NL1021569C2 - Shadow velvet fabric and method for weaving it. - Google Patents

Shadow velvet fabric and method for weaving it. Download PDF

Info

Publication number
NL1021569C2
NL1021569C2 NL1021569A NL1021569A NL1021569C2 NL 1021569 C2 NL1021569 C2 NL 1021569C2 NL 1021569 A NL1021569 A NL 1021569A NL 1021569 A NL1021569 A NL 1021569A NL 1021569 C2 NL1021569 C2 NL 1021569C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
thread
threads
warp
fabric
weft
Prior art date
Application number
NL1021569A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL1021569A1 (en
Inventor
Pierre-Michel Petit
Original Assignee
Fibertex N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fibertex N V filed Critical Fibertex N V
Publication of NL1021569A1 publication Critical patent/NL1021569A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1021569C2 publication Critical patent/NL1021569C2/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • D03D27/02Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
    • D03D27/10Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • D03D27/02Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
    • D03D27/06Warp pile fabrics
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/16Double-plush looms, i.e. for weaving two pile fabrics face-to-face

Description

Schaduwfluweelweefsel en werkwijze voor het weven ervanShadow velvet fabric and method for weaving it

De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel, waarbij uit inslagdraden en grondkettingdraden een 5 grondweefsel geweven wordt terwijl poolkettingdraden over inslagdraden afgebonden worden om een aantal schuin uit het grondweefsel stekende pooldraadbenen te bekomen, waarbij een pooldraadbeen van een poolkettingdraad schuin gericht wordt door de twee flankerende inslagdraden waartussen het pooldraadbeen het grondweefsel verlaat op een verschillend niveau in het „ 10 grondweefsel in te binden.The present invention relates to a method for weaving a shadow velvet fabric, wherein a base fabric is woven from weft threads and base warp threads while pile warp threads are tied off over weft threads to obtain a number of pile thread legs protruding obliquely from the base fabric, wherein a pile thread leg of a pile warp thread is oriented obliquely by binding the two flanking weft threads between which the pile thread leg leaves the ground fabric to a different level in the ground fabric.

Voorts betreft deze uitvinding ook een volgens een dergelijke werkwijze vervaardigd schaduwfluweelweefsel, en meer bepaald een schaduwfluweelweefsel dat een uit grondkettingdraden en inslagdraden geweven grondweefsel omvat en een aantal 15 omheen inslagdraden van het grondweefsel omgebogen poolnoppen met uit het grondweefsel stekende poolbenen, waarbij een aantal poolbenen schuin georiënteerd is doordat hun respectievelijke flankerende inslagdraden, waartussen het pooldraadbeen het grondweefsel verlaat, op een verschillend niveau in het grondweefsel ingebonden zijn.Furthermore, this invention also relates to a shadow velvet fabric manufactured according to such a method, and more particularly to a shadow velvet fabric comprising a fabric woven from ground warp threads and weft threads and a number of pile studs bent around weft threads of the soil fabric, with a number of pile legs sloping out of the soil fabric. is oriented in that their respective flanking weft threads, between which the pile thread leg leaves the ground fabric, are bound at a different level in the ground fabric.

2020

Een dergelijke werkwijze en zo'n weefsel zijn gekend, onder meer uit de volgende octrooipublicaties : EP 0380808, EP 1 059 374 en EP 0 887 449. Bij deze gekende werkwijzen worden op een dubbelstuk-weefmachine terzelfdertijd een bovenste en een onderste grondweefsel boven elkaar geweven, worden de poolkettingdraden 25 afwisselend in het bovenste en het onderste grondweefel afgebonden over een aantal inslagdraden, en worden de poolkettingdraden nadien tussen beide grondweefsels doorgesneden. De uit de grondweefsels stekende uiteinden van de doorgesneden poolkettingdraden worden pooldraadbenen genoemd. Deze pooldraadbenen steken uit het weefsel tussen twee inslagdraden. Door deze inslagdraden op een verschillend 30 niveau in een grondweefsel in te binden bekomt men schuin gerichte pooldraadbenen. Wordt de zich links van een pooldraadbeen bevindende inslagdraad 1 f) 2 15 6 9 2 dichter bij de rugzijde van het weefsel ingebonden dan de zich rechts van dit pooldraadbeen bevindende inslagdraad, dan bekomt men een naar links gericht pooldraadbeen. Als men de rechter inslagdraad dichter bij de weefselrugzijde inbindt dan de linker inslagdraad, bekomt men een naar rechts gericht pooldraadbeen.Such a method and such a fabric are known, inter alia, from the following patent publications: EP 0380808, EP 1 059 374 and EP 0 887 449. In these known methods, an upper and a lower ground fabric are superimposed on a double-piece weaving machine at the same time. woven, the pile warp threads 25 are alternately tied in a top weft and a lower weft over a number of weft threads, and the pile warp threads are subsequently cut between the two basic fabrics. The ends of the severed pile warp threads protruding from the ground fabrics are called pile thread legs. These pole thread legs protrude from the fabric between two weft threads. By binding these weft threads into a ground fabric at a different level, obliquely oriented pole thread legs are obtained. If the weft thread 1 f) to the left of a pile thread leg is bound closer to the back side of the fabric than the weft thread situated to the right of this pile thread leg, a pile thread leg directed to the left is obtained. If you bind the right weft thread closer to the tissue back side than the left weft thread, you get a pole thread leg directed to the right.

