NL1023218C2 - Werkwijze en vorm voor het buigen van conische buizen. - Google Patents

Description

I t I 1 I Werkwijze en vorm voor het buigen van conische buizen.

I De uitvinding betreft een werkwijze voor het buigen van conische voorwerpen.

I Een voorbeeld van een dergelijk voorwerp is een conisch verlopende buis waaruit een I 5 lichtmast moet worden vervaardigd. Het smal toelopende conisch eind van een I dergelijke buis moet een ten opzichte van de rest van de mast uitstekende uithouder I gaan vormen, waaraan het lichtarmatuur wordt bevestigd.

I Voor het buigen van conische buizen zijn verschillende technieken beschikbaar, I die alle bepaalde nadelen bezitten. Bekend is bijvoorbeeld het buigen van een conisch I 10 voorwerp door middel van een drietal rollen waarvan de middelste naar de ander twee I wordt toebewogen. Verder is bekend om een conisch voorwerp te buigen in een I halfopen vorm. Omdat het niet goed mogelijk is de conische buis inwendig goed te I ondersteunen, treedt bij deze technieken treedt vaak knik op.

I Doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen waarmee zonder het risico I 15 van knikken, conische buizen kunnen worden gebogen. Dat doel wordt bereikt door I middel van een werkwijze voor het buigen van een buis die tenminste over een deel van zijn lengte een conische vorm heeft, omvattende de stappen van: I -het verschaffen van een vorm die bestaat uit een materiaal dat een relatief lage elasticiteitsmodulus bezit, en met een conische vormholte waarin tenminste het I 20 conische deel van de buis nauwsluitend past, I -het tezamen buigen van tenminste het conische deel van de buis en de vorm, -het verwijderen van de vorm van de buis.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding is de conische buis rondom volledig I opgesloten. Daardoor is de buis goed gestabiliseerd tegen bijvoorbeeld inknikken 25 tijdens het buigen. Bij voorkeur omvat de werkwijze het verschaffen van een vorm met I twee op elkaar aansluitende vormdelen, in elk van welke vormdelen zich een H vormholtedeel bevindt.

Uit FR-A-2677564 is een werkwijze bekend voor het vormen van een profiel waarbij een vorm wordt toegepast uit een kunststofinateriaal dat door 30 temperatuurverandering vanuit een vaste vorm kan worden overgebracht in een vloeibare vorm en omgekeerd.

Verder betreft de werkwijze volgens de uitvinding het verschaffen van een buigmal voorzien van een gebogen maloppervlak, alsmede het doen buigen van de vorm over het maloppervlak. Op voordelige wijze heeft de buigmal radiale flenzen waartussen het maloppervlak is ingesloten, zodanig dat de vorm tussen de flenzen van de buigmal kan worden opgenomen. Ook de vormmal is daarbij goed gestabiliseerd, hetgeen het juiste verloop van het buigproces gunstig beïnvloedt.

H 5 De uitvinding betreft daarnaast een vorm voor gebruik bij de werkwijze zoals hiervoor beschreven, welke vorm een conische voimholte heeft. Deze vorm bestaat uit H twee vormdelen, met een materiaal dat een relatief lage elasticiteitsmodulus bezit. Deze elasticiteitsmodulus is aanzienlijk lager dan die van het materiaal, zoals aluminium, H waaruit de mast bestaat.

H 10 Verder betreft de uitvinding een driepuntsbuigbank, omvattende ten minste drie rollen met een buigoppervlak alsmede een tweetal het buigoppervlak insluitende flenzen waartussen de vorm aansluitend opneembaar is.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

15 Figuur 1 toont een zijaanzicht in langsdoorsnede van een vorm voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding.

I Figuur 2a-c toont mogelijke dwarsdoorsneden volgens Π-Π van figuur 1.

H Figuur 3a-c toont mogelijke dwarsdoorsneden volgens ΙΠ-ΠΙ van figuur 1.

Figuur 4a-c toont de bijbehorende buigrollen van een driepuntsbuigbank.

20 De in figuur 1 weergegeven vorm 1 omvat twee vormhelften 2,3, die samen de in zijn geheel met 4 aangeduide voimholte vormen.

kt deze voimholte 4 wordt nauwsluitend de conisch gevormde buis 5 opgenomen.

De voimhelften 2,3 kunnen bijvoorbeeld aan elkaar bevestigd zijn door een strip I 6, die via de boutverbindingen 7 de vormhelften 2,3 met elkaar veibindt.

I 25 Volgens een eerste mogelijke uitvoering heeft de vorm 1 de in fig. 2a en fig. 3a I weergegeven uitwendige gedaante. Deze vorm 1 wordt geplaatst in een I driepuntsbuigbank met de in figuur 4a getoonde rollen 8. Alternatieve uitvoeringen zijn I weergegeven in de figuren 2b-3c. Deze buigrol 8 heeft een buigoppervlak 9, alsmede I twee radiale flenzen 10. De vorm 1 is nauwsluitend opgenomen tussen deze flenzen 10.

30 Bij het buigproces wordt de vorm 1 samen met de conische buis 5 gebogen om I het buigoppervlak 9 van de buigrol 8. De conische vorm van de buis 5 wordt daarbij I zodanig stevig ondersteund in de voimholte 4, dat geen knikken optreden.

I 1023218

Claims (7)

1. Werkwijze voor het buigen van een buis (5) die tenminste over een deel van zijn lengte een conische vorm heeft, omvattende de stappen van: 5 -het verschaffen van een vorm (1) die bestaat uit een materiaal dat een relatief lage elasticiteitsmodulus bezit, en met een conische vormholte (4) waarin tenminste het conische deel van de buis (5) nauwsluitend past, -het tezamen buigen van tenminste het conische deel van de buis (5) en de vorm (1), 10 -het verwijderen van de vorm (1) van de buis (5).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende het verschaffen van een vorm (1) met twee op elkaar aansluitende vormdelen (2, 3), in elk van welke vormdelen (2, 3) zich een vormholtedeel bevindt. I 15

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het verschaffen van een I buigmal (8) voorzien van een gebogen maloppervlak (9), alsmede het doen buigen van I de vorm (1) met daarin de buis (5) over het maloppervlak (9). I 20

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de buigmal (8) radiale flenzen (10) I heeft waartussen het maloppervlak (9) is ingesloten, omvattende het opnemen van de I vorm (1) tussen de flenzen (10) van de buigmal (8).

5. Werkwijze volgens een der conclusies 2-4, omvattende het aan elkaar 25 verbinden van de vormhelften (2,3).

6. Vorm voor gebruik bij de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de vorm (1) uit twee vormdelen (2,3) bestaat van een materiaal dat een relatief lage elasticiteitsmodulus bezit.

7. Driepuntsbuigbank voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één do* conclusies 1-5, omvattende ten minste drie rollen (8) met een buigoppervlak (9) I 1023218 alsmede een tweetal het buigoppervlak (9) insluitende flenzen (10) waartussen de vorm (1) volgens één der voorgaande conclusies aansluitend opneembaar is. I 1023218