NL1021809C2 - Geluiddempende ondervloer voor alle vloerbedekkingen, met inbegrip van keramische vloerelementen. - Google Patents

Geluiddempende ondervloer voor alle vloerbedekkingen, met inbegrip van keramische vloerelementen. Download PDF

Info

Publication number
NL1021809C2
NL1021809C2 NL1021809A NL1021809A NL1021809C2 NL 1021809 C2 NL1021809 C2 NL 1021809C2 NL 1021809 A NL1021809 A NL 1021809A NL 1021809 A NL1021809 A NL 1021809A NL 1021809 C2 NL1021809 C2 NL 1021809C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
subfloor
component
plate
mortar
cement
Prior art date
Application number
NL1021809A
Other languages
English (en)
Inventor
Henricus Wilhelmus Fre Bosgoed
Gerrit Van Den Brand
Original Assignee
Unifloor B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unifloor B V filed Critical Unifloor B V
Priority to NL1021809A priority Critical patent/NL1021809C2/nl
Priority to AT03078684T priority patent/ATE393275T1/de
Priority to DE60320506T priority patent/DE60320506T2/de
Priority to EP03078684A priority patent/EP1416105B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1021809C2 publication Critical patent/NL1021809C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/18Separately-laid insulating layers; Other additional insulating measures; Floating floors
    • E04F15/20Separately-laid insulating layers; Other additional insulating measures; Floating floors for sound insulation

