NL1022281C2 - Device and method for winding a flexible pipe. - Google Patents
Device and method for winding a flexible pipe. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1022281C2 NL1022281C2 NL1022281A NL1022281A NL1022281C2 NL 1022281 C2 NL1022281 C2 NL 1022281C2 NL 1022281 A NL1022281 A NL 1022281A NL 1022281 A NL1022281 A NL 1022281A NL 1022281 C2 NL1022281 C2 NL 1022281C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- strapping
- bundle
- conduit
- winding
- strapping element
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B27/00—Bundling particular articles presenting special problems using string, wire, or narrow tape or band; Baling fibrous material, e.g. peat, not otherwise provided for
- B65B27/06—Bundling coils of wire or like annular objects
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Basic Packing Technique (AREA)
Description
INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET WIKKELEN VAN EEN BUIGZAMEAPPARATUS AND METHOD FOR WINDING A FLEXIBLE
LEIDINGLEADERSHIP
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het wikkelen van een buigzame leiding. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een in gewikkeld verband aangebrachte leidingbundel.The present invention relates to a device and method for winding a flexible conduit. The invention also relates to a line bundle arranged in wound relationship.
5 Voor de verkoop van leidingen, in het bijzonder elektriciteitsleidingen, aan particulieren en bedrijven, kunnen leidingen worden opgedeeld in stukken van een bepaalde lengte, waarbij elk stuk leiding op een haspel wordt gewikkeld. De leiding wordt in dit geval aan de gebruiker 10 aangeboden in een op een haspel gewikkelde toestand.For the sale of pipes, in particular electricity pipes, to private individuals and companies, pipes can be divided into pieces of a certain length, each piece of pipe being wound on a reel. The conduit is in this case presented to the user 10 in a condition wound on a reel.
Voorts zijn wikkelmachines bekend waarin stukken leiding gewikkeld worden tot een leidingbundels. Wanneer in leidingen gewikkeld zijn. worden deze handmatig omsnoerd met behulp van touw, elastiek of dergelijk met als doel de 15 leidingbundel bij elkaar te houden. De leiding wordt in dit geval aan de gebruiker aangeboden in de gebundelde en omsnoerde toestand.Furthermore, winding machines are known in which pipe sections are wound into a pipe bundle. When are wrapped in pipes. these are manually tied with the aid of rope, elastic or the like for the purpose of keeping the line bundle together. In this case, the line is offered to the user in the bundled and strapped state.
Een bezwaar van het handmatig omsnoeren van de leidingbundels is dat dit zeer arbeidsintensief is. Bovendien 20 levert dit soms een wisselende kwaliteit van het omsnoeren op.A drawback of manually strapping the cable bundles is that this is very labor-intensive. Moreover, this sometimes results in a varying quality of the strapping.
Uit het Zwitserse document CH 618 141 is een wikkelmachine bekend waarin een trommel is voorzien van een drietal klossen waarop een leiding kan worden gewikkeld. De 25 trommel is in drie standen roteerbaar. In de eerste stand wordt een leiding op een klos gewikkeld. In de tweede stand wordt de op de klos gewikkelde leiding omsnoerd. In de derde stand wordt de leiding afgevoerd. Een bezwaar van de bekende wikkelmachine is dat het omsnoeren plaatsvindt in een 1022281 2 toestand waarin de leiding nog op de klos is gewikkeld. Dit betekent dat het midden van de leidingbundel moeilijk toegankelijk is, hetgeen het omsnoeringsproces bemoeilijkt. Tevens is variatie van het aantal en de plaats van de 5 omsnoeringen, de bundelhoogte, de bundeldiameter moeilijk te realiseren.From the Swiss document CH 618 141 a winding machine is known in which a drum is provided with three reels on which a line can be wound. The drum is rotatable in three positions. In the first position, a line is wound on a spool. In the second position the line wound on the spool is strapped. The pipe is drained in the third position. A drawback of the known winding machine is that the strapping takes place in a condition in which the line is still wound on the spool. This means that the center of the line bundle is difficult to access, which complicates the strapping process. Also, variation in the number and location of the straps, the bundle height, the bundle diameter is difficult to realize.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een inrichting en werkwijze te verschaffen waarin ten minste enige van de 'bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen en 10 waarmee de laidingbundels snel, zeker en met relatief weinig arbeidsinspanning te omsnoeren zijn.It is an object of the present invention to provide a device and method in which at least some of the abovementioned drawbacks are obviated and with which the load bundles can be strapped quickly, securely and with relatively little labor.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt daartoe een inrichting verschaft voor het wikkelen van een buigzame leiding omvattende; 15 - een aanvoereenheid voor het aanvoeren van de leiding; - wikkelmiddelen voor het over een voorafbepaalde lengte tot een leidingbundel wikkelen van de leiding; - omsnoeringsmiddelen voor het omsnoeren van de 20 gewikkelde leidingbundel teneinde de leidingbundel bijeen te houden; - een afvoereenheid voor het afvoeren van de omsnoerde leidingbundel; - een grijpeenheid voor het aangrijpen op de 25 buitenzijde van de opgewikkelde leidingbundel en het verplaatsen van de opgewikkelde leidingbundel naar de omsnoeringsmiddelen.According to a first aspect of the present invention, a device is provided for winding a flexible conduit comprising; - a supply unit for supplying the line; winding means for winding the line over a predetermined length into a line bundle; strapping means for strapping the wound cable bundle to hold the cable bundle together; - a discharge unit for discharging the strapped conduit bundle; - a gripping unit for engaging the outer side of the wound-up line bundle and moving the wound-up line bundle to the strapping means.
Volgens een voorkeursuitvoering omvatten de wikkelmiddelen een wikkelkern omvatten waarop de leiding te 30 wikkelen is en zijn de wikkelmiddelen en aangrijpeenheid ingericht voor het uit de gewikkelde leidingbundel verwijderen van de wikkelkern en het vervolgens verplaatsen daarvan naar de omsnoeringsmiddelen.According to a preferred embodiment the winding means comprise a winding core on which the conduit can be wound and the winding means and engaging unit are adapted to remove the winding core from the wound conduit bundle and subsequently move it to the strapping means.
