NL1023546C1 - Veiligheidsklep. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Veiligheidsklep 5 De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsklep welke een huis omvat, een in het huis aangebrachte doorlaat met een ingangsdeel en een uitgangsdeel, een in de doorlaat tussen het ingangsdeel en uitgangsdeel aangebrachte klepzitting, een kleporgaan en een klephouder waarbinnen het kleporgaan geleid 10 kan worden, tussen de klephouder en het kleporgaan werkende veemiddelen, opsluitmiddelen waarmee de klephouder in het huis opgesloten kan worden, afstelmiddelen om de veerspanning op het kleporgaan te verstellen.

15 Dergelijke veiligheidskleppen zijn ondermeer bekend uit de Europese octrooiaanvraag EP 0699283, en onderverwijzingen.

De werking van deze kleppen, meestal opgebouwd uit een ingangsdeel, een doorlaat, waarbij een membraan het 20 kleporgaan, klephouder, veermiddelen e.d. omsluit, en een uitgangsdeel, is derhalve genoegzaam bekend.

In de loop van jaren zijn kleppen van dit type tot een optimum ontwikkeld, zodat er qua technologie en kostprijsreductie weinig mogelijkheden voor innovatie overblijven.

25 De technische beperkingen voor dit type kleppen, de keuzes van materialen, lijken door iedereen geaccepteerd als stand-der-techniek.

De uitvinding beoogt in een veiligheidsklep welke volgens een 30 geheel andere wijze, en met belangrijk minder onderdelen is opgebouwd.

Zo is de huis van de eerdergenoemde kleptypen uitgevoerd met drie openingen. Naast een opening voor het ingangsdeel, een opening voor het uitgangsdeel, is er in het basisdeel van de 35 huis een derde opening aanwezig, waar het kleporgaan, samen met de veermiddelen en opsluitmiddelen worden ingebracht.

I Vanwege de krachten van de veermiddelen en de mediumdruk I gezamenlijk, dient er een relatief zware constructie te zijn I opgenomen ter plaatse van waar deze derde opening hiermee I wordt afgesloten.

I 5 Het basisdeel van de huis van de uitvinding kent in principe slechts twee openingen, te weten het ingangsdeel, en het I uitgangsdeel. Via het uitgangsdeel wordt het kleporgaan samen I met de veermiddelen en opsluitmiddelen ingebouwd. Een membraan I is niet meer nodig, omdat er geen derde opening behoeft te I 10 worden afgesloten, waardoor de kans op lekkage buiten de I reguliere afvoer niet meer mogelijke is. In gevallen waarbij I een bedieningsorgaan is vereist om het kleporgaan van buiten I de huis handmatig te kunnen lichten, zal een derde opening ten I hoogste nog een kleine diameter bevatten. Van een I 15 bevestigingsconstructie is dan geen sprake, maar slechts van een geleiding, terwijl een asafdichting eenvoudig kan zijn.

Doordat het basisdeel van de huis uit minder bewerkingen kan worden verkregen, en het geringer aantal onderdelen, met bij H gevolg een vereenvoudigde samenstelling, zal een relatief I 20 lagere kostprijs kunnen worden gerealiseerd.

H Naast deze besparingen, is het membraan als meest kwetsbare I onderdeel in de constructie van de bestaande typen veiligheidskleppen, niet meer nodig, wat de betrouwbaarheid en levensduur gunstig beïnvloedt.

I 25

De bouwwijze van de uitvinding maakt het mogelijk om met I verschillende veertechnieken te kunnen werken. Het I zittinggedeelte in de doorlaat kan hiervoor onder verschillende hoeken worden gepositioneerd. Om dit te I 30 illustreren zijn er in de verschillende uitwerkingen een I spiraalveer, een platte veer en een torsieveer weergegeven.

I Ook zijn er meerdere mogelijkheden om het kleporgaan te I geleiden. Denkbaar is om het de klephouder als geleiding voor het kleporgaan, op te nemen in huis van de veiligheidsklep, 35 waarbij tevens een eindaanslag is opgenomen, waartegen de I openingsstand van het kleporgaan wordt begrensd, waarmee ook 3 de veer wordt beschermd tegen overbelasting. Ook is een uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij het kleporgaan wordt geleid door het veerelement, waarmee het kleporgaan dan een eenheid vormt, gefixeerd dan wel met beperkte bewegingsvrijheid om 5 geringe maatafwijkingen tussen het zittinggedeelte en het kleporgaan te kunnen opvangen.

