NL1023331C2 - Werkwijze en inrichting voor het op een zichtzijde van een paneel bevestigen van een buigzaam afdekmateriaal. - Google Patents

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET OP EEN ZICHTZIJDE VAN EEN PANEEL BEVESTIGEN VAN EEN BUIGZAAM AFDEKMATERIAAL

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het op een zichtzijde van een paneel bevestigen van een buigzaam afdekmateriaal, omvattende de stappen van: a) het aanvoeren van het paneel, 5 b) het aanvoeren van het afdekmateriaal, c) het tussen de zichtzijde van het paneel en het afdekmateriaal aanbrengen van een lijmlaag, en d) het op elkaar plaatsen en aandrukken van de zichtzijde van het paneel en het afdekmateriaal.

10 Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend, en wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de productie van wandpanelen voor systeemwanden. Dergelijke wandpanelen bestaan in het algemeen uit gipsplaten die aan de zichtzijde, dus de zijde die in gemonteerde toestand naar een ruimte gekeerd is, bekleed zijn 15 met een decoratieve laag, bijvoorbeeld behang.

Tot nu toe worden panelen aangevoerd door deze met de hand van een stapel te tillen en tussen twee rollen door te schuiven. Eén van de rollen loopt door een lijmbad, zodat één zijde van het paneel, de zichtzijde, met lijm wordt 20 ingesmeerd. Daarna wordt, wederom met de hand, het ingesmeerde paneel op een werktafel gelegd en een vel afdekmateriaal op de ingesmeerde zijde van het paneel gelegd en aangedrukt om luchtbellen te verwijderen. Tenslotte worden, nog steeds met de hand, eventueel buiten het paneel 25 uitstekende randen van het afdekmateriaal afgesneden. Als het paneel zo afgewerkt is, wordt dit weer op een stapel gelegd.

Deze bekende werkwijze heeft als nadeel dat deze erg arbeidsintensief en dus ook langzaam is, terwijl het in toenemende mate moeite kost arbeidskrachten te vinden die dit 30 werk willen doen. Daarnaast is het met deze werkwijze niet Λ Λ A Λ Α Ί I goed mogelijk de zijranden van de panelen met afdekmateriaal I te bekleden. Tenslotte is er voor het uitvoeren van de bekende werkwijze veel ruimte nodig, namelijk voor de voorraadstapel met panelen, voor het invoeren van de panelen I 5 tussen de rollen, voor het afwerken van de panelen, en voor een stapel gereed product.

I De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde werkwijze van de hiervoor beschreven soort voor te stellen, waarbij de genoemde nadelen zich niet voordoen. Volgens een 10 eerste aspect van de uitvinding wordt dit bij een dergelijke werkwijze bereikt, doordat de lijmlaag op het afdekmateriaal I wordt aangebracht. Het aanbrengen van de lijmlaag op het I afdekmateriaal, in plaats van op het paneel, biedt een aantal I voordelen. Zo kunnen hierdoor ook de zijranden van het paneel I 15 eenvoudig bekleed worden, terwijl bovendien het aanbrengen van de lijmlaag op ruimtebesparende wijze kan worden gecombineerd met de aanvoer van het afdekmateriaal.

I Bij voorkeur heeft het afdekmateriaal een breedte die groter is dan de breedte van het paneel, wordt de lijmlaag in 20 hoofdzaak over de gehele breedte van het afdekmateriaal aangebracht, en wordt langs tenminste één zijrand van het paneel een daar buiten uitstekend randdeel van het afdekmateriaal om de zijrand gevouwen en aan de zijrand en/of een tegenover de zichtzijde gelegen achterzijde van het I 25 paneel gelijmd. Daarbij kan het afdekmateriaal zodanig op het paneel worden geplaatst, dat aan weerszijden daarvan een randdeel uitsteekt, en de uitstekende randdelen aan weerszijden worden omgevouwen en aan de zijrand en/of de achterzijde van het paneel worden gelijmd. Zo wordt een H 30 paneel verkregen waarvan niet slechts de zichtzijde, maar ook de zijranden zijn bekleed, waardoor kan worden afgezien van het aanbrengen van afdekstrips op de naden tussen aangrenzende panelen in een systeemwand.

