NL1021647C1 - Dakrandbeveiliging. - Google Patents
Dakrandbeveiliging. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1021647C1 NL1021647C1 NL1021647A NL1021647A NL1021647C1 NL 1021647 C1 NL1021647 C1 NL 1021647C1 NL 1021647 A NL1021647 A NL 1021647A NL 1021647 A NL1021647 A NL 1021647A NL 1021647 C1 NL1021647 C1 NL 1021647C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- roof edge
- edge protection
- arm
- roof
- upright
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/32—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
- E04G21/3204—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings against falling down
- E04G21/3214—Means for working on roofs
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G5/00—Component parts or accessories for scaffolds
- E04G5/04—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions
- E04G5/041—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions for fastening scaffolds on roof frameworks or on roofs
- E04G5/043—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions for fastening scaffolds on roof frameworks or on roofs for fastening scaffolds on gutters
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Emergency Lowering Means (AREA)
Description
Dakrandbeveiliging.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dakrandbeveiliging omvattende een zich in gebruikspositie in hoofdzaak verticaal uitstrekkende staander 5 ingericht voor het daarmee verbinden van een leuning en aan het vrije benedeneinde voorzien van een afsteunvlak, alsmede een met die staander verbonden zich daarvan neerwaarts uitstrekkende arm, welke aan het vrije einde voorzien is van een afsteunvlak.
Een dergelijke dakrandbeveiliging is bekend uit FR 1540471A.
10 Dakrandbeveiligingen worden gebruikt bij het op het dak uitvoeren van werkzaamheden die langere tijd duren. Door de overheid worden eisen gesteld met betrekking tot de veiligheid van de op een dak of andere op grotere hoogte van de bodem aanwezige constructie.
Bij dakrandbeveiligingen moet onderscheid gemaakt worden tussen permanente 15 beveiligingen en tijdelijk aangebrachte beveiligingen. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op tijdelijk aangebrachte beveiligingen die bijvoorbeeld gebruikt worden bij het vervangen van dakafdekking en andere werkzaamheden aan (horizontale) daken.
Uit het Franse octrooischrift 1540471 is een dakrandbeveiliging bekend bestaande uit een verticale staander voorzien van een horizontaal naar binnen 20 uitstekend deel dat op de bovenzijde van het dak afsteunt. De verticale staander strekt zich voorbij de eigenlijke dakrand in neerwaartse richting uit en is nabij het vrije einde van een verder zich horizontaal uitstrekkend deel voorzien dat aan de onderzijde op de dakrand aangrijpt. Op deze wijze wordt kantelend een beveiliging verkregen.
Indien het dak een aanzienlijke oversteek heeft, kan een dergelijke constructie 25 bevredigend werken. Echter, in het algemeen zal een dergelijke grote oversteek niet aanwezig zijn waardoor het lengteverschil tussen de twee horizontale delen aan respectievelijk de bovenzijde en onderzijde van de dakrand verhoudingsgewijs kort zal zijn en de constructie instabiel wordt. Bovendien wordt de hefboomverhouding staander-afsteundeel onderzijde dakrand bijzonder ongunstig waardoor de eisen met 30 betrekking tot de weerstand die de staanders bieden bij belasting in horizontale richting naar de buitenzijde van het gebouw niet gehaald zullen worden.
,02 1 64 7 2
In het Franse octrooischrift 2299472 wordt een beveiligingsconstructie toegepast die aangebracht kan worden bij een zich boven het dakvlak uitstrekkende omtreksrand. Deze rand dient aanzienlijke hoogte te hebben om in voldoende stabiliteit te voorzien.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een dakrandbeveiliging te 5 voorzien die deze nadelen niet heeft. Het is bovendien een verder doel van de onderhavige uitvinding in een dakrandbeveiliging te voorzien die niet op onbedoelde wijze niet werkzaam gemaakt kan worden en gemakkelijk aangebracht en verwijderd kan worden. Tevens wordt beoogd in de dakrandbeveiliging te voorzien die eenvoudig aan te brengen is en een laag gewicht heeft. Bovendien moet deze zowel aan te brengen 10 zijn op platte daken als hellende daken die met bijvoorbeeld een dakgoot eindigen. Staande dakrandbeveiligingen hebben het voordeel dat deze soms eenvoudig aan te brengen zijn maar daarmee hangt het nadeel samen dat deze evenzo eenvoudig verwijderd kunnen worden ook in onbedoelde gevallen. Andere veilige constructies zijn bijzonder moeilijk te plaatsen en/of te verwijderen.
15 Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding in een dakrandbeveiliging te voorzien die op eenvoudige wijze aan te brengen is en te verwijderen is.