55

Bij schaduwfluweelweefsels gebruikt men deze techniek om zones met verschillend gerichte pooldraadbenen te bekomen, om een zekere variatie in het uitzicht van het fluweelweefsel te brengen. Zo kan men met de zones met verschillend gerichte pooldraadbenen een bepaald motief, een tekening of een figuur zichtbaar maken 10 langs de poolzijde van het weefsel.With shadow velvet fabrics, this technique is used to create zones with differently oriented polar thread legs, to bring a certain variation in the appearance of the velvet fabric. Thus, with the zones with differently oriented pile thread legs, a particular motif, a drawing or a figure can be made visible along the pile side of the fabric.

Bij de uitvoering van deze gekende werkwijzen worden op een dubbelstukweefmachine opeenvolgende kettingdraadstelsels gevormd waarin telkens vijf ketingdraden zijn opgenomen : 15 - een spankettingdraad voor het bovenste grondweefsel, een spankettingdraad voor het onderste grondweefsel, een bindkettingdraad voor het bovenste grondweefsel, een bindkettingdraad voor het onderste grondweefsel, en een poolkettingdraad.In carrying out these known methods, successive warp thread systems are formed on a double-piece weaving machine in which five warp threads are each included: - a tension warp thread for the upper soil fabric, a warp warp thread for the upper soil fabric, a binding warp thread for the lower soil fabric , and a pile warp thread.

2020

Om een inslagdraad in te binden op een bovenste inbindniveau wordt deze langs de poolzijde van de spankettingdraad ingebonden. Door een inslagdraad langs de rugzijde van de spankettingdraad te laten lopen wordt deze op een lager gelegen niveau ingebonden. Voor elk weefsel en voor elk kettingdraadstelsel wordt vooraf 25 bepaald welke inslagdraden van het weefsel boven de spankettingdraad van het betreffende kettingdraadstelsel moeten lopen, en welke inslagdraden van het weefsel onder deze spankettingdraad moeten lopen, teneinde de gewenste richting te bekomen voor de pooldraadbenen die door de poolkettingdraad van dat kettingdraadstelsel gevormd worden.To bind a weft thread to an upper binding level, it is bound along the pole side of the tension warp thread. By having a weft thread run along the back of the tension warp thread, it is tied in at a lower level. For each fabric and for each warp thread system, it is predetermined which weft threads of the fabric must run above the tension warp thread of the respective warp thread system, and which weft threads of the fabric must run below this warp warp thread, in order to obtain the desired direction for the pole thread legs passing through the pile warp thread of that warp thread system are formed.

30 1Π215!;·; 330; 3

In beide weefsels lopen de bindkettingdraden van opeenvolgende kettingdraadstelsels in oppositie zodat elke inslagdraad zich in een tussen de opeenvolgende kruispunten van deze bindkettingdraden gevormde opening terecht komt. De poolkettingdraden worden volgens een m/n-W-binding (waaarbij n > m), 5 afwisselend in het bovenste en het onderste grondweefsel afgebonden over een aantal inslagdraden.In both fabrics, the warp warp threads of successive warp warp threads run in opposition so that each weft thread ends up in an opening formed between the successive intersections of these warp warp warp threads. The pile warp threads are tied in a m / n-W bond (where n> m), alternately in the upper and lower base fabric over a number of weft threads.

Bij toepassing van deze gekende werkwijzen worden enkel de spankettingdraden door middel van een jacquardmachine gestuurd. De bindkettingdraden worden door 10 middel van schachten gestuurd.When applying these known methods, only the tension warp threads are controlled by means of a jacquard machine. The binding warp threads are controlled by means of shafts.