3

Volgens een tweede aspect van de uitvinding onderscheidt de nieuwe werkwijze zich van de bekende wijze van bekleden van panelen, doordat het afdekmateriaal wordt aangevoerd op een rol, en vanaf de rol op de zichtzijde van 5 het paneel geplaatst en aangedrukt wordt, alvorens te worden afgesneden. Zo wordt de maatvoering van het afdekmateriaal vereenvoudigd, en hoeft dit niet vooraf gesneden te worden. Bovendien is hierdoor voor de aanvoer van het afdekmateriaal weinig ruimte nodig.

10 Daarbij kan bij voorkeur het afsnijden mechanisch plaatsvinden, waardoor het aantal menselijke handelingen wordt verminderd.

Volgens een derde aspect van de uitvinding vindt het aanvoeren van het paneel en/of het aanvoeren van het 15 afdekmateriaal mechanisch plaats. Hierdoor wordt de voor het uitvoeren van de werkwijze benodigde hoeveelheid menskracht verder gereduceerd.

In overeenstemming met weer een ander aspect van de uitvinding vindt het aandrukken en/of het omvouwen mechanisch 20 plaats, waardoor het aantal zware werkzaamheden nog verder wordt beperkt.

De uitvinding betreft ook een installatie die geschikt is voor het uitvoeren van de hiervoor beschreven werkwijze. De bekende installatie voor het met afdekmateriaal 25 bekleden van een paneel bestaat in feite slechts uit een lijmrol en een werktafel.

De installatie volgens de uitvinding onderscheidt zich in eerste instantie van de bekende installatie, doordat de lijmlaag-aanbrenginrichting is ingericht voor het 30 aanbrengen van de lijmlaag op het afdekmateriaal. De hiermee te behalen voordelen zijn hierboven toegelicht in samenhang met de werkwijze.

4 nO λ 1 4

Daarnaast of in plaats daarvan kan de installatie voorzien zijn van een inrichting voor het aanvoeren van het paneel. Hierdoor hoeven de panelen niet langer met de hand opgetild en getransporteerd te worden. Met voordeel omvat de 5 paneel-aanvoerinrichting tenminste één rollentafel, waarover de panelen eenvoudig kunnen worden getransporteerd. Deze rollentafel kan worden voorafgegaan door een hefeenheid voor het vanaf een stapel op de hoogte van de rollentafel brengen van de panelen.

10 Volgens een ander aspect van de uitvinding kan de installatie zijn voorzien van een inrichting voor het aanvoeren van het afdekmateriaal, waarmee weer de hiervoor uiteengezette voordelen te behalen zijn. Met voordeel omvat daarbij de afdekmateriaal-aanvoerinrichting tenminste één 15 rolhouder voor het opnemen van een voorraadrol van het afdekmateriaal. Zo kan eenvoudig een grote hoeveelheid afdekmateriaal worden aangevoerd en klaargezet.

Volgens weer een ander aspect verschaft de uitvinding een installatie die voorzien is van een inrichting voor het 20 op elkaar plaatsen en aandrukken van de zichtzijde van het paneel en het afdekmateriaal, waarmee deze handelingen eenvoudig kunnen worden verricht. Bij voorkeur omvat de plaats- en aandrukinrichting tenminste één aandrukelement en tenminste één daarmee samenwerkend tegendrukelement, waardoor 25 een behoorlijke kracht kan worden uitgeoefend op het afdekmateriaal en het paneel. Teneinde het plaatsen en aandrukken in een doorgaande beweging te kunnen uitvoeren, is met voordeel het tenminste ene tegendrukelement een rol van de rollentafel en het tenminste ene aandrukelement een boven 30 de rollentafel gelagerde aandrukrol.

De lijmlaag-aanbrenginrichting kan tenminste één tussen de rolhouder en de plaats- en aandrukinrichting in de baan van het afdekmateriaal geplaatste, roteerbaar in een 5 lijmhouder opgenomen lijmrol omvatten, waardoor de lijm gelijkmatig op het afdekmateriaal kan worden aangebracht.

