NL1023316C2 - Adapter voor herpositionering van een zitelement in een motorvoertuig. - Google Patents

Description

I & I Adapter voor herpositionering van een zitelement in een motorvoertuig I De onderhavige uitvinding betreft een adapter die het herpositioneren van een I zitelement in een motorvoertuig mogelijk maakt. De uitvinding heeft tevens betrekking I 5 op een samenstel van een motorvoertuig, een zitelement, en een adapter. Daarnaast I heeft de uitvinding bovendien betrekking op een werkwijze voor het herpositioneren I van een zitelement I In de automobielbranche komt het regelmatig voor dat een motorvoertuig moet worden I 10 aangepast. Dit kan gebeuren op speciaal verzoek van een klant, maar soms ook om een I voertuig aan bepaalde overheidseisen te laten voldoen. Een regelmatig voorkomende I aanpassing is het heipositioneren van de doorgaans achter de bestuurdersstoel geplaatste I passagierszitplaatsen. Deze zitplaatsen worden veelal gevormd door een zitelement I zoals een bank, of in sommige gevallen ook door stoelen of een combinatie van een I 15 bank en een stoel. Er dient opgemerkt te worden dat met herpositioneren van zitplaatsen I een wezenlijk andere proces bedoeld wordt dan het zogenaamde verstellen of afstellen I van zitplaatsen, zoals bijvoorbeeld het verstellen van een bestuurdersstoel door middel I van een schuifsysteem waarbij de bestuurdersstoel naar gelang de lengte en voorkeur van de bestuurder door de bestuurder al zittend op de bestuurdersstoel naar een nieuwe I 20 positie kan worden geschoven en in de gewijzigde stand kan worden geborgd. Bij I herpositionering wordt een meer permanente verplaatsing van de zitplaats bedoeld, I waarbij het gehele regelbereik van de zitplaats wordt gewijzigd. Dit herpositioneren is niet zonder ingrijpende werkzaamheden te realiseren. Zitplaatsen in motorvoertuigen I dienen in de meeste landen te voldoen aan bepaalde veiligheidseisen met betrekking tot I 25 stabiliteit, belastbaarheid, en materiaaleigenschappen. Bij het herpositioneren van de I zitelementen in een motorvoertuig dient hiermee rekening te worden gehouden.

I Het herpositioneren van zitplaatsen is vaak een tijdrovend karwei. Zitelementen in I motorvoertuigen zijn doorgaans bevestigd met behulp van bevestigingsmiddelen I 30 waarop een zitelement snel en eenvoudig kan worden geplaatst. Deze I bevestigingsmidde!en, of onderdelen van de bevestigingsmiddelen, maken echter vaak deel uit van de bodem of carrosserie van het motorvoertuig in de vorm van bijvoorbeeld I lagers, uitsparingen, schroeven, bouten, pennen, klemmen of combinaties hiervan. Om I een zitelement te verplaatsen zullen deze koppelmiddelen al dan niet deels, losgemaakt Η moeten worden van het motorvoertuig, om daarna op de nieuwe plaats, bijvoorbeeld een H bepaalde afstand naar voren of naar achteren, weer opnieuw bevestigd te worden.

Anderzijds kan er ook voor worden gekozen geheel nieuwe voorzieningen in het motorvoertuig aan te brengen en de bestaande met het motorvoertuig verbonden 5 koppelmiddelen te handhaven. Het aanpassen van het motorvoertuig omvat vaak H meerdere tijdrovende bewerkingsstappen. Ook zullen in sommige gevallen extra verstevigingen van de bodem aangebracht moeten worden nabij de nieuwe locatie van de bevestigingsmiddelen. Het moge duidelijk zijn dat het verplaatsen van een zitplaats in een motorvoertuig door dergelijke stappen veel tijd en inspanning kost en daardoor 10 ook relatief hoge kosten met zich mee brengt. Bovendien moet het verplaatsen van een zitplaats met het oog op veiligheidsaspecten en o verheidsreguleringen zeer nauwgezet en precies gebeuren, hetgeen specialistische vakkennis vereist.

