NL1022485C1 - Ordner, in het bijzonder een archief- of reisordner. - Google Patents

Ordner, in het bijzonder een archief- of reisordner. Download PDF

Info

Publication number
NL1022485C1
NL1022485C1 NL1022485A NL1022485A NL1022485C1 NL 1022485 C1 NL1022485 C1 NL 1022485C1 NL 1022485 A NL1022485 A NL 1022485A NL 1022485 A NL1022485 A NL 1022485A NL 1022485 C1 NL1022485 C1 NL 1022485C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
file
closing element
cover
file according
closing
Prior art date
Application number
NL1022485A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendricus Antonius Hoogland
Original Assignee
Fountain Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1020158A external-priority patent/NL1020158C2/nl
Application filed by Fountain Tech Bv filed Critical Fountain Tech Bv
Priority to NL1022485A priority Critical patent/NL1022485C1/nl
Priority to EP03713086A priority patent/EP1485261A1/en
Priority to CNA038107228A priority patent/CN1652947A/zh
Priority to PCT/NL2003/000187 priority patent/WO2003076207A1/en
Priority to AU2003218835A priority patent/AU2003218835A1/en
Priority to US10/507,401 priority patent/US7478964B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1022485C1 publication Critical patent/NL1022485C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42FSHEETS TEMPORARILY ATTACHED TOGETHER; FILING APPLIANCES; FILE CARDS; INDEXING
    • B42F13/00Filing appliances with means for engaging perforations or slots
    • B42F13/0006Covers for loose-leaf binders
    • B42F13/004Devices for protecting or reinforcing covers, e.g. edges or corners
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42PINDEXING SCHEME RELATING TO BOOKS, FILING APPLIANCES OR THE LIKE
    • B42P2241/00Parts, details or accessories for books or filing appliances
    • B42P2241/14Means for connecting adjacent devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42PINDEXING SCHEME RELATING TO BOOKS, FILING APPLIANCES OR THE LIKE
    • B42P2241/00Parts, details or accessories for books or filing appliances
    • B42P2241/20Protecting; Reinforcing; Preventing deformations
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S402/00Binder device releasably engaging aperture or notch of sheet
    • Y10S402/502Container with sheet retainer

Landscapes

  • Sheet Holders (AREA)