1022281 31022281 3
Volgens een verdere uitvoeringsvorm zijn de omsnoeringsmiddelen ingericht voor het door het midden van de leidingsbundel heen leiden van ten minste een omsnoeringselement en het rondom de leidingbundel bevestigen 5 van het omsnoeringselement. Het omsnoeringselement wordt daarbij door de (lege) kern van de leidingbundel gevoerd en vervolgens rondom de leidingen gewikkeld en vastgemaaktAccording to a further embodiment, the strapping means are adapted to guide at least one strapping element through the center of the guide bundle and to fix the strapping element around the guide bundle. The strapping element is thereby passed through the (empty) core of the line bundle and then wound and secured around the lines
Teneinde de leidingen van de leidingbundel goed bij elkaar te houden, wordt bij voorkeur een aantal 10 omsnoeringselementen op verschillende posities over de leidingen aangebracht. In een bepaalde voorkeursuitvoering worden omsnoeringselementen op drie, met in hoofdzaak gelijke tussenafstanden over de omtrek van de leidingbundel verdeelde posities aangebracht. De gelijke tussenafstanden zorgen voor 15 een optimaal bijeenhouden van de leidingen.In order to keep the lines of the line bundle well together, a number of strapping elements are preferably arranged over the lines at different positions. In a particular preferred embodiment strapping elements are arranged at three positions distributed at substantially equal intervals over the circumference of the line bundle. The equal intervals ensure that the pipes are kept together optimally.
Een omsnoeringselement is bij voorkeur gevormd van polypropyieen. Uit dit materiaal bestaande delen laten zich eenvoudig aan elkaar bevestigen door de delen te smelten, tegen elkaar aan te brengen en te laten stollen. Bijzonder 20 goed toepasbaar zijn polypropyieen banden (breedte tussen 0,2. en l cm en dikte circa 0,5 mm) . Polypropyieen is stevig en laat zich bovendien eenvoudig bewerken. Een polypropyieen band kan bijvoorbeeld eenvoudig aan een andere polypropyieen band worden bevestigd door beide banden of een van de banden 25 geheel of gedeeltelijk te laten smelten en door de banden daarna tegen elkaar aan te drukken. Na afkoeling van de banden is dan een stevige koppeling tussen de banden tot stand gebracht.A strapping element is preferably formed from polypropylene. Parts made of this material can be easily attached to each other by melting the parts together, placing them against each other and allowing them to solidify. Polypropylene bands (width between 0.2 and 1 cm and thickness around 0.5 mm) are particularly well applicable. Polypropylene is sturdy and can also be easily processed. For example, a polypropylene belt can easily be attached to another polypropylene belt by melting both bands or one of the bands in whole or in part and then pressing the bands together. After cooling of the tires, a firm coupling between the tires is then established.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de 30 omsnoeringsmiddelen: - een eerste, in hoofdzaak U~vormig element en een tweede, in hoofdzaak U-vormig element; ,1022281 4 - verplaatsingsmiddelen voor het ten opzichte van elkaar verplaatsen van de boogelementen tussen een geopende stand waarin een leidingbundel tussen de benen van de elementen verplaatsbaar is en een gesloten stand waarin een 5 been van de boogelementen zich uitstrekt door de kern van de leidingbundel; - transportmiddelen voor het langs de elementen rondom de leidingbundel transporteren van een omsnoeringselement.In a further preferred embodiment the strapping means comprise: - a first, substantially U-shaped element and a second, substantially U-shaped element; Moving means for moving the arc elements relative to each other between an opened position in which a line bundle is movable between the legs of the elements and a closed position in which a leg of the arc elements extends through the core of the line bundle; transport means for transporting a strapping element along the elements around the line bundle.
10 Door het omsnoeringselement langs de door de twee U- vormige elementen gevormde boog te transporteren, kunnen de gewikkelde leidingen plaatselijk geheel door het omsnoeringselement omgeven worden. Met behulp van bevestigingsmiddelen worden het begindeel en een einddeel van 15 het de rondom een leidingbundel aangebrachte omsnoeringslement aan elkaar bevestigd. Op deze wijze kan de omsnoering snel en efficiënt tot stand worden gebracht.By transporting the strapping element along the arc formed by the two U-shaped elements, the wound lines can be wholly surrounded locally by the strapping element. With the aid of fastening means, the starting part and an end part of the strapping element arranged around a line bundle are attached to each other. In this way the strapping can be achieved quickly and efficiently.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de transportmiddelen ingericht voor het in een eerste richting 20 transporteren van het omsnoeringselement voor het rondom de leidingbundel aanbrengen daarvan en het in een tweede, tegenovergestelde richting transporteren van het omsnoeringselement voor het rondom de leidingbundel aantrekken van het om de leidingbundel aangebrachte 25 omsnoeringselement. Door het omsnoeringselement aan te trekken voordat het einddeel en begindeel van het omsnoeringselement aan elkaar worden bevestigd, worden de leidingen in de leidingbundel strak tegen elkaar getrokken, hetgeen leidt tot compacte afmetingen van de leidingbundel en 30 tot een verkleinde kans dat de leiding los raakt.In a further preferred embodiment, the transporting means are adapted to transport the strapping element in a first direction for arranging it around the conduit bundle and to transport the strapping element in a second, opposite direction for attracting around the conduit bundle arranged around the conduit bundle 25 strapping element. By tightening the strapping element before the end part and starting part of the strapping element are attached to each other, the lines in the line bundle are pulled tightly together, which leads to compact dimensions of the line bundle and to a reduced chance of the line becoming detached.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering omvat de inrichting: 1022281 5 - verwarmingsmiddelen voor het plaatselijk smelten van het genoemde begindeel en einddeel van een rondom een elementbundel aangebracht omsnoeringselement; - aandrukmiddelen waarmee het verwarmde begindeel en 5 einddeel van het omsnoeringselement tegen elkaar aan te drukken zijn. In een verdere voorkeursuitvoering omvat de inrichting: - tussen de betreffende omsnoeringselementdelen aan te brengen verwarmingsmiddelen voor het plaatselijk verwarmen 10 van de omsnoeringselementdelen; - aandrukmiddelen die zijn ingericht voor het bij aanwezigheid van verwarmingsmiddelen aan weerszijden tegen het verwarmingsorgaan drukken van de omsnoeringselementdelen en het bij verwijderde verwarmingsmiddelen tegen elkaar aan 15 drukken van de omsnoeringselementdelen.According to a further preferred embodiment, the device comprises: - heating means for locally melting said starting part and end part of a strapping element arranged around an element bundle; - pressing means with which the heated starting part and end part of the strapping element can be pressed against each other. In a further preferred embodiment the device comprises: - heating means to be arranged between the relevant strapping element parts for locally heating the strapping element parts; - pressing means which are adapted to press the strapping element parts against the heating element on both sides in the presence of heating means and to press the strapping element parts against each other when the heating means are removed.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de aanvoereenheid buffermiddelen voor het bufferen van de aanvoer van de leiding. Hierdoor kunnen wisselingen in de door de wikkelmiddelen veroorzaakte vraag naar meer of 20 minder leiding opgevangen worden en kan een juiste aanvoer van leiding geregeld worden.In another preferred embodiment, the supply unit comprises buffer means for buffering the supply of the conduit. As a result, changes in the demand for more or less pipe caused by the winding means can be absorbed and a correct supply of pipe can be regulated.
