NL1023268C2

NL1023268C2 - Bevestigingsmiddel, en werkwijze voor het maken van een kozijn met een dergelijk bevestigingsmiddel.

Info

Publication number: NL1023268C2
Application number: NL1023268A
Authority: NL
Inventors: Johan Bernhard Kreunen
Original assignee: Kreunen Kunststoffen B V
Priority date: 2003-04-25
Filing date: 2003-04-25
Publication date: 2004-11-01
Also published as: DK1471206T3; EP1471206A2; EP1471206A3; ATE451532T1; DE602004024473D1; EP1471206B1

Description

Bevestigingsmiddel, en werkwijze voor het maken van een kozijn met een dergelijk bevestigingsmiddel

De uitvinding heeft betrekking op een bevesti-I gingsmiddel, toepassing van een dergelijk bevestigingsmid- I del voor het klemmend op elkaar bevestigen van een ten I minste een eerste bouwdeel op een tweede bouwdeel, en op I 5 een werkwijze voor het monteren van een onderdorpel op een I stijl onder gebruikmaking van een dergelijk bevestigings- I middel.

I Bevestigingsmiddelen zijn bekend in uiteenlopende I vormen en maten voor verschillende toepassingen.

I 10 In de praktijk kan een tweede bouwdeel, zoals een I onderdorpel op een eerste bouwdeel, zoals een stijl beves- I tigd worden door de stijl te voorzien van een gat in de I kopse kant, en de onderdorpel te voorzien van een gat, en I de onderdorpel op de stijl te bevestigen middels een beves- 15 tigingsmiddel, door het bevestigingsmiddel door de onder- I dorpel en in het gat van de stijl te draaien.

I Een nadeel is dat deze werkwijze tijd kost, omdat I het bevestigingsmiddel door de hele onderdorpel en in de stijl geschroefd moet worden.

20 In DE-A1-41 25 850 wordt een bevestigingsmiddel getoond voor het op een instelbare afstand van elkaar monteren van twee bouwdelen. Daarbij wordt een bout met aan één uiteinde houtschroefdraad, voorzien van een middels schroefdraad daarop verstelbare kop, in de beide bouwdelen I 1023268 H geschroefd op de gebruikelijke wijze. Daarbij wordt de H verstelbare kop en het overige deel van de bout gelijktij- dig aangegrepen door een werktuig. Daarna wordt de kop door een ander werktuig aangegrepen en in tegenovergestelde 5 richting geroteerd zodat de kop in axiale richting in kop- richting is te verstellen te opzichte van het overige deel van de bout. De kop is aan zijn buitenzijde voorzien van middelen om te voorkomen dat het bouwdeel waarin zich de kop bevindt over de kop naar het andere bouwdeel toe kan 10 bewegen. De bout is ontworpen om bouwdelen op afstand van I elkaar te houden. DE-A1-43 43 935 toont een overeenkomstig bevestigingsmiddel.

I De uitvinding heeft tot doel een bevestigings- I middel te bieden die een verbeterde bevestiging biedt, een I 15 toepassing van een dergelijk bevestigingsmiddel, en een werkwijze voor de toepassing van een dergelijk bevesti- gingsmiddel.

I De uitvinding voorziet daartoe in een bevesti- gingsmiddel volgens conclusie 1.

20 De uitvinding voorzien verder toepassing van een bevestigingsmiddel volgens de uitvinding voor de beves- I tiging van een eerste bouwdeel op een tweede bouwdeel, en in een werkwijze voor het monteren van een onderdorpel aan I een stijl onder toepassing van een bevestigingsmiddel 25 volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een kopse kant van een stijl voorzien wordt van ten minste één gat in de lengterichting, het bevestigingsmiddel tot de aanslag in de stijl gedraaid wordt, de onderdorpel voorzien wordt van een gat ter plekke waar de stijl bevestigd moet worden, 30 waarbij de diameter van het gat kleiner is dan de diameter van de kop van het bevestigingsmiddel, en de onderdorpel op de stijl gedrukt wordt met de kop van het bevestigingsmiddel in het gat.