De hierboven beschreven doeleinden worden verwezenlijkt met een hierboven beschreven dakrandbeveiliging waarbij in de gebruikspositie de afstand (a) in horizontale richting tussen die afsteunvlakken kleiner is dan de afstand (b) tussen die 20 afsteunvlakken in verticale richting.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt het kantelmoment opgebracht op de verticale staander geleid naar een op verhoudingsgewijs grote afstand liggend afsteunvlak dat bij voorkeur afsteunt op de gevel of dergelijke van een gebouw. Dit afsteunvlak kan bestaan uit een schotelachtig deel dat in verscheidene richtingen 25 schamierbaar ten opzichte van de arm is aangebracht om steeds volledig aanliggen tegen een gevel of dergelijke te garanderen.
Van boven steunt de dakrandbeveiliging af op een goot, achter een daktrim of dergelijke. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de afstand tussen het steunpunt op het dak/dakgoot-steunpuntgevel vele malen, dat wil zeggen 5-30 20 maal zo groot als de afstand van deze steunpunten in horizontale richting. Als voorbeeld van de afstand in verticale richting van de steunvlakken wordt een waarde van 1-3 m genoemd. Bij voorkeur is de arm uitschuifbaar uitgevoerd zodat obstakels of 3 niet dragende delen zoals kozijnen vermeden kunnen worden en het hierboven beschreven steunpunt naar wens gekozen kan worden.
Om onbedoeld verwijderen van de dakrandbeveiliging te voorkomen, wordt bovendien nabij de dakrand eveneens in aangrijping op de onderzijde van de dakrand 5 voorzien. Dat wil zeggen, nabij het afsteunvlak van de verticale staander, werkt een aangrijpvlak aan de tegenover liggende zijde van bijvoorbeeld een goot of dakrand. Daardoor is het niet meer mogelijk het afsteunvlak van de staander respectievelijk de staander zelf zover in verticale richting te bewegen dat de inrichting van de dakrand los kan komen.
10 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering is deze beveiliging tegen het naar boven verplaatsen van de dakrandbeveiliging uitgevoerd als hulparm. Deze hulparm is volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding scharnierend met de eerder beschreven arm verbonden die op de gevel afsteunt. Deze hulparm is van een of meer aangrijpvlakken voorzien voor aangrijpen onder een goot of dergelijke. Bovendien 15 kunnen grendelmiddelen aanwezig zijn om de hulparm in zowel de blokkerende als niet blokkerende positie te vergrendelen. Volgens een bijzondere uitvoering zijn stuwmiddelen zoals een veer aanwezig die de hulparm in de grendelende positie drijven. In een dergelijk geval is het nodig dat de grendelmiddelen in ieder geval in de niet borgende positie grendelen om het bewust verwijderen van de dakrandbeveiliging 20 mogelijk te maken.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekeningen afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: fig. 1 schematisch een dakrandbeveiliging volgens de onderhavige uitvinding in perspectief; 25 fig. 2 de dakrandbeveiliging volgens fig. 1 in zijaanzicht; fig. 3 een detail van de grendelconstructie van de dakrandbeveiliging in de borgende positie; fig. 4 het detail volgens fig. 3 (in gewijzigd aanzicht) in grendelende positie; fig. 5 in zijaanzicht de opslagpositie van verscheidene hierboven beschreven 30 delen; fig. 6 schematisch een variant van de dakrandbeveiliging volgens de onderhavige uitvinding toont; en \ ιΐ£. / wit vwiuviw vcuicuu van uc uoMauuucvciugui^ vui^wua uw vuuviuavigw uitvinding.
In fig. 1 en 2 is de dakrandbeveiliging volgens de onderhavige uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Deze is bedoeld om veiligheid te verschaffen aan op een 5 dakrand van een gebouw 2 werkzame personen. De gevel van het gebouw is met 3 aangegeven en de zich langs de dakrand uitstrekkend dakgoot met 4. De dakrandbeveiliging bestaat uit een (in de gebruikspositie) in hoofdzaak verticale staander 7 waaraan op vaste wijze een arm 8 bevestigd is. Arm 8 is uitschuifbaar uitgevoerd en nabij het het vrije uiteinde van het afsteunvlak 12 voorzien. Door het 10 uitschuifbaar uitvoeren kan de positie van afsteunvlak 12 enigszins gewijzigd worden om rekening te houden met eventueel op de gevel aanwezige obstakels of niet dragende delen daarvan. Niet afgebeelde klemmiddelen zijn aanwezig om de delen van arm 8 die ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn onderling te fixeren. Het afsteunvlak van de staander 7 is met 14 aangegeven. De afstand tussen de afsteunvlakken 12 en 14 is met b 15 aangegeven (fig. 2) en deze afstand is bij voorkeur 1,5 - 2,5 m.