De onderhavige uitvinding heeft als doel het mogelijk te maken zitelementen in 15 motorvoertuigen te heipositioneren op een manier die sneller en eenvoudiger uitvoerbaar is dan volgens de stand der techniek.

I De uitvinding verschaft hiertoe een adapter voor herpositionering van een zitelement in I een motorvoertuig, omvattende een in hoofdzaak kokervormig lichaam dat aan een I 20 eerste langszijde is voorzien van ten minste twee koppelorganen voor aangrijping op bevestigingselementen in het motorvoertuig en dat aan een overliggende tweede langszijde van de eerste langszijde is voorzien van ten minste twee contra-koppelorganen voor aangrijping op het zitelement, en waarbij de koppelorganen en het contra-koppelorganen een vaste onderlinge oriëntatie bezitten. De koppelorganen 25 kunnen zo gekozen worden dat geen aanpassing van de bestaande bevestigingselementen in het motorvoertuig nodig is om een zitelement te herpositioneren, en ook het aanbrengen van nieuwe bevestigingselementen in het motorvoertuig wordt overbodig met de adapter volgens de onderhavige uitvinding. Daarnaast is het mogelijk met de adapter een voldoende stevige verbinding tussen de 30 bevestigingsmiddelen in het motorvoertuig en de koppelorganen van de adapter tot stand te brengen. De contra-koppelorganen kunnen een dusdanige vorm hebben dat het zitelement er zonder verdere aanpassingen een voldoende stevige verbinding tussen het zitelement en de contra-koppelorganen van de adapter tot stand kan komen. De contra-koppelorganen hebben daarbij bij voorkeur een vorm die overeenkomst met de » 3 voorzieningen (bevestigingselementen) die reeds in hert motorvoertuig zijn voorzien.

De adapter kan gebruikt worden oin een zitelement in een motorvoertuig ten opzichte van de bevestigingplaats (in rijrichting) meer naar voor te herpositioneren, zodat achter het zitelement meer ruimte ontstaat, die bijvoorbeeld benut kan worden voor het vervoer 5 van een groter volume aan bagage in een achter het zitelement aanwezige bagageruimte. In een andere vorm kan een adapter gebruikt worden om een zitelement in een motorvoertuig naar achteren te plaatsen, waardoor meer ruimte aan de voorzijde van het zitelement ontstaat, zodat bijvoorbeeld meer beenruimte beschikbaar komt voor een gebruiker van het zitelement De vorm van de gebruikte koppelorganen en contra-10 koppelorganen zal in de regel aansluiten op de combinaties van koppelorganen en contra-koppelorganen die in de motorvoertuigenindustrie gebruikt worden voor het bevestigen van zitelementen in motorvoertuigen. Het zal duidelijk zijn dat een expert in het vakgebied bekend is met gangbare koppelsystemen van zitelementen in motorvoertuigen, en dat het voor de hand ligt om de adapter zoals bedoeld in de 15 onderhavige uitvinding aan te passen aan het type koppeling tussen een zitelement en een motorvoertuig dat in een bepaald type motorvoertuig gebruikt wordt. Hierbij kan gedacht worden aan verschillende typen personenauto’s, bestelwagens, busjes, vrachtwagens, autobussen, en in het bijzonder busjes en vrachtwagens waarin achter de bestuurderszitplaats ten minste nog een tweede zitelement aanwezig is. Nog meer in het 20 bijzonder worden er bijzonder gunstige resultaten verwacht bij toepassing van de adapter in een Volkswagen transporter (T5).

In een niet-limitatieve uitvoeringsvorm heeft het koppelorgaan de vorm van een haak. Deze haak kan bijvoorbeeld in de lengterichting van het kokervormig lichaam geplaatst 25 worden, zodat de haak kan aangrijpen op een bijpassend bevestigingselement in het motorvoertuig. Een dergelijk bevestigingselement is doorgaans geplaatst op of in de bodem van een motorvoertuig. Voor aangrijpen van een haak kan het bevestigingselement in het motorvoertuig de vorm hebben van een pin waarop de haak kan aangrijpen.

30 .