Teneinde deze nog gelijkmatiger te verdelen, kan de lijm-aanbrenginrichting verder tenminste één tussen de lijmrol en 5 de plaats- en aandrukinrichting in de baan van het i afdekmateriaal geplaatste lijmverdelingsrol omvatten. Voor een goede verdeling van de lijm in dwarsrichting van het afdekmateriaal vertoont bij voorkeur de tenminste ene lijmrol en/of de tenminste ene lijmverdelingsrol een oppervlaktelaag 10 met een profiel waardoor de lijm bij rotatie van de rol rond zijn as evenwijdig aan die as getransporteerd wordt. Daarbij kunnen de lijmrol en de lijmverdelingsrol verschillend geprofileerde oppervlaktelagen vertonen.

Bij voorkeur vertoont de plaats- en aandrukinrichting 15 middelen voor het om tenminste één zijrand van het paneel vouwen van een daar buiten uitstekend randdeel van het afdekmateriaal, waardoor panelen met een fraai afgewerkte zijrand kunnen worden verkregen. Een installatie waarmee het afdekmateriaal eenvoudig kan worden omgevouwen wordt 20 verkregen wanneer de omvouwmiddelen tenminste één achter de aandrukrol geplaatste, daarmee een hoek insluitende afbuigrol omvatten. Daarbij wordt een geleidelijke omvouwbewerking bereikt, door een aantal achter elkaar geplaatste, verschillende hoeken met de aandrukrol insluitende 25 afbuigrollen. Bij voorkeur is/zijn de afbuigrol(len) niet recht, maar vertoont/vertonen deze een diabolovorm, waardoor de omvouwbewerking wordt bevorderd.

Volgens een laatste aspect van de uitvinding kan de bekledingsinstallatie voorzien zijn van een inrichting voor 30 het op maat afsnijden van het afdekmateriaal. Hierdoor kunnen opeenvolgende vellen van het afdekmateriaal eenvoudig telkens op dezelfde maat worden gebracht. Bijvoorbeeld omvat de snijinrichting tenminste één in hoofdzaak dwars op de 1023331 6 transportrichting van het paneel en het afdekmateriaal beweegbaar mes.

Een efficiënte snijbewerking wordt daarbij bereikt, wanneer het mes evenwijdig aan een hoofdvlak van het paneel 5 heen en weer beweegbaar is. Teneinde de bouwlengte van de installatie te beperken is bij voorkeur de snijinrichting tussen het aandrukelement en de omvouwmiddelen geplaatst.

Tenslotte betreft de uitvinding nog een lijmlaag-aanbrenginrichting, een paneel-aanvoerinrichting, een 10 afdekmateriaal-aanvoerinrichting, een plaats- en aandrukinrichting en een snij inrichting voor gebruik in de installatie als hiervoor beschreven.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde 15 tekening, waarin:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een bekledingsinstallatie volgens de uitvinding,

Fig. 2 een schematisch zijaanzicht is waarin de I stappen van het aanvoeren van het paneel en het I 20 afdekmateriaal en het aanbrengen van de lijmlaag zijn weergegeven, I Fig. 3 een schematisch zijaanzicht is waarin de I stappen van het op elkaar plaatsen en aandrukken van het I paneel en het afdekmateriaal, alsmede het omvouwen van de .

25 randen van het afdekmateriaal en het afsnijden daarvan zijn I getoond, I Fig. 4 een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht is I volgens de pijl IV in fig. 3, waarin een deel van de I snijinrichting van de installatie te zien is, en I 30 Fig. 5A en 5B gedeeltelijk doorgesneden detailaanzichten zijn van twee opeenvolgende afbuigrollen.

Een installatie 20 voor het op de zichtzijde Z van I een paneel 1 bevestigen van een buigzaam afdekmateriaal 2 7 omvat in de eerste plaats een inrichting 8 voor het aanvoeren van het paneel 1 en een inrichting 9 voor het aanvoeren van het afdekmateriaal 2. Daarnaast is de installatie 20 voorzien van een inrichting 7 voor het tussen het paneel 1 en het 5 afdekmateriaal 2 aanbrengen van een lijmlaag 3 en een inrichting 10 voor het op elkaar plaatsen en aandrukken van het paneel 1 en het afdekmateriaal 2. Verder is de installatie 20 ook nog uitgerust met een inrichting 11 voor het op maat afsnijden van het afdekmateriaal 2. Tenslotte is 10 er nog een aandrijving 40 voorzien, voor het mechanisch doen uitvoeren van de verschillende bewerkingen.