Description

-1-
Geluiddempende ondervloer voor alle vloerbedekkingen, met inbegrip van keramische vloerelementen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een onder-5 vloer of dekvloer voor een vloerbedekking of vloerbedek-kingselementen bestaande uit een samenstel dat tenminste een onderste plaat en een bovenste plaat omvat, waarbij de platen al dan niet met elkaar verlijmd zijn of worden.
10 Dergelijke samengestelde ondervloeren zijn op zich bekend en dienen enerzijds voor egalisering van de ondergrond waar deze op aangebracht worden en anderzijds voor het verkrijgen van een voldoende grote geluidsisolatie, waarbij het in hoofdzaak gaat om het dempen van kontaktge-15 luid. Wanneer deze ondervloeren in combinatie met reguliere vloerbedekking en zelfs ook met parket gebruikt worden, kunnen afdoende resultaten verkregen worden om binnen de oude normen ten aanzien van kontaktgeluid in de woningbouw te kunnen blijven.
20
Echter is het met deze bekende ondervloeren geenszins mogelijk om aan de nieuwe in het Bouwbesluit gestelde ge-luidsnormen dan wel aan de in de praktijk als gewenst ervaren norm te kunnen voldoen. In de praktijk komt het er 25 op neer dat een kontaktgeluidreductie van 10 dB, gemeten volgens de huidige norm, bereikt moet zien te worden.
Het doel van de uitvinding is dan ook om in een ondervloer te voorzien waarmee de gestelde kontaktgeluidreduc-30 tie verwezenlijkt kan worden. Een verder doel is in een ondervloer te voorzien die voor alle vloerbedekkingen geschikt is en ook in combinatie daarmee de gewenste kontaktgeluidreductie weet te verwezenlijken. De bedoelde vloerbedekkingen zijn met inbegrip van moeilijk aan te 35 brengen vloerbedekkingen zoals keramische vloerelementen 1 fl? i s ηΩ I ~2~ H of vloerelementen van natuursteen.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de onderhavige uit- vinding in voorzien dat het samenstel zodanig uitgevoerd I 5 is dat een reductie van kontaktgeluid gerealiseerd wordt I van tenminste 10dB, volgens NEN-ISO 140-8/717-2 (AL|j„) en het samenstel daarbij geschikt is voor het daarop aan- I brengen van alle typen vloerbedekkingen met inbegrip van I keramische vloerbedekkingselementen of vloerbedekkings- I 10 elementen van natuursteen.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm is er daartoe in voor- I zien dat de bovenste plaat vervaardigd is uit een schuim- materiaal waarop aan tenminste één zijde een verster- 15 kingslaag van glasvlies is aangebracht.
Met deze maatregelen, waarbij het schuimmateriaal bij- voorbeeld een geëxtrudeerd schuimmateriaal is, zoals bij- voorbeeld hard polystyreen, wordt een bovenplaat verkre- 20 gen die vanaf een bepaalde dikte voldoende geluiddempende eigenschappen heeft om in combinatie met een ondervloer- H plaat aan de gestelde norm te kunnen voldoen. Bovendien is deze bovenplaat voldoende stijf om een vlakke draagbo- dem voor alle vloerbedekkingen te kunnen vormen en die H 25 tegelijkertijd ook voldoende sterk is om de zwaarste be- dekkingen en dan met name keramische of natuurstenen vloerelementen te kunnen dragen. In combinatie met een egaliserende onderste plaat kan een volkomen vlakke vloer met keramische of natuurstenen vloerelementen of vloer- 30 elementen van natuursteen verwezenlijkt worden.
De versterkingslaag van glasvlies zorgt verder voor een goed aanhechtingsvlak voor het op de bovenste plaat kun- nen aanbrengen van elk gewenst type vloerbedekking met H 35 inbegrip van keramische of natuurstenen vloerelementen.
-3-
Teneinde deze eigenschappen verder te verbeteren en te voorkomen dat het glasvlies mogelijk aangetast zou kunnen worden door de meer agressief inwerkende hechtingsmidde-5 len wordt er volgens een nadere uitwerking in voorzien dat het glasvlies aan de bovenzijde van de plaat voorzien is van een laag cementgebonden egaline.