Ook de openingskarakteristieken kunnen bij de verschillende veerkeuzes worden gemanipuleerd, om bijvoorbeeld het zogenaamde pop-effect te verkrijgen. In de uitvoeringsvorm met 10 een bladveer zou dit bijvoorbeeld kunnen worden verkregen door een omslagpunt toe te staan in het veerelement, een hoekverspringing na een zekere belasting, waardoor het kleporgaan een grotere opening maakt ten opzichte van de zitting dan lineair zou worden verwacht op grond van de 15 druktoename.

De drukaansturing vindt in alle gevallen plaats vanuit het medium waarop het ingangsdeel van de veiligheidsklep is aangesloten.

Een andere manier om dit pop-effect te verkrijgen is door het 20 creëren van een tweede groter zittingdeel, wat onder normaal gesloten omstandigheden door het kleporgaan buiten bereik van het medium wordt gehouden. Wanneer door een drukstijging in het medium het kleporgaan wordt gelicht van het eerste kleine zittingdeel, zal de kracht van het medium op een grotere 25 oppervlakte van het kleporgaangedeelte volgnes het tweede zittingdeel, toenemen en het kleporgaan verder wegduwen tegen de veerdruk in.

Hierdoor wordt eenzelfde effect verkregen, waarbij het kleporgaan een grotere opening maakt dan lineair zou kunnen 30 worden verwacht door de stijging van de druk in het medium.

De montage kan nog verder worden vereenvoudigd of geautomatiseerd, wanneer er gebruik wordt gemaakt van klick-en/of snapverbindingen.

Het spreekt voor zich, dat bij iedere keuze voor een 35 veerelementen, een bediening van buitenaf voor het bedienen van het veerelement, dan wel rechtstreeks van het kleporgaan, I is aan te brengen, waarmee men het lichten van het kleporgaan I van de zitting kan controleren.

I Het is ook denkbaar dat men een kleporgaan door de mediumdruk I zelf laat lichten, door een tweede gedeelte van een I 5 kleporgaan, in een min of meer gesloten ruimte, bloot te I stellen aan de mediumdruk. Dit kan worden gerealiseerd, door een klein klepje te openen, waarmee een medium deze gesloten I ruimte binnenstroomt.

Doordat er nu een groter oppervlakte wordt blootgesteld aan I 10 het medium, zal de veerkracht door het veerelement onvoldoende I kracht uitoefenen op het kleporgaan, en opent de klep.

Na het sluiten van dit kleine klepje, kan dit medium weer I weglekken, en komt alleen het eerste gedeelte van het kleporgaan dat binnen het normale bereik van de zitting valt, I 15 met het medium in contact. Wanneer de druk voldoende laag is, I sluit het kleporgaan weer op de zitting.

I In figuur 1 is een uitvoeringsvorm weergegeven volgens de I uitvinding, waarin een bladveer als veerelement is toegepast.

I 20 I in figuur 2 is een uitvoeringsvorm weergegeven volgens de I uitvinding, waarin een torsieveer als veerelement is toegepast. Bij deze uitvoeringsvorm is een van buiten te I bedienbare handel weergegeven, waarmee de klep kan worden I 25 gelicht.

In figuur 3 is een testmogelijkheid voor het controleren van het lichten van het kleporgaan van de zitting volgens de H uitvinding weergegeven, waarbij de mediumdruk wordt gebruikt 30 om de kracht nodig voor het overwinnen van de veerkracht van het veerelement op het klepelement.

Claims (1)

1. Veiligheidsklep welke een huis met een basisdeel omvat, een in het huis aangebrachte doorlaat met een ingangsdeel en een 5 uitgangsdeel, een in de doorlaat tussen het ingangsdeel en uitgangsdeel aangebrachte klepzitting, een kleporgaan en een klephouder waarbinnen het kleporgaan geleid kan worden, tussen de klephouder en het kleporgaan werkende veermiddelen, opsluitmiddelen waarmee de klephouder in het huis opgesloten 10 kan worden, afstelmiddelen om de veerspanning op het kleporgaan te verstellen, waarbij het basisdeel van de huis in principe slechts twee openingen heeft, te weten het ingangsdeel, en het uitgangsdeel en waarbij het kleporgaan samen met de veermiddelen en opsluitmiddelen via het 15 uitgangsdeel wordt ingebouwd. I «k Λ ·»· '*. A ' ^