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het wikkelen van een buigzame leiding, de stappen omvattende van: 25 a) het aanvoeren van de leiding; b) het over een voorafbepaalde lengte tot een leidingbundel wikkelen van de leiding; bl) het aan de buitenzijde van de leidingbundel aangrijpen daarvan; 30 b2) verplaatsen van de gewikkelde leidingbundel; c) het omsnoeren van de gewikkelde leidingbundel teneinde de leidingbundel bijeen te houden en het tegelijkertijd aanvoeren van leiding en het over een 1022281 6 voorafbepaalde lengte tot een volgende leidingbundel wikkelen daarvan; en e) het afvoeren van de omsnoerde leidingbundel.According to another aspect of the present invention, a method is provided for winding a flexible conduit, comprising the steps of: a) supplying the conduit; b) winding the conduit over a predetermined length into a conduit bundle; bl) engaging it on the outside of the line bundle; B2) moving the wound line bundle; c) strapping the wound conduit bundle to hold the conduit bundle together and simultaneously supplying conduit and wrapping it over a predetermined length to a subsequent conduit bundle; and e) discharging the strapped conduit bundle.
Enige verdere voordelige werkwijzen zijn beschreven 5 in de bijgevoegde werkwijze conclusies. Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoering daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren.Some further advantageous methods are described in the appended method claims. Further advantages, features and details of the invention will become apparent from the following description of a preferred embodiment thereof. Reference is made in the description to the accompanying figures.
10 - figuur 1 toont een draadwinding voorzien van een drietal omsnoeringen; - fLiguur 2 toont een aanzicht in perspectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een draadwikkelmachine volgens de uitvinding; 15 - figuur 3 toont een meer gedetailleerd aanzicht in perspectief van de wikkelsectie en omsnoeringssector van de draadwikkelmachine uit figuur 2; - figuur 4 toont een verder uitgewerkt aanzicht op een perspectief van de regeleenheid van figuur 3; 20 - figuur 5 toont een aanzicht in perspectief van een detail van de regeleenheid; - figuren 6A tot en met 6C tonen, in dwarsdoorsneden over lijn A-A uit figuur 1, de verschillende stadia van het omsnoeringsproces.Figure 1 shows a wire winding provided with three straps; Figure 2 shows a perspective view of a first preferred embodiment of a wire-wrapping machine according to the invention; Figure 3 shows a more detailed perspective view of the winding section and strapping sector of the wire-wrapping machine of Figure 2; figure 4 shows a further detailed view of a perspective of the control unit of figure 3; Figure 5 shows a perspective view of a detail of the control unit; figures 6A to 6C show, in cross sections along line A-A from figure 1, the different stages of the strapping process.
25 De in figuur 2 en verder getoonde wikkelmachine volgens de uitvinding heeft ondermeer als doel het volautomatisch wikkelen van draadbundels en het voorzien van de aldus gewikkelde draadbundels van een of meer omsnoeringen. In figuur 1 is een dergelijke van een drietal 30 omsnoeringen voorziene draadbundel 1 weergegeven. In het getoonde voorbeeld zijn de draden vervaardigd van buigzaam materiaal, zoals bijvoorbeeld elektriciteitsdraden 2. Elektriciteitsdraden 2 bestaan uit een tweetal geleidende 1022281 7 kernen 3,3' en een daarom heen aangebrachte buigzame isolatie 4. Nadere draden of leidingen, al dan niet voorzien van één of meer kernen, zijn echter evenzeer toepasbaar. De draden of leidingen zijn gewikkeld en daarna omsnoerd met een drietal 5 omsnoeringsbanden 5,5',5'', vervaardigd van kunststof zoals polypropyleen. De polypropyleen banden 5,5',5''vastgelast. De banden 5,5',5'' vertonen derhalve een aantal verdikkingen 6,6’,6’' als gevolg van de respectievelijke lasverbindingen.The winding machine according to the invention shown in Fig. 2 and further has, inter alia, the object of fully automatic winding of wire bundles and providing the thus wound wire bundles with one or more straps. Figure 1 shows such a wire bundle 1 provided with three straps. In the example shown, the wires are made of flexible material, such as, for example, electrical wires 2. Electricity wires 2 consist of two conductive cores 3,322 and a flexible insulation 4 arranged around them. Further wires or pipes, whether or not provided with one or more cores, however, are equally applicable. The wires or conduits are wound and then strapped with three strapping bands 5,5 ', 5' 'made of plastic such as polypropylene. The polypropylene tapes 5.5 ', 5' 'welded. The belts 5,5 ', 5' 'therefore show a number of thickenings 6,6 ", 6"' due to the respective weld connections.
De bundels 1 hebben over het algemeen een diameter 10 van circa 90, 140 of 190 millimeter met een bijbehorende dikte die kan variëren tussen de 15 en 70 millimeter. De genoemde polypropyleen omsnoeringsbanden 5,5',5''zijn over het algemeen niet breder dan 5 millimeter met een dikte van circa 0,5 millimeter. De aldus omwikkelde draadbundel 1 wordt 15 vervaardigd door de in figuur 2 weergegeven draadwikkel-machine 6.The bundles 1 generally have a diameter 10 of approximately 90, 140 or 190 millimeters with an associated thickness that can vary between 15 and 70 millimeters. The said polypropylene strapping bands 5,5 ', 5' 'are generally no wider than 5 millimeters with a thickness of approximately 0.5 millimeters. The wire bundle 1 thus wrapped is manufactured by the wire wrapping machine 6 shown in Figure 2.
In figuur 2 is een voorkeursuitvoeringsvorm van een dergelijke draadwikkelmachine 6 weergegeven. De draadwikkelmachine bestaat uit een afwikkelsectie A, een 20 dansersectie B , een wikkelsectie C, een omsnoeringssectie D, en een afvoereenheid E. De invoer tot de afwikkelsectie A bestaat uit op een haspel gewikkelde leiding. De leiding afkomstig van de afwikkelsectie A gaat naar de dansersectie B. Vanuit de dansersectie B gaat de draad naar de 25 draadinvoereenheid 12 van de wikkelsectie C. Met behulp van de draadinvoereenheid wordt de leiding ingevoerd in de draadwikkeleenheid 13. De gewikkelde leiding wordt met behulp van een grijpelement naar de omsnoeringssectie D gebracht, welke sectie is opgebouwd uit een aantal 30 draadomsnoeringseenheden. Op het moment dat de draad binnen door de genoemde grijpeenheid in de omsnoeringssectie D geplaatst is, kan het omsnoeringsproces starten. De eenmaal omsnoerde bundeldraad wordt door een uitstoter van de 1022281 8 afvoersectie E uit de machine gestoten, waarna de verschillende fabricagestappen vanaf de draadinvoereenheid weer opnieuw worden uitgevoerd. De uitvoer van de afvoersectie E bestaat uit in cirkelverband gebrachte en van 5 omsnoeringen voorziene stukken leiding.Figure 2 shows a preferred embodiment of such a wire-wrapping machine 6. The wire winding machine consists of a unwinding section A, a dancer section B, a winding section C, a strapping section D, and a discharge unit E. The entry to the unwinding section A consists of a pipe wound on a reel. The line coming from the unwinding section A goes to the dancer section B. From the dancer section B the wire goes to the wire feed unit 12 of the winding section C. With the help of the wire feed unit the line is fed into the wire winding unit 13. The wound line is brought from a gripping element to the strapping section D, which section is made up of a number of wire strapping units. The moment the wire is placed inside the strapping section D through said gripping unit, the strapping process can start. The bundled wire once tied up is ejected from the machine by an ejector from the discharge section E, after which the various manufacturing steps are again carried out from the wire feed unit. The output of the discharge section E consists of circular pieces of pipe and provided with 5 straps.