Het is nuttig om tén minste één van de koppelorganen van de adapter te voorzien van borgmiddelen. Het gebruik van börgmiddelen vergroot de veiligheid van de gebruiker van het zitelement dat met behulp van de adapter in het voertuig is bevestigd. Als borgmiddel kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een borgpen of een borgbout, die

A Λ Λ Λ O A

I ongewenst losraken van het koppelorgaan en het bevestigingselement in het motorvoertuig voorkomt. Bij voorkeur is het borgmiddel voorzien van middelen ter preventie van het lostrillen van het borgmiddel door trillingen die kunnen optreden tijdens het gebruik van het motorvoertuig.

In een uitvoeringsvariant is het contra-koppelorgaan uitgevoerd als een met het kokervormig lichaam verbonden bevestigingspen. De bevestigingspen kan bijvoorbeeld zijn geplaatst in één of meerdere uitsparingen in het profiel van het kokervormig lichaam, maar er zijn ook andere wijzen denkbaar om een bevestigingspen te verbinden 10 met het kokervormig lichaam. Een voordelige oriëntatie van de bevestigingspen is een oriëntatie evenwijdig aan de eerste langszijde van het kokervormig lichaam. De bevestigingspen kan hierbij bijvoorbeeld in hoofdzaak haaks geplaatst worden op de lengterichting van het kokervormig lichaam. De bevestigingpen kan als aangrijppunt dienen voor bijvoorbeeld een haak of een bevestigingselement voorzien van een 15 uitsparing.

Gezien de krachten die bij het gebruik van het motorvoertuig op de adapter uitgeoefend worden, is het voordelig de bevestigingspen te vervaardigen uit een materiaal met een vloeigrens groter dan 900 MPa. Hierbij kan gedacht worden aan staal met een grote 20 taaiheid. Met een dergelijk materiaal wordt de kans op het bezwijken van de bevestigingspen aan de gevolgen van metaalmoeheid voorkomen. In gangbare toepassingen, zoals bij een zitelement belast met ten hoogste drie personen, zal een materiaal met een vloeigrens tussen 900 MPa en 1800 MPa geschikt blijken te zijn.

25 Het biedt voordelen om het kokervormig lichaam te voorzien van een element dat zich ten minste gedeeltelijk uitstrekt in het vlak opgespannen door de eerste langszijde van het kokervormig lichaam en element ten minste gedeeltelijk buiten het kokervormig lichaam is gelegen. Het element kan de stabiliteit van de adapter en het daarop geplaatste zitelement vergroten tijdens gebruik van het motorvoertuig, zodat met name 30 bij verkeersongevallen waarbij het motorvoertuig betrokken is de veiligheid van passagiers die gebruik maken van het zitelement verbeterd. Tevens kan het element de drukkracht die door het zitelement en een persoon of goederen die eventueel op het zitelement gepositioneerd zijn verdelen over het bodemoppervlak van het 5 motorvoertuig, zodat geen of minder additionele versteviging nodig is nabij de locaties waar de adapter contact maakt met het bodemoppervlak van een motorvoertuig.

In een andere voorkeursvariant omvat het kokervormig lichaam een in hoofdzaak 5 balkvormig profiel voorzien van twee opstaande wanden waarbij de twee opstaande wanden verbonden worden door de eerste langszijde en de tweede langszijde, waarbij de tweede langszijde is voorzien van ten minste één eerste uitsparing welke eerste uitsparing deel uitmaakt van ten minste één contra-koppelorgaan, en waarbij de eerste langszijde voorzien is van ten minste één uitsparing. De twee opstaande wanden kunnen 10 afhankelijk van de uitvoering van de contra-koppelelementen een dragende functie vervullen. De in de eerste langszijde gepositioneerde uitsparing kan dienen om een in het motorvoertuig geplaatst bevestigingselement op te nemen in het kokervormige I lichaam. Aangrijpen van koppelorganen zal in een dergelijk geval ten minste I gedeeltelijk plaatsvinden binnen het kokervormige lichaam. De rand van de uitsparing I 15 van de tweede langszijde kan bij aangrijpen van de contra-koppelorganen op het I zitelement in contact staan met delen behorende bij het zitelement, en op deze wijze kan I extra stabiliteit van het zitelement bereikt worden.

