NL1022731C1

NL1022731C1 - Kinderstoel voorzien van een schuifmechanisme en werkwijze voor het eenvoudig opstappen van een kind op een kinderstoel.

Info

Publication number: NL1022731C1
Application number: NL1022731A
Authority: NL
Inventors: Johannes Albertus Weerdenburg
Original assignee: Progest B V
Priority date: 2003-02-18
Filing date: 2003-02-18
Publication date: 2004-08-19
Also published as: EP1449464A1

Description

KINDERSTOEL VOORZIEN VAN EEN SCHUIFMECHANISME EN WERKWIJZE VOOR HET EENVOUDIG OPSTAPPEN VAN EEN KIND OP EEN KINDERSTOEL

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kinderstoel met een 5 schuifmechanisqrie. Tevens voorziet de uitvinding in een eenvoudige wijze van het opstappen van een kind in een kinderstoel en het zichzelf aanschuiven aan een tafel middels een kinderstoel met een schuifmechanisme. De onderhavige uitvinding zal in het hiernavolgende specifiek voor dit toepassingsvoorbeeld worden uitgelegd.

Op het gebied van kinderstoelen zijn vele variaties te vinden. Uiteenlopend van 10 totaal niet instelbare stoelen tot volledig instelbare stoelen. Alle bekende kinderstoelen hebben als nadeel dat de instelling ervan door de ouder moeten plaatsvinden. De stoel wordt zodanig afgesteld dat het kind voor enige tijd weer goed gebruik kan maken van de kinderstoel. Met name de zithoogte speelt hierbij een belangrijke rol. In het geval van een aantal bekende kinderstoelen is het mogelijk dat het kind 15 zelfstandig op de kinderstoel klimt om plaats te nemen. In al deze gevallen is het echter niet mogelijk dat het kind zichzelf goed positioneert aan bijvoorbeeld een tafel. De ouder dient derhalve altijd de helpende hand te bieden teneinde het kind in de kinderstoel goed aan een tafel te positioneren.

De huidige uitvinding stelt zich tot doel te voorzien in een kinderstoel waarbij het 20 kind op zelfstandige wijze enerzijds op eenvoudige wijze plaats kan nemen op de kinderstoel en anderzijds zichzelf goed kan positioneren tot aan bijvoorbeeld de tafel.

Volgens de uitvinding worden de gestelde doelen bereikt met het schuifmechanisme volgens conclusie 1.

Een belangrijk voordeel van de kinderstoel met schuifmechanisme volgens de 25 uitvinding is de eenvoud waarmee het kind zelfstandig plaats kan nemen aan een tafel. Doordat de zitting bij het opstappen naar achter is gepositioneerd heeft het kind ruimte om op een veilige manier op te stappen. Middels het vasthouden van een vast object zoals bijvoorbeeld een tafel kan het kind zich, geholpen door het schuifmechanisme, naar het object toetrekken. Anderzijds kan het kind zich ook met 30 de voeten afzetten op het vaste deel van de kinderstoel en zo naar voren schuiven. Bij het afstappen van de stoel kan het kind zichzelf naar achter schuiven waardoor de stoel in een positie komt die het kind op een veilige wijze van de stoel laat afstappen.

In een nadere uitwerking van de uitvinding omvat het schuifmechanisme in hoofdzaak een zitgedeelte dat middels een schuifinrichting op en neer kan schuiven 35 over een onderframe. Het onderframe doet tevens dienst als opstapvoorziening voor 1099791 H het kind. Een eventuele verticale instelbaarheid die incidenteel door de ouder kan worden ingesteld en die reeds bekend is van andere kinderstoelen kan in het onderframe worden opgenomen. In een nadere uitwerking kan de stoel ook zonder opstapplateau worden toegepast. In deze vorm wordt het kind door een ouder in het 5 zitgedeelte geplaatst waarna het kind eenvoudig wordt aangeschoven aan een tafel of vast object.

H In het navolgende zal de uitvinding nader worden verduidelijkt aan de hand een aantal uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de figuren, waarin: 10 figuur 1 een schematische langsdoorsnede van de kinderstoel met schuifmechanisme in neutrale stand volgens de uitvinding toont; figuur 2 een schematische langsdoorsnede van de kinderstoel met schuifmechanisme in de voorste stand volgens de uitvinding toont; figuur 3 de werkwijze volgens de uitvinding voor het eenvoudig opstappen en 15 aanschuiven van een kind op de kinderstoel met schuifmechanisme illustreert; figuur 4 een schematisch aanzicht van de kinderstoel in perspectief toont;