De afwikkelsectie functioneert als volgt. Een volle haspel H, dat wil zeggen een geheel met een leiding 1 omwikkelde haspel, wordt door een bedieningspersoon in één van de afwikkeleenheden 7,7' geplaatst. De haspels kunnen 10 hierin vrij roteren. De rotatiebeweging van de haspels wordt gestuurd door een (niet-weergegeven) elektromotor. Het uiteinde van de leiding 1 wordt door een eerste, zich verticaal uitstrekkende roller 8,8 en een schuin geplaatste roller 9,9' geleid en door het bedieningspersoon naar de 15 dansersectie B getrokken.The settlement section functions as follows. A full reel H, i.e. a reel completely wrapped with a line 1, is placed by one operator in one of the unwinding units 7,7 '. The reels can freely rotate herein. The rotational movement of the reels is controlled by an electric motor (not shown). The end of the conduit 1 is guided by a first vertically extending roller 8,8 and an obliquely placed roller 9,9 'and pulled by the operator to the dancer section B.
De bedieningspersoon brengt de leiding 1 naar de dansersectie B en geleidt de leiding rondom een bovenrol 10 en een in een verticale richting vrij verplaatsbare, danserrol 11. De functie van de danserrol 11 is het op 20 spanning houden van de leiding 1 en het functioneren als een buffer voor het daarna volgende wikkelproces.The operator brings the pipe 1 to the dancer section B and guides the pipe around an upper roller 10 and a dancer roller 11 that is freely movable in a vertical direction. The function of the dancer roller 11 is to keep the pipe 1 tensioned and to function as a buffer for the subsequent wrapping process.
Het snoer wordt neergeslagen om de bovenste, vaste rol 10 en de onderste danserrol 11 gewikkeld en wordt vervolgens geleid naar de draadwikkelsectie C.The cord is wound down around the upper, fixed roller 10 and the lower dancer roller 11 and is then guided to the wire winding section C.
25 Uitgaande van een stilstaande haspel H (of H') zal naar mate de draadinvoersectie meer draad vraagt (trekt), de danserrol 11 naar boven bewegen. Een of meer sensoren (niet weergegeven) detecteren dat de danserrol 11 vanaf zijn onderste positie naar boven beweegt. De eerder genoemde 30 haspelaandrijving zal nu een bepaalde rotatiesnelheid moeten leveren om het verlies aan draad 1 weer te compenseren. Naar mate er meer draad opgevraagd wordt, zal de danserrol 11 sneller omhoog bewegen. Hierdoor zal als de danserrol 11 1022281 9 hoger komt, de betreffende haspel H,H' sneller moeten gaan draaien om het verlies aan draad aan te vullen. Omgekeerd geldt hetzelfde. Als er geen draad meer wordt afgenomen zou de nog draaiende haspel H,H' draad 1 blijven leveren waarop 5 de danserrol 11 verder in neerwaartse richting beweegt. Op een gegeven moment bereikt de danserrol 11 een door de genoemde sensoren gedetecteerde positie, waarbij aandrijving van de haspel H,H' niet meer gewenst is en de aandrijfmotor uitgeschakeld wordt.Starting from a stationary reel H (or H '), as the wire feed section requires (pulls) more wire, the dancer roller 11 will move upwards. One or more sensors (not shown) detect that the dancer roller 11 moves upwards from its lower position. The aforementioned reel drive will now have to provide a certain rotation speed to compensate for the loss of wire 1 again. As more thread is requested, the dancer roll 11 will move up faster. As a result, if the dancer roller 11 1022281 9 gets higher, the relevant reel H, H 'will have to spin faster to supplement the loss of wire. The same applies vice versa. If no more wire was taken off, the still rotating reel H, H 'would continue to supply wire 1 on which the dancer roller 11 moved further downwards. At a given moment, the dancer roller 11 reaches a position detected by said sensors, wherein drive of the reel H, H 'is no longer desired and the drive motor is switched off.
10 De functie van de wikkelsectie C is ondermeer het wikkelen van een specifieke leiding 1 met een gegeven draadlengte, draadbreedte en schaalafstand. De draadwikkelsectie omvat een draadinbrengeenheid 12 en een draadwikkeleenheid 13. Een functie van de draadinbrengeenheid 15 12 is het invoeren van de draad 1 op een wikkeldoorn bij het wikkelen van elke nieuwe bundeldraad. De changeerinrichting van de draadinbrengeenheid moet zorgen dat de draad bij elke omwenteling van de wikkeleenheid een draaddiameter dikte naar onder of boven verplaatst. Dit om een zo gelijkmatig 20 mogelijke bundel draad te verkrijgen. Hier vindt ook de lengtemeting van de draad plaats. De lengtemeting is tweeledig. Ten eerste wordt de te wikkelen draadlengte hiermee bepaald. Ten tweede kan men nagaan hoeveel lengte er reeds van de haspel is genomen en hoeveel lengte nog op de 25 haspel aanwezig is. Verder wordt met de lengtemeting ook de snelheid van de draad bepaald.The function of the winding section C is inter alia to wind a specific line 1 with a given wire length, wire width and scale distance. The wire-winding section comprises a wire-inserting unit 12 and a wire-winding unit 13. A function of the wire-inserting unit 12 is to feed the wire 1 onto a winding mandrel when winding each new bundle wire. The wire feed unit change device must ensure that the wire moves a wire diameter thickness down or up with each revolution of the winding unit. This is to obtain a bundle of wire that is as even as possible. The length measurement of the wire also takes place here. The length measurement is two-fold. Firstly, the wire length to be wound is determined with this. Secondly, it can be checked how much length has already been taken from the reel and how much length is still present on the reel. Furthermore, the speed of the wire is also determined with the length measurement.
