NL1023428C2 - Blokkeermechanisme voor een sectionaaldeur. - Google Patents

Description

Menginrichting voor het mengen van een vloeibaar product met ten minste één ingrediënt.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een menginrichting voor het mengen van 5 een vloeibaar product met ten minste één ingrediënt omvattende een menghouder met een mengkamer om daarin het product te ontvangen, ten minste één productinlaat voor toevoer van het product en met mengmiddelen om het product in de mengkamer te homogeniseren.

10 Een bestaande menginrichting van de hiervoor beschreven soort omvat een stationaire menghouder met een mengkamer om daarin een vloeistof en één of meer ingrediënten te ontvangen. In de mengkamer is een roerwerk opgenomen dat bij bekrachtiging het product in beweging brengt en uiteindelijk de ingrediënten door de vloeistof mengt tot een homogeen eindproduct. Dit eindproduct kan bijvoorbeeld een saus of dressing zijn 15 zoals die in onder meer de voedingsmiddelenindustrie, de keuken, en aan tafel in vele soorten en smaken bruikbaar zijn.

Een bezwaar van de bestaande menginrichting is dat bij een wisseling van samenstelling van het te bereiden product een uitgebreid schoonmaakprogramma dient te worden 20 gevolgd om het binnenwerk van de menghouder en met name het roerwerk te ontdoen van sporen van het daarvoor gemengde product. Dit is niet alleen noodzakelijk vanuit hygiënisch oogpunt maar dient met name ook om kruiscontaminatie van producten tegen te gaan. Daarnaast verhouden sommige ingrediënten zich slecht met de bekende menginrichting doordat de structuur daarvan door inwerking van het roerwerk wordt 25 aangetast.

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een menginrichting die aan deze bezwaren, althans in belangrijke mate, tegemoet komt.

30 Om het beoogde doel te bereiken heeft een menginrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de mengmiddelen een mengtoestel in de mengkamer omvatten met een productinlaat voor een hoofdstroom van het product met een eerste stroomsnelheid, met een secundaire inlaat voor een 1032428 -2- hulpstroom van een hulpfluïdum met een tweede, belangrijk grotere snelheid en met een voor de hoofdstroom en de hulpstroom gemeenschappelijke uitlaat, en dat zowel de productinlaat als de uitlaat van het mengtoestel, althans tijdens bedrijf, in open communicatie verkeren met de mengkamer. Door het grote snelheidsverschil van de 5 hulpstroom ten opzichte van de hoofstroom zal de hoofstroom door de hulpstroom worden meegesleurd zodra beide stromen bijeenkomen. Deze propulsie van de hoofdstroom en de daarbij optredende schokgolven, zorgt voor een beroering van het stromende product dat daardoor zal mengen zonder dat daarvoor bewegende delen zijn vereist. Het geheel of gedeeltelijk gehomogeniseerde product verschijnt aan de uitlaat 10 van het mengtoestel om vervolgens weer in de mengkamer terecht te komen. Van daaruit is het product weer voor een volgende rondgang beschikbaar totdat een volledige homogenisatie van het product is bereikt.

Door de afwezigheid van op het product inwerkende, bewegende delen kan een 15 eventuele aantasting van een structuur van ingrediënten in het product aldus worden vermeden. Bovendien leidt de afwezigheid van bewegende delen tot een aanmerkelijk eenvoudiger reinigingsstap nadat het product is bereid, naast een verhoogde levensduur en verminderde storingsgevoeligheid. Daarnaast blijkt de inrichting volgens de uitvinding in de praktijk belangrijk effectiever en efficiënter dan de bestaande inrichting 20 zodat een volledige homogenisatie in een aanmerkelijk kortere tijd kan worden bewerkstelligd dan voorheen mogelijk was.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de menginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de menghouder aan een bovenzijde een losneembare afsluiter omvat die in 25 een toegangsopening van de menghouder brengbaar is, dat het mengtoestel is bevestigd aan een uiteinde van een starre arm die aan een tegenover gelegen uiteinde van de afsluiter uitgaat en dat de arm een toevoerleiding voor het hulpfluïdum omvat. Het te mengen product of althans een fractie daarvan kan aldus via de toegangsopening worden ingelaten, waarna in een enkele bewerking het mengtoestel in de mengkamer kan 30 worden gebracht terwijl de mengkamer wordt afgesloten. Om ook gedurende bedrijf product aan het mengvat te kunnen toevoeren, terwijl de afsluiter op zijn plaats blijft, -3- heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de afsluiter is voorzien van een productinlaat. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de menginrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de afsluiter is voorzien van ten minste één afblaasopening. De ten minste afblaasopening in 5 de afsluiter vermijdt daarbij een ontoelaatbare drukopbouw in een overigens gesloten mengvat, die anders met name het gevolg zou kunnen zijn van de toevoer van het hulpfluïdum aan de mengkamer.