I Het is voordelig indien het kokervormig lichaam ten minste gedeeltelijk is vervaardigd I 20 uit plaatstaal. Hierbij kan gekozen uit vele variëteiten die een voldoende grote sterkte I hebben om een voldoende sterke adapter te verkrijgen. Voor toepassing in bijvoorbeeld I een bestelbus geeft een adapter vervaardigd uit 3 mm dikke plaat van hoge sterkte een voldoende stevige constructie voor normaal gebruik.

I 25 De onderhavige, uitvinding verschaft tevens een samenstel omvattende een I motorvoertuig, een in het motorvoertuig geplaatst zitelement, en ten minste één het I motorvoertuig en het zitelement verbindende adapter zoals hierboven beschreven.

Indien de adapter is gebruikt om het zitelement in het motorvoertuig naar voren te I verplaatsen, dan kan dit motorvoertuig door het gebruik van de adapter bijvoorbeeld I 30 over een grotere laadruimte of bagageruimte beschikken. In het geval waarin de adapter I wordt gebruikt om het zitelement in het motorvoertuig naar achteren te verplaatsen, dan I levert het gebruik van de adapter in dit geval een motorvoertuig op waarin de gebruikers I van het zitelement over een grotere beenruimte kunnen beschikken. In veel gevallen zal I voor het positioneren van het zitelement meer dan één adapter gebruikt moeten worden.

H In een typische praktijksituatie is het mogelijk dat bijvoorbeeld twee adapters gewenst zijn om twee draagelementen van bijvoorbeeld een autostoel of een ander zitelement in het motorvoertuig te kunnen koppelen. Indien het zitelement een bank is kan het zelfs voorkomen dat voor het verkrijgen van een voldoende solide samenstel drie, vier, of 5 zelfs meer adapters gebruikt dienen te worden.

Het kan voordelig zijn indien het samenstel van een motorvoertuig, een in het motorvoertuig geplaatst zitelement, en ten minste één het motorvoertuig en het zitelement verbindende adapter, tevens een in het motorvoertuig achter het zitelement 10 gepositioneerde onlosneembaar met het voertuig verbonden scheidingswand omvat. Op deze wijze kan het zitgedeelte van het motorvoertuig bijvoorbeeld worden afscheiden van de achter het zitelement aanwezige laadruimte, waarbij deze laadruimte door gebruik van de adapter nu door het verplaatsen van het zitelement extra vergroot is. Een dergelijke scheidingswand maakt het mogelijk de laadruimte optimaal te benutten.

I 15 Bovendien worden de bestuurder en passagiers van het motorvoertuig door de I scheidingswand beschermd tegen eventuele omvallende gestapelde lading. Nog een I voordeel van een onlosneembare scheidingswand is dat daarmee kan worden voorkomen dat adapters na het aanbrengen weer uit het motorvoertuig worden I verwijderd.

I 20 I De onderhavige uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het heipositioneren van I een zitelement in een motorvoertuig met behulp van een adapter zoals hierboven I beschreven, omvattende de volgende stappen: A) het uit een motorvoertuig verwijderen I van een zitelement, B) het in het motorvoertuig bevestigen van de adapter, en C) het aan I 25 de adapter bevestigen van het zitelement.Het voordeel van een dergelijke werkwijze is I dat door het gebruik van de adapter het herpositioneren van het zitelement veel sneller I kan gebeuren dan tot op heden. Hierbij hoeft het zitelement dat uit het motorvoertuig I wordt verwijderd niet noodzakelijkerwijs hetzelfde zitelement te zijn dat I ondertussenkomst van de adapter in het motorvoertuig geplaatst wordt.

I 30

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van een in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve voorkeursuitvoering. Hierin toont: 7 figuur 1 een opengewerkt zijaanzicht opeen motorvoertuig waarin een zitelement met behulp van een adapter overeenkomstig de onderhavige uitvinding richting de voorzijde van het motorvoertuig is geherpositioneerd, figuur 2 een dwarsdoorsnede door een motorvoertuig waarin een bank en een stoel door 5 middel van adapters overeenkomstig de onderhavige uitvinding zijn geherpositioneerd, figuur 3a een zijaanzicht op een adapter volgens de onderhavige uitvinding, figuur 3b een bovenaanzicht op de adapter getoond in figuur 3a, figuren 3c en 3d een aanzicht op dwarsdoorsneden door de in de figuren 3a en 3b beschreven adapter, 10 figuur 4a een zijaanzicht op een adapter volgens de onderhavige uitvinding aangrijpend op bevestigingsmiddelen die deel uitmaken van de bodem van een motorvoertuig, figuur 4b een bovenaanzicht op de adapter afgebeeld in figuur 4a, en figuur 4c een aanzicht op een dwarsdoorsnede door de adapter getoond in figuren 4a en 4b.