Description

Titel: Ordner, in het bijzonder een archief- of reisordner.
De uitvinding heeft betrekking op een ordner, omvattende een voorkaft, een achterkaft, een de kaften verbindende rug en een bindmechanisme voor het losneembaar in de ordner kunnen binden van bladen.
5 Voor het opbergen van bijvoorbeeld papier wordt veelvuldig gebruik gemaakt van ordners, bijvoorbeeld vervaardigd uit karton, kunststof en combinaties daarvan, waarbij een voorkaft en achterkaft scharnierend zijn verbonden met een rug en waarbij een bindmechanisme op het achterkaft is vastgezet. Het bindmechanisme kan worden geopend 10 voor het daarop vastzetten van geperforeerde bladen en kan worden gesloten voor het vasthouden van die bladen.
Voor archivering wordt veelal de inhoud van een ordner uitgenomen en met een los bindmiddel verbonden, waarna de gebonden inhoud in een archiefdoos wordt gesloten en in een archief wordt 15 opgeborgen. Hierdoor wordt de gearchiveerde inhoud beschermd tegen vervuiling, terwijl op de archiefdoos eenvoudig kan worden aangegeven wat de inhoud is, bijvoorbeeld datering, onderwerpen en dergelijke. Een dergelijk gebruik van ordners heeft het nadeel dat het uitnemen van de inhoud, opnieuw binden daarvan en opbergen in archiefdozen tijdrovend en 20 kostbaar is, evenals de daarbij te gebruiken archiefdozen zelf. Bovendien is de inhoud alsdan minder eenvoudig toegankelijk. Plaatsing van de ordners direct in een archief heeft als nadeel dat de inhoud vanuit de omgeving benaderbaar blijft, waardoor eenvoudig vervuiling kan optreden, bijvoorbeeld stof en dergelijke, terwijl bovendien de kans bestaat dat 25 onbedoeld delen van de inhoud los komen uit de ordner en verloren gaan.
De uitvinding beoogt een ordner van de in de aanhef beschreven soort waarbij genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de 1022485 2 voordelen daarvan. Daartoe wordt een ordner volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Bij een ordner volgens onderhavige uitvinding is een afsluitelement voorzien dat op de randen van ten minste de kaften kan worden vastgezet, 5 dan wel daarmee vast is verbonden, zodanig dat, wanneer bijvoorbeeld een ordner vol is, althans gereed voor archivering, het afsluitelement zodanig kan worden gepositioneerd dat een in hoofdzaak gesloten, doosvormige buitenvorm wordt verkregen, aangezien het afsluitelement de normaal open zijden van de ordner afsluit. Hiermee kan de ordner ineens, tezamen met de 10 inhoud in een archief worden opgeborgen, waarbij de inhoud eenvoudig en geschikt is beschermd tegen vervuiling, zoekraken en dergelijke, terwijl de normale functie van de ordner behouden blijft en de inhoud optimaal toegankelijk is.
Een afsluitelement voor een ordner volgens de uitvinding kan los 15 worden vervaardigd en zodanig zijn uitgevoerd dat dit op de langsranden van beide kaften en eventueel de rug kan worden vastgezet met geschikte koppelelementen, bijvoorbeeld klemmiddelen of dergelijke. In een alternatieve uitvoeringsvorm is het afsluitelement althans gedeeltelijk verzwenkbaar verbonden met ten minste één van de kaften en/of de rug, 20 bijvoorbeeld door geschikte, meegevormde scharniermiddelen, zodanig dat tijdens normaal gebruik van de ordner het afsluitelement, althans delen daarvan tegen één of beide kaften is, althans zijn verzwenkt en voorafgaand aan archivering kunnen worden verzwenkt naar een afsluitstand waarbij de van de betreffende scharniermiddelen afgekeerde zijde van de betreffende 25 delen op een langsrand van een tegenovergelegen kaft wordt vastgezet. Een dergelijke uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat geen losse onderdelen noodzakelijk zijn.
In een verdere nadere voordelige uitvoeringsvorm is het afsluitelement zodanig uitgevoerd dat afsluitelementen van een serie 30 ordners volgens de uitvinding onderling koppelbaar zijn, zodanig dat een rij 1022485 3 onderling verbonden ordners wordt verkregen waaruit individueel ordners wegneembaar zijn, onder achterlating van het bijbehorende afsluitelement in de rij. Hiermee kan op bijzonder eenvoudige wijze een stabiele rij ordners worden verkregen zonder externe steunmiddelen.
5 Gebruikelijk zijn ordners in de rug voorzien van een opening waardoorheen een vinger kan worden gestoken voor het uit een rij eenvoudig kunnen wegtrekken van een ordner. Bij een ordner volgens de uitvinding kan eveneens een dergelijke opening zijn voorzien, waarbij bij voorkeur een afsluitdop is voorzien voor plaatsing in genoemde opening 10 wanneer de ordner voor archivering wordt weggezet. Een dergelijke afsluitdop zorgt voor een verdere bescherming van de inhoud van de ordner, terwijl daarmee bijvoorbeeld door codering eenvoudig informatie over de inhoud kan worden weergegeven. Daartoe kunnen bijvoorbeeld cijfers en/of lettercombinaties worden gebruikt of vorm- of kleurcodering.
15 De uitvinding heeft voorts betrekking op een afsluitelement, kennelijk geschikt en bestemd voor gebruikt bij of in een ordner volgens onderhavige uitvinding.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een ordner met afsluitelement volgens de 20 uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 een omslag van een ordner volgens de uitvinding, in geopende toestand, vanaf de binnenzijde gezien; figuur 2 in zijaanzicht opengeslagen de omslag volgens figuur 1; 25 figuur 3 in perspectivisch aanzicht schematisch een beugel voor een ordner volgens de uitvinding; figuur 4 in zijaanzicht een ordner volgens de uitvinding, in gesloten toestand, samengesteld uit een omslag volgens figuur 1 en 2 en een beugel volgens figuur 3; 1 022485 4 figuur 5 - 7 in drie stappen het positioneren van een beugel volgens figuur 3 in een omslag volgens figuur 1 en 2; figuur 8 schematisch in doorgesneden zijaanzicht een matrijs voor het vervaardigen van een omslag volgens figuur 1 en 2, in een eerste fase 5 van vervaardiging; figuur 9 de matrijs volgens figuur 8 tijdens een tweede fase van vervaardiging van de omslag; figuur 10 een omslag van een ordner volgens de uitvinding, vergelijkbaar met die volgens figuur 1, voorzien van een opstaande 10 langsrand; figuur 11 de ordner volgens figuur 10, in doorgesneden zijaanzicht langs de lijn XI-XI; figuur 12 in opengeslagen toestand een afsluitelement volgens de uitvinding, met afsluitdop; 15 figuur 13 in perspectivisch aanzicht een ordner volgens de uitvinding voorzien van een afsluitelement volgens figuur 12; figuur 14 in opengeslagen toestand een afsluitelement volgens de uitvinding, in een alternatieve uitvoeringsvorm; figuur 15 het afsluitelement volgens figuur 14 geplaatst op een 20 ordner; figuur 16 een ordner met geïntegreerd afsluitelement, althans afsluitmiddelen; figuur 17 enigszins uitvergroot een rand van een kaft met een gedeelte van een afsluitelement van een ordner volgens figuur 16; 25 figuur 18 een drietal onderling door afsluitelementen gekoppelde ordners; en figuur 19 in doorgesneden zijaanzicht een gedeelte van een alternatieve uitvoeringsvorm van een rand van een kaft van een ordner volgens de uitvinding met klemmiddel.