Om het verwisselen van een mengvat zoveel mogelijk automatisch te laten plaatsvinden, 10 heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de afsluiter is gekoppeld aan een lineaire aandrijving waarmee de afsluiter in een in hoofdzaak lineaire beweging van een boven de menghouder gelegen rusttoestand in een op de menghouder gelegen bedrijfsgerede toestand brengbaar is. Meer in het bijzonder is een verdere bijzondere uitvoeringsvorm 15 van de menginrichting daarbij gekenmerkt doordat de lineaire aandrijving een wagen omvat die op een lineaire geleiding gangbaar is en dat de afsluiter uitgaat van de wagen. De afsluiter is aldus volkomen mechanisch bedienbaar, waarbij tevens het mengtoestel in de mengkamer wordt ingelaten c.q. uitgenomen.

20 Met het oog op een snelle omstelling van de menginrichting van product naar een volgend product heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de menghouder een uit de inrichting uitneembaar en verwisselbaar mengvat omvat. Het verwisselbare mengvat kan aldus na bereiding van het product eenvoudig worden uitgenomen om te worden verwisselend voor een 25 volgend, soortgelijk mengvat. Een tussenliggende reinigingsstap kan aldus worden beperkt tot nagenoeg slechts het mengtoestel dat met het product in aanraking is geweest. Een gevaar van kruiscontaminatie kan zo tot een minimum worden beperkt.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de menginrichting volgens de uitvinding 30 gekenmerkt doordat de menghouder een productuitlaat omvat, dat een verder mengtoestel is voorzien, omvattende een productinlaat voor een hoofdstroom van het -4- product met een eerste snelheid, een secundaire inlaat voor een hulpstroom van een hulpfluïdum met een tweede, belangrijk grotere snelheid en omvattende een voor de hoofdstroom en de hulpstroom gemeenschappelijke uitlaat, dat de productinlaat van het verdere mengtoestel, althans gedurende bedrijf, in open communicatie verkeert met de 5 productuitlaat van de menghouder en dat de gemeenschappelijke uitlaat van het verdere mengtoestel, althans gedurende bedrijf, in open communicatie verkeert met de productinlaat van de menghouder. Aldus omvat de menginrichting ten minste twee mengtoestellen, waarvan er één in de mengkamer is opgenomen om het product daarin te homogeniseren en waarvan een ander buiten de menghouder is geplaatst om een 10 productstroom op gang te brengen en te onderhouden vanuit de productuitlaat van de menghouder naar een productinlaat daarvan.

Een dergelijke productcirculatie buiten de menghouder bevordert niet alleen de homogenisatie van het product maar biedt tevens een additionele mogelijkheid om via 15 het verdere mengtoestel één of meer ingrediënten aan het product toe te voegen. Hiertoe is een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het verdere mengtoestel aan een inlaatzijde van de hoofdstroom is voorzien van inlaatmiddelen voor toevoer van ten minste één ingrediënt aan de hoofdstroom.