De paneel-aanvoerinrichting 8 omvat een rollentafel 12, die wordt gevormd door een frame 13 waarin een aantal het paneel 1 ondersteunende rollen 14 roteerbaar is gelagerd.

15 Eventueel kan voor de rollentafel 12 nog een (hier niet getoonde) hefeenheid voorhanden zijn, waarop een voorraadstapel panelen is aangebracht. Deze stapel kan dan telkens over de dikte van een paneel 1 omhoog gebracht worden, waarna het bovenste paneel van de stapel op de 20 rollentafel geschoven kan worden.

De afdekmateriaal-aanvoerinrichting 9 omvat een rolhouder 15, die in het getoonde voorbeeld bevestigd is op het frame 13 van de rollentafel 12, en waarin een voorraadrol 16 van het afdekmateriaal vrij roteerbaar kan worden 25 opgenomen. De rolhouder 15 wordt hier gevormd door een tweetal evenwijdige staanders 17 met aan de bovenzijde een uitsparing 18 voor het lageren van een as 19, die door de voorraadrol 16 gestoken kan worden.

De lijmlaag-aanbrenginrichting 7 omvat een lijmrol 21 30 die roteerbaar om een as 22 gelagerd is tussen twee met het frame 13 van de rollentafel 12 verbonden wanden 23. Onder de lijmrol 21 is een lijmhouder 24 aangebracht, waarin een voorraad lijm is opgenomen. Deze voorraad wordt telkens op I Λ O OQ Q 1 I δ een zodanig niveau gehouden, dat het oppervlak 25 van de I lijmrol 21 altijd door de lijm loopt bij rotatie van de rol I 21. Het oppervlak 25 van de lijmrol 21 is geprofileerd, I teneinde de uit de houder 24 opgenomen lijm vast te houden en I 5 zo gelijkmatig mogelijk te verdelen.

Verder is de lijmlaag-aanbrenginrichting 7 nog I voorzien van een lijmverdelingsrol 26, die achter de lijmrol 21 geplaatst is, en eveneens roteerbaar om een as 27 gelagerd I is tussen de wanden 23. Deze lijmverdelingsrol 26 vertoont I 10 eveneens een geprofileerd oppervlak 28, waarvan het profiel zodanig gekozen is, dat hierdoor de lijm bij een rotatie van I de rol 26 om de as 27 evenwijdig aan die as 27 langs het I oppervlak 28 wordt getransporteerd.

Volgens de uitvinding is de lijmlaag- I 15 aanbrenginrichting 7 ingericht om de lijmlaag 3 op het I aangevoerde afdekmateriaal 2 aan te brengen, in plaats van op I het paneel 1, zoals tot nu toe gebruikelijk was. Daartoe zijn de lijmrol 21 en de lijmverdelingsrol 26 aangebracht tussen de rolhouder 15 en de plaats- en aandrukinrichting 10. De I 20 breedte van de lijmrol 21 en de lijmverdelingsrol 26 is I tenminste even groot als de breedte B van de aangevoerde I afdekmateriaal 2, zodat dit afdekmateriaal over de gehele I breedte B met een lijmlaag 3 kan worden bedekt. Wanneer de breedte B van het afdekmateriaal 2 dan op zijn beurt groter 25 gekozen wordt dan de breedte b van het paneel 1, kunnen ook I de zijranden 4 daarvan worden bekleed, zoals hierna zal I worden toegelicht.

I Overigens vertoont de lijmlaag-aanbrenginrichting 7 nog eerste en tweede geleidingsrollen 29, 30, die eveneens I 30 roteerbaar gelagerd zijn tussen de wanden 23. De eerste geleidingsrol 29 is tussen de voorraadrol 16 en de lijmrol 21 I geplaatst, terwijl de tweede geleidingsrol 30 tussen de I lijmrol 21 en de lijmverdelingsrol 26 is geplaatst. Hierdoor 9 wordt gewaarborgd dat het afdekmateriaal 2 in nauw contact met de lijmrol 21 en de lijmverdelingsrol 26 komt.