Verder is het van belang dat de bovenste platen langs 10 aanliggende randen goed met elkaar verbonden kunnen worden. Volgens de uitvinding wordt daartoe voorzien in een weefselband die in de langsrichting over de kontaktlijnen of voegen tussen aanliggende bovenste platen aangebracht wordt. Bij voorkeur is dat een zelfklevende glasvliesband 15 die in één arbeidsgang aangebracht kan worden.
De onderste plaat is bij voorkeur uit een ander materiaal samengesteld dan de bovenste plaat waarbij de overgang tussen de verschillende materialen bijdraagt aan het on-20 derdrukken van het kontaktgeluid. Bij voorkeur wordt er in voorzien dat de onderste plaat in hoofdzaak bestaat uit een houtvezelplaat en meer bij voorkeur uit een veerkrachtige houtvezelplaat.
25 Volgens een tweede uitvoeringsvorm wordt er in voorzien dat de bovenste plaat bestaat uit een cementgebonden vezelplaat. Een dergelijke bovenplaat heeft het voordeel dat een constructief bijzonder stijve ondervloer verkregen wordt met een groot draagvermogen. Een dergelijke on-30 dervloer is bijzonder geschikt voor het daarop aanbrengen van keramische of natuurstenen vloerelementen.
Als onderste plaat wordt eveneens tenminste één plaat van een ander materiaal toegepast zoals een plaat van houtve-35 zetmateriaal, bij voorkeur een plaat met veerkrachtige -4- eigenschappen zoals bijvoorbeeld softboard. Het grote verschil in soortelijke dichtheid van een dergelijke onderste plaat in vergelijk met een bovenste cementgebonden vezelplaat draagt er aan bij dat met het samenstel van 5 deze onder- en bovenplaat bijzonder goede geluiddempende resultaten verwezenlijkt kunnen worden.
De geluiddempende eigenschappen kunnen verder verbeterd worden door op de bovenplaat een laag aan te brengen die 10 samengesteld is uit een met latex gebonden mengsel van kokos- en houtvezels. Belangrijk voor de constructie en de eigenschappen daarvan is dat deze verdere laag vast met de bovenste plaat verbonden wordt. Volgens de uitvinding wordt er daartoe in voorzien dat de verdere laag op 15 de bovenste plaat aangebracht wordt met lijm, welke lijm tegelijkertijd of aansluitend gebruikt kan wordt voor het aanbrengen van de vloerbedekking.
De onderste plaat bestaat bij deze uitvoeringsvorm even-20 eens uit een veerkrachtige houtvezelplaat. Volgens een nadere uitwerking wordt er in voorzien dat de onderste plaat uit een eerste en een tweede zachte en/of veerkrachtige houtvezelplaat bestaat, waarbij de eerste houtvezelplaat, de onderste houtvezelplaat bestemd is om lei-25 dingsystemen in op te nemen. De ondervloer krijgt hiermee een grotere dikte en is dan ook speciaal bedoeld om in de nieuwbouw als dekvloer toegepast te worden, waarbij vooraf met de dikte van de dekvloer rekening gehouden is.
30 In de eerste houtvezelplaat kunnen op de gewenste plaatsen kanalen gefreesd worden voor leidingen zoals bijvoorbeeld elektriciteitsleidingen, waterleiding en verwar-mingsleidingen. Volgens een nadere uitwerking kan er ook in voorzien worden dat de eerste houtvezelplaat, de on-35 derste houtvezelplaat uit verschillende maatdelen be- -5- staat, zodanig dat opeenvolgende maatdelen tezamen een doorgaande leidingensleuf kunnen vormen. Door met vaste maten te werken kan een standaardisering doorgevoerd worden voor het leggen van leidingen zodat deze steeds een 5 op eenzelfde lokatie aangebracht worden. Dit heeft grote voordelen ten opzichte van de huidige methode waarbij voor de leidingen min of meer de kortste weg gekozen wordt en/of de leidingen zich voor een deel in een gestorte betonnen draagvloer bevinden.
10