De functie van de draadwikkeleenheid 13 is om draad van de draadinvoereenheid 12 invoer over te nemen, het draad op de gewenste lengte te wikkelen en de gewikkelde bundel 30 vrij te geven aan de grijpeenheid. De draadwikkeleenheid bestaat uit twee wikkelschijven, een wikkeldoorn, een klemeenheid en twee geleideplaten 21,22 (figuur 3). De wikkelschijven geleiden het draad vanaf de draadinvoereenheid 10222δ1 ' 10 12 tot op de wikkeldoorn. De klemeenheid klemt het ingevoerde draad tegen de bovenste wikkelschijf, de wikkeldoorn dient om de bundel draad te wikkelen en de geleideplaten 21,22 dienen om de draadbundel naar de omsnoeringssectie D te kunnen 5 bewegen.The function of the wire-winding unit 13 is to take over wire from the wire-feed unit 12 input, to wind the wire to the desired length and to release the wound bundle 30 to the gripping unit. The wire winding unit consists of two winding disks, a winding mandrel, a clamping unit, and two guide plates 21, 22 (Figure 3). The winding disks guide the wire from the wire feed unit 10222δ1 '10 12 to the winding mandrel. The clamping unit clamps the introduced wire against the upper winding disk, the winding mandrel serves to wind the bundle of wire and the guide plates 21,22 serve to be able to move the wire bundle to the strapping section D.
De draad wordt aangevoerd vanuit de draadinbrengeenheid 12 onder de bovenste wikkelschijf tot naast de wikkeldoorn. Een klemeenheid klemt de draad vast tegen de bovenste wikkelschijf. Op een gegeven moment begint 10 de wikkeldoorn te draaien met een zodanige snelheid dat de draadsnelheid nagenoeg constant blijft (instelbaar tussen de 0 en 8 m/sec) van circa 5 meter per seconde. Als de gewenste wikkellengte bereikt is, wordt de draad afgeknipt. Een grijpeenheid 20 pakt voor het knippen de draadbundel vast 15 zodat deze niet los kan schieten tijdens het knippen. Na het knippen wordt de wikkeldoorn over een bepaalde hoek (tussen de 0 en 720 graden) doorgedraaid totdat het uiteinde van de draad zich dichter bij de grijpeenheid 20 bevindt. De doorn wordt dan uit de bundel draad getrokken, de geleideplaten 20 worden enigszins verplaatst, waarna draadbundel uit de wikkelsectie C verwijderd kan worden. Als de bundel eruit is draait de wikkeldoorn naar een beginpositie, de klemeenheid opent zich weer om een nieuwe draad te ontvangen en de cyclus kan weer van voren af aan beginnen.The wire is supplied from the wire introducing unit 12 below the upper winding disk to adjacent the winding mandrel. A clamping unit clamps the wire against the upper winding disk. At a given moment the winding mandrel starts to rotate at such a speed that the wire speed remains virtually constant (adjustable between 0 and 8 m / sec) of approximately 5 meters per second. When the desired winding length has been reached, the wire is cut. A gripping unit 20 grabs the wire bundle 15 before cutting so that it cannot come loose during cutting. After cutting, the winding mandrel is turned through a certain angle (between 0 and 720 degrees) until the end of the wire is closer to the gripping unit 20. The mandrel is then pulled out of the bundle of wire, the guide plates 20 are moved slightly, whereafter wire bundle can be removed from the winding section C. When the bundle is out, the winding mandrel turns to a starting position, the clamping unit opens again to receive a new wire and the cycle can start all over again.
25 Het transport van de wikkelsectie naar de omsnoeringssectie vindt plaats door gebruik te maken van de eerder genoemde grijpeenheid 20, onderste geleidingsplaat 21, en een bovenste geleidingsplaat 22. Het transport van de omsnoeringssectie D naar de afvoersectie E vindt plaats door 30 gebruik te maken van een uitstoter 23 en een aftransporteenheid 24.The transport from the winding section to the strapping section takes place by using the aforementioned gripping unit 20, lower guide plate 21, and an upper guide plate 22. The conveyance from the strapping section D to the discharge section E takes place by using 30 an ejector 23 and a transport unit 24.
De functie van de grijpeenheid 20 is om de draad van de draadwikkelsectie C naar de omsnoeringssectie D te 1022281 11 brengen. Als de draad in de wikkelsectie C bijna op de gewenste lengte is, komt de grijpeenheid 20 naar voren en klemt voor het knippen van de draad de bundel vast. De grijpeenheid 20 omvat een tweetal armen 29,29' (figuur 4), 5 die voorzien zijn van grijpblokken 28,28. De binnenzijde van de grijpblokken 28,28' hebben een vorm die overeenstemt met die van de draden van de draadbundel teneinde de houvast van de grijpblokken op de draadbundel te vergroten.The function of the gripping unit 20 is to bring the wire from the wire-winding section C to the strapping section D 1022281 11. When the wire in the winding section C is almost at the desired length, the gripping unit 20 comes forward and clamps the bundle for cutting the wire. The gripping unit 20 comprises two arms 29, 29 '(Figure 4), which are provided with gripping blocks 28, 28. The inside of the gripping blocks 28,28 'have a shape corresponding to that of the wires of the wire bundle in order to increase the hold of the gripping blocks on the wire bundle.
Transport van de draadbundel 1 vindt plaats langs de 10 eerder genoemde geleidingsplaten 21, 22. De functie van geleidingsplaten 21,22 is om de bundeldraad 1 tijdens het transport opgesloten te houden. Om een ongehinderd transport mogelijk te maken worden de geleidingsplaten, nadat de draad gewikkeld en afgeknipt is, enigszins gelost. In het in figuur 15 4 weergegeven voorbeeld wordt om bij het transport een vrije doorgang aan de draadbundel 1 te verlenen de bovenste geleideplaat 22 circa 3 millimeter gelost. Dit is in figuur 4 is aangegeven met pijl . Zodoende kan de grijpeenheid 20 de draadbundel 1 naar de omsnoeringssectie D verplaatsen (pijl 20 P2) .Transport of the wire bundle 1 takes place along the aforementioned guide plates 21, 22. The function of guide plates 21, 22 is to keep the bundle wire 1 locked during transport. To enable unimpeded transport, the guide plates are slightly released after the wire has been wound and cut. In the example shown in Fig. 4, in order to provide a free passage for the wire bundle 1 during transport, the upper guide plate 22 is released about 3 millimeters. This is indicated by arrow in Figure 4. Thus, the gripping unit 20 can move the wire bundle 1 to the strapping section D (arrow 20 P2).