20

Om het product desgewenst betrekkelijk eenvoudig en adequaat uit het verdere mengtoestel en de daaraan verbonden leidingen te verdrijven heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de productuitlaat van de menghouder afsluitbaar is en dat het verdere mengtoestel aan een 25 uitlaatzijde is voorzien van een bedienbare afsluitmiddelen voor afsluiting van dé uitlaat van het verdere mengtoestel. Om eventuele afgaande leidingen van het verdere mengtoestel productvrij te maken kunnen de afsluitmiddelen aan de uitlaatzijde worden geopend terwijl de productuitlaat van het mengvat wordt afgesloten en de hulpstroom van het hulpfluïdum in het verdere mengtoestel wordt gehandhaafd. De hulpstroom zal 30 aldus in het mengtoestel een overdruk veroorzaken die het product uit de afgaande leidingen via de productinlaat in het mengvat forceert. Door de afsluitmiddelen aan de -5- uitlaatzijde dicht te sturen, althans te sluiten, terwijl de hulpstroom van het hulpfluïdum in het verdere mengtoestel wordt gehandhaafd en de productuitlaat van het mengvat wordt geopend, zal door de overdruk van het hulpfluïdum daarentegen een productstroom in tegengestelde richting op gang komen worden, waarbij het product uit 5 het mengtoestel en eventuele toevoerleidingen wordt verdreven. Al met al kan de inrichting daarna betrekkelijk efficiënt worden gereinigd en gaat aldus zo min mogelijk product verloren.

Met name voor gebruik met een verwisselbare menghouder heeft een verdere bijzondere 10 uitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat een loskoppelbare afgaande productleiding aan de productuitlaat van de menghouder koppelbaar is, waarvan een uiteinde in open communicatie verkeert met een inlaatzijde van het verdere mengtoestel. De afgaande leiding kan aldus desgewenst eenvoudig handmatig dan wel automatisch van de menghouder worden losgekoppeld. Bij 15 toepassing van bijvoorbeeld de hierboven beschreven mechanisch bedienbare afsluiter kan de menghouder ook overigens relatief eenvoudig uit de menginrichting worden bevrijd.

Op zichzelf lenen diverse fluïda zich als hulpfluïdum voor het mengtoestel van de 20 menginrichting volgens de uitvinding. Om echter de samenstelling van het vloeibare product daardoor niet of nauwelijks te beïnvloeden, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat het hulpfluïdum een gas onder hoge druk omvat, in het bijzonder met een druk tussen van 500 en 1500 kPa. Het fluïdum wordt bij een dergelijke druk met een bijzonder hoge 25 tot supersonische snelheid in het mengtoestel gevoerd. Hiertoe heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat het mengtoestel tussen de inlaat voor het hulpfluïdum en een mengholte ten minste één vernauwing omvat. Als gevolg van een dergelijke vernauwing zal de stroomsnelheid van het hulpfluïdum versnellen tot supersonische waarden. De daardoor veroorzaakte 30 schokgolven zorgen voor een bijzonder effectieve en efficiënte vermenging van het -6- product met de daaraan toegevoegde ingrediënten zonder die ingrediënten te beschadigen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de inrichting als kenmerk dat het 5 hulpfluïdum oververhitte stoom omvat. De oververhitte stoom biedt daarbij behalve een hulpfluïdum voor de menging van de verschillende componenten in het product tevens een geheel of gedeeltelijke opwarming van het product tot een gewenste bereidingstemperatuur. Zelfs een gelijktijdige sterilisatie van het product behoort hierbij tot de mogelijkheden.

10

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een menginrichting volgens de uitvinding; en 15 figuur 2 een zijaanzicht van de menginrichting van figuur 1.

De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

20

De menginrichting van figuur 1 en 2 is opgesteld op een vlakke en stabiele ondergrond 10 en omvat een menghouder in de vorm van een verwisselbaar mengvat 21. In het mengvat bevindt zich een mengkamer 20 met een inhoud van circa 150 liter om daarin ten minste één vloeibaar product te ontvangen. In dit voorbeeld is uitgegaan van 25 volledig roestvast stalen mengvaten 21 omwille van hun duurzaamheid en vanuit product-hygiënisch oogpunt. De uitvinding leent zich evenwel ook voor andere menghouders en voor kleinere en grotere vaten alsmede voor een menginrichting op basis van een vaste menghouder.

30 Gestart wordt bijvoorbeeld met één of meer waterige of olieachtige basiscomponenten van een saus, dressing, soep of ander vloeibaar productmensel dat in de -7- voedingsmiddelenindustrie of keuken zijn weg vindt. Deze componenten worden van bovenaf in de menghouder 21 gegoten via een daartoe voorziene opening 23 die door een afneembare afsluiter 30 afsluitbaar is. Ter bereiding van een eindproduct dient deze vloeibare fractie, bij een veelal verhoogde bereidingstemperatuur, te worden vermengd 5 met verdere ingrediënten die aan het product worden toegevoegd.