Bij een dergelijke dekvloer wordt er bij voorkeur in voorzien dat tenminste de bovenplaten van een messing en groef systeem voorzien zijn voor het onderling in elkaar grijpen van de opeenvolgende delen van de ondervloer. Met 15 een dergelijk systeem kan de dekvloer snel gelegd worden, waarbij een goede aansluiting van de platen gewaarborgd is. Dit laatste is van belang voor zowel het vormen van een vlakke stijve vloer als ook voor de geluiddempende eigenschappen.
20
Verder is het bij alle uitvoeringsvormen voor het stabiliseren en de geluidsisolatie belangrijk dat de onderste en bovenste platen hecht met elkaar verbonden kunnen worden. Dit is goed te verwezenlijken door het onderling 25 verlijmen van de platen. Volgens een nadere uitwerking volgens de uitvinding kan er daarbij in voorzien worden dat op de onderzijde van de bovenste plaat een lijmcompo-nent aangebracht is bestemd om met een complementaire lijmcomponent, aangebracht op de bovenzijde van de onder-30 ste plaat, een lijmverbinding tot stand te brengen. Daarbij wordt de onderste plaat volgens een nadere uitwerking voorzien van een papierlaag en wel een papierlaag die de belangrijke eigenschap heeft bijzonder goed op een vezel-structuur aan te grijpen.
35
ü u L· ^ 8 ü S
-6- I De lijmcomponenten hebben bij voorkeur de eigenschap dat H deze onderling voor een bijzonder goede hechting zorgdra- I gen maar niet of nauwelijks aan andere oppervlakken hech- I ten. Door deze eigenschap wordt een ondervloersysteem 5 verkregen dat makkelijk te verwerken is en waarbij toch I ook een uitstekende onderlinge hechting tussen de platen I verkregen kan worden.
I Verder is het bij het gebruik van keramische of natuur- I 10 stenen vloerelementen van het grootste belang dat deze vast op de ondervloer aangebracht kunnen worden. Hiertoe I wordt er volgens de uitvinding in een twee componenten I mortel voorzien waarbij de eerste component een kunsthars I omvat en de tweede component een cement. Teneinde te I 15 voorkomen dat een mogelijke beweging in de ondervloer, I door bijvoorbeeld een plaatselijke zware belasting, het I losraken van één of meer keramische of natuurstenen vloerelementen tot gevolg kan hebben, wordt er bij voor- keur in voorzien dat de eerste component een dispersie is 20 van een kunsthars en een rubbergranulaat en de tweede component een cement is, meer bij voorkeur een snelce- ment.
I Met een dergelijke samenstelling wordt een mortel met I 25 blijvende elastische eigenschappen verkregen, die boven- I dien bijzonder goed hecht aan de cementgebonden egaline I laag die op de glasvlies versterkingslaag op de bovenste I plaat is aangebracht. Het gebruik van de snelcement zorgt I voor een snelle uitharding waardoor een gelegde vloer be- I 30 trekkelijk snel betreden kan worden.
I De voegen tussen de aangebrachte keramische of natuurste- I nen vloerelementen worden gevoegd met een voegmortel, I hetgeen bij voorkeur een twee componenten mortel is, I 35 waarbij de eerste component in hoofdzaak uit een cement Γ f , ; s -7- bestaat en de tweede component een dispersie met elastische eigenschappen is. Deze voegmortel heeft grotere elastische eigenschappen dan de mortel voor het aanbrengen van de vloerelementen waardoor de voegen in staat 5 zijn om indien nodig enige beweging tussen aangrenzende vloerelementen op te vangen.
De ondervloer volgens de uitvinding wordt aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld nader toegelicht, 10 waarin fig.l schematisch een legpatroon voor een samenstel van onderste en bovenste platen toont, fig.2 schematisch een doorsnede toont van een eerste 15 uitvoeringsvorm van een samenstel van onderste en bovenste platen, fig.3 schematisch een doorsnede toont van een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel van onderste en bovenste platen, en 20 fig.4 schematisch een doorsnede toont van een variant van de tweede uitvoeringsvorm van een samenstel van onderste en bovenste platen.
