van de pocket 11 afsluit.

Het is overigens denkbaar dat het afsluitende deel 13 niet aan de uiteinden 12a, 5 12b van de opening 12 verbonden is.

Het oppervlaktedeel 16 en het afsluitende deel 13 zijn ieder voorzien van een verbindingsmiddel om het oppervlaktedeel 16 en het afsluitende deel 13 bij een verbinding met elkaar (13,16) zodanig te verbinden dat een baby/peuter niet in staat is de verbinding te openen.

10 Het verbindingsmiddel kan bijvoorbeeld een klittenbandverbinding zijn. De klittenbandverbinding is zodanig aangebracht dat een baby/peuter niet in staat kan zijn het afsluitende deel 13 te openen, bijvoorbeeld door zijn vingers in een onverbonden deel tussen het oppervlaktedeel 16 en het afsluitende deel 13 te steken. Bijvoorkeur is de verbinding uitgevoerd over de volledige lengte van het afsluitende deel 13.

1S Ook kan bijvoorbeeld als verbindingsmiddel een ritssluiting, een drukknoopverbinding, of een verbinding door knopen en/of lussen worden toegepast.

Wanneer het uiteinde 4a; 4b van het trekkoordje 4 en de eventuele koordklem 9; 10 op afgesloten wijze is opgenomen in de pocket, zijn deze (4a, 9; 4b, 10) niet meer bereikbaar voor een baby/peuter die zich op het wikkelkleed bevindt.

20 Voorts heeft het de voorkeur de pocket 11 en het afsluitende deel 13 zodanig uit te voeren, dat koorduiteinde en koordklem door een gebruiker niet direct voelbaar worden opgemerkt op het buitenoppervlak van het kleeddeel 2. Hiertoe kan de buitenste laag van het kleeddeel 2 bijvoorbeeld van een relatief dik en zacht materiaal zijn vervaardigd. Ook kunnen de eigenschappen van het eventuele vulmateriaal 25 dusdanig zijn dat hierdoor trekkoord en koordklem niet of nauwelijks worden opgemerkt. Ook kan het trekkoord en/of de koordklem een zacht materiaal omvatten.

De mogelijkheid om een trekkoordje afsluitbaar op te bergen door middel van een kledingveiligheidssluiting zoals hierboven beschreven is volgens de onderhavige uitvinding ook toepasbaar op kleding voor zowel kinderen als volwassenen, zoals 30 bijvoorbeeld jassen met capuchon en trekkoordjes of met een koordsluiting. Ook andere producten zoals een rugzak en tas, slaapzak,voetenzak of buggyzak die zijn uitgerust met een koordsluiting kunnen worden voorzien van de kledingveiligheidssluiting volgens de onderhavige uitvinding.

i024582® 6

In kleding is dan een kledingdeel voorzien dat ingericht is om trekkoordje afsluitbaar op te nemen. In een jas met capuchon is dat kledingdeel bijvoorbeeld het borstgedeelte van de jas.

Voor een tas, rugzak, slaapzak, voetenzak, of buggyzak met koordsluiting is het 5 deel waarin het koordje afsluitbaar kan worden opgenomen, bijvoorbeeld een deel van de wand van de tas, rugzak, slaapzak of voetenzak.

Ook kan de kledingveiligheidssluiting worden toegepast in kledingaccessoires die voorzien van een koordsluiting. Dergelijke kledingaccessoires kunnen bedoeld zijn voor zowel kinderen als volwassenen.

1024582-

Claims (14)

1. Wikkelkleed omvattend een kleeddeel (2) en een capuchon (3), waarbij de capuchon verbonden is aan het kleeddeel (2), en de capuchon (3) is voorzien van een 5 trekkoord (4), waarbij het trekkoord (4) is ingericht voor het aanpassen van de vorm van de capuchon, met het kenmerk, dat in het kleeddeel (2) een pocket (11) is opgenomen, die is ingericht op het afsluitbaar opnemen van het trekkoord (4) in het kleeddeel (2).

2. Wikkelkleed volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kleeddeel (2) tenminste één pocket (11), en tenminste één koordgat (7; 8) omvat, waarbij tenminste één koorduiteinde (4a; 4b) van het trekkoord (4) zich uit het tenminste ene koordgat (7; 8) uitstrekt, en waarbij de tenminste ene pocket (11) is ingericht op het afsluitbaar in zijn inwendige 15 opnemen van het tenminste ene koorduiteinde (4a; 4b), waarbij het tenminste ene koordgat (7; 8) zich bevindt in de tenminste ene pocket (11).

3. Wikkelkleed volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tenminste ene pocket (11) voorzien is van een opening (12) voor het bereiken van het inwendige van de 20 pocket (11) en van een afsluitend deel (13) voor het afsluiten van de opening (12).

4. Wikkelkleed volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het afsluitende deel (13) aan tenminste één langszijde naast de opening (12) van de pocket (11) vast verbonden is met het kleeddeel (2), en aan een andere naar de 25 binnenzijde van de pocket gerichte langszijde is ingericht om over de opening (12) een afsluitbare verbinding te verschaffen.

5. Wikkelkleed volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat aan een ten opzichte van het afsluitende deel (13) overstaande zijde van de opening 30 (12) een oppervlaktedeel (16) is voorzien, en het oppervlaktedeel (16) en de andere langszijde (15) van het afsluitend deel (13) voorzien zijn van verbindingsmiddelen voor een onderling (13,16) afsluitbare verbinding. 1024582-

6. Wikkelkleed volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een klittenbandverbinding omvatten.

7. Wikkelkleed volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de 5 verbindingsmiddelen een ritssluiting, drukknoopverbinding of knoop/lus verbinding omvatten.

8. Wikkelkleed volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pocket (11) zich tussen verschillende lagen van het kleeddeel (2) bevindt. 10

9. Wikkelkleed volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat de pocket (11) zich hoofdzakelijk op de buitenlaag van het kleeddeel (2) bevindt.

10. Wikkelkleed volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, met het kenmerk, dat zich tussen de lagen van het kleeddeel (2) een vulmateriaal bevindt.

11. Wikkelkleed volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tenminste ene trekkoord (4) aan tenminste een uiteinde (4a; 4b) een koordklem (9) 20 omvat.

12. Wikkelkleed volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wikkelkleed is ingericht voor gebruik als speelkleed.

13. Voetenzak of buggyzak voor baby of peuter omvattende een koordsluiting met een trekkoord, met het kenmerk, dat in de voetenzak of buggyzak een pocket is opgenomen, die is ingericht op het afsluitbaar in zich opnemen van het trekkoord, waarbij de pocket deel uitmaakt van een wand van de voetenzak of buggyzak. 30 1.

14. Werkwijze voor het vervaardigen van een wikkelkleed omvattend een kleeddeel (2) en een capuchon (3), waarbij de capuchon verbonden is aan het kleeddeel (2), en de capuchon (3) is voorzien van een trekkoord (4), waarbij het trekkoord (4) is ingericht voor het aanpassen van de vorm van de 1024582- capuchon, gekenmerkt door het opnemen in het kleeddeel (2) van een pocket (11), die is ingericht op het afsluitbaar opnemen van het trekkoord (4) in het kledingdeel (2). 1024582*