Hiertoe omvat de inrichting in de menghouder 21 mengmiddelen. De mengmiddelen omvatten een mengtoestel 40 met een in hoofdzaak cilindrische inwendige mengholte 44 met een inwendige diameter van circa 47 millimeter, die in open communicatie 10 verkeert met een productinlaat 41 voor een hoofdstroom van het product en met een secundaire 42 inlaat voor een hulpstroom van een hulpfluïdum. De mengholte 44 mondt uit in een voor de hoofd- en hulpstroom gemeenschappelijke uitlaat 43. Als hulpfluïdum wordt in dit voorbeeld oververhitte stoom toegepast die vanuit een daartoe voorziene stoomleiding 10 met een druk van de orde van 600-1000 kPa en een debiet van circa 15 600 kilogram per uur wordt aangevoerd. De stoomleiding 10 omvat een vast gedeelte 11 en een flexibele leiding 12 waarmee de stoomleiding aan het mengtoestel 40 is gekoppeld.

Het mengtoestel 40 omvat inwendig een niet nader getoond stelsel van vernauwingen 20 tussen de stoominlaat 42 en de mengholte 44, waardoor het hulpfluïdum bij de hiervoor vermelde druk- en debietwaarden met een supersonische snelheid in de mengholte wordt geïnjecteerd. Het toestel 40 voert daarbij een productstroom van maximaal 55.000 liter per uur, wat bij de hiervoor aangegeven holtediameter neerkomt op een maximale stroomsnelheid van maximaal circa 8,8 meter per seconde, welke daarmee dus 25 belangrijker lager is dan de stroomsnelheid van het hulpfluïdum.

De supersonische inlaat van het hulpfluïdum veroorzaakt een gecontroleerde supersonische schokgolf die zich verder ontwikkelt naarmate de golf verder in de productstroom penetreert. De productstroom wordt hierbij door de hulpstroom versneld 30 en gepropulseerd. Aldus ontstaat een mengzone vanuit een centrum van de holte waarin een bijzonder efficiënte impulsoverdracht van het hulpfluïdum naar het productmengsel optreedt, waardoor een bijzonder effectieve vermenging in het product plaatsvindt zonder dat met bewegende delen op het product wordt ingewerkt. De bestanddelen in het product lopen dan ook in het geheel geen schade op als gevolg van deze vermenging.

-8- 5 De productstroom en de hulpstroom verlaten het mengtoestel 40 via de gemeenschappelijke uitlaat 43. De uitlaat 43 van het mengtoestel 40 verkeert evenals de productinlaat 41 in open communicatie met de mengkamer 20 waardoor een productcirculatie in de mengkamer 20 op gang wordt gebracht die binnen enkele minuten tot een volledige homogenisatie van de inhoud van het mengvat 21 leidt. Door 10 de afwezigheid van bewegende delen of dergelijke die op het product inwerken, worden productbeschadigingen of anderszins een aantasting van de ingrediënten vermeden. Een dergelijk mengtoestel is bijvoorbeeld beschreven in International octrooiaanvrage WO 01/94197, welker inhoud hier als aangehaald en ingelast dient te worden beschouwd.

15 Buiten het mengvat 21 zijn toevoermiddelen 50 voorzien om droge stoffen als ingrediënten toe te voegen. Het gaat hierbij met name om ingrediënten zoals zouten, suikers, bindmiddelen, kruiden, specerijen en andere geur- en smaakstoffen, maar ook om grovere bestanddelen zoals al of niet gedroogde groente- en vruchtensnippers, rozijnen, noten en dergelijke meer. Deze ingrediënten worden vooraf in een gewenste 20 onderlinge verhouding en met een hoeveelheid afgestemd op de inhoud van de menghouder met elkaar vermengd en via een vultrechter 51 in het systeem geleid.