In fig.l is een samenstel 1 getoond van onderste platen 2 25 en bovenste platen 3 die zwevend op een draagvloer 4 zijn aangebracht. De platen zijn in een verspringend verband gelegd zodanig dat opvolgende aansluitingen tussen platen nergens in elkaar verlengde liggen en de aansluitingen tussen onderste en bovenste platen nergens samenvallen.
30 Op de bovenste platen zijn keramische of natuurstenen vloerelementen 5 aangebracht waarbij ook voor zover moge-iijk getracht wordt om de voegen tussen de vloerelementen niet te laten samenvallen met de aansluitingen tussen de bovenste platen 3.
35 ? i.· ! k η n -8-
In fig.2 is een doorsnede getoond van een samenstel van onderplaten 2 en bovenplaten 3, waarbij op de bovenste platen 3 keramische of natuurstenen vloerelementen 5 zijn aangebracht. De onderste plaat 2, een zachte houtvezel-5 plaat (softboard), is in het gegeven voorbeeld zwevend op de draagvloer 4 aangebracht en is bedoeld om oneffenheden in die vloer te corrigeren, alsmede het reduceren van geluid, in het bijzonder kontaktgeluid.
10 De onderste plaat 2 en bovenste plaat 3 zijn onderling verlijmd, waartoe op de betreffende zijden van deze platen een speciale lijmlaag 6,7 aangebracht is, hetgeen met een roller gedaan is of in een meer geautomatiseerd proces met een wals. De lijm van deze gelijke lijmlagen 6,7 15 heeft zodanige eigenschappen dat bij onderling kontakt een bijzonder goede verlijming wordt verkregen, maar dat bij kontakt met andere oppervlakken van geen of geringe kleefkracht sprake is.
20 Teneinde een goede hechting van de lijmlaag 6 op de onderste plaat 2 te verkrijgen is op de onderste plaat 2, die bij voorkeur uit een veerkrachtig vezelmateriaal is samengesteld, een papierlaag 8 aangebracht.
25 De bovenste laag 3 bestaat in hoofdzaak uit een schuimma-teriaal, hetgeen bij voorkeur een geëxtrudeerd hard polystyreen zal zijn, welke bijzonder geschikt is voor het dragen van de keramische of natuurstenen vloerelementen 5. Ter versteviging van deze laag is aan beide zijden nog 30 een verstevigingslaag 9,10 aangebracht, hetgeen bij voorkeur een glasvezellaag is. Teneinde de verstevigingslaag aan de bovenzijde van de bovenste plaat 3 tezamen met de bovenste verstevigingslagen van de verdere bovenste platen één geheel te laten vormen zijn over de naden tussen 35 aanliggende bovenste platen glasvezelstroken 11 aange- :! L ... : ί -9- bracht. Bij voorkeur worden zelfklevende glasvezelstroken 11 aangebracht.
Op de onderling verbonden bovenste platen 3 is een mor-5 tellaag 12 aangebracht met enigszins veerkrachtige karakteristieken waarmee de keramische of natuurstenen vloer-elementen 5 vast met de ondervloer verbonden worden. Voor het voegen van de keramische of natuurstenen vloerelemen-ten 5 wordt een speciale voegmortel 13 gebruikt welke 10 eveneens tenminste enigszins veerkrachtig is, maar die niet de specifieke eigenschappen van de mortel 12 hoeft te hebben.
De door TNO gemeten geluidreductie met een dergelijk sa-15 menstel platen met een onderste zachte houtvezelplaat met een dikte van 15 mm, een bovenste, in de handel onder de aanduiding XPS verkrijgbare, polystyreenplaat van 10 mm dik en daarop aangebracht keramische tegels van 30x30 cm bedraagt volgens respectievelijk de oude norm NEN 140-8 20 en de nieuwe norm NEN-EN-ISO 717-2:
minimaal AIC0.iab = 10 dB minimaal ALün = 10 dB
25 De vereiste norm wordt met dit samenstel reeds bij een relatief geringe dikte bereikt, waarbij het samenstel bovendien geschikt is voor het dragen van de meest zware vloerbedekkingen.
30 In fig.3 is een voorbeeld getoond van de tweede uitvoeringsvorm waarbij de polystyreenplaat vervangen is door een cementgebonden houtvezelplaat 14, bijvoox'beeld een cementgebonden spaanplaat. Voor de verdere samenstellende delen die overeenkomen met die in het voorbeeld van fig.l 35 zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt. De houtvezel- 1 ü 1 h 0 9 I -ιο ί plaat 14 heeft een veel grotere soortelijke dichtheid dan I de onderste laag 2. Dit samenstel zorgt mede vanwege de I sterk uiteenlopende eigenschappen voor een bijzonder ef- I fectieve geluidsreductie en is bovendien bijzonder ge- I 5 schikt om ook de zwaarste vloerbedekkingen te kunnen dra- I gen, waaronder keramische of natuurstenen vloerelementen.