Door te kiezen voor een bevestigingsmiddel vol-35 gens de uitvinding en deze toe te passen volgens de werkwijze volgens de uitvinding, is een versnelling van de produktie te bereiken. Bovendien is de bevestiging te 3 verbeteren, en zijn eenvoudig maatregelen te nemen om bijvoorbeeld opkruipen van vocht langs het bevestigingsmiddel te voorkomen.

In een uitvoeringsvorm werken de weerstandverho-5 gende middelen niet weerstandverhogend in de richting van het uiteinde van de kop.

In de toepassing volgens de uitvinding, zoals bijvoorbeeld in bovengenoemde uitvoeringsvorm, wordt bij voorkeur het bevestigingsmiddel eerst in het eerste bouw-10 deel gedraaid, geperst of gedrukt tot de aanslag, en vervolgens wordt het tweede bouwdeel met een gat met een diameter kleiner dan de diameter van de kop over het uitstekende deel van het bevestigingsmiddel aangebracht, met het uitstekende deel van het bevestigingsmiddel in het gat. 15 Hierdoor is een snelle bevestiging van het tweede bouwdeel aan het eerste bouwdeel mogelijk.

Bij voorkeur vindt het bevestigingsmiddel toepassing voor het aan elkaar vastmaken van een eerste en tweede elementen, waarbij de elementen, bij voorkeur bouw-20 delen, bij voorkeur van kunststof zijn, meer specifiek van een thermoplastische kunststof.

In een uitvoeringsvorm zijn de aangrijpmiddelen schroefdraad voor het vormen van een schoefdraaduiteinde van de steel. Hierdoor is het bevestigingsmiddel eenvoudig 25 en zeker in een eerste element aan te brengen.

In een uitvoeringsvorm van het bevestigingsmiddel volgens de uitvinding loopt de schroefdraad tot de aanslag.

In een verdere uitvoeringsvom van het bevestigingsmiddel is de schroefdraad een houtdraad. Hierdoor 30 ontstaat een aangepaste bout.

In een uitvoeringsvorm van het bevestigingsmiddel volgens de uitvinding is de kop in hoofdzaak rotatiesyme-trisch ten opzichte van de lengteas van de steel. Hierdoor is het mogelijk het bevestigingsmiddel na te stellen, zoals 35 verderop beschreven zal worden.

In een uitvoeringsvorm van het bevestigingsmiddel is de kop losneembaar van de steel. In een bijzondere 1023268 H uitvoeringsvorm daarvan is het kopuiteinde deel van de H steel voorzien van een tweede schroefdraad, en is de kop H voorzien van een daarmee samenwerkende draad in de kop om de kop op de steel te draaien. Hierdoor is nastelling 5 mogelijk te maken. In een verdere uitvoeringsvorm daarvan verschilt de draad van de schroefdraad, de eerste schroef- draad, van de draad van de tweede schroefdraad, bij voor- keur is de spoed van de eerste schroefdraad groter dan de spoed van de tweede schroefdraad. Hierdoor is optimale 10 nastelling mogelijk. Dit biedt in het bijzonder met de weerstandverhogende middelen zoals beschreven in conclusie 2 het voordeel dat nastelling mogelijk is, en de bouwdelen toch onderling losneembaar zijn.

In een uitvoeringsvorm is de steel voorzien van 15 een voorziening voor het aandraaien van het bevestigings- middel met een gereedschap, bij voorkeur een rechte gleuf, een kruisgleuf, een binnenvierkant, imbusgat of torxgat.

I In een uitvoeringsvorm van het bevestigingsmiddel volgens de uitvinding is de kop voorzien van ten minste één I 20 omlopende weerhaak, bij voorkeur ten minste drie omlopende weerhaken.

In een verdere uitvoeringsvorm van het bevesti- I gingsmiddel volgens de uitvinding is de aanslag een omlo- pende ring aan de steel, bij voorkeur halverwege de steel.

I 25 In een uitvoeringsvorm van de toepassing volgens I de uitvinding wordt het bevestigingsmiddel tot de aanslag I in het tweede bouwdeel geschroefd zodat een uitstekend deel met de kop uit het tweede bouwdeel steekt, en wordt het eerste bouwdeel voorzien van een gat met een diameter die 30 kleiner is dan de diameter van de kop op het tweede bouwdeel geplaatst met het uitstekende deel in het gat.