De plaats- en aandrukinrichting 10 omvat in het getoonde voorbeeld een aandrukelement 31 in de vorm van een 5 boven de rollentafel 12 geplaatste aandrukrol, en een tegendrukelement 32 dat gevormd wordt door een rol van de rollentafel 12. De afstand tussen de aandrukrol 31 en de tegendrukrol 32 komt overeen met de dikte van het paneel 1.

De beide rollen 31, 32 kunnen bekleed zijn met een elastisch 10 materiaal, waardoor het paneel 1 en het afdekmateriaal 2 stevig en gelijkmatig op elkaar gedrukt kunnen worden.

Verder is de plaats- en aandrukinrichting 10 voorzien van middelen 33 voor het om de zijranden 4 van het paneel 1 vouwen van uitstekende randdelen 5 van het afdekmateriaal 2. 15 Deze omvouwmiddelen 33 worden hier gevormd door aan weerszijden in het frame 13 van de rollentafel gelagerde om respectieve assen 34, 35 roteerbare paren afbuigrollen 36, 37. De rotatie-assen 34, 35 van elk paar afbuigrollen 36, 37 sluitend daarbij verschillende hoeken in met de aandrukrol 20 31, dus met het hoofdvlak van het paneel 1, waardoor het om de zijranden 4 van de paneel 1 vouwen van het afdekmateriaal 2 geleidelijk plaats kan vinden. Bovendien vertonen de afbuigrollen 36, 37 in het getoonde voorbeeld elk een diabolovorm, waardoor het omvouwen van de randdelen 4 nog 25 wordt bevorderd. Achter het laatste stel afbuigrollen 37 zijn nog een aandrukrol 38 en een tegendrukrol 39 aangebracht, waardoor de omgevouwen randdelen 4 van het afdekmateriaal 2 stevig tegen de achterzijde A van het paneel 1 worden gedrukt.

30 De snijinrichting 11 is tussen de voorste en achterste stellen aandruk- en tegendrukrollen 31, 32, respectievelijk 38, 39 op het frame 13 van de rollentafel 12 bevestigd, en omvat een mes 41 dat in het getoonde voorbeeld I 10 I dwars op de transportrichting van het paneel 1 door de I installatie 20, dat wil zeggen evenwijdig aan de rollen 14 van de rollentafel 12 beweegbaar is. Het mes 41 vertoont een I snijblad 42 dat roteerbaar om een as 43 opgehangen is aan een I 5 slede 44, die bevestigd is aan een ketting 45 en door rollen I 46 geleid wordt in een subframe 47. De ketting 45 is om twee kettingwielen 48 geslagen, waarvan er één in twee I tegengestelde richtingen kan worden aangedreven door een (hier niet getoonde) motor.

I 10 Tenslotte is de installatie 20 nog voorzien van een I aandrijving 40, die gevormd wordt door een motor 49, die op I zijn uitgaande as een poelie 50 draagt, waar een drijfriem 51 I omheen geslagen is. Deze drijfriem 51 loopt over een poelie I 52 die met de lijmrol 21 verbonden is, een poelie 53 die met 15 de aandrukrol 31 verbonden is, een met de tegendrukrol 32 I verbonden poelie 54, een met de tweede aandrukrol 38 verbonden poelie 55 en tenslotte een poelie 56 die verbonden is met de tweede tegendrukrol 39.

Het bevestigen van het afdekmateriaal 2 op de 20 zichtzijde Z van het paneel 1 met behulp van de hiervoor beschreven installatie 20 verloopt nu als volgt.

Allereerst wordt het paneel 1 vanaf een voorraadstapel omhoog gebracht en op de rollentafel 12 I geleid. Dit kan geschieden door een (hier niet getoonde) 25 transporteur of een voorgeplaatste rollentafel. Het paneel 1 wordt, zodra dit in de kneep tussen de aangedreven aandrukrol 31 en tegendrukrol 32 terecht komt, automatisch verder meegevoerd in de installatie 20.