I De door TNO gemeten geluidsreductie voor het samenstel I van onder- en bovenplaat 2,14, respectievelijk 15mm en I 10mm dik, met een bedekking van keramische tegels van I 10 30x30 cm bedraagt volgens respectievelijk de oude norm I NEN 140-8 en de nieuwe norm NEN-EN-ISO 717-2:
I AIco_iab =11 dB
ALii„ =11 dB
I Op de bovenplaat 14 is een verdere geluidsreducerende mat I 16 aangebracht van met latex gebonden cocos- en houtve- I zeis. Deze mat 16 wordt in de mortel, tegellijm 12 op de I cementgebonden plaat 14 aangebracht. De door TNO gemeten I 20 geluidsreductie voor het samenstel van onder- en boven- I plaat 2,14, respectievelijk 15mm en lOmm dik, mat 16 met I een dikte van 4mm exclusief de lijm en een bedekking van I keramische tegels van 30x30 cm bedraagt volgens respec- I tievelijk de oude norm NEN 140-8 en de nieuwe norm NEN- I 25 EN-ISO 717-2:
I AIC0_iab = 13 dB
I AL,in =12 dB
I 30 In fig.4 is een verdere variant getoond waarbij onder het | samenstel van zachte vezelplaat 2 en de cementgebonden I houtvezelplaat 14 nog een verdere plaat 17 van een zacht I en/of veerkrachtig vezelmateriaal is aangebracht, bij- I voorbeeld softboard. Bij deze variant zijn de platen 2 en I 35 14 bij voorkeur vooraf met elkaar verlijmd, waarbij ver- I π o -11- der in een messing 18 en groef 19 systeem is voorzien waarmee de opeenvolgende samengestelde platen 2,14 in elkaar kunnen grijpen. De verdere afwerking is bij wijze van voorbeeld gelijk aan de in fig.3 getoonde afwerking.
5
De verdere plaat 17 is voorzien van sleuven 20, die gemaakt kunnen worden door het uit de plaat 17 uitfrezen daarvan of door bepaalde platen 17 op afstand van elkaar te leggen zodat daartussen een doorlopende sleuf ont-10 staat. Ook kan een bepaald deel van de platen 17 vooraf van een sleuf voorzien worden of kunnen de platen 17 in verschillende maatvoeringen geleverd worden. De sleuven worden zodanig aangebracht dat doorgaande sleuven zich steeds op een voorafbepaalde afstand van een wand of muur 15 bevinden. De sleuven 2 0 zijn bedoeld voor het opnemen van leidingen 21,22 zoals bijvoorbeeld waterleidingen, leidingen van een verwarmingssysteem, elektriciteitsleidin-gen en dergelijke.
2 0 De door TNO gemeten geluidsreductie voor het samenstel van onder- en bovenplaat 2,14 met een gezamenlijke dikte van 30mm en een verdere plaat 17 met een dikte van 30mm, derhalve een totale dikte van 60mm, zonder enige verdere bedekking bedraagt volgens respectievelijk de oude norm 25 NEN 140-8 en de nieuwe norm NEN-EN-ISO 717-2:
ΔΙοο-lab 16 dB ALlia = 15 dB
3 0 De metingen zijn verricht met sleuven met een lengte van 2 meter per vierkante meter grondoppervlak, waarbij in de sleuven leidingen zijn aangebracht.
Met een op deze manier samengestelde ondervloer is een 35 bijzonder grote geluidsreductie te verwezenlijken waarmee Η -12- ook reeds aan mogelijke toekomstige normen voldaan kan worden. Deze ondervloer is bovendien geschikt voor alle typen vloerbedekkingen, derhalve ook voor zware bedekkin- gen met keramische of natuurstenen vloerelementen. Door H 5 de totale dikte van de ondervloer is deze met name ge- schikt om in de nieuwbouw toegepast te worden waarbij met deze dikte reeds rekening gehouden is. De mogelijkheid om H leidingsystemen in de ondervloer op te nemen maakt dat H een specifiek deel van de bouw een stuk efficiënter uit- H 10 gevoerd kan worden. Bovendien wordt er met deze bouwme- thode een veel overzichtelijker leidingensysteem verkre- gen.