Met arm 8 is een hulparm 9 via scharnier 10 verbonden. Een veer 11 is aanwezig die hulparm 9 in fig. 1 en 2 naar links drijft. Op hulparm 9 is een aangrijpblok 13 aanwezig voorzien van aangrijpvlakken 18 en 19. Het aangrijpblok 13 kan hetzij verstelbaar zijn hetzij vervangbaar zijn voor optimale aanpassing aan de betreffende 20 constructie. Een vaste positie is eveneens mogelijk.
De hulparm 9 is aan de bovenzijde voorzien van een grendel. Zoals uit fig. 3 en 4 blijkt bestaat deze grendel uit een grendellip 15 die met een scharnier 16 scharnierend aan hulparm 9 bevestigd is. Eventueel is een veer aanwezig die de grendellip links om doet scharnieren zodat deze schuift over balk 20. Deze balk 20 is voorzien van pennen 25 17.
De hierboven beschreven dakrandbeveiliging werkt als volgt. De dakrandbeveiliging wordt aangegrepen bij arm 8 of staander 7 en met steunvlak 14 in goot 4 of een daktrim of dergelijke gehangen. Daarbij bevindt de hulparm zich in de vergrendelde positie. Na het inbrengen wordt de hulparm 9 iets naar rechts gedraaid en 30 zodra steunvlak 14 het laagste punt daarvan bereikt heeft, kan hulparm 9 naar links bewegen en kan een van de aangrijpvlakken 18 of 19 onder de dakgoot 4 in aangrijping komen. Vervolgens zal bij verder kantelen steunvlak 12 afsteunen tegen gevel 3. Na het aanbrengen van een aantal van dergelijke beveiligingen kan een leuning 6 aangebracht i 647 5 worden en is de dakrandbeveiliging compleet. Naar boven bewegen van de dakrandbeveiliging waardoor steunvlak 14 uit goot 4 bewogen zou kunnen worden is niet mogelijk door de aangrijpvlakken 18 respectievelijk 19.
Indien men de dakrandbeveiliging wil verwijderen dient eerst de leuning 6 5 weggenomen te worden. Vervolgens kan met de voet hulparm 9 naar rechts gedraaid worden, waarbij grendellip 15 over pennen 17 beweegt en daarachter vergrendeld wordt zoals in fig. 4 getoond is. Op dat moment is geen beveiliging tegen het optillen van staander 7 uit goot 4 meer aanwezig en kan de dakrandbeveiliging verwijderd worden.
10 Vanzelfsprekend is het ook bij het aanbrengen mogelijk hulparm 9 in de meest rechtse positie zoals getoond in fig. 4 te houden en pas na het aanbrengen door het drukken op de bovenzijde 21 van de grendellip 15 aangrijping achter de pennen 17 teniet te doen.
Uit fig. 5 blijkt dat na gebruik de hierboven beschreven dakrandbeveiligingen 1 15 in elkaar genest kunnen worden voor doelmatig transport en opslag.
In fig. 6 is een variant van de hierboven beschreven dakrandbeveiliging in het geheel met 31 aangegeven. Afsteunvlak 42 is verbonden met arm 38 die via dwarsverbinding 39 verbonden is met staander 37. Dwarsverbinding 39 kan verstelbaar uitgevoerd zijn maar het is eveneens mogelijk in een starre bevestiging tussen delen 37 20 en 38 te voorzien. Op staander 37 is een hekwerkachtige constructie 36 aangebracht waarvan de werking vergelijkbaar is met leuning 6. Met stippellijnen is aangegeven dat deze in twee posities gemonteerd kan worden afhankelijk van de hoek van de inrichting. Zo kan afhankelijk van de overstek de positionering van de leuning bepaald worden. Evenals in de voorgaande variant steunt staander 37 af op een goot of andere 25 verhoging van de dakrand van het gebouw 2.
In fig. 7 is een variant afgebeeld die in hoofdzaak overeenkomt met hetgeen in fig. 6 afgebeeld is. Echter, is het uit arm 38 schuifbare deel 40 haaks uitgevoerd zodat bij grote afstand tussen de goot en de gevel 3 van het gebouw 2 toch een stabiele positionering verkregen kan worden. Hoewel niet zichtbaar in fig. 6 en 7 is de staander 30 37 evenals bij de eerst beschreven uitvoering dubbel uitgevoerd en bestaat uit twee op afstand liggende delen waartussen arm 38 zich uitstrekt. Met 48 is een verstelbaar aangrijpvlak aangegeven dat onder een dakrand of dergelijke aan kan grijpen en naar boven verplaatsen van de dakrandbeveiliging voorkomt. In plaats van verstelbaar te ' / > zijn kan een dergelijke beveiliging bestaan uit een aantal in verticale richting op elkaar volgende aangrijpvlakken.
Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering van dakrandbeveiliging beschreven is, zal voor degene bekwaam in de stand der techniek 5 dadelijk duidelijk zijn dat vele varianten mogelijk zijn zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Dergelijke varianten komen dadelijk op bij degene bekwaam in de stand der techniek na het lezen van bovenstaande beschrijving en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.