15

Figuur 1 toont een motorvoertuig 15 met een zitelement 1 dat bevestigd is onder tussenkomst van een adapter 2. De adapter 2 is voorzien van contra-koppelorganen 3 die aangrijpen aan op een onderstel 4 dat deel uitmaakt van het zitelement 1. De adapter 2 is verder uitgerust met koppelorganen 5,5’ die aangrijpen op bevestigingspennen 6 20 welke deel uitmaken van bevestigingselementen 7 die zijn aangebracht in het motorvoertuig 15. Elk bevestigingselement 7 is vastgezet met twee bouten 8 die aangrijpen op de bodem 9 van het motorvoertuig 15. Eén van de twee koppelorganen 5’ is geborgd met behulp van een borgpen 10. Vanuit een uiteinde van de adapter 2 steekt een plaatvormig element 11 uit dat zich uitstrekt over de vloer 9 van het motorvoertuig 25 15. Oorspronkelijk was het zitelement 1 rechtstreeks bevestigd aan de bevestigingselementen 7. Door het plaatsen van de adapter 2 is het zitelement 1 nu richting de voorzijde van het motorvoertuig 15 verschoven, waardoor het volume van laadruimte 16 achter het zitelement 1 is vergroot.

30 Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede door de bovenzijde van een motorvoertuig 20 waarin een stoel 21 en een bank 22 zijn bevestigd onder tussenkomst van adapters 23. De adapters 23 grijpen aan op poten 27 de stoel 21 en de bank 22. Daarnaast grijpen de adapters 23 tevens aan op bevestigingselementen 24 welke door middel van pennen 25 zijn verankerd in de vloer 26 van het motorvoertuig 20.

O ···: '3 * I Figuur 3a toont een zijaanzicht van een adapter 30 bestaande uit een kokervormig lichaam 31 dat in deze figuur balkvormig is. In het kokervormig lichaam 31 zijn twee I koppelorganen 32,32’ aangebracht, elk bestaande uit een basis waarin een uitsparing I 5 40,41 is aangebracht, dusdanig dat de koppelorganen 32,32’ kunnen functioneren als I een haak. Eén van de twee koppelorganen 32’ is voorzien van een opneemruimte 33 I waarin een, in deze figuur niet weergegeven, borgelement kan worden geplaatst. Tevens zijn in het kokervormig lichaam 31 twee contra-koppelorganen 42 aangebracht. Een contra-koppelorgaan 42 wordt gevormd door een uitsparing 37 in de bovenzijde van het I 10 kokervormig lichaam 31 waaromheen verstevigingselementen 35 zijn aangebracht. De I uitsparing 37 verschaft toegang tot haaks op de lengterichting van het kokervormig I lichaam 31 geplaatste bevestigingspennen 34. Voorts strekt zich vanuit het onderste I vlak van het kokervormig lichaam 31 een vlak element 36 uit waardoor het I kokervormig lichaam 31 een vergroot afsteunvlak verkrijgt.

I Figuur 3b toont een bovenaanzicht van de in figuur 3a beschreven adapter 30. In het I bovenaanzicht is duidelijk te zien dat de bovenzijde is voorzien van twee uitsparingen I 37. Door een uitsparing 37 past een deel van een te plaatsen zitelement, dat kan aangrijpen op een bevestigingspen 34 en de door verstevigingselementen 35 versterkte I 20 randen van de uitsparing 37. Met stippellijnen zijn uitsparingen 38 in de onderzijde van I het kokervormig lichaam 31 aangegeven waardoor de koppelorganen 32,32’ tot buiten I het kokervormig lichaam 31 steken.