Tegelijkertijd wordt het afdekmateriaal 2 vanaf de H 30 voorraadrol 16 via de eerste geleidingsrol 29, de lijmrol 21, de tweede geleidingsrol 30 en de lijmverdelingsrol 26 naar de kneep tussen de aandrukrol 31 en de tegendrukrol 32 gevoerd.

11

Vandaar wordt ook het afdekmateriaal 2 automatisch meegevoerd.

Door de lijmrol 21 wordt bij het passeren van het afdekmateriaal 2 een lijmlaag 3 daarop aangebracht, die 5 vervolgens door de lijmverdelingsrol 26 nog verder in de breedterichting B verdeeld wordt. Wanneer het afdekmateriaal 2 ter plaatse van de aandrukrol 31 en de tegendrukrol 32 samenkomt met de zichtzijde Z van het paneel 1, wordt dit daarop gedrukt. Daarbij worden eventueel aanwezige 10 luchtbellen door de druk van de rollen 31, 32 over de gehele breedte direct weggewerkt, en komt een zeer goede hechting tot stand.

Omdat de breedte B van het afdekmateriaal 2 groter is dan de breedte b van het paneel 1, steken aan weerszijden 15 randdelen 4 van het afdekmateriaal 2 uit voorbij de zijranden 5 van het paneel 1. Wanneer het paneel 1 met het op de zichtzijde Z daarvan gelijmde afdekmateriaal 2 verder getransporteerd wordt door de rotatie van de aandruk- en tegendrukrollen 31, 32 komen deze randdelen 4 20 achtereenvolgens in aanraking met de eerste en tweede paren afbuigrollen 36, 37. Hierdoor worden zij in twee stappen om de zijranden 5 van het paneel 1 gevouwen en daaraan gelijmd. Door het passeren van de tweede aandruk- en tegendrukrollen 38, 39 worden de randdelen 4 stevig tegen de achterzijde A 25 van het paneel 1 gedrukt en gelijmd.

Wanneer het paneel 1 en het daarop gelijmde afdekmateriaal zover door de installatie zijn geleid, dat de achterrand van het paneel 1 de eerste aandruk- en tegendrukrollen 31, 32 is gepasseerd, wordt de snij inrichting 30 11 bediend, waardoor het mes 41 in dwarsrichting langs de achterrand van het paneel 1 wordt bewogen, en de baan afdekmateriaal 2 wordt doorgesneden. Hierna is het bekleden

a a a J

I 12 I van het paneel 1 voltooid, en kan dit uit de installatie 20 I worden genomen en opgeslagen.

I Indien opeenvolgende panelen 1 met hun eindranden I tegen elkaar door de installatie 20 worden gevoerd, waarbij I 5 dus een voorgaand paneel 1 door de achteropkomende panelen 1 I wordt voortgeduwd, vormt de snede in het afdekmateriaal 2 ook I meteen de voorrand van een nieuw vel. Wanneer daarentegen de I panelen 1 met tussenruimte door de installatie 20 worden I gevoerd, moet de snijinrichting 11 ook bediend worden zodra I 10 de voorrand van het paneel 1 de eerste aandruk- en H tegendrukrollen 31, 32 gepasseerd is, om het deel van het I afdekmateriaal 2 dat zich over de tussenruimte tussen de I panelen 1 uitstrekt af te snijden. Daarbij wordt het mes 41 I bij elke volgende snijbewerking in tegengestelde richting 15 bewogen, zodat dus telkens een heen en weer gaande beweging I wordt uitgevoerd, waarbij elke slag in beginsel nuttig H gebruikt wordt.

I Op deze wijze kan een paneel snel en eenvoudig worden I bekleed met een afdeklaag, die zich bovendien kan uitstrekken 20 om de randen van het paneel.

Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een voorbeeld, zal het duidelijk zijn dat deze op velerlei wijze kan worden gevarieerd. Zo zouden meer of minder handelingen mechanisch plaats kunnen vinden dan 25 beschreven. Ook zouden de paneel-aanvoerinrichting, de H afdekmateriaal-aanvoerinrichting, de lijmlaag- aanbrenginrichting, de plaats- en aandrukinrichting en/of de snij inrichting afzonderlijk of althans in andere samenstellingen gebruikt kunnen worden, met behoud van de H 30 daarmee samenhangende voordelen.