1022485- 5
Figuur 1 toont in opengeslagen toestand vanaf de binnenzijde gezien een omslag 1 te noemen kaft voor een ordner 100 volgens de uitvinding, welke omslag is voorzien van een voorkaft 2, een achterkaft 3 en een beugel 4, onderling scharnierend met elkaar verbonden via scharnieren 5 5, 6. De omslag 1 is bij voorkeur eendelig vervaardigd door spuitgieten, bijvoorbeeld als nog nader te beschrijven in een matrijs zoals getoond in figuur 8 en 9. De omslag kan in de in figuur 1 en 2 getoonde, relatief vlakke stand eenvoudig worden gespuitgiet, waarbij de scharnieren 5, 6 van het living hinge type zijn. Geschikte kunststoffen zullen voor de vakman direct 10 duidelijk zijn.
Ter verstijving van ten minste het voorkaft 2 en het achterkaft 3 zijn verstijvingsribben 7 en een enigszins verdikte rand 8 voorzien, welke aan de buitenzijde 9 is afgerond ter verfraaiing en ter vereenvoudiging van de vervaardiging. Bovendien is een dergelijke afronding voordelig tijdens 15 gebruik en wordt beschadiging daardoor eenvoudiger verhinderd. In de rug 4 is een opening 10 getoond zoals gebruikelijk bij ordners, waardoorheen bijvoorbeeld een vinger kan worden gestoken voor het uit een kast trekken van de ordner. De omslag 1, in het bijzonder de rug 4 kan aan de buitenzijde 11 eenvoudig zijn voorzien van beschrijfbare delen, bijvoorbeeld door 20 in-mould labelen. Ook kan aan de buitenzijde 11 en/of de binnenzijde van de omslag 1 een afwerklaag zijn voorzien, bijvoorbeeld textuur, aangebracht met behulp van in-mouldlabeltechniek, druktechniek of dergelijke. Textuur kan ook worden verkregen door geschikte aanpassing van de betreffende wanddelen van de matrijs.
25 Op het achterkaft 3 zijn nabij de rug 4 eerste koppelmiddelen 12 voorzien waarin een beugel 13, bijvoorbeeld als getoond in figuur 3, kan worden vastgezet na vorming van de omslag 1, meer in het bijzonder voorafgaand aan gebruik van de ordner 100. Dergelijke beugels 13 zijn uit de praktijk genoegzaam bekend uit ordners. De beugel 13 zal derhalve niet 1022485 6 verder worden beschreven voor zover niet noodzakelijk voor een goed begrip van de uitvinding.
De beugel 13 omvat een grondplaat 14, bijvoorbeeld met een in hoofdzaak rechthoekige, afgeronde buitenvorm. Op de grondplaat zijn twee 5 gebogen voorste poten 15 bevestigd alsmede onderling verbonden achterste poten 16 welke eveneens zijn gebogen en met behulp van een hendel 17 tegen de voorste poten 15 kunnen worden bewogen of daarvan kunnen worden weggezwenkt, in welke laatste stand papier en dergelijke over de voorste beugels 15 kan worden geschoven met geschikte perforaties. De 10 voorste poten 15 zijn positievast met de grondplaat 14 verbonden. De grondplaat 14 en de voorste poten 15 vormen tezamen in hoofdzaak tweede koppelmiddelen 18 welke kunnen samenwerken met de eerste koppelmiddelen 12, op nader te beschrijven wijze, voor het in de omslag 1 vastzetten van de beugel 13. De eerste koppelmiddelen omvatten 15 geleidemiddelen 20, welke kunnen samenwerken met ten minste een langsrand 21 van de grondplaat 14 als tweede geleidemiddelen, waarbij een tweetal klemmiddelen 22 is voorzien in de eerste koppelmiddelen voor vastzetten van de beugel 13 in de geleidemiddelen 20. Daartoe zijn de klemmiddelen 22 voorzien van uitsparingen 23 waarin de voorste poten 15 20 kunnen worden vastgezet. In figuur 5 - 7 is in een drietal stappen nader toegelicht hoe de beugel in de eerste koppelmiddelen 12 wordt vastgezet. Ter verduidelijking is in de figuren 5 - 7 de beugel 13 slechts schematisch weergegeven, onder weglating van de zwenkarm 17, veermiddelen 19 en dergelijke. De poten 15, 16 zijn in doorsnede weergegeven op de grondplaat 25 14, waarbij schematisch de verdere poten 15, 16 daartussen zijn ingetekend (in projectie).
De eerste koppelmiddelen 12 omvatten een eerste geleidemiddel 20 in de vorm van een in hoofdzaak rechte geleiding met een ongeveer L-vormige dwarsdoorsnede. Zoals duidelijk blijkt uit figuur 4 is dit geleide-30 element 20 zodanig geplaatst dat de langsrand 21 van de grondplaat 14 1022485 7 daaronder kan worden geschoven over bijvoorbeeld ongeveer de halve lengte L van de grondplaat 14, zodanig dat de langsrand 21 daaronder wordt vastgehouden. Op afstand van het geleide-element 20 is een tweetal klemelementen 22 geplaatst, eveneens met een in hoofdzaak L-vormige 5 dwarsdoorsnede, zodanig dat de tegenover de langsrand 21 gelegen tweede langsrand 24 daaronder kan worden geschoven. Deze situatie is in doorgesneden aanzicht getoond in figuur 7a. Duidelijk is dat daarbij de grondplaat 14 is opgesloten tussen enerzijds het vlak 25 van het achterkaft 3 en anderzijds het geleide-element 20 en de klemelementen 22. De 10 klemelementen 22 omvatten elk een flens 26 welke zich ongeveer evenwijdig aan het vlak 25 van het achterkaft 3 uitstrekken, in welke flenzen 26 de uitsparingen 23 zijn aangebracht. De uitsparingen 23 zijn open aan de naar het geleide-element 20 gekeerde zijde. In inschuifrichting S gezien voorliggend is achter elke uitsparing 23 een tong 28 voorzien, welke verder 15 uitsteekt vanaf de wand 29 dan het tegenovergelegen flensdeel 30 en dient als vangmiddel.
De beugel 13 kan als volgt worden geplaatst.
De beugel wordt met de grondplaat 14 op het achterkaft 3 gezet, enigszins naast het in figuur 5, 6 en 7 bovenste klemelement 22, waarbij de 20 grondplaat 14 enigszins wordt verdraaid, zodanig dat de lengte-as I daarvan een hoek α insluit met de inschuifrinchting S. Vervolgens wordt de eerste boog 31, in figuur 5 onder getekend, langs het bovenste klemelement 22A geschoven tot tussen het geleide-element 20 en het flensdeel 30 van het onderste klemelement 22B. Deze stand is getoond in figuur 6. Vervolgens 25 wordt de beugel 13 in de inschuifrichting S verder doorgedrukt, daarbij ten minste de klemelementen 22 enigszins elastisch vervormend, zover tot de onderste boog 31 aanloopt tegen de tong 28 van het onderste klemelement 22B, waarbij de betreffende voorste poot 15 van de boog 31 in de betreffende uitsparing 23 wordt opgenomen. Alsdan zal automatisch de voorste poot 15 30 van de andere boog 32 opgenomen worden in de opening 23 van het in figuur 1 022485 8 6 bovenste klemelement 22A, zodanig dat de lengteas I wordt teruggedraaid totdat deze zich evenwijdig uitstrekt aan de inschuifrichting S. In deze toestand is de beugel 13 tegen elke beweging gezekerd in de eerste koppelmiddelen 12, zoals getoond in figuur 7. Het geleide-element 20 en/of 5 de klemelementen 22, welke bij inschuiven enigszins elastisch zijn vervormd, zullen hun oorspronkelijke vorm weer teruginnemen voor het nog beter vastzetten van de beugel 13. Eventueel kan in de liggende flens 33 van het geleide-element 20 een verdere uitsparing zijn voorzien (niet getoond) waarin de achterste poot 16 van de onderste boog 31 kan worden 10 opgenomen, zodat de beugel 13 nog beter tegen beweging, in het bijzonder rotatie is gezekerd.
