NL1024096C2

NL1024096C2 - Inrichting en werkwijze voor het stapsgewijs heffen van een last.

Info

Publication number: NL1024096C2
Application number: NL1024096A
Authority: NL
Inventors: Willem Jan Lieftink
Original assignee: Spanlift B V
Priority date: 2003-08-13
Filing date: 2003-08-13
Publication date: 2005-02-15

Description

»

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET STAPSGEWIJS HEFFEN

VAN EEN LAST

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werk-5 wijze voor het stapsgewijs heffen van een last.

Bij het heffen van bepaalde zware lasten, zoals bijvoorbeeld vloeren, daken, bruggen, etc., wordt vaak gebruik gemaakt van een stapsgewijze heftechniek, waarbij een aantal hefsystemen synchroon samenwerken om een last op een bepaalde 10 hoogte te brengen. Volgens een mogelijk bekend systeem worden draagkolommen opgebouwd uit afzonderlijke blokvormige elementen die bovenop elkaar worden geplaatst, en aan elkaar worden bevestigd. Onder het onderste blok van een draagkolom is een centrale vijzel voorzien welke de kolom omhoog beweegt. Wan-15 neer de vijzel in zijn hoogste stand is wordt de kolom vastgehouden. Vervolgens kan de vijzel worden teruggetrokken, zodat een extra blok onder de kolom kan worden gemonteerd.

Een nadeel van een dergelijk systeem is dat veel bewerkingen nodig zijn.

20 Verder beschrijft AU-B-40116189 een inrichting voor het stapsgewijs heffen van een last, waarbij gebruik wordt gemaakt van een centrale vijzel die met behulp van pennen kan ondersteund worden.

De uitvinding heeft als doel om een eenvoudige inrichting 25 en werkwijze te verschaffen waarmee zware lasten stapsgewijs, met een minimum aantal handelingen omhoog kunnen worden bewogen.

Daartoe onderscheidt de inrichting volgens de uitvinding zich doordat deze tenminste een eerste en een tweede holle 30 staande paal, en verplaatsingsmiddelen omvat, waarbij de eerste en tweede holle paal telescopisch samenwerken, de eerste holle paal voorzien is van een aantal radiaal tegenover elkaar liggende eerste openingen met daartussen telkens 1024096 Η I 2 I een paar radiaal tegenover elkaar liggende tweede openingen, I waarbij elk paar tweede openingen axiaal verschoven is en I onder een hoek ligt t.o.v. elk paar eerste openingen, welke I eerste openingen ingericht zijn om een eerste steun op te I 5 nemen ter ondersteuning van de tweede holle paal, welke twee- de openingen ingericht zijn om een tweede steun op te nemen, I waarbij de verplaatsingsmiddelen werkzaam zijn tussen de I tweede steun en de tweede holle buis, en een slag hebben die I tenminste gelijk is aan de steekafstand tussen boven elkaar 10 gelegen eerste openingen.

I Op die manier kan men door een minimum aantal eenvoudige I handelingen, i.e. het verplaatsen van de eerste en tweede I steun en het bedienen van de verplaatsingsmiddelen, zware I lasten omhoog bewegen.

I 15 De inrichting kan op twee manieren worden gebruikt. Vol- gens een eerste manier staat de eerste holle paal vast bij- I voorbeeld op de grond, en wordt de tweede paal omhoog bewo- gen. Volgens een tweede manier staat de tweede holle paal vast, en wordt de eerste paal omhoog bewogen. Hieronder zal 20 de werking worden beschreven volgens de eerste manier.

Wanneer de eerste steun in een paar eerste openingen, en de tweede steun in een paar daaronder gelegen tweede opening- en is aangebracht, kan de tweede holle paal t.o.v. de eerste paal omhoog bewogen worden door middel van de verplaatsings- 25 middelen tot boven een boven de eerste steun gelegen paar eerste openingen. Daarna kan de eerste steun verwijderd wor- den en in de daarboven gelegen eerste openingen worden aan- gebracht. Op die manier ondersteunt de eerste steun terug de tweede paal, en kunnen de verplaatsingsmiddelen worden terug- 30 getrokken, waarna de tweede steun kan worden verwijderd, en in een daarboven gelegen paar tweede openingen worden aange- bracht, zodat de verplaatsingsmiddelen opnieuw worden onder- steund en een volgende hefstap kan worden aangevangen.