Om de aldus toegevoegde bestanddelen met het product te vermengen, omvat de menginrichting van dit voorbeeld nabij de vultrechter 51 een verder mengtoestel 80 van 25 dezelfde soort als het mengtoestel 40 in het mengvat 21. Een productinlaat 81 hiervan verkeert tijdens bedrijf in open communicatie met een productuitlaat 24 van het mengvat 21 om hiervan een productstroom te ontvangen. Aan een inlaatzijde mondt de vultrechter 51 in deze productstroom uit opdat de via de trechter toegevoegde ingrediënten direct in de productstroom worden opgenomen en door het verdere 30 mengtoestel 80 met de vloeibare fractie van het product worden (voor)gemengd.

-9-

Ook het verdere mengtoestel omvat een secundaire inlaat 82 voor een hulpfluïdum, die eveneens met overhitte stoom onder hoge druk van circa 600 kPa wordt gevoed. De productstroom wordt via een voor het hulpfluïdum en de hoofdstroom gemeenschappelijke uitlaat 83 van het verdere mengtoestel via een productleiding 60 5 naar het mengvat geleid. Ook de productleiding omvat een of meer vaste delen 61 en één of meer flexibele leidingen 62. Via een daartoe in de afsluiter 30 voorziene productinlaat 31 wordt de productstroom in de mengkamer 20 gebracht om daar door het primaire mengtoestel 40 te worden gehomogeniseerd.

10 Met het oog op de te verwerken productstromen kan voor wat betreft het verdere mengtoestel 80 worden volstaan met een verwerkingscapaciteit van de orde van een vierde van die van het mengtoestel 40 in de mengkamer 20. Dit uit zich in de grootte van het verdere mengtoestel dat met een inwendige diameter van 25 millimeter voor wat betreft de mengholte 84 belangrijk minder omvangrijk is gedimensioneerd dan het eerste 15 mengtoestel 40 in de mengkamer 20. Het verdere mengtoestel 80 wordt met een hulpfluïdumdebiet van circa 180 kilogram per uur bedreven en een maximale productstroom bedraagt daarin circa 14.000 liter per uur. De stroomsnelheid van de hoofdstroom bedraagt in dat geval maximaal circa 7,9 meter per seconde, terwijl het hulpfluïdum via daartoe voorziene vernauwingen supersonisch in de mengholte 84 van 20 het mengtoestel 80 wordt geïnjecteerd.

Om tijdens bedrijf relatief eenvoudig en snel om te kunnen schakelen van het ene op het andere product gaat de menginrichting van dit voorbeeld uit van het gebruik van uitneembare mengvaten 21 als menghouder. Deze zijn aan een bovenzijde open en 25 kunnen via de opening 23 vooraf worden afgevuld met één of meer basiscomponenten van het product. Het gaat hierbij met name om de vloeistoffen die als basis voor het product dienen, zoals bijvoorbeeld voedingsoliën en/of water. Tijdens bedrijf is de opening 23 afgesloten met de daartoe voorziene afsluiter die vanuit een boven het mengvat 21 gelegen rusttoestand, zoals aangegeven in figuur 2, in een bedrijfsgerede 30 toestand van figuur 1 op de menghouder 21 brengbaar is, waarbij de bovenzijde van het mengvat vloeistofdicht is afgesloten.

-10-

Om één en ander volledig automatisch te laten verlopen gaat de afsluiter uit van een verplaatsbare wagen 36 die op een lineaire geleiding 35 is aangebracht en die via een band of ketting door een elektromotor 37 wordt aangedreven. De afsluiter 30 is tevens voorzien van een productinlaat 31 en een thermometer 33 om een producttemperatuur 5 tijdens het proces nauwkeurig te kunnen bewaken. Ook het primaire mengtoestel 40 gaat uit van de afsluiter 30. Daartoe is tussen het mengtoestel 40 en de afsluiter 30 starre arm 32 geplaatst die het mengtoestel 40 op een gewenste diepte in het mengvat 21 positioneert. De starre arm 32 is hol en omvat tevens een deel van de aanvoerleiding van het hulpfluïdum. Aan een buitenzijde is de afsluiter voorzien van de noodzakelijke 10 aansluitingen 13 voor flexibele toevoerleidingen voor het product respectievelijk het hulpfluïdum. Door het vat 21 met de afsluiter 30 te sluiten, worden aldus tevens het mengtoestel 40, de thermometer 33 en de productinlaat 31 in stelling gebracht. Om te vermijden dat tijdens het proces als gevolg van de injectie van het hulpfluïdum in het mengvat 21 een ontoelaatbare drukopbouw plaatsvindt, is de afsluiter 30 op 15 verschillende plaatsen voorzien van afblaasopeningen 35.