Bij de omsnoeringssectie D aangekomen blijft grijpeenheid 20 de bundeldraad 1 vastklemraen tot de hierna uit een te zetten omsnoeringsactie gereed is. Na voltooiing van de omsnoeringsactie wordt de grijpeenheid 20 teruggevoerd 25 naar de wikkelsectie C en blijft daar wachten tot de volgende bundel gereed is alvorens een nieuwe transportcyclus gestart kan worden.Arrived at the strapping section D, gripping unit 20 continues to clamp the bundle wire 1 until the strapping action to be subsequently set out is ready. After completion of the strapping action, the gripping unit 20 is returned to the wrapping section C and continues to wait there until the next bundle is ready before a new transport cycle can be started.
Een omsnoeringseenheid 27 van de omsnoeringssectie D is in meer detail weergegeven in figuren 4 en 5. De 30 omsnoeringseenheid dient ervoor te zorgen dat elke draadbundel op een drietal posities tegelijk omwikkeld wordt met een polypropyleen band, dat de polypropyleen banden gelost worden en dat de banden daarna worden afgeknipt.A strapping unit 27 of the strapping section D is shown in more detail in figures 4 and 5. The strapping unit must ensure that each wire bundle is wrapped at three positions simultaneously with a polypropylene strap, that the polypropylene straps are unloaded and that the straps then be cut off.
1022281 121022281 12
In figuur 4 is weergegeven hoe draadbundel 1 in de grijpeenheid 20 is vastgeklampt en wordt in een geleidingsboog 30 wordt geschoven. De geleidingsboog 30 omvat een bovenste deel 31 en een onderste deel 32, waarbij het 5 onderste deel ten opzichte van het bovenstaande deel verticaal verplaatsbaar is (pijl P3) . Nadat de open ruimte (van de draadbundelkern) tussen het bovenste U-vormige deel 31 en het onderste U-vormige deel 32 van de geleidingsboog 30 is aangebracht, wordt het onderste deel 32 naar boven 10 verplaatst totdat de twee naar boven uitstekende benen 34 van de onderste boog 32 grijpen in de twee naar onderen stekende benen 33 van de bovenste boog 31. In deze toestand strekken de draden van de draadbundel 1 zich uit rondom één van beide benen van de geleidingsboog 30.Figure 4 shows how wire bundle 1 is clamped in the gripping unit 20 and is slid into a guide arch 30. The guide arch 30 comprises an upper part 31 and a lower part 32, the lower part being vertically displaceable relative to the above part (arrow P3). After the open space (of the wire bundle core) is provided between the upper U-shaped part 31 and the lower U-shaped part 32 of the guide arc 30, the lower part 32 is moved upwards until the two upwardly projecting legs 34 of the lower arc 32 engages the two downwardly projecting legs 33 of the upper arc 31. In this condition, the wires of the wire bundle 1 extend around one of the two legs of the guide arc 30.
15 De geleidingsboog 30 heeft als functie het geleiden van een polypropyleen band 35 onder de draadbundel en door de kern daarvan heen. In figuur 5 en figuren 6A-6C is de werking van de omsnoeringseenheid in verder detail weergegeven. De polypropyleen band 35 wordt met behulp van een niet 20 weergegeven transportmechanisme van onderaf de boog 30 in gevoerd (pijl P4) - De polypropyleen band 35 wordt verder geduwd (pijl Ps) door de boog en komt op een gegeven moment aan de onderzijde van het onderste deel 32 van de boog 30 terecht (pijl P6) . De polypropyleen band 35 wordt tot 25 stilstand gebracht wanneer het einddeel 42 daarvan voorbij deel 41 gepositioneerd is tussen een afdrukplaat 41, een in de richting van pijl P8 geschoven verwarmingselement 38 (gearceerd weergegeven), en een klemonderdeel 37. Het klemonderdeel 37 kan opwaarts worden geplaatst (P9) om het 30 uiteinde van de polypropyleen band 35 vast te klemmen.The guide arc 30 has the function of guiding a polypropylene band 35 under the wire bundle and through the core thereof. Figures 5A and 6A-6C show the operation of the strapping unit in further detail. The polypropylene tape 35 is fed into the arc 30 from below by means of a transport mechanism (not shown) (arrow P4). The polypropylene tape 35 is pushed further (arrow Ps) through the arc and comes to the underside of the lower part 32 of the arc 30 (arrow P6). The polypropylene tape 35 is brought to a standstill when its end portion 42 is positioned beyond portion 41 between a printing plate 41, a heating element 38 slid in the direction of arrow P8 (shown in hatched), and a clamping member 37. The clamping member 37 can be raised placed (P9) to clamp the end of the polypropylene strap 35.
Wanneer de polypropyleen band derhalve in de eindpositie is aangekomen wordt het uiteinde door het klemonderdeel 37 gegrepen en gefixeerd, waarna het niet- 1022281 13 weergegeven transportmechanisme van de polypropyleen band zijn draairichting omkeert. Als gevolg hiervan wordt een trekbeweging (pijl P7) op de polypropyleen band 35 uitgeoefend. Deze trekbeweging wordt met een constante kracht 5 uitgevoerd om een vooraf bepaalde spanning in polypropyleen band tot stand te brengen. Zodra de band in voldoende mate is teruggetrokken worden van onderaf aandruknokken 39 en 44 naar boven verplaatst (pijl P10) , zoals in figuur 6A is weergegeven. Het banddeel tussen de beide nokken 37 en 44 is 10 hiermee spanningsloos geworden.Therefore, when the polypropylene belt has arrived in the end position, the end is gripped and fixed by the clamping member 37, whereafter the transport mechanism of the polypropylene belt (not shown) reverses its direction of rotation. As a result, a pulling movement (arrow P7) is exerted on the polypropylene tape 35. This tensile movement is performed with a constant force 5 to create a predetermined tension in polypropylene tape. As soon as the belt has been retracted to a sufficient extent, pressure cams 39 and 44 are moved upwards from below (arrow P10), as shown in Figure 6A. The band part between the two cams 37 and 44 has thus become stress-free.
Door het verwarmingselement 38 laat men vervolgens een stroom van tussen de 40 en 60 Ampère (afhankelijk van de afmetingen en eigenschappen van de band) lopen teneinde een voldoende grote warmteontwikkeling te verkrijgen. Bij een 15 stroom van 50 Ampère wordt na circa 0,6 seconden, als de polypropyleen band 35 half doorgesmolten is, het verwarmingselement 38 teruggetrokken (in de richting tegenovergesteld aan richting van pijl P8) , zoals is weergegeven in figuur 6B. De ruimte tussen de tegenover 20 elkaar liggende delen van de band 35 bevat in deze toestand gesmolten materiaal (gesmolten polypropyleen) (in figuur 6B met stippellijnen aangegeven). Hierna wordt de aandruknok 39 verder in opwaartse inrichting (pijl Pu) verplaatst. De twee deels gesmolten lagen polypropyleen band worden hierbij in 25 elkaar gedrukt, waardoor een stevige lasverbinding ontstaat.A current of between 40 and 60 Amps (depending on the dimensions and properties of the belt) is then passed through the heating element 38 in order to obtain a sufficiently large heat development. At a current of 50 Amps, after approximately 0.6 seconds, when the polypropylene tape 35 is half-melted, the heating element 38 is withdrawn (in the direction opposite to the direction of arrow P8), as is shown in Figure 6B. The space between the opposite parts of the belt 35 contains molten material (molten polypropylene) in this state (indicated in dotted lines in Figure 6B). After this, the pressure cam 39 is further displaced in the upward device (arrow Pu). The two partially melted layers of polypropylene tape are hereby pressed into each other, as a result of which a strong weld connection is created.