Claims (4)

1. Ondervloer of dekvloer voor een vloerbedekking of vloerbedekkingselementen bestaande uit een samenstel dat 5 tenminste een onderste plaat en een bovenste plaat omvat, waarbij de platen al dan niet met elkaar verlijmd zijn of worden, met het kenmerk dat het samenstel zodanig uitgevoerd is dat een reductie van kontaktgeluid gerealiseerd wordt van tenminste lOdB en het samenstel daarbij ge-10 schikt is voor het daarop aanbrengen van alle typen vloerbedekkingen met inbegrip van keramische vloerbedekkingselementen of vloerbedekkingselementen van natuursteen .
2. Ondervloer volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de bovenste plaat vervaardigd is uit een schuimmateriaal waarop aan tenminste één zijde een versterkingslaag van glasvlies is aangebracht.
3. Ondervloer volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het schuimmateriaal een geëxtrudeerd schuimmateriaal is, zoals bijvoorbeeld polystyreen.
4. Ondervloer volgens conclusies 2-3, met het kenmerk dat 25 het glasvlies aan de bovenzijde van de plaat voorzien is van een laag cementgebonden egaline.
5. Ondervloer volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de bovenste plaat bestaat uit een cementgebonden vezelplaat. 30
6. Ondervloer volgens conclusie 5, met het kenmerk dat op de bovenste plaat een verdere laag is aangebracht die samengesteld is uit een met latex gebonden mengsel van kokos- en houtvezels. 35 . · : ‘ /. I -14-
7. Ondervloer volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de verdere laag op de bovenste plaat aangebracht wordt met lijm, welke lijm tevens gebruikt kan worden voor het aanbrengen van de vloerbedekking.
8. Ondervloer volgens conclusies 1-7, met het kenmerk dat I de onderste plaat in hoofdzaak samengesteld is uit een ander materiaal dan de bovenste plaat. H 10 9. Ondervloer volgens conclusie 8, met het kenmerk dat deze bestaat uit tenminste één houtvezelplaat en meer bij voorkeur uit tenminste één veerkrachtige houtvezelplaat.
10. Ondervloer volgens conclusie 9, met het kenmerk dat I 15 de onderste plaat uit een eerste en een tweede houtvezel- I plaat bestaat, waarbij de eerste houtvezelplaat, de on- derste houtvezelplaat bestemd is om leidingsystemen in op te nemen.
11. Ondervloer volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de eerste houtvezelplaat, de onderste houtvezelplaat uit verschillende maatdelen bestaat, zodanig dat opeenvolgen- de maatdelen tezamen een doorgaande leidingensleuf kunnen I vormen. I 25
12. Ondervloer volgens conclusies 5-11, met het kenmerk H dat tenminste de bovenplaten van een messing en groef I systeem voorzien zijn voor het onderling in elkaar grij- I pen van de opeenvolgende delen van de ondervloer. 30
13. Ondervloer volgens één of meer van de conclusies 8- 12, met het kenmerk dat bij een te verlijmen onderplaat I aan de te verlijmen zijde van de onderplaat een papier- I laag is aangebracht. 35 >< η n -15-
14. Ondervloer volgens conclusies 1-13, met het kenmerk dat op de onderzijde van de bovenste plaat een lijmcompo-nent aangebracht is bestemd om met eenzelfde of een complementaire lijmcomponent, aangebracht op de bovenzijde 5 van de onderste plaat, een lijmverbinding tot stand te brengen.
15. Kantstrook te gebruiken in combinatie met een ondervloer volgens één of meer van de voorafgaande conclusies 10 1-14, met het kenmerk dat dit een strook is samengesteld uit een schuimmateriaal met een open dan wel gesloten celstructuur.
16. Verbindingsmiddel voor een ondervloer volgens conclu-15 sies 2-4, met het kenmerk dat aanliggende bovenplaten middels een weefselband met elkaar verbonden worden.
17. Verbindingsmiddel volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de weefselband een zelfklevende glasvliesband 20 is.
18. Mortel te gebruiken voor het aanbrengen van keramische vloerbedekkingselementen of vloerbedekkingselementen van natuursteen op een ondervloer volgens conclusies 1- 25 17, met het kenmerk dat dit een enkelvoudige of een twee componenten mortel is waarbij een eerste component een kunsthars omvat en de tweede component een cement.
19. Mortel volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de 30 eerste component een dispersie is van een kunsthars en een rubbergranulaat en de tweede component een cement is, Imeer bij voorkeur een snelcement.
20. Voegmortel te gebruiken voor het voegen van kerami-35 sche vloerbedekkingselementen of vloerbedekkingselementen -« n r· λ q n o Ivan natuursteen op een ondervloer volgens conclusies l- 17, met het kenmerk dat dit een enkelvoudige of een twee componenten mortel is, waarbij de eerste component in hoofdzaak uit een cement bestaat en de tweede component 5 een dispersie met elastische eigenschappen is.
4. O i ft Π Q
NL1021809A 2002-11-01 2002-11-01 Geluiddempende ondervloer voor alle vloerbedekkingen, met inbegrip van keramische vloerelementen. NL1021809C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021809A NL1021809C2 (nl) 2002-11-01 2002-11-01 Geluiddempende ondervloer voor alle vloerbedekkingen, met inbegrip van keramische vloerelementen.
AT03078684T ATE393275T1 (de) 2002-11-01 2003-10-29 Schalldämmender unterbodenaufbau für keramische bodenbelagselemente oder naturstein
DE60320506T DE60320506T2 (de) 2002-11-01 2003-10-29 Schalldämmender Unterbodenaufbau für keramische Bodenbelagselemente oder Naturstein
EP03078684A EP1416105B1 (en) 2002-11-01 2003-10-29 Sound-insulating subfloor-assembly for floor elements of ceramic or natural stone