Figuur 1 toont schematisch een langsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de kinderstoel met schuifmechanisme volgens de onderhavige uitvinding, waarin veel 20 aspecten van de onderhavige uitvinding in zijn geïmplementeerd. Het zitgedeelte, die in zijn algemeenheid is aangeduid met het verwijzingscijfer 1, omvat een zitting al of I niet voorzien van een rug in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 7 I en of armleuningen in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 8 waarin I het kind kan plaatsnemen. Het schuifmechanisme, in zijn algemeenheid aangeduid 25 met het verwijzingscijfer 2, bevindt zich tussen het zitgedeelte 1 en het onderframe dat in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 3 en bestaat uit bijvoorbeeld H een glijlager, laderail, wielen of dergelijke. Een opstapplateau in zijn algemeenheid I aangeduid met het verwijzingscijfer 5 en voetensteun in zijn algemeenheid aangeduid I met het verwijzingscijfer 6 welke zich aan het onderframe 3 bevinden. Het zitgedeelte 30 1 wordt in of tussen de twee eindposities gefixeerd middels een kleminrichting in zijn I algemeenheid is aangeduid met het verwijzingscijfer 4.

I Figuur 2 toont schematisch een langsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de kinderstoel met schuifmechanisme volgens de onderhavige uitvinding waarbij het zitgedeelte 1 in zijn geheel in de voorste positie is geschoven. Deze positie en de I 35 tussenliggende posities maken het voor het kind mogelijk een goede positie te hebben I 102273Ï 3 ten opzichte van bijvoorbeeld een tafel.

In figuur 3 is de werkwijze volgens de uitvinding van de kinderstoel met schuifmechanisme geïllustreerd. De werkwijze volgens de uitvinding omvat daarbij achtereenvolgens de stappen: 5 - het kind klimt via het onderframe 3 op het zitgedeelte 1 van de kinderstoel en gaat zitten. Het zitgedeelte 1 bevindt zich op dat moment in de neutrale stand zoals in figuur 1 weergegeven; - het kind trekt zich aan een vast object bijvoorbeeld een tafel naar voren of zet zich af met de voeten tegen het onderframe 3 c.q. voetensteun 6 van de kinderstoel (fig 3A) 10 waardoor het schuifmechanisme 2 uit zijn kleminrichting 4 treedt en naar voren schuift en zo in één van de tussenliggende posities of de eindpositie terecht komt en zich wederom fixeert in kleminrichting 4 zoals weergegeven in figuur 2. Het kind zit als zodanig in de juiste houding aan het vaste object zoals bijvoorbeeld een tafel 10 (fig 3B); 15 - het kind zet zich af tegen het vaste object of het zoals bijvoorbeeld een tafel of het onderframe 3 c.q. voetensteun 6 waardoor het schuifmechanisme 2 uit zijn kleminrichting 4 treedt en naar achter schuift en zo in de neutrale positie terecht komt en zich wederom fixeert in kleminrichting 4 zoals weergegeven in figuur 1. Het kind is nu in de gelegenheid op een veilige wijze van de kinderstoel af te stappen.

20 In figuur 4 is de kinderstoel in een perspectivisch aanzicht weergegeven.

Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de conclusies.

25 1QJ273®

Claims

3. Kinderstoel volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk dat het onderframe (3) is I voorzien van een opstapplateau (5)
4. Kinderstoel volgens 3, met het kenmerk dat het opstapplateau (5) verstelbaar is
5. Kinderstoel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat het opstapplateau (5) I aan 2 zijden (links en rechts) van het onderframe bevestigbaar is.
6. Kinderstoel volgens conclusie 1-5, met het kenmerk dat het onderframe (3) is voorzien van een in hoogte verstelbare voetensteun (6).
7. Kinderstoel volgens conclusie 1-6, met het kenmerk dat de zitting is voorzien van I 25 armleuningen (8) en een zitplateau (9), waarbij de armleuningen (8) zich onderling op een kind afgestemde hoogte van een zitplateau (9) bevinden,
8. Werkwijze waarin een op een zitgedeelte (1) van een kinderstoel gezeten persoon zich met behulp van een schuifmechanisme (2) van de kinderstoel zelfstandig 30 ten opzichte van een onderframe (3) daarvan aanschuift aan een vast object zoals bijvoorbeeld een tafel.
9. Gebruik van een kinderstoel met een zitgedeelte (1), een schuifmechanisme (2) en een onderframe (3) voor het zelfstandig aanschuiven van een op de stoel gezeten 35 kind aan een vast object zoals bijvoorbeeld een tafel (10). H U .4» *4 i o Ü
10. Werkwijze waarin een op een zitgedeelte (1) van de kinderstoel gezeten persoon ten opzichte van een onderframe (3) wordt aangeschoven aan een vast object zoals bijvoorbeeld een tafel of een op het onderframe (3) gemonteerd eetplateau (11). 'i 1 ' ^ ^ ' Ji -<