Bij voorkeur is het tweede bouwdeel daarbij van een thermoplastische kunststof, bij voorkeur polypropyleen (PP) of polyethyleen (PE) of nylon (PA) . Hierbij vormt het 35 materiaal van het tweede bouwdeel zich om de kop, en door de omlopende weerhaken wordt het vastgehouden. Bovendien kan, doordat de weerhaken omlopend zijn, nastelling plaats- ^ nooOfifl 5 vinden door aandraaien van het bevestigingsmiddel.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding loopt het gat in de onderdorpel in de dikte-richting van de onderdorpel daardoorheen, en wordt de 5 onderdorpel nagesteld door het aandraaien van het bevestigingsmiddel met een gereedschap in de voorziening voor het aandraaien van het bevestigingsmiddel.

In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, is de onderdorpel een thermoplasti-10 sche kunststof onderdorpel, bij voorkeur een PE of PP onderdorpel. Daarbij kan voor aansluiting van de onderdorpel op de stijl gebruik gemaakt worden van een neut. Verder kan, wanneer de stijl van hout is, voor het afsluiten van de kopse kant van de stijl, deze kopse kant voorzien zijn 15 van een EPDM slabbe tussen de neut en de stijl.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een bevestigingsmiddel en toepassing daarvan volgens de uitvinding. Hierin wordt getoond in: 20 Figuur 1 een bevestigingsmiddel in doorsnede voor de bevestiging van een onderdorpel in een stijl, figuur 2 een alternatieve uitvoeringsvorm van het bevestigingsmiddel, figuur 3 het bevestigingsmiddel van figuur 2 in 25 detail.

Figuur 1 toont een bevestigingsmiddel in doorsnede voor de bevestiging van een stijl aan een onderdorpel middels een neut.

Figuur 1 toont een bevestigingsmiddel volgens de 30 uitvinding voor het bevestigen van een houten stijl 2 voorzien van een neut 3 aan een onderdorpel 4, in het bijzonder een kunststof onderdorpel. Deze constructie van onderdorpel, neut en stijl op zichzelf is uitvoerig beschreven in Nederlandse octrooien 1013818 en 1017991.

35 In de houten stijl 2 is een plug 5 aangebracht waarin het bevestigingsmiddel gedraaid is, hier een nylon plug 5.

1023268 I Het bevestigingsmiddel 1 zelf omvat een steel 6, I een kop 7 en is vanaf het uiteinde voorzien van een I schroefdraaddeel 8.

I Voor het afdichten van de doorgang door het hout I 5 en het beperken van de diepte van indraaien is de steel van I het bevestigingsmiddel voorzien van een aanslag 9 welk een ringvormig aanslagvlak 10 vormt.

De schroefdraad van het schroefdraaddeel 8 loopt I hier ongeveer tot aan de aanslag 9. De aanslag 9 strekt I 10 zich radiaal uit ten opzichte van de steel 6 van het beves- tigingsmiddel 1.

I De omtrek van de kop 7 van het bevestigingsmiddel 1 is in hoofdzaak rotatiesymmetrisch, en voorzien van I weerstandverhogende delen 12 voor het verhogen van de I 15 weerstand wanneer op het bevestigingsmiddel een trekkracht I uitgeoefend wordt in langsrichting naar de punt toe. In I deze uitvoeringsvorm zijn rond de kop 7 meerdere omlopende weerhaken aangebracht.

I Verder is de bovenzijde van de kop voorzien van I 20 een imbuszeskantige verdieping 11 voor een inbussleutel, I maar dit kan ook een zogenaamd torxgat of ander aangrijp- verdieping zijn, zoals een kruiskop.

Het bevestigingsmiddel volgens de uitvinding wordt gebruikt bij de volgende werkwijzen.

25 De stijl 2 wordt voorzien van gaten vanaf de I kopse kant van de stijl 2 waarbij vervolgens in de gaten I pluggen 5 worden aangebracht. Op de kopse kant wordt ver- I volgens een EPDM slabbe 15 aangebracht welke de hele kopse I zijde van de stijl bedekt. Vervolgens wordt de neut 3 op de I 30 kopse kant aangebracht en wordt het bevestigingsmiddel 1 I volgens de uitvinding door gaten van de neut gestoken en in H de plug gedraaid tot aan de aanslag 9.