102164 7
Claims (8)
1. Dakrandbeveiliging (1) omvattende een zich in gebruikspositie in hoofdzaak 5 verticaal uitstrekkende staander (7) ingericht voor het daarmee verbinden van een leuning (6) en aan het vrije benedeneinde (14) voorzien van een afsteunvlak, alsmede een met die staander verbonden zich daarvan neerwaarts uitstrekkende arm (8), welke aan het vrije einde voorzien is van een afsteunvlak (12), met het kenmerk, dat in de gebruikspositie de afstand (a) in horizontale richting tussen die afsteunvlakken kleiner 10 is dan de afstand (b) tussen die afsteunvlakken in verticale richting.
2. Dakrandbeveiliging volgens conclusie 1, omvattende borgmiddelen (9,13), die nabij het afsteunvlak van die staander aangebracht zijn en voorzien van een aangrijpvlak (13,14) uitgevoerd om samen met dat afsteunvlak van die staander een 15 dakrand of goot respectievelijk van onderen en van boven aan te grijpen.
3. Dakrandbeveiliging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die borgmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een borgende en niet borgende positie.
4. Dakrandbeveiliging volgens conclusie 3, waarbij die borgmiddelen een scharnierend met die arm verbonden hulparm (9) omvatten.
5. Dakrandbeveiliging volgens conclusie 4, waarbij in de gebruikspositie dat aangrijpvlak van die hulparm zich boven het scharnierpunt (10) van de hulparm 25 bevindt.
6. Dakrandbeveiliging volgens een van de conclusies 2-5, waarbij die borgmiddelen bedienbare grendelmiddelen omvatten voor het in de niet borgende positie vast leggen.
7. Dakrandbeveiliging volgens een van de conclusies 3-6* waarbij stuwmiddelen (11) aanwezig zijn, die de borgmiddelen in een borgende positie drijven. ' " ·; .*47 l w ^ J o. uaKranaDevcillging volgens ecu van uc vuuigacuiue iuuciumcs, wciac ucaiuacu met andere overeenkomstige uitgevoerde dakrandbeveiligingen is uitgevoerd.
9. Stelsel omvattende een aantal dakrandbeveilingen volgens een van de voorgaande 5 conclusies met daartussen aangebrachte leuning (6).
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1021647A NL1021647C1 (nl) | 2002-10-14 | 2002-10-14 | Dakrandbeveiliging. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1021647A NL1021647C1 (nl) | 2002-10-14 | 2002-10-14 | Dakrandbeveiliging. |
NL1021647 | 2002-10-14 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1021647C1 true NL1021647C1 (nl) | 2004-04-16 |
Family
ID=32322541
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1021647A NL1021647C1 (nl) | 2002-10-14 | 2002-10-14 | Dakrandbeveiliging. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1021647C1 (nl) |
-
2002
- 2002-10-14 NL NL1021647A patent/NL1021647C1/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6345950B1 (en) | Telescoping ramp comprised of modular units | |
US8851238B2 (en) | Lifting system | |
US9217254B2 (en) | Suspension platform system | |
AU2016306542B2 (en) | Deck for scaffold | |
CA2699556C (en) | Mobile elevating work platform | |
EP3560887B1 (en) | Work platform with extension deck and work step | |
AU2006266424B2 (en) | A self-erecting suspension platform system | |
EP2655781B1 (en) | Ladder with enhanced stability | |
DK1556563T3 (en) | CONSTRUCTION UNIT | |
US20140026486A1 (en) | Adjustable safety barrier system | |
NL1021647C1 (nl) | Dakrandbeveiliging. | |
NL1020502C2 (nl) | Dakrandbeveiliging. | |
GB2195388A (en) | Work platform assembly | |
EP1795671A1 (en) | Scaffolding platform with folding hooks | |
SE513965C2 (sv) | Upp- och nedfällbart staket för användning på perronger | |
NL1013178C1 (nl) | Gevelafschermingsysteem. | |
GB2347713A (en) | Slidable ladder platform | |
CA1167781A (en) | Portable lift with ladder | |
NL9200827A (nl) | Stelling. | |
US20240352793A1 (en) | Demolition guard | |
NL1007322C1 (nl) | Steigerconstructie. | |
NL1007877C2 (nl) | Veiligheidshekwerk voor een op hoogte te gebruiken werkplatform zoals bijvoorbeeld van een hoogwerker. | |
NL2013333B1 (nl) | Veiligheidssysteem, dak voorzien daarvan en werkwijze daarvoor. | |
EP2218429A1 (en) | Asymmetrical cassette lift to be mounted on a vehicle | |
WO1994029208A2 (fr) | Dispositif d'acces d'une partie fixe a une partie mobile |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Lapsed due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20081014 |