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021809 2002-11-01
NL1021809A NL1021809C2 (nl) 2002-11-01 2002-11-01 Geluiddempende ondervloer voor alle vloerbedekkingen, met inbegrip van keramische vloerelementen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021809C2 true NL1021809C2 (nl) 2004-05-06

Family

ID=32089846

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021809A NL1021809C2 (nl) 2002-11-01 2002-11-01 Geluiddempende ondervloer voor alle vloerbedekkingen, met inbegrip van keramische vloerelementen.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1416105B1 (nl)
AT (1) ATE393275T1 (nl)
DE (1) DE60320506T2 (nl)
NL (1) NL1021809C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1027053C2 (nl) 2004-09-16 2006-03-20 Robert Oosterling Oprolbare vloerverwarming.
GB2437370B (en) * 2006-04-21 2010-07-14 Brik Contracting Ltd Sub-floor and method of constructing a sub-floor
WO2023097110A1 (en) * 2021-11-29 2023-06-01 Shaw Industries Group, Inc. Acoustic article, decorative element, and system comprising same

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3902293A (en) * 1973-02-06 1975-09-02 Atlantic Richfield Co Dimensionally-stable, resilient floor tile
FR2372942A1 (fr) * 1976-12-03 1978-06-30 Bat Applic Revetements Plastiq Revetement de sol en ceramique ou analogue sur sous-couche isolante
EP0421849A1 (fr) * 1989-10-02 1991-04-10 TOMECANIC, Société Anonyme: Matériau d'isolation phonique d'un sol et sols en faisant application
EP0461328A1 (fr) * 1990-06-15 1991-12-18 Tine Holding S.A. Système d'insonorisation destiné à être utilisé à l'intérieur d'un local
US5187905A (en) * 1990-04-02 1993-02-23 Tomecanic Complex sound-insulating material and flooring
EP0904932A2 (en) * 1997-09-29 1999-03-31 Kabushikikaisha Edagumi Floor material and flooring using the floor material
DE19916353A1 (de) * 1999-04-12 2000-10-19 Schwoerer Haus Gmbh & Co Trockenestrichelement

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4800119A (en) * 1986-04-28 1989-01-24 Surface Technologies, Inc. Resilient, wear-and weather-resistant composite surface material

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3902293A (en) * 1973-02-06 1975-09-02 Atlantic Richfield Co Dimensionally-stable, resilient floor tile
FR2372942A1 (fr) * 1976-12-03 1978-06-30 Bat Applic Revetements Plastiq Revetement de sol en ceramique ou analogue sur sous-couche isolante
EP0421849A1 (fr) * 1989-10-02 1991-04-10 TOMECANIC, Société Anonyme: Matériau d'isolation phonique d'un sol et sols en faisant application
US5187905A (en) * 1990-04-02 1993-02-23 Tomecanic Complex sound-insulating material and flooring
EP0461328A1 (fr) * 1990-06-15 1991-12-18 Tine Holding S.A. Système d'insonorisation destiné à être utilisé à l'intérieur d'un local
EP0904932A2 (en) * 1997-09-29 1999-03-31 Kabushikikaisha Edagumi Floor material and flooring using the floor material
DE19916353A1 (de) * 1999-04-12 2000-10-19 Schwoerer Haus Gmbh & Co Trockenestrichelement

Also Published As

Publication number Publication date
ATE393275T1 (de) 2008-05-15
EP1416105A1 (en) 2004-05-06
EP1416105B1 (en) 2008-04-23
DE60320506D1 (de) 2008-06-05
DE60320506T2 (de) 2009-06-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2002155615A (ja) 複数パネルフロア装置のシールを備えたコネクタ
NL1021809C2 (nl) Geluiddempende ondervloer voor alle vloerbedekkingen, met inbegrip van keramische vloerelementen.
CN105256930A (zh) 悬浮防震隔音隔离层结构及防震隔音楼板施工方法
US20120117903A1 (en) Planar component with a mortar receiving coating or surface
JP2002138653A (ja) 多方向パネル
EP1353129A1 (en) Overfloor heating system
CN213449317U (zh) 一种木地板面层楼板隔声系统
JPS6175160A (ja) 床施工法
US20200199889A1 (en) Deck system and method of installing
NL193952C (nl) Vloerbedekking.
US7989051B2 (en) Magnetic modular coating
KR100448023B1 (ko) 건식 온돌 패널 공법
BE1017639A6 (nl) Bouwelement voor akoestische isolatie bij vloeren en werkwijze voor deaanleg hiervan.
CN213087164U (zh) 一种建筑设计新型隔声楼板
NL1010072C1 (nl) Tussenvloer met een contactgeluidreductie van tenminste 12 dB en werkwijze voor het aanbrengen daarvan.
CN220395287U (zh) 一种免拆卫生间两天快速翻新集成构造
JPH034667Y2 (nl)
CN216109896U (zh) 木地板门口板加固结构
CN211523931U (zh) 一种拼接式的地胶垫铺贴结构
CN108301519B (zh) 一种卫生间淋浴区防水建筑结构
JP6813412B2 (ja) 土間用床材
WO2017203325A1 (en) Flooring loose lay element
JP3488214B2 (ja) 相互連結される係合解除可能なフローリング装置
CN104831927B (zh) 一种插接式块状面层地面铺设方法
NL1010241C2 (nl) Vloerbedekking.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080601