Het zal duidelijk zijn dat ook allerlei andere middelen kunnen zijn voorzien voor het vastzetten van de beugel 13 aan de omslag 1, in het bijzonder tegen het achterkaft 3, bijvoorbeeld klikmiddelen die om de poten 15 heengrijpen, zoals schematisch weergegeven in figuur 7B, waar de voorste poot 15 en/of de achterste poot 16 in de inschuifrichting S eenvoudig ingeschoven kan worden toch daaruit niet meer kan worden losgetrokken. Een dergelijk klemelement 22 kan op vergelijkbare wijze via een staand wanddeel 29 met het vlak 25 zijn verbonden. Ook kunnen bijvoorbeeld op 20 het kaft 3 pennen zijn voorzien, welke zich ongeveer haaks op het vlak 25 uitstrekken of daarmee een stompe hoek insluiten, welke pennen bij opschuiven van de grondplaat 14 elastisch kunnen vervormen en kunnen terugveren in openingen in de grondplaat, waarbij wederom bijvoorbeeld langsranden 21, 24 van de grondplaat 14 worden geleid door geleide-25 elementen zoals geleide-element 20. Deze en vele variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
Een ordner 100 volgens de uitvinding kan als volgt worden gebruikt.
Een reeks omslagen 1 wordt in vlakke toestand in een verpakking 30 geplaatst, bijvoorbeeld een doos, waarin de omslagen 1 eenvoudig compact 1022485 9 kunnen worden verpakt. Anders dan bij bestaande ordners is hierbij nagenoeg geen sprake van ruimteverlies binnen de verpakking. Een gelijk aantal beugels 13 wordt apart van de omslagen 1 verpakt, althans los daarvan. In deze toestand worden de samenstellen getransporteerd naar 5 gebruikers. Voorafgaand aan gebruik wordt een omslag 1 uit de verpakking genomen, wordt een beugel 13 daarop vastgezet, bij voorkeur op eerder beschreven wijze, waarna de ordner gereed is voor gebruik. Papier en dergelijke, zoals in onderbroken lijnen weergegeven in figuur 4, kan op de beugel 13 worden vastgezet, op op zichzelf bekende wijze. Vervolgens kan de 10 ordner 100 worden gesloten door het voorkaft 2 over het papier P te vouwen. In het voorkaft 2 zijn twee openingen 40 voorzien met klemlippen 41, zoals bij bekende ordners, waarmee het voorkaft 2 op de beugel 13 in het bijzonder de poten 15, 16 kan worden vastgezet.
In figuur 8 is een matrijs 50 getoond, omvattende een eerste deel 15 51 en een tweede deel 52, waarbij in het tweede deel 52 een beweegbaar wanddeel 53 is voorzien, vanaf buiten de matrijs 50 bedienbaar door armen 54, schematisch weergegeven in figuur 8 en 9. Binnen de matrijs 50 is een matrijsholte 55 uitgespaard waarvan het beweegbare wanddeel 53 een gedeelte bepaalt, in welke matrijsholte 55 de omslag 1 kan worden gevormd. 20 Bij aanvang van spuitgieten wordt kunststof in de matrijsholte 55 gebracht met teruggetrokken beweegbaar wandgedeelte 53, dat wil zeggen dat de ruimte van de matrijsholte 55 relatief groot is. Vervolgens wordt wanneer de matrijsholte 55 nagenoeg geheel is gevuld met kunststof, bijvoorbeeld meer dan 80%, het beweegbare wanddeel 53 in de richting van het eerste deel 51 25 bewogen, waardoor het volume van de matrijsholte afneemt tot het gewenste eindvolume, waarbij of waarna op gebruikelijke wijze nadruk wordt aangebracht voor het volledig vullen van de matrijsholte en het verkrijgen van een in hoofdzaak spanningsvrij product. In de in figuur 9 getoonde stand is een omslag 1 geheel maatvast gevormd. Duidelijk is dat 30 tijdens het spuitgieten de matrijs 50 gesloten wordt gehouden, schematisch 102248^ 10 weergegeven door sluitelementen 56. Met een dergelijke werkwijze kan op bijzonder eenvoudige wijze een omslag worden vervaardigd die relatief maatvast is, bij gebruik van relatief lichte gereedschappen, waarbij bovendien een grote mate van vrijheid in keuze van kunststof wordt 5 verkregen. Immers, als gevolg van het beweegbare wanddeel worden tijdens het grootste deel van het vullen van de matrijs ruime vloeiwegen verkregen, zodat zowel kunststoffen met hoge als met hele lage melt kunnen worden toegepast.
In figuur 10 en 11 is in opengeslagen toestand een ordner 1 volgens 10 de uitvinding getoond, vergelijkbaar met die als getoond in figuur 1. Wederom geldt dat gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers hebben. Voor de toelichting op de figuren 10-19 wordt dan ook, voor zover hieronder niet nader toegelicht, verwezen naar de eerdere figuren.
15 Bij deze uitvoeringsvorm is de ordner 1 langs de langsranden van het voorkaft 2, achterkaft 3 en de rug 4 voorzien van een lage, opstaande langsrand 60, welke integraal is gevormd met de verdere ordner, althans het kaft. In de getoonde uitvoeringsvorm strekt de langsrand 60 zich langs alle vrije zijden van de kaften 2, 3 en de rug 4 uit. Evenwel kan deze ook 20 door onderbroken delen worden gevormd.
Figuur 12 toont in vlakke toestand een afsluitelement 62 voor gebruik bij een ordner, bijvoorbeeld volgens figuur 1 of een op zichzelf bekende ordner vervaardigd uit karton, plastic of combinaties daarvan, met relatief vlakke, althans rechte vrije langsranden van de kaften 2, 3 en de 25 rug 4. In figuur 13 is het afsluitelement 62 getoond, geplaatst op een dergelijke ordner 1, op nog nader te beschrijven wijze. In figuur 14 is een afsluitelement 62 in een alternatieve uitvoeringsvorm getoond, geschikt voor toepassing bij bijvoorbeeld een ordner volgens figuur 10 en 11. Figuur 15 toont het afsluitelement 62 volgens figuur 14 geplaatst op een dergelijke 30 ordner 1.
1 022485 11
De afsluitelementen 62 als getoond in figuur 12 en 14 omvatten beide drie delen, een eerste deel 64 dat ongeveer gelijke afmetingen heeft als de rug 4 van de ordner 1, en twee tweede delen 66, via een scharnier 68 elk met het eerste deel 64 verbonden. De afsluitelementen 62 zijn bij voorkeur 5 met geïntegreerde scharnieren 68 eendelig vervaardigd door spuitgieten. De tweede delen 6 hebben zodanige afmetingen dat deze passend op de bovenste, respectievelijk onderste langsranden van voor- en achterkaft 2, 3 en de rug 4 kunnen worden geplaatst met behulp van klemmiddelen 70, voor het verkrijgen van een in hoofdzaak stofdicht afgesloten ordner die 10 eenvoudig in een archief of dergelijke kan worden weggezet.