H De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend H bepaald door de bijgevoegde conclusies.

Claims (33)

1. Werkwijze voor het op een zichtzijde (Z) van een paneel (1) bevestigen van een buigzaam afdekmateriaal (2), omvattende de stappen van: a) het aanvoeren van het paneel (1), 5 b) het aanvoeren van het afdekmateriaal (2), c) het tussen de zichtzijde (Z) van het paneel (1) en het afdekmateriaal (2) aanbrengen van een lijmlaag (3), en d) het op elkaar plaatsen en aandrukken van de zichtzijde (Z) van het paneel (1) en het afdekmateriaal (2), 10 met het kenmerk, dat de lijmlaag (3) op het afdekmateriaal (2) wordt aangebracht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afdekmateriaal (2) een breedte (B) heeft die groter is dan de breedte (b) van het paneel (1), de lijmlaag (3) in 15 hoofdzaak over de gehele breedte (B) van het afdekmateriaal (2) wordt aangebracht, en langs tenminste één zijrand (4) van het paneel (1) een daar buiten uitstekend randdeel (5) van het afdekmateriaal (2) om de zijrand (4) wordt gevouwen en aan de zijrand (4) en/of een tegenover de zichtzijde (Z) 20 gelegen achterzijde (A) van het paneel (1) wordt gelijmd.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het afdekmateriaal (2) zodanig op het paneel (1) wordt geplaatst, dat aan weerszijden daarvan een randdeel (5) uitsteekt, en de uitstekende randdelen (5) aan weerszijden 25 worden omgevouwen en aan de zijrand (4) en/of de achterzijde (A) van het paneel (1) worden gelijmd.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat het afdekmateriaal (2) wordt aangevoerd op een rol (6), en vanaf 30 de rol (6) op de zichtzijde (Z) van het paneel (1) geplaatst en aangedrukt wordt, alvorens te worden afgesneden. 1 (190901 I 14

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, I dat het afsnijden mechanisch plaatsvindt.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies of I volgens de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat het 5 aanvoeren van het paneel (1) en/of het aanvoeren van het I afdekmateriaal (2) mechanisch plaatsvindt.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat het I aandrukken en/of het omvouwen mechanisch plaatsvindt.

8. Installatie (20) voor het op een zichtzijde (Z) van een paneel (1) bevestigen van een buigzaam afdekmateriaal (2), omvattende een inrichting (7) voor het tussen de I zichtzijde (Z) van het paneel (1) en het afdekmateriaal (2) aanbrengen van een lijmlaag (3), met het kenmerk, dat de I 15 lijmlaag-aanbrenginrichting (7) is ingericht voor het aanbrengen van de lijmlaag (3) op het afdekmateriaal (2).

9. Installatie (20) volgens conclusie 8 of volgens de aanhef daarvan, gekenmerkt, door een inrichting (8) voor het I aanvoeren van het paneel (1) .

10. Installatie (20) volgens conclusie 9, met het I kenmerk, dat de paneel-aanvoerinrichting (8) tenminste één rollentafel (12) omvat.

11. Installatie (20) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de paneel-aanvoerinrichting (8) tenminste één I 25 hefeenheid omvat.

12. Installatie (20) volgens één der conclusies 8 tot 11 of volgens de aanhef van conclusie 8, gekenmerkt door een inrichting (9) voor het aanvoeren van het afdekmateriaal (2).

13. Installatie (20) volgens conclusie 12, met het 30 kenmerk, dat de afdekmateriaal-aanvoerinrichting (9) tenminste één rolhouder (15) omvat voor het opnemen van een voorraadrol (16) van het afdekmateriaal (2).

14. Installatie (20) volgens één der conclusies 8 tot 13 of volgens de aanhef van conclusie 8, gekenmerkt door een inrichting (10) voor het op elkaar plaatsen en aandrukken van de zichtzijde (Z) van het paneel (1) en het afdekmateriaal 5 (2) .