Aan een onderzijde omvat het mengvat een productuitlaat 24 waaraan een flexibele productleiding 62 koppelbaar en afkoppelbaar is om het mengvat 21 in de menginrichting op te nemen respectievelijk daaruit vrij te geven. De flexibele 20 productleiding 62 verkeert met een van het mengvat 21 afgewend vrij uiteinde in open communicatie met een productinlaat 81 van het verdere mengtoestel 81. Een koppeling 63 van de flexibele leiding aan het mengvat 21 omvat een niet nader getoonde afsluiter die vermijdt dat product na het afkoppelen van de leiding 62 uit de menghouder 21 kan ontwijken.

25

Gedurende normaal bedrijf vloeit product vanuit de menghouder 21 via de productleiding 62 naar het verdere mengtoestel 80 om daarin te worden vermengd met ingrediënten die via de toevoertrechter 51 werden toegevoegd. Vanuit het verdere mengtoestel 80 vloeit het product vervolgens via een afgaande productleiding 60 met 30 een vast gedeelte 61 en een flexibel gedeelte 62 terug naar het mengvat 21. De afgaande productleiding 60 mondt daarbij uit in de productinlaat 31 van de afsluiter 30. Deze -11- exteme productcirculatie wordt ten minste op gang gehouden totdat de gewenste hoeveelheid aan ingrediënten via de trechter 51 in het product is gebracht. Aan een inlaatzijde 81 van het verdere mengtoestel 80 is een automatisch bedienbare afsluiter 85 opgenomen die dicht kan worden gestuurd om de productcirculatie buiten de 5 menghouder 21 te beëindigen. Onder invloed van de stoominjectie in het verdere mengtoestel 80 zal de afgaande productleiding 60 worden leeg gespoeld zodat zo min mogelijk productrestant daarin achterblijft. Aan een uitlaatzijde 83 van het verdere mengtoestel 80 is eveneens een automatisch bedienbare afsluiter 86 opgenomen. Na onderbreking van de stoominjectie in het verdere mengtoestel 80 wordt deze afsluiter 86 ] 0 dicht gestuurd en vervolgens de afsluiter 85 aan de inlaatzijde geopend. Na hervatting van de stoominjectie zal nu de producttoevoer 62 worden leeg gespoten, waarbij het product via de productuitlaat 24 naar de menghouder 21 wordt verdreven.

Gedurende de externe circulatie van het product vindt in de menghouder ook een interne 15 circulatie plaats door middel van het primaire mengtoestel 40. Dankzij deze gecombineerde interne en externe productcirculatie door middel van de toegepaste mengtoestellen 40,80 is de menginrichting bijzonder veelzijdig en efficiënt inzetbaar. Binnen minder dan 10 minuten kan aldus de gehele inhoud van het mengvat 21 volledig worden gehomogeniseerd. Nadat de afsluiter 30 naar de rusttoestand is gebracht, zie 20 figuur 2, en de productuitlaat 24 is afgekoppeld, is de inrichting gereed voor een volgende menghouder. Tussentijds kan een reinigingsstap worden uitgevoerd. Hiertoe omvat de inrichting een verdere houder 22 die is gevuld met een geschikte reinigingsvloeistof. De verplaatsbare wagen 36 is in staat om om de geleiding 35 over een bepaalde hoek te zwenken waarbij de afsluiter 30 boven dit verdere vat 22 wordt 25 gebracht. Nadat de afsluiter 30 hierop is neergelaten, wordt het mengtoestel 40 in bedrijf gesteld waarbij het wordt schoon gespoeld. Vanuit het verdere mengvat 22 kunnen ook de productleidingen 61,62 van de menginrichting worden gespoeld. Op een terminal 90 met beeldscherm kan het gehele proces door een operator worden gevolgd en aangestuurd.