Bij de in figuur 12 getoonde uitvoeringsvorm worden de klemmiddelen 70 gevormd door enerzijds een zich langs de vrije langsranden van het eerste deel 64 en de tweede delen 66 uitstrekkende, relatief lage opstaande tweede rand 72, welke zich zowel langs de lange 15 zijden 74 als de kopse zijden 76 uitstrekt. Slechts ter hoogte van de scharnieren 68 zijn zij onderbroken zodat de tweede delen over ongeveer 90° ten opzichte van het eerste deel 64 kunnen worden verzwenkt, in figuur 12 vanaf het vlak van tekening omhoog. Binnen de langsrand 72 zijn nabij de hoeken 78 en ten minst nabij de scharnieren 68 op een afstand D, welke 20 ongeveer overeenkomt met de dikte van de langsrand 9 van de ordner 1, klemnokken 80 geplaatst.
Een aansluitelement 62 als getoond in figuur 12 kan eenvoudig op een ordner 1 volgens bijvoorbeeld figuur 1 of zoals uit de praktijk bekend worden vastgezet door de vrije langsranden van het voor- en achterkaft 2, 3 25 van een ordner, met de voor- en achterkaft 2, 3 in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar met de vrije langsranden tussen de langswand 72 en de klemnokken 80 te drukken, waarbij de langsranden worden geklemd door de klemmiddelen 70. Op deze wijze kan het afsluitelement eenvoudig op de ordner 1 worden vastgezet. In figuur 12 is voorts een dop 82 getoond, met 30 een zodanige afmeting dat deze eenvoudig vanaf de binnen- of buitenzijde in J 0224 ftς 12 de opening 10 in de rug 4 van de ordner 1 kan worden gestoken, deze opening 10 daarbij afdichtend. Daarmee wordt een stofdichte ordner verkregen die eenvoudig kan worden gearchiveerd. Op de dop 82, die bij elk van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden kan worden toegepast, kan door 5 kleur, belettering of dergelijke een code worden aangegeven waarmee de inhoud van de ordner herkenbaar kan zijn. Eventueel kunnen op het afsluitelement bovendien vlakken zijn voorzien voor het aanbrengen van bijvoorbeeld identificatietekst, stickers of dergelijke.
In figuur 14 is een vergelijkbaar afsluitelement 62 getoond, waarbij 10 evenwel de klemmiddelen 70 zodanig zijn uitgevoerd dat de opstaande randen 60 van de ordner 1 volgens figuur 10 en 11 daarin kunnen worden geklemd door deze vanaf een zijde in de klemmiddelen 70 te schuiven. De klemmiddelen 70 omvatten daartoe nokken 80 met flenzen 81, welke zich ongeveer evenwijdig aan de sluitvlakken 84 van het eerste deel 64 en de 15 tweede delen 66 van de tweede delen uitstrekken, op een afstand die ongeveer gelijk is of bij voorkeur enigszins kleiner is dan de dikte van de opstaande langswanden 60. Hierdoor kan een goede klemming worden verkregen. In figuur 15 is getoond hoe een dergelijke afsluitelement 62 op een ordner 1 volgens figuur 10 en 11 kan worden geplaatst. Ook hiermee 20 wordt wederom een stofdichte ordner verkregen.
In figuur 16 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een ordner 1 volgens de uitvinding getoond, wederom voorzien van een rug 4 met vingeropening 10, alsmede een voorkaft 2 en een achterkaft 3, scharnierend verbonden met de rug 4 via een eerste en tweede scharnier 5, 6. Bij deze 25 uitvoeringsvorm is een afsluitelement 62 voorzien, althans zijn afsluitmiddelen voorzien waarmee een afsluitelement 62 kan worden gevormd, welke middelen hieronder nader zullen worden toegelicht en bij voorkeur eendelig met de ordner 1 zijn gevormd door spuitgieten.
Bij deze uitvoeringsvorm volgens figuur 16 is het voorkaft 2 nabij 30 de van de rug 4 afgekeerde langsrand een eerste deel 64 van het 1 022485 13 afsluitelement 62 bevestigd, scharnierend verbonden met het voorkaft 2 via een meegespuitgiet scharnier 63. Op het achterkaft 3 is zowel nabij de bovenrand als nabij de onderrand een tweede element 66 van een afsluitelement 62 voorzien, wederom bij voorkeur eendelig met de ordner 1 5 meegevormd en met het achterkaft 3 verbonden via scharnieren 65. De scharniermiddelen 63, 65 zijn daarbij zodanig uitgevoerd dat het eerste deel 64, respectievelijk de tweede delen 66 vlak tegen het voorkaft 2, respectievelijk het achterkaft 3 kunnen worden gevouwen. Tegenover het scharnier 63, respectievelijk het scharnier 65 zijn het eerste deel 64 en de 10 tweede delen 66 voorzien van een klemgroef 67, zoals in meer detail schematisch weergegeven in figuur 17 aan de hand van het eerste deel 64 op het voorkaft 2. Een vergelijkbare klemrand 67 is voorzien op de tweede delen 66 aan de van de scharniermiddelen 65 afgekeerde zijde. Zoals schematisch getoond in figuur 17 in onderbroken lijnen kan het eerste deel 15 64, evenals de beide tweede delen 66, over een hoek van ongeveer 90° worden verzwenkt tot een stand haaks op het voorkaft 2, respectievelijk achterkaft 3. De vrije langsranden van het voorkaft 2, respectievelijk het achterkaft 3 zijn daarbij voorzien van relatief lage, opstaande langswanddelen 60 die klemmend kunnen worden opgenomen in de 20 klemrand 67 van respectievelijk de beide tweede delen 66 en het eerste deel 64.
Tijdens normaal gebruik worden het eerste deel 64 en de beide tweede delen 66 in de in figuur 16 getoonde stand gebracht, waarna eenvoudig papier in de klembeugel 12 kan worden geplaatst of daaruit kan 25 worden weggenomen. In deze toestand kan de ordner op normale wijze worden gebruikt. Eventueel kunnen de langswanden 60 zijn voorzien van een zodanige profilering dat het eerste deel 64, respectievelijk de tweede delen 66 in deze vlakke stand worden gehouden. Ook kunnen deze bijvoorbeeld met relatief zwakke kleefmiddelen of dergelijke worden 30 vastgehouden. Wanneer de ordner 1 dient te worden gearchiveerd of om 1022485 14 andere redenen in hoofdzaak stof- en lichtdicht dient te worden weggezet, worden het eerste deel 64 en de beide tweede delen 66 naar de genoemde stand gevouwen, haaks op het voorkaft 2, respectievelijk achterkaft 3, waarna de ordner wordt gesloten, zodanig dat de langswanden 60 worden 5 opgenomen in de respectieve klemsleuven 67, zodat een afsluitelement 62 wordt gevormd, althans de ordner in hoofdzaak licht- en stofdicht wordt afgesloten. In deze toestand kan de ordner eenvoudig worden opgeborgen. Wederom kan een dop 82 in de opening 10 worden gedrukt.