Daarna wordt de gehele stijl met het daaruit stekende deel van het bevestigingsmiddel 1 in de gaten in I 35 de kunststof onderdorpel geslagen of gedrukt. De onder- I dorpel is voorzien van gaten die een weinig kleiner in I diameter zijn dan de kop van het bevestigingsmiddel (in dit

I 1 n o i o r R

7 voorbeeld is de diameter van de kop 18 mm en zijn de gaten 16 mm) .

Doordat de onderdorpel 4 van thermoplastische kunststof gemaakt is zoals beschreven in Nederlands octrooi 5 1013818 kan het kunststof enigszins wijken om ruimte te geven aan de kop terwijl het zich verder om de kop heen vormt aangezien het kunststof thermoplastische is.

Eventueel is het mogelijk, doordat de kop nagenoeg rotatiesymmetrisch is, om de onderdorpel na te stellen 10 door de kop te draaien.

Figuur 2 toont een doorsnede door een stijl 2, plug 5, neut 3 en onderdorpel 4 met alternatieve uitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel volgens de uitvinding, waarbij de steel 20 of schacht en de kop 26 losneembaar van 15 elkaar zijn, waarbij de bovenzijde, kopzijde, van de schacht voorzien is van een schroefdraad 24, en de kop 26 voorzien is van een gat 27 voorzien van getapt draad waarmee de kop op de schacht te schroeven is (zie ook fig. 3A-3D voor details).

20 Wanneer nu onderdorpel 4 op het bevestigingsmid del gemonteerd is, kan door het draaien van de steel middels torxgat 25 de knelkracht verder verhoogd worden doordat de spoed van de beide schroefdraden verschilt. Tevens kan de kop 26 middels de sleuf 29 nog nagesteld worden op 25 schroefdraad 24.

Figuren 3A-3D toont in detail nogmaals het bevestigingsmiddel met de steel 20, met beide schroefdraadeinden 21 en 24. Figuur 3A toont de steel met aanslag in zijaanzicht en figuur 3B in bovenaanzicht. Schroefdraad 21 is een 30 houtdraad met een in een punt toelopend eind.

De aanslag 22 is een op de steel bevestigde ring met een aanslagvlak 23. Het uiteinde van de steel bij de kop 26 is voorzien van (hier) een torxgat 25.

Figuur 3C toont de kop 26 in doorsnede met gat 27 35 met getapte draad, en omlopende weerhaken 28. Aan de bovenzijde van de kop zijn groeven 29 aangebracht zodat met behulp van een aangepast gereedschap de kop gesteld kan 1 023268 I 8 I worden ten opzichte van de steel. Figuur 3D toont de kop 26 I in bovenaanzicht met de groeven 29.

I Overigens kan het bevestigingsmiddel volgens de I uitvinding gemaakt zijn van metaal, zoals roestvast staal 5 (RVS), glasvezelversterkt kunststof (GVK), gegalvaniseerd I staal, polypropyleen (PP), polyethyleen (PE) of nylon.

I In een alternatieve uitvoeringsvorm is de steel I aan beide zijden van de aanslag voorzien van schroefdraad I met daarop aan elke zijde een kop 26. Dit bevestigingsmid- I 10 del wordt eerst in een eerste bouwdeel geslagen of geperst I waarbij het bouwdeel voorzien is van een gat dat waarvan de diameter iets kleiner is dan de diameter van de kop, en vervolgens wordt op gelijke wijze het tweede bouwdeel I aangebracht. Bij voorkeur zijn de schroefdraden dan tegen- 15 gesteld.

I Verder bijzonderheden van het bevestigingsmiddel I of diens toepassing kan de vakman aanpassen.