Nadat een voldoend stevige lasverbinding tot stand is gebracht, wordt een mes 4 0 naar boven geplaatst (pijl P12) dat de polypropyleen band 35 afknipt. De afdrukplaat 41 wordt tussen de polypropyleen band en de draadbundel uit getrokken, 30 waardoor de draadbundel vrij komt te liggen. De draadbundel is nu omsnoerd en gelast en ligt geklemd tussen de twee geleidingsplaten 21 en 22. Hierna wijken de geleidingsplaat 1022281 14 21 en 22 enigszins en wordt de omsnoerde draadbundel 1 verwijderd.After a sufficiently strong weld connection has been established, a knife 40 is placed upwards (arrow P12) which cuts the polypropylene tape 35. The printing plate 41 is pulled out between the polypropylene belt and the wire bundle, whereby the wire bundle becomes free. The wire bundle is now strapped and welded and lies clamped between the two guide plates 21 and 22. After this, the guide plate 1022281 14 21 and 22 slightly deviate and the strapped wire bundle 1 is removed.
In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de draadbundel 1 omsnoerd met één poiypropyleen band. In een 5 verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de draadbundel 1 echter op meer posities en bij voorkeur op drie posities omsnoerd, zoals is weergegeven in figuur 1. In een bepaalde uitvoering wordt de hierboven constructie van de omsnoeringseenheid 27 dan meervoudig respectievelijk drievoudig uitgevoerd. In 10 andere uitvoeringsvormen wordt slechts een omsnoeringseenheid gebruikt om de drie omsnoeringen uit te voeren, waarbij de draadbundel na de eerste en tweede omsnoering telkens over een hoek van circa 120 graden gedraaid wordt.In the embodiment shown, the wire bundle 1 is strapped with one polypropylene tape. In a further preferred embodiment, however, the wire bundle 1 is strapped in more positions and preferably in three positions, as is shown in figure 1. In a particular embodiment, the above construction of the strapping unit 27 is then carried out multiple or triple. In other embodiments, only one strapping unit is used to carry out the three straps, the wire bundle being rotated through an angle of approximately 120 degrees after the first and second straps.
Het verwijderen van de draadbundel uit de 15 omsnoeringssectie D geschiedt door middel van een uitstoter 23. De functie van de uitstoter 23 is op een eenmaal omsnoerde bundeldraad bij de omsnoeringssectie weg te halen en op de afvoereenheid 24 te stoten, zoals is weergegeven in figuur 2. De afvoereenheid 24 omvat één of meer rollenbanen, 20 waarlangs de vervaardigde producten onder invloed van de zwaartekracht kunnen worden afgevoerd.The removal of the wire bundle from the strapping section D is effected by means of an ejector 23. The function of the ejector 23 is to remove a once-bundled bundle wire at the strapping section and to strike the discharge unit 24, as shown in Figure 2. The discharge unit 24 comprises one or more roller tracks, along which the manufactured products can be discharged under the influence of gravity.
In een verdere, niet-weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm worden de wikkelsectie C en omsnoeringssectie D gecombineerd. De voor het wikkelen 25 toegepaste wikkelkern of wikkeldoorn wordt hierbij tevens gebruikt in het omsnoeringsproces. De wikkeldoorn of -kern is dan in een bepaalde uitvoering voorzien van groeven in het omtreksoppervlak. Na draad gewikkeld te hebben, wordt de wikkeldoorn/-kern tot stilstand gebracht en wordt de 30 poiypropyleen band door de betreffende groef geleid, op soortgelijke wijze als in de eerder beschreven uitvoering de polypropyleenband door de geleidingsboog 30 wordt geleid. De groef vormt hierbij als het ware een deel van de ' ü22281 15 geleidingsboog 30. Deze uitvoering van de draadwikkelmachine is niet alleen compacter, maar tevens eenvoudiger hetgeen een positieve invloed kan hebben op de betrouwbaarheid en levensduur daarvan.In a further, non-shown preferred embodiment, the winding section C and strapping section D are combined. The winding core or winding mandrel used for winding is hereby also used in the strapping process. In a specific embodiment, the winding mandrel or core is then provided with grooves in the peripheral surface. After having wound wire, the winding mandrel / core is brought to a standstill and the polypropylene tape is guided through the respective groove, in a manner similar to that in the previously described embodiment the polypropylene tape is guided through the guide arc 30. The groove forms, as it were, a part of the guide arc 30. This embodiment of the wire-wrapping machine is not only more compact, but also simpler, which can have a positive influence on its reliability and service life.
5 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de beschreven voorkeursuitvoeringsvormen. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.The present invention is not limited to the described preferred embodiments. The rights sought are defined by the following claims, within the scope of which many modifications can be envisaged.