In figuur 18 is een verder alternatieve uitvoeringsvorm getoond, 10 waarbij de afsluitelementen 62 onderling zijn gekoppeld door haakmiddelen 90, in de getoonde uitvoeringsvorm schematisch weergeven door railprofieltjes die zich langs de tweede delen 66 uitstrekken en kunnen aangrijpen in sleuven in de tegenovergelegen langsranden van een tweede afsluitelement 62 van een naast geplaatste ordner. Op deze wijze kunnen 15 ordners eenvoudiger worden gekoppeld in een opbergstand. Het zal duidelijk zijn dat ook andere middelen daartoe kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld kleefmiddelen, klittenband of dergelijke, aangebracht op naar elkaar toegekeerde vlakken van de afsluitelementen 62 en/of kaften 2, 3 van de ordners.
20 In figuurl9 is een schematisch een deel van een afsluitelement 62 getoond met een klemmiddel 70, waarvan één rand, in het bijzonder de naar buiten gekeerde rand 71 getrapt is uitgevoerd, zodat verschillende dikten langsranden van kaften van ordners daarin kunnen worden geklemd, waardoor een nog meer universeel toepasbaar afsluitelement wordt 25 verkregen. Het zal duidelijk zijn dat een vergelijkbaar universeel toepasbaar afsluitelement kan worden verkregen door de klemelementen meer elastisch, beter vervormbaar uit te voeren.
In fig. 20 en 21 is een uitvoeringsvorm van een afsluitelement 62 getoond. Dit is in hoofdzaak gelijk aan dat volgens fig. 14, waarbij evenwel 30 het in fig. 14 getoonde afsluitelement 60 slechts ongeveer de helft daarvan 1022485 15 is. Dit afsluitelement omvat een voorvlak 64 en een daarmee zwenkbaar verbonden onderdeel 66 met de in fig. 14 genoemde en getoonde klemmiddelen. Zoals duidelijk blijkt uit fig. 21 kan dit afsluitelement op de onderste langsranden van de kaften worden geklemd en tegen de onderste 5 delen van de langsranden van de kaften, zodat een archiefbak vormige ordner wordt verkregen die aan de onderzijde en het onderste deel van de voorzien de gesloten is en aan de bovenzijde en het bovenste deel van de voorzijde open is onder vorming van een insteekopening 99. Door deze insteekopening 99 kunnen papieren of dergelijke worden ingestoken en 10 worden uitgenomen. Eventueel kan een tweede afsluitelement aan de bovenzijde worden aangebracht voor opbergen van de ordner. Zoals duidelijk blijkt uit fig. 21 kan de beugel 13 worden weggelaten bij gebruik als een archiefbak.
Het zal duidelijk zijn dat dezelfde of vergelijkbare afsluitelementen 15 bij de andere getoonde uitvoeringsvormen. Dit betekent dat een ordner volgens de uitvinding door twee in hoofdzaak gelijke afsluitelementen kan worden afgesloten. Dergelijke afsluitelementen zijn eenvoudiger te vervaardigen en bovendien voor meerdere toepassingen geschikt.
In fig. 22 en 23 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm 20 getoond, grotendeels vergelijkbaar met de uitvoeringsvorm als getoond in fig. 10 en 11. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de randen 60 evenwel verhoogd tot een hoogte zodanig dat deze gezamenlijk een hoogte hebben ongeveer gelijk aan de breedte van de rug 4 tussen de scharnieren 5, 6. Op de rug is eveneens een wand 60 A voorzien, welke enigszins naar binnen is verzet. Bij 25 sluiten van de ordner vallen de wanden 60 tegen elkaar en aan de buitenzijde tegen de wand 60A, waardoor een gesloten ordner wordt verkregen die bijzonder geschikt is als bijvoorbeeld een reisordner en/of archiefordner, zonder dat losse afsluitelementen noodzakelijk zijn.
In fig. 24 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een 30 ordner vergelijkbaar met die als getoond in fig. 22 en 23, waarbij een beugel 1 n?9 a ft ς 16 13 is voorzien in een alternatieve uitvoeringsvorm. Hierbij is een sluitplaat 98 op twee pennen 97 voorzien die daarop of daarin door klemming is vastgezet. De grondplaat 96 waarop de pennen 97 zijn bevestigd is op een kaft vastgezet. De sluitplaat is via flexibele strips 95 verbonden met de 5 grondplaat 96. Deze reis- en/of archiefordner is eenvoudig te vervaardigen, tegen geringe kosten.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. 10 Zo kunnen de beugels op allerlei wijzen worden vastgezet op de omslag. Daarbij kunnen bijvoorbeeld ook schroefmiddelen, klemmiddelen en dergelijke worden toegepast, met name voor toepassing van een beschreven werkwijze waarbij omslagen en beugels afzonderlijke worden aangeleverd en bij voorkeur direct voorafgaand aan gebruik pas worden samengesteld.
15 Met een der gelijke werkwijze worden bijzondere voordelen bereikt, met name in opslag en transport. Bij een dergelijke werkwijze kunnen overigens ook andersoortige materialen worden toegepast, bijvoorbeeld gedeeltelijk of geheel uit karton of uit kunststof plaat gevormde kaften en dergelijke. Omslagen voor gebruik bij een ordner volgens de uitvinding kunnen ook op 20 andere wijze worden gespuitgiet, in andere, meer conventionele spuitgietinrichtingen. Zoals beschreven kunnen ook andersoortige beugels worden toegepast, bijvoorbeeld drie-, vier- of meerringsbanden die op dezelfde of op vergelijkbare wijze op een omslag kunnen worden vastgezet. Eventueel kunnen beugels ook vanaf een buitenzijde van de omslag worden 25 geplaatst, door de poten door spieetvormige openingen te drukken en aan de binnenzijde vast te zetten.
Een afsluitelement 62 volgens de uitvinding kan uiteraard ook op andere wijze en uit andere materialen worden gevormd, bijvoorbeeld uit losse delen, welke al dan niet losneembaar verzwenkbaar met de kaften 2, 3 30 en/of de rug 4 kunnen worden gekoppeld, terwijl een afsluitelement 1022485 17 bijvoorbeeld uit karton kan worden vervaardigd. De klemmiddelen, althans de middelen voor het vastzetten van een afsluitelement op een ordner kunnen ook anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door één of meer van de kaften 2, 3 en/of de rug 4 uit te voeren met sleufvormige uitsparingen 5 waarin een verder in hoofdzaak vlak afsluitelement, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 12 of 14, maar dan zonder klemmiddelen kan worden vastgezet, terwijl bovendien een afsluitelement kan zijn voorzien van lippen die in passende uitsparingen, sleuven of dergelijke in de ordner kunnen worden gestoken of als klikvinger achter de langsranden 60 kunnen grijpen. 10 Ook kunnen de delen van het afsluitelement op zowel het voorkaffc als het achterkaft scharnierend zijn bevestigd, zodanig dat zowel op het voorkaft als het achterkaft bijvoorbeeld de helft van respectievelijk het eerste en de beide tweede delen is aangebracht welke onderling koppelbaar zijn.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door 15 de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
1 0 22 4 8 5