I 1024096 3

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding ligt het eerste paar openingen in hoofdzaak dwars ten opzichte van het tweede paar openingen. Op die manier wordt de werking van de verplaatsingsmiddelen niet belemmerd, en kan 5 de eerste steun gemakkelijk verplaatst worden.

Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaan de verplaatsingsmiddelen uit tenminste twee vijzels die aan weerszijden van de tweede holle paal zijn aangebracht. Deze vijzels werken dan tussen de tweede holle paal 10 en de in de eerste holle paal aangebrachte tweede steun, en kunnen zo een verplaatsing van de tweede holle paal t.o.v. de eerste holle paal veroorzaken.

De eerste en tweede paal hebben volgens een mogelijke variant van de uitvinding een vierkante dwarsdoorsnede, maar 15 een andere dwarsdoorsnede, zoals bijvoorbeeld een ronde dwarsdoorsnede is uiteraard ook mogelijk. Afhankelijk van het type steunen/openingen dat wordt gebruikt, kan een bepaalde dwarsdoorsnede voordeliger zijn dan een andere.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm zijn de eerste en 20 tweede openingen vierkant, en zijn de eerste en tweede steunen vierkante profielstukken. De uiteinden van deze eerste en tweede vierkante profielstukken vormen steunvlakken voor respectievelijk de tweede holle paal, en de verplaatsingsmiddelen.

25 Volgens een tweede uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede openingen cirkelvormig, en zijn de eerste en tweede steunen buisvormig, waarbij de tweede holle paal aan een uiteinde voorzien is van twee radiaal tegenover elkaar liggende boogvormige uitsnijdingen waarvan de kromtestraal over-30 eenstemt met deze van de buisvormige tweede steun.

Wanneer buisvormige steunen worden gebruikt worden de steunvlakken gevormd door een deel van de cilindermantel daarvan, en moet de steunrand van de tweede holle paal, en 1024096 I 4

I het steunvlak van de verplaatsingsmiddelen dienovereenkomstig I

I worden aangepast, teneinde een gunstige krachtverdeling te I

I verkrijgen. I

I Volgens een derde uitvoeringsvorm zijn de eerste en twee- I

I 5 de openingen T-vormig, en zijn de eerste en tweede steunen I

I T-vormige profielstukken. Een dergelijke uitvoering kan I

I voordelig zijn, omdat de kritische afstand tussen de eerste I

en tweede openingen groter is dan voor bijvoorbeeld de vier- I

kante openingen, waardoor bij dezelfde afmetingen van de I

I 10 eerste holle paal een grotere last kan worden gedragen. I

I Uiteraard zijn nog vele andere vormen denkbaar voor de I

I steunen en openingen, zoals bijvoorbeeld driehoekig, recht- I

I hoekig, etc., en kunnen de steunen zowel hol als massief zijn I

I uitgevoerd. I

I 15 De afmetingen van de eerste en tweede openingen zijn bij I

voorkeur tenminste de helft van deze van de dwarsdoorsnede I

van de eerste paal. Op die manier wordt een gunstige kracht- I

I verdeling verkregen in de inrichting. I

I Tenslotte heeft de uitvinding eveneens betrekking op een I

20 werkwijze die gebruik maakt van een van de hierboven beschre- I

I ven inrichtingen, en zich onderscheidt doordat I

I - de eerste steun in een paar eerste openingen wordt aange- I

I bracht; I

I - de tweede steun in een paar daaronder gelegen tweede ope- I

I 25 ningen wordt aangebracht; I

- de tweede holle paal onder de last wordt gebracht; I

I - de tweede holle paal omhoog wordt bewogen door middel van I

I de verplaatsingsmiddelen tot boven een boven de eerste steun I

I gelegen paar eerste openingen; I

I 30 - de eerste steun wordt verwijderd en in de daarboven gelegen I

eerste openingen wordt aangebracht; I

I - de verplaatsingsmiddelen worden teruggetrokken; I

I 1024096 5 - de tweede steun wordt verwijderd, en in een daarboven gelegen paar tweede openingen wordt aangebracht.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening in bijlage en de figuurbeschrijving daarvan. De 5 in de tekening getoonde uitvoeringsvormen dienen enkel als voorbeeld, en mogen geenszins beschouwd worden als een beperking van de uitvinding. De tekening toont: in figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; 10 in figuur 2A-D de inrichting van figuur 1 in verschillende standen, ter illustratie van de werkwijze van de uitvinding; in figuur 3 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; in figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoe-15 ringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; in figuur 5 een perspectivisch aanzicht van inrichting analoog aan deze van figuur 1, maar met twee vijzels aan weerszijden; in figuur 6 een perspectivisch aanzicht van een vierde uit-20 voeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding;

De in figuur 1 getoonde eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat een eerste en een tweede holle staande paal 1,2, en verplaatsingsmiddelen die bestaan uit twee vijzels 3, 3' die aan weerszijden van de tweede holle paal 2 zijn aan-25 gebracht. De eerste en tweede holle paal 1, 2 vormen een telescopisch stel.