I 1023268

Claims

1. Bevestigingsmiddel voor het klemmend aan elkaar bevestigen van een eerste bouwdeel op een tweede bouwdeel, waartussen eventueel verdere bouwdelen opgenomen zijn, welk bevestigingsmiddel een steel omvat met een kop 5 aan het kopuiteinde van de steel en een tegenover het kopuiteinde gelegen uiteinde voorzien van schroefdraad, waarbij de steel verder voorzien is van een aanslag die zich radiaal uitstrekt ten opzichte van de steel, en het bevestigingsmiddel nabij het kopuiteinde voorzien is van 10 een voorziening voor het aandraaien van het bevestigingsmiddel met een gereedschap, en weerstand verhogende middelen aan de kop voor het verhogen van de weerstand op het eerste bouwdeel wanneer de kop aangebracht is in het eerste bouwdeel en weerstand verhogend werken in de richting van 15 het uiteinde voorzien van schroefdraad.

2. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 1, waarbij de weerstandverhogende middelen niet weerstandverhogend werken in de richting van het uiteinde van de kop.

3. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 2, waar-20 bij de schroefdraad tot de aanslag loopt.

4. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de schroefdraad een houtdraad is.

5. Bevestigingsmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kop in hoofdzaak rotatiesymetrisch 25 is ten opzichte van de lengteas van de steel.

6. Bevestigingsmiddel volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de kop losneembaar is van de steel.

7. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 6, waar-30 bij het kopuiteinde deel van de steel voorzien is van een tweede schroefdraad, en de kop voorzien is van een daarmee samenwerkende draad in de kop om de kop op de steel te draaien. 1Ö23268 I 10

8. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 7, waar- I bij de draad van de schroefdraad, de eerste schroefdraad, I verschilt van de draad van de tweede schroefdraad, bij I voorkeur is de spoed van de eerste schroefdraad groter dein I 5 de spoed van de tweede schroefdraad.

9. Bevestigingsmiddel volgens één der conclusies I 6-8, waarbij de steel voorzien is van een voorziening voor I het aandraaien van het bevestigingsmiddel met een gereed- I schap, bij voorkeur een rechte gleuf, een kruisgleuf, een I 10 binnenvierkant, imbusgat of torxgat.

10. Bevestigingsmiddel volgens één der voorgaande I conclusies, waarbij de kop voorzien is van ten minste één omlopende weerhaak, bij voorkeur ten minste drie omlopende I weerhaken. I 15

11. Bevestigingsmiddel volgens één der voorgaande I conclusies, waarbij de aanslag een omlopende ring aan de I steel is, bij voorkeur halverwege de steel.

12. Toepassing van een bevestigingsmiddel volgens I één der voorgaande conclusies voor de bevestiging van een I 20 eerste bouwdeel aan een tweede bouwdeel.

13. Toepassing volgens conclusie 11, waarbij het I bevestigingsmiddel tot de aanslag in het tweede bouwdeel I geschroefd wordt zodat een uitstekend deel met de kop uit I het tweede bouwdeel steekt, en het eerste bouwdeel voorzien I 25 van een gat met een diameter die kleiner is dan de diameter I van de kop op het tweede bouwdeel geplaatst wordt met het I uitstekende deel in het gat.

14. Werkwi j ze voor het monteren van een onder- I dorpel aan een stijl onder toepassing van een bevesti- I 30 gingsmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij I een kopse kant van een stijl voorzien wordt van ten minste I één gat in de lengterichting, het bevestigingsmiddel tot de I aanslag in de stijl gedraaid of geperst of gedrukt wordt, I de onderdorpel voorzien wordt van een gat. ter plekke waar I 35 de stijl bevestigd moet worden, waarbij de diameter van het I gat kleiner is dan de diameter van de kop van het bevesti- I gingsmiddel, en de onderdorpel op de stijl gedrukt wordt I 1 met de kop van het bevestigingsmiddel in het gat.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het gat in de onderdorpel in de dikterichting van de onder-dorpel daardoorheen loopt, en de onderdorpel nagesteld 5 wordt door het aandraaien van het bevestigingsmiddel met een gereedschap in de voorziening voor het aandraaien van het bevestigingsmiddel.

16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij de onderdorpel een thermoplastische kunststof onderdorpel 10 is, bij voorkeur een PE of PP onderdorpel.

17. Inrichting omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.

18. Werkwijze omvattend een of meer van de in de 15 beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- PvE 1023268