Claims (15)

1. Ordner, voorzien van een voorkaft, een achterkaft en een de kaften verbindende rug,, waarbij ten minste het voorkaft en het achterkaft zijn voorzien van een langsrand en waarbij een sluitelement is voorzien, koppelbaar met ten minste één langsrand, zodanig dat de ruimte ingesloten 5 door het voorkaft, achterkaft en de rug door het afsluitelement althans gedeeltelijk wordt afgedekt en de ordner met het afsluitelement een gedeeltelijk open of in hoofdzaak gesloten doosvorm heeft.
2. Ordner volgens conclusie 1, waarbij een bindelement is voorzien voor het losneembaar vastzetten van bladen, tussen het voorkaft en het 10 achterkaft
3. Ordner volgens conclusie 1 of 2, waarbij het afsluitelement losneembaar is en/of met ten minste een gedeelte van ten minste één langsrand zwenkbaar is verbonden.
4. Ordner volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het 15 afsluitelement ten minste drie delen omvat, zodanig dat een eerste deel met de van de rug af gekeerde delen van de langsranden van het voorkaft en achterkaft is of kan worden verbonden, terwijl de twee overige delen kunnen aansluiten op de langsranddelen aan de bovenzijde, respectievelijk onderzijde van de ordner.
5. Ordner volgens conclusie 4, waarbij genoemde delen onderling verzwenkbaar zijn verbonden.
6. Ordner volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het afsluitelement eendelig is vervaardigd, bij voorkeur door spuitgieten.
7. Ordner volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het 25 afsluitelement nabij twee tegenover elkaar gelegen randen is voorzien van klemmiddelen voor het op langsranden van het voorkaft, achterkaft en/of de rug klemmen daarvan. 1022485 -
8. Ordner waarbij de klemmiddelen zijn ingericht voor samenwerking met verschillende dikten langsranden van kaften.
9. Ordner volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het voorkaft en/of het achterkaft langs de genoemde langranden is voorzien van 5 een ten opzichte van het vlak van het betreffende kaft opstaand wanddeel.
10. Ordner volgens één der voorgaande conclusies waarbij het afsluitelement is voorzien van koppelmiddelen overeenkomstig afsluitelement naast elkaar opgestelde ordners onderling kunnen worden gekoppeld door de afsluitelementen.
11. Ordner volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in de rug ten minste één opening is voorzien waardoorheen een vinger kan worden gestoken voor manipuleren van de ordner, waarbij een afsluitdop is voorzien die in genoemde ten minste ene opening kan worden gedrukt voor afsluiting daarvan.
12. Ordner volgens een der conclusies 1-3, waarbij het afsluitelement ten minste twee delen omvat, waarvan een eerste deel als onderzijde tegen de ordner bevestigbaar is en het andere, tweede deel nabij genoemd eerste deel tegen de open zijde van de ordner bevestigbaar is.
13. Ordner volgens conclusie 12, waarbij vergelijkbaar tweedelig 20 afsluitelement is voorzien dat gedeeltelijk bovenop en gedeeltelijk tegen de zijkant van de ordner bevestigbaar is, zodanig dat een geheel gesloten, doosvormige ordner wordt verkregen.
14. Ordner volgens conclusie 12, waarbij de ordner met geplaatst afsluitelement een gedeeltelijk gesloten doosvormige archiefbak vormt, bij 25 voorkeur zonder beugel.
15. Afsluitelement, kennelijk bestemd en geschikt voor gebruik in of bij een ordner volgens één der voorgaande conclusies. 1n» o*
NL1022485A 2002-03-12 2003-01-24 Ordner, in het bijzonder een archief- of reisordner. NL1022485C1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022485A NL1022485C1 (nl) 2002-03-12 2003-01-24 Ordner, in het bijzonder een archief- of reisordner.
EP03713086A EP1485261A1 (en) 2002-03-12 2003-03-12 File, in particular archive or travel file
CNA038107228A CN1652947A (zh) 2002-03-12 2003-03-12 文件夹,尤其是存档或者旅行文件夹
PCT/NL2003/000187 WO2003076207A1 (en) 2002-03-12 2003-03-12 File, in particular archive or travel file
AU2003218835A AU2003218835A1 (en) 2002-03-12 2003-03-12 File, in particular archive or travel file
US10/507,401 US7478964B2 (en) 2002-03-12 2003-03-12 File, in particular archive or travel file