I Figuur 3c toont een dwarsdoorsnede door de in de figuren 3a en 3b beschreven adapter I 25 30 ter hoogte van het koppelorgaan 32. Duidelijk zichtbaar is dat het koppelorgaan 32 I door de uitsparing 38 tot buiten het kokervormig lichaam 31 steekt.

I Figuur 3d toont een dwarsdoorsnede door de in de figuren 3a en 3b beschreven adapter I 30 ter hoogte van een contra-koppelorgaan 42. Duidelijk zichtbaar is dat de I 30 bevestigingspen 34 wordt gedragen door verstevigingselementen 35. De bevestigingspen 34 is toegankelijk door de uitsparing 37 in de bovenzijde van het I kokervormig lichaam 31.

9

Figuren 4a - 4c tonen wederom de adapter 30 zoals getoond in de figuren 3a - 3d echter nu in een stand waarin deze is gekoppeld met de bevestigingselementen 24 welke middels welke door middel van pennen 25 vast zijn verbonden met de bodem 26 van een, niet weergegeven, voertuig. De bevestigingselementen 24 zijn ieder voorzien van 5 een horizontale pen 45 waarop de koppelorganen 32,32’van de adapter 30 aangrijpen. Om nu te voorkomen dat de adapter 30 ongewenst loskomt van de bevestigingselementen 24 is één van de koppelorganen 32’ met een borgpen 46 vormsluitend verbonden met de horizontale pen 45 van het bijbehorende bevestigingselement 24.

1 U 'yetQi R

Claims (13)

1. Adapter voor herpositionering van een zitelement in een motorvoertuig, omvattende een in hoofdzaak kokervormig lichaam dat aan een eerste langszijde is 5 voorzien van ten minste twee koppelorganen voor aangrijping op bevestigingselementen in het motorvoertuig en dat aan een overliggende tweede langszijde van de eerste langszijde is voorzien van ten minste twee contra-koppelorganen voor aangrijping op het zitelement, en waarbij de koppelorganen en het contra-koppelorganen een vaste onderlinge oriëntatie bezitten.

2. Adapter volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een koppelorgaan een haak omvat.

3. Adapter volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat ten minste één 15 koppelorgaan is voorzien van borgmiddelen.

4. Adapter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een contra-koppelorgaan een met het kokervormig lichaam verbonden bevestigingspen omvat. 20

5. Adapter volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de bevestigingspen evenwijdig aan eerste langszijde georiënteerd is.

6. Adapter volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de bevestigingspen is 25 vervaardigd uit een materiaal met een vloeigrens groter dan 900 MPa.

7. Adapter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het kokervormig lichaam is voorzien van een element dat zich ten minste gedeeltelijk uitstrekt in het vlak opgespannen door de eerste langszijde van het kokervormig lichaam 30 en element ten minste gedeeltelijk buiten het kokervormig lichaam is gelegen.

8. Adapter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het kokervormig lichaam een in hoofdzaak balkvormig profiel omvat begrensd door twee opstaande wanden waarbij de twee opstaande wanden verbonden worden door de eerste τ langszijde en de tweede langszijde,waarbij de tweede langszijde is voorzien van ten minste één eerste uitsparing welke eerste uitsparing deel uitmaakt van ten minste één contra-koppelorgaan, en waarbij de eerste langszijde voorzien is van ten minste één uitsparing. 5

9. Adapter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het kokervormig lichaam ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit plaatstaal.

10. Samenstel omvattende een motorvoertuig, een in het motorvoertuig geplaatst 10 zitelement, en ten minste één het motorvoertuig en het zitelement verbindende adapter volgens één der voorgaande conclusies.

11. Samenstel volgens conclusie 10 met het kenmerk dat het samenstel tevens een in het motorvoertuig achter het zitelement gepositioneerde onlosneembaar met het 15 voertuig verbonden scheidingswand omvat.

12. Werkwijze voor het herpositioneren van een zitelement in een motorvoertuig met behulp van een adapter volgens één der conclusies 1-10, omvattende de volgende stappen:

20 A) het uit een motorvoertuig verwijderen van een zitelement, B) het in het motorvoertuig bevestigen van de adapter, en C) het aan de adapter bevestigen van het zitelement. 102331R