De eerste holle paal 1 heeft een vierkante dwarsdoorsnede, en is in twee tegenoverstaande zijden voorzien van een aantal radiaal tegenover elkaar liggende vierkante eerste 30 openingen 4, 4'. In de twee andere tegenoverstaande zijden zijn telkens een paar radiaal tegenover elkaar liggende vierkante tweede openingen 5, 5' aangebracht, een en ander zoda- 1024096

I 6 I

I nig dat elk paar tweede openingen 5, 5' axiaal verschoven is I

I t.o.v. elk paar eerste openingen 4, 4'. I

I De eerste openingen 4, 4' zijn gevormd om een eerste vier- I

I kant profielstuk 6 op te nemen ter ondersteuning van de tweede I

I 5 holle paal 2. De tweede openingen 5, 5' hebben eenzelfde vorm I

I en kunnen een tweede vierkant profielstuk 7 opnemen. De vij- I

I zeis 3/ 3' zijn werkzaam tussen het tweede vierkant profiel- I

I stuk 7 en de tweede holle buis 2, en hebben een slag hebben I

I die tenminste gelijk is aan de steekafstand S tussen boven I

I 10 elkaar gelegen eerste openingen 4. I

I Figuur 2 illustreert de werkwijze volgens de uitvinding I

I waarbij de in figuur 1 getoonde inrichting wordt gehanteerd. I

I Figuur 2A toont de situatie waarbij de eerste steun 6 in een I

I paar eerste openingen 4, 4’, en de tweede steun 7 in een paar I

I 15 daaronder gelegen tweede openingen 5, 5' is aangebracht. I

I Vervolgens wordt de tweede holle paal 2 omhoog bewogen I

I door middel van de vijzels 3, 3' tot boven een boven de eerste I

I steun 6 gelegen paar eerste openingen 4b, 4b', zoals getoond I

I in figuur 3B. I

I 20 Daarna wordt de eerste steun 6 verwijderd en in de daarbo- I

ven gelegen eerste openingen 4b, 4b' aangebracht. Op die ma- I

nier ondersteunt de eerste steun terug de tweede paal 2, en I

I kunnen de vijzels 3, 3' worden teruggetrokken. Deze situatie I

I is getoond in figuur 2C. I

I 25 Na terugtrekking van de vijzels kan de tweede steun 7 I

I worden verwijderd, en in een daarboven gelegen paar tweede I

openingen 5b, 5b' worden aangebracht, zodat de vijzels opnieuw I

I worden ondersteund en een volgende hefstap kan worden aange- I

I vangen (figuur 2D). I

I 30 Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van de inrich- I

I ting volgens de uitvinding. De eerste en tweede openingen 14, I

I 14', en 15, 15' zijn hier cirkelvormig uitgevoerd, en de eer- I

ste en tweede steunen 16, 17 zijn buisvormig. De tweede holle I

I 1024096 4 7 paal is aan een uiteinde voorzien van twee radiaal tegenover elkaar liggende boogvormige uitsnijdingen 18/ 18' waarvan de kromtestraal overeenstemt met deze van de buisvormige eerste steun 16. Op die manier is een goede overbrenging van de 5 krachten van de tweede holle paal naar de eerste gewaarborgd.

De vijzels zijn onderaan voorzien van een boogvormig blok 19/ zodanig dat een goed contact tussen de tweede steun 17, en het boogvormig blok 19 wordt verkregen wanneer dé vijzel in bedrijf is.

10 Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. De eerste en tweede openingen 24, 24', en 25, 25' zijn hier T-vormig, en de eerste en tweede steunen 26, 27 zijn T-vormige profielstukken.

In de hierboven geïllustreerd uitvoeringsvoorbeelden zijn 15 de afmetingen van de eerste en tweede openingen 4, 4', en 5, 5' tenminste de helft van deze van de dwarsdoorsnede van de eerste paal 1. Deze afmetingen zijn nodig om de last te kunnen dragen zonder gevaar op vervorming van de steunen.