15. Installatie (20) volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de plaats- en aandrukinrichting (10) tenminste één aandrukelement (31) en tenminste één daarmee samenwerkend tegendrukelement (32) omvat.

16. Installatie (20) volgens conclusie 10 en 15,met het kenmerk, dat het tenminste ene tegendrukelement (32) een rol van de rollentafel (12) en het tenminste ene aandrukelement (31) een boven de rollentafel (12) gelagerde aandrukrol is.

17. Installatie (20) volgens conclusie 13 en 14, met het kenmerk, dat de lijmlaag-aanbrenginrichting (7) tenminste één tussen de rolhouder (15) en de plaats- en aandrukinrichting (10) in de baan van het afdekmateriaal (2) geplaatste, roteerbaar in een lijmhouder (24) opgenomen 20 lijmrol (21) omvat.

18. Installatie (20) volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de lijm-aanbrenginrichting (7) tenminste één tussen de lijmrol (21) en de plaats- en aandrukinrichting (10) in de baan van het afdekmateriaal (2) geplaatste 25 lijmverdelingsrol (26) omvat.

19. Installatie (20) volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de tenminste ene lijmrol (21) en/of de tenminste ene lijmverdelingsrol (26) een oppervlaktelaag (25;28) vertoont met een profiel waardoor de lijm bij rotatie van de 30 rol (21;26) rond zijn as (22;27) evenwijdig aan die as (22;27) getransporteerd wordt. * « Λ Λ O 1 I 16

20. Installatie (20) volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de lijmrol (21) en de lijmverdelingsrol (26) verschillend geprofileerde oppervlaktelagen (25;28) vertonen.

21. Installatie (20) volgens conclusie 14 of 15,met 5 het kenmerk, dat de plaats- en aandrukinrichting (10) middelen (33) vertoont voor het om tenminste één zijrand (4) van het paneel (1) vouwen van een daar buiten uitstekend I randdeel (5) van het afdekmateriaal (2).

22. Installatie (20) volgens conclusie 15 en 21,met I 10 het kenmerk, dat de omvouwmiddelen (33) tenminste één achter I de aandrukrol (31) geplaatste, daarmee een hoek insluitende I afbuigrol (36,37) omvatten.

23. Installatie (20) volgens conclusie 22, gekenmerkt door een aantal achter elkaar geplaatste, verschillende 15 hoeken met de aandrukrol (31) insluitende afbuigrollen I (36,37).

24. Installatie (20) volgens conclusie 22 of 23,met het kenmerk, dat de tenminste ene afbuigrol (36,37) een diabolovorm vertoont.

25. Installatie (20) volgens één der conclusies 8 tot 24 of volgens de aanhef van conclusie 8, gekenmerkt door een inrichting (11) voor het op maat afsnijden van het afdekmateriaal (2).

26. Installatie (20) volgens conclusie 25, met het 25 kenmerk, dat de snijinrichting (11) tenminste één in hoofdzaak dwars op de transportrichting van het paneel (1) en het afdekmateriaal (2) beweegbaar mes (41) omvat.

27. Installatie (20) volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat het mes (41) evenwijdig aan een hoofdvlak van 30 het paneel (1) heen en weer beweegbaar is.

28. Installatie (20) volgens conclusie 15, 21 en 25 tot 27, met het kenmerk, dat de snij inrichting (11) tussen r het aandrukelement (31) en de omvouwmiddelen (33) geplaatst is.

29. Lijmlaag-aanbrenginrichting (7), kennelijk bedoeld voor toepassing in een installatie volgens één der 5 conclusies 8 tot 28.

30. Paneel-aanvoerinrichting (8), kennelijk bedoeld voor toepassing in een installatie volgens één der conclusies 9 tot 28.

31. Afdekmateriaal-aanvoerinrichting (9), kennelijk 10 bedoeld voor toepassing in een installatie volgens één der conclusies 12 tot 28.

32. Plaats- en aandrukinrichting (10), kennelijk bedoeld voor toepassing in een installatie volgens één der conclusies 14 tot 28.

33. Snijinrichting (11), kennelijk bedoeld voor toepassing in een installatie volgens één der conclusies 25 tot 28. -I