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020158 2002-03-12
NL1020158A NL1020158C2 (nl) 2002-03-12 2002-03-12 Ordner voorzien van afsluitelement.
NL1022485A NL1022485C1 (nl) 2002-03-12 2003-01-24 Ordner, in het bijzonder een archief- of reisordner.
NL1022485 2003-01-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022485C1 true NL1022485C1 (nl) 2003-09-16

Family

ID=27807080

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022485A NL1022485C1 (nl) 2002-03-12 2003-01-24 Ordner, in het bijzonder een archief- of reisordner.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US7478964B2 (nl)
EP (1) EP1485261A1 (nl)
CN (1) CN1652947A (nl)
AU (1) AU2003218835A1 (nl)
NL (1) NL1022485C1 (nl)
WO (1) WO2003076207A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1024154C2 (nl) 2003-08-22 2005-02-23 Fountain Tech Bv Bindmechanisme voor een ordner.

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20130136524A1 (en) * 2011-11-30 2013-05-30 Richard Louis Brophy Loose Leaf Retaining Device

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1726684A (en) * 1929-03-12 1929-09-03 Vincent P Sollom Book protector
DE1611035B1 (de) * 1968-01-17 1970-08-27 Regis Gmbh Einstell- oder Haengesammler fuer Schriftgut
DE2505654A1 (de) * 1975-02-11 1976-08-19 Otto Schmidt Vorrichtung zur platzbedarfeinsparung fuer reihenweise in regalen aufgestellte ordner mit inneren aufreihstiftmechaniken
US4294558A (en) * 1979-08-06 1981-10-13 Errichiello D Weatherproof portfolios
US4569613A (en) * 1983-06-27 1986-02-11 Thomas Ralph D Snap on device for hardcover ring binder
GB8509281D0 (en) * 1985-04-11 1985-05-15 Simmons G Binder
US4793633A (en) * 1986-07-09 1988-12-27 Rose Jr Robert D Device for supporting bound material
CA1326472C (en) * 1989-06-02 1994-01-25 Cameron Lewis Fink Case
US4997207A (en) * 1989-06-22 1991-03-05 Feldman Richard L Notebook cover restraining system and method of use
DE9015136U1 (nl) * 1989-11-27 1991-01-17 Reisenthel, Peter, 8039 Puchheim, De
AU642926B2 (en) * 1990-11-14 1993-11-04 Soon An Lim A dual purpose file
ZA946000B (en) * 1993-08-11 1996-02-12 Designodev Ltd A file stiffener

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1024154C2 (nl) 2003-08-22 2005-02-23 Fountain Tech Bv Bindmechanisme voor een ordner.
WO2005042270A1 (en) 2003-08-22 2005-05-12 Novem International B.V. Binding mechanism for a file

Also Published As

Publication number Publication date
US20050271460A1 (en) 2005-12-08
CN1652947A (zh) 2005-08-10
AU2003218835A1 (en) 2003-09-22
US7478964B2 (en) 2009-01-20
EP1485261A1 (en) 2004-12-15
WO2003076207A1 (en) 2003-09-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4458434A (en) Container for pictures having similar formats
CA2712188C (en) Filing device with retractable tabs
NL9101174A (nl) Inrichting voor het opbergen van documenten.
JPS6021558B2 (ja) 写真プリントのための容器
WO2003058627A1 (en) Device and method for packaging platelike information carriers
NL1022485C1 (nl) Ordner, in het bijzonder een archief- of reisordner.
NL1020158C2 (nl) Ordner voorzien van afsluitelement.
US20050103659A1 (en) Means of attaching rigid pages to a book-like cover
NL1019739C2 (nl) Ordner en werkwijze voor aanbieden van ordners.
NL8000007A (nl) Hangend dossier.
JP7450948B2 (ja) 成形が容易な折り畳み可能なパッケージ
NL9200931A (nl) Verpakking voor het opbergen en etaleren van een aantal doosvormige voorwerpen, meer in het bijzonder informatiedragers zoals floppy discs en dergelijke.
EP1562759B1 (en) Suspension file and method for the manufacture thereof
NL8602794A (nl) Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat.
CN210063632U (zh) 储物盒
US6913148B2 (en) Sealable cover device
US20100193397A1 (en) Container
NL1023834C2 (nl) Inrichting voor het verpakken van plaatvormige informatiedragers.
KR102428172B1 (ko) 개량형 이중벽 상자
NL1021876C2 (nl) Hangmap en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.
NL1032394C2 (nl) In een gat in een holle wand te bevestigen doos.
EP0301435B1 (en) Improvements in or relating to containers particularly card index containers
WO2005042270A1 (en) Binding mechanism for a file
NL1018321C2 (nl) Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
JPH06239056A (ja) ファイリングカバー、ファイリング用品及びファイリングカバーの製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070801