Al naargelang de te heffen lasten, kunnen meerdere vijzels 20 worden ingezet, en kunnen de afmetingen van de palen en openingen worden aangepast. Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm waarin gebruik wordt gemaakt van vier vijzels, twee aan weerszijden van de tweede holle paal 2.

Tenslotte toont figuur 6 een uitvoeringsvorm, waarbij de 25 tweede holle paal 2 onderaan wordt gebruikt, en de eerste holle paal 1 met de eerste en tweede openingen 4, 4' en 5, 5' stapsgewijs omhoog wordt bewogen. De doorsneevakman zal begrijpen dat de werking analoog verloopt aan de reeds in figuur 2 beschreven werkwijze.

30 De beschermingsomvang van de uitvinding wordt niet beperkt door de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar wordt in tegendeel bepaald door de hierna volgende conclusies.

1024096

Claims

1. Inrichting voor het stapsgewijs heffen van een last, I net het kenmerk, dat I 5 de inrichting tenminste een eerste en een tweede holle staande I paal (1, 2), en verplaatsingsmiddelen omvat, I de eerste en tweede holle paal (1, 2) telescopisch samenwer- I ken, de eerste holle paal (1) voorzien is van een aantal radiaal I 10 tegenover elkaar liggende eerste openingen (4, 4') met daar- I tussen telkens een paar radiaal tegenover elkaar liggende I tweede openingen (5, 5')/ waarbij elk paar tweede openingen (5, 5') axiaal verschoven is en onder een hoek ligt t.o.v. elk paar eerste openingen (4, 4 ') #. I 15 welke eerste openingen (4, 4’) ingericht zijn om een eerste steun (6) op te nemen ter ondersteuning van de tweede holle paal (2), I welke tweede openingen (5, 5*) ingericht zijn om een tweede steun (7) op te nemen, 20 waarbij de verplaatsingsmiddelen (3, 3') werkzaam zijn tussen de tweede steun (7) en de tweede holle buis (2), en een slag hebben die tenminste gelijk is aan de steekafstand (S) tussen boven elkaar gelegen eerste openingen (4).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat I 25 het eerste paar openingen {4, 4') in hoofdzaak dwars ligt ten opzichte van het tweede paar openingen (5, 5')·

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen bestaan uit tenminste twee vij- zeis (3, 3') die aan weerszijden van de tweede holle paal (2) I 30 zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat de eerste en tweede paal (1, 2) een vierkante I dwarsdoorsnede hebben. I 1024096 * φ

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, net het kenmerk, dat de eerste en tweede paal (1, 2) een ronde dwarsdoorsnede hebben.

6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het 5 kenmerk, dat de eerste en tweede openingen (4, 4', en 5, 5') vierkant zijn, en dat de eerste en tweede steunen (6, 7) vierkante profielstukken zijn.

7. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de eerste en tweede openingen (14, 14', en 15, 10 15') cirkelvormig zijn, en dat de eerste en tweede steunen (16, 17) buisvormig zijn, waarbij de tweede holle paal aan een uiteinde voorzien is van twee radiaal tegenover elkaar liggende boogvormige uitsnijdingen waarvan de kromtestraal overeenstemt met deze van de buisvormige tweede steun.

8. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de eerste en tweede openingen (24, 24', en 25, 25') T-vormig zijn, en dat de eerste en tweede steunen (26,

27. T-vormige profielstukken zijn.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat de afmetingen van de eerste en tweede openingen (4, 4', en 5, 5') tenminste de helft van deze van de dwarsdoorsnede van de eerste paal (1), zijn.

10. Werkwijze voor het stapsgewijs heffen van een last, gebruikmakend van een inrichting volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat - de eerste steun (6) in een paar eerste openingen (4, 4') wordt aangebracht; - de tweede steun (7) in een paar daaronder gelegen tweede openingen (5, 5’) wordt aangebracht; 30. de tweede holle paal (2) onder de last wordt gebracht; - de tweede holle paal (2) omhoog wordt bewogen door middel van de verplaatsingsmiddelen (3, 3') tot boven een boven de eerste steun (6) gelegen paar eerste openingen (4b, 4b'); 1024096 Η I 10 I - de eerste steun (6) wordt verwijderd en in de daarboven gelegen eerste openingen (4b, 4b') wordt aangebracht; I - de verplaatsingsmiddelen (3, 3') worden teruggetrokken; I - de tweede steun (7) wordt verwijderd, en in een daarboven I 5 gelegen paar tweede openingen (5b, 5b') wordt aangebracht. I 1024096