30 -12-

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkel uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

5 1032428

Claims (15)

1. Menginrichting voor het mengen van een vloeibaar product met ten minste één ingrediënt omvattende een menghouder met een mengkamer om daarin het product te 5 ontvangen, ten minste één productinlaat voor toevoer van het product en met mengmiddelen om het product in de mengkamer te homogeniseren met het kenmerk dat de mengmiddelen een mengtoestel in de mengkamer omvatten met een productinlaat voor een hoofdstroom van het product met een eerste stroomsnelheid, met een secundaire inlaat voor een hulpstroom van een hulpfluïdum met een tweede, belangrijk 10 grotere snelheid en met een voor de hoofdstroom en de hulpstroom gemeenschappelijke uitlaat, en dat zowel de productinlaat als de uitlaat van het mengtoestel, althans tijdens bedrijf, in open communicatie verkeren met de mengkamer.

2. Menginrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de menghouder aan een 15 bovenzijde een losneembare afsluiter omvat die in een toegangsopening van de menghouder brengbaar is, dat het mengtoestel is bevestigd aan een uiteinde van een starre arm die aan een tegenover gelegen uiteinde van de afsluiter uitgaat en dat de arm een toevoerleiding voor het hulpfluïdum omvat.

3. Menginrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de afsluiter is voorzien van een productinlaat.

4. Menginrichting volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk dat de afsluiter is voorzien van ten minste één afblaasopening. 25

5. Menginrichting volgens conclusie 2, 3 of 4 met het kenmerk dat de afsluiter is gekoppeld aan een lineaire aandrijving waarmee de afsluiter in een in hoofdzaak lineaire beweging van een boven de menghouder gelegen rusttoestand in een op de menghouder gelegen bedrijfsgerede toestand brengbaar is. 30 1032428 -14-

6. Menginrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de lineaire aandrijving een wagen omvat die op een lineaire geleiding gangbaar is en dat de afsluiter uitgaat van de wagen.

7. Menginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de menghouder een uit de inrichting uitneembaar en verwisselbaar mengvat omvat.

8. Menginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de menghouder een productuitlaat omvat, dat een verder mengtoestel is voorzien, 10 omvattende een productinlaat voor een hoofdstroom van het product met een eerste snelheid, een secundaire inlaat voor een hulpstroom van een hulpfluïdum met een tweede, belangrijk grotere snelheid en omvattende een voor de hoofdstroom en de hulpstroom gemeenschappelijke uitlaat, dat de productinlaat van het verdere mengtoestel, althans gedurende bedrijf, in open communicatie verkeert met de 15 productuitlaat van de menghouder en dat de gemeenschappelijke uitlaat van het verdere mengtoestel, althans gedurende bedrijf, in open communicatie verkeert met de productinlaat van de menghouder.

9. Menginrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het verdere 20 mengtoestel aan een inlaatzijde van de hoofdstroom is voorzien van inlaatmiddelen voor toevoer van ten minste één ingrediënt aan de hoofdstroom.

10. Menginrichting volgens conclusie 8 of 9 met het kenmerk dat de productuitlaat van de menghouder afsluitbaar is en dat het verdere mengtoestel aan een uitlaatzijde is 25 voorzien van bedienbare afsluitmiddelen voor afsluiting van de uitlaat van het verdere mengtoestel.

11. Menginrichting volgens conclusies 8, 9 of 10 met het kenmerk dat een loskoppelbare afgaande productleiding aan de productuitlaat van de menghouder 30 koppelbaar is, waarvan een uiteinde in open communicatie verkeert met een inlaatzijde van het verdere mengtoestel. -15-

12. Menginrichting volgens één of meer der conclusies 8 tot en met 11 met het kenmerk dat het mengtoestel in de menghouder een zwaardere doorstroomcapaciteit heeft dan het verdere mengtoestel.

13. Menginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het hulpfluïdum een gas onder hoge druk omvat, in het bijzonder met een druk tussen van 500 en 1500 kPa.

14. Menginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk 10 dat het mengtoestel tussen de inlaat voor het hulpfluïdum en een mengholte ten minste één vernauwing omvat.

15. Menginrichting volgens conclusie 13 met het kenmerk dat het hulpfluïdum oververhitte stoom omvat. 1032428