10222811022281
Claims (39)
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1022281A NL1022281C2 (en) | 2002-12-30 | 2002-12-30 | Device and method for winding a flexible pipe. |
PCT/NL2003/000950 WO2004058571A1 (en) | 2002-12-30 | 2003-12-30 | Device and method for winding a flexible cable |
AU2003295283A AU2003295283A1 (en) | 2002-12-30 | 2003-12-30 | Device and method for winding a flexible cable |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1022281 | 2002-12-30 | ||
NL1022281A NL1022281C2 (en) | 2002-12-30 | 2002-12-30 | Device and method for winding a flexible pipe. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1022281A1 NL1022281A1 (en) | 2004-07-13 |
NL1022281C2 true NL1022281C2 (en) | 2004-07-26 |
Family
ID=32678037
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1022281A NL1022281C2 (en) | 2002-12-30 | 2002-12-30 | Device and method for winding a flexible pipe. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU2003295283A1 (en) |
NL (1) | NL1022281C2 (en) |
WO (1) | WO2004058571A1 (en) |
Families Citing this family (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
KR101015512B1 (en) * | 2010-05-31 | 2011-02-16 | 주식회사 한양이앤씨 | Packaging apparatus of ring type object |
EP2426055B1 (en) * | 2010-09-03 | 2013-06-12 | KB Anlagentechnik GmbH | Binding device and method for slit coils |
CN106275560B (en) * | 2015-06-26 | 2018-11-09 | 广东联塑机器制造有限公司 | A kind of automatic packaging container for automatic coiling machine |
CN106275562B (en) * | 2015-06-26 | 2019-03-08 | 广东联塑机器制造有限公司 | A kind of tubing automatic winding bale packing assembly line |
CN106314848B (en) * | 2015-06-26 | 2018-11-09 | 广东联塑机器制造有限公司 | A kind of conduction band Work-feeding means for automatic coiling machine tubing bale packing |
CN106218993A (en) * | 2016-08-26 | 2016-12-14 | 赣州金信诺电缆技术有限公司 | A kind of cable cuts out binding apparatus automatically |
CN107600505A (en) * | 2017-09-20 | 2018-01-19 | 无锡恒泰电缆机械制造有限公司 | The full-automatic belt banding machine tied up is worn in electric coil |
CN107978447B (en) * | 2017-12-27 | 2023-06-27 | 国网上海市电力公司 | Transformer coil winding machine with automatic discharging function |
CN109455573A (en) * | 2018-11-21 | 2019-03-12 | 张家港市港塑机械有限公司 | On-line Full high speed winds baling press |
CN113734503A (en) * | 2021-09-09 | 2021-12-03 | 江苏博之旺自动化设备有限公司 | Cable bundling device and method |
CN114769469A (en) * | 2022-04-29 | 2022-07-22 | 湖南高华新材料科技有限公司 | Shearing and wrapping equipment for slender steel bars |
CN115231036B (en) * | 2022-08-18 | 2024-01-19 | 湖州学院 | Automatic assembly equipment of cable harness based on electrical processing |
CN116040066B (en) * | 2023-04-03 | 2023-08-04 | 常州市武进区南夏墅宏昊机械设备有限公司 | Photovoltaic cable winding nylon ribbon machine |
CN117302698B (en) * | 2023-11-30 | 2024-02-02 | 海阳三贤电子科技有限公司 | Automobile wire harness winding equipment |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1477096A (en) * | 1966-04-22 | 1967-04-14 | Krupp Ag Huettenwerke | Device for bundling the metallic threads of bundles of threads using a tying thread |
US3995409A (en) * | 1975-05-02 | 1976-12-07 | Fmc Corporation | Strapping apparatus |
CH618141A5 (en) * | 1976-12-21 | 1980-07-15 | Usinage Tubes Pour Electr | Method and automatic device for coiling a hose |
EP0099606A2 (en) * | 1982-07-21 | 1984-02-01 | IN.SET. Industriale Settala S.p.A. | Improved automatic machine for packaging cable or hose into coils |
US4660358A (en) * | 1984-10-18 | 1987-04-28 | Hans Deissenberger | Tying method for tying winding material and tying apparatus for performing the same |
EP0230398A1 (en) * | 1986-01-15 | 1987-07-29 | Maillefer S.A. | Apparatus for tying a wire coil on a coiling mechanism |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3543692A1 (en) * | 1985-12-11 | 1987-06-19 | Breyell Metall | METHOD AND DEVICE FOR TAPING RINGS |
-
2002
- 2002-12-30 NL NL1022281A patent/NL1022281C2/en not_active IP Right Cessation
-
2003
- 2003-12-30 AU AU2003295283A patent/AU2003295283A1/en not_active Abandoned
- 2003-12-30 WO PCT/NL2003/000950 patent/WO2004058571A1/en not_active Application Discontinuation
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1477096A (en) * | 1966-04-22 | 1967-04-14 | Krupp Ag Huettenwerke | Device for bundling the metallic threads of bundles of threads using a tying thread |
US3995409A (en) * | 1975-05-02 | 1976-12-07 | Fmc Corporation | Strapping apparatus |
CH618141A5 (en) * | 1976-12-21 | 1980-07-15 | Usinage Tubes Pour Electr | Method and automatic device for coiling a hose |
EP0099606A2 (en) * | 1982-07-21 | 1984-02-01 | IN.SET. Industriale Settala S.p.A. | Improved automatic machine for packaging cable or hose into coils |
US4660358A (en) * | 1984-10-18 | 1987-04-28 | Hans Deissenberger | Tying method for tying winding material and tying apparatus for performing the same |
EP0230398A1 (en) * | 1986-01-15 | 1987-07-29 | Maillefer S.A. | Apparatus for tying a wire coil on a coiling mechanism |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2004058571A1 (en) | 2004-07-15 |
NL1022281A1 (en) | 2004-07-13 |
AU2003295283A1 (en) | 2004-07-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1022281C2 (en) | Device and method for winding a flexible pipe. | |
CN101622184B (en) | Devices and methods for the production of fiber strands | |
RU2440282C2 (en) | Device and method for banding articles by flat tape | |
KR101865640B1 (en) | Apparatus and method for winding supports for coils and single poles of cores for dynamoelectric machines | |
MX2007009704A (en) | Method and device for forming a top film sheet from a film web. | |
EP2205369B1 (en) | Device for inspecting a metal strip | |
KR20090098976A (en) | Shuttle change system and method for changing a shuttle | |
TW200944431A (en) | Strap exchanger for a strapping system | |
NL8800787A (en) | AUTOMATIC PACKAGE FASTENER. | |
CN106006176A (en) | Automatic tailoring equipment of optical cables | |
EP1893492B1 (en) | Method of winding cables | |
CN214455674U (en) | Optical fiber line conveying system | |
KR102555879B1 (en) | Optical fiber manufacturing machines and methods for positioning optical fibers in the above types of machines | |
FI80003C (en) | FOERFARANDE OCH ANORDNING FOER ATT MATA FJAELLARTAT NEDFALLANDE TRYCKPRODUKTER TILL EN MELLANSTATION. | |
JP2001146206A (en) | Method and apparatus for banding bundle of sheets | |
US5692690A (en) | Cable snagger for winding a continuously produced cable onto a take-up spool | |
EP1181229B1 (en) | Methods and appratus to roll up a cable, wire, rope or the like in a ring | |
JP3086030B2 (en) | Packaging equipment with film | |
JP4064472B2 (en) | Improvement of ultrasonic bundling tools | |
WO1995012525A1 (en) | Coil tying apparatus and method | |
JP2799923B2 (en) | Automatic terminal processing device | |
FR2580255A1 (en) | Method and device for depositing a covering sheet on the top of a packaged object displaced longitudinally | |
JPS604050B2 (en) | Automatic winding and binding device | |
JP2799924B2 (en) | Label attachment method | |
SU393161A1 (en) | DEVICE FOR O'BVYAZKY ROLL ON THE DRUM |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1B | A search report has been drawn up | ||
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20080701 |