Een nadeel van deze bestaande werkwijzen is dat ze fluweelweefsels opleveren met een geringe densiteit van de pool. Voor elk fluweelweefsel voorziet men in opeenvolgende kettingdraadstelsels telkens een spankettingdraad, een 15 bindkettingdraad en een poolkettingdraad, zodat per weefsel slechts één kettingdraad op drie een poolkettingdraad is. Bij de meeste schaduwfluweelweefsels eist men dat het grondweefsel goed bedekt is door de pooldraadbenen. Om bij de relatief kleine pooldichtheid van de bestaande schaduwfluweelweefsels toch de vereiste poolbedekking te bekomen mag de poolhoogte (d.i. de lengte van de 20 pooldraadbenen) niet te klein zijn. Het is met de bestaande werkwijzen dus onmogelijk om een schaduwfluwelweefsel te bekomen dat terzelfdertijd een goede poolbedekking en een kleine poolhoogte heeft.A drawback of these existing methods is that they provide velvet fabrics with a low pile density. For each velvet fabric, successive warp thread systems provide a tension warp thread, a binding warp thread and a pile warp thread, so that per weave only one warp thread per three is a pile warp thread. With most shadow velvet fabrics it is required that the ground fabric is well covered by the pole thread legs. In order to obtain the required pile coverage with the relatively low pile density of the existing shadow velvet fabrics, the pile height (i.e. the length of the pile wire legs) must not be too small. Thus, with the existing methods, it is impossible to obtain a shadow velvet fabric that at the same time has good pile coverage and a low pile height.

Het is een doel van deze uitvinding om een werkwijze te verschaffen die toelaat om 25 een schaduwfluweelweefsel te weven met een grotere pooldichtheid.It is an object of this invention to provide a method that allows to weave a shadow velvet fabric with a higher pile density.

Deze doelstelling wordt bereikt door een werkwijze toe te passen met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken, waarbij volgens deze uitvinding aan weerszijden van de genoemde poolkettingdraad een respectievelijke 30 grondkettingdraad met dezelfde spanning of nagenoeg dezelfde spanning voorzien 1021569 4 wordt, terwijl de flankerende inslagdraden door middel van deze twee grondkettingdraden op een verschillend inbindniveau worden gebracht.This object is achieved by applying a method with the features indicated in the first paragraph of this description, wherein according to this invention a respective basic warp thread with the same tension or substantially the same tension is provided on both sides of the said pile warp thread, while the flanking weft threads are brought to a different binding level by means of these two ground warp threads.

Een zeer belangrijk gevolg van deze nieuwe werkwijze is dat de spankettingdraden 5 kunnen weggelaten worden zodat men een schaduwfluweelweefsel kan weven waarbij per weefsel afwisselend een grondkettingdraad en een poolkettingdraad kan voorzien worden, zodat één kettingdraad op twee een poolkettingdraad kan zijn. De pooldichtheid kan dus merkelijk verhoogd worden.A very important consequence of this new method is that the tension warp threads 5 can be omitted so that one can weave a shadow velvet fabric in which a base warp thread and a pile warp thread can alternately be provided per weave, so that one warp thread can be a warp warp thread on two. The pile density can therefore be increased considerably.

10 De werkwijze volgens deze uitvinding kan uitgevoerd worden op een weefmachine waarop alle grondkettingdraden door middel van een jacquardmachine of door middel van schachten kunnen gestuurd worden.The method according to the invention can be carried out on a weaving machine on which all ground warp threads can be steered by means of a jacquard machine or by means of shafts.

Bij het dubbelstukweven voorziet men opeenvolgende kettingdraadstelsels die 15 slechts drie kettingdraden bevatten: een grondkettingdraad voor het bovenste grondweefsel, een grondkettingdraad voor het onderste grondweefsel, en een poolkettingdraad.In double-piece weaving, successive warp thread systems are provided which only contain three warp threads: a base warp thread for the upper base fabric, a base warp thread for the lower base weave, and a pile warp thread.

20 Bij deze werkwijze gaat men bij voorkeur de respectievelijke posities van de genoemde twee grondkettingdraden ten opzichte van elke flankerende inslagdraad zo bepalen dat deze twee grondkettingdraden op de twee flankerende inslagdraden een verschillende kracht uitoefenen, zodat deze inslagdraden op een verschillend niveau worden ingebonden.In this method, the respective positions of the said two base warp threads relative to each flanking weft thread are preferably determined such that these two base warp threads exert a different force on the two flanking weft threads, so that these weft threads are bound at a different level.

2525

Het inbindniveau van een inslagdraad wordt bepaald door middel van de kracht die door de genoemde grondkettingdraden op deze inslagdraad uitgeoefend wordt. Deze kracht is de resultante van de verschillende opwaarts en neerwaarts gerichte krachten die door de verschillende onder en boven de inslagdraad lopende grondkettingdraden 30 worden uitgeoefend. Twee inslagdraden waarvoor deze resultante-kracht 1021568 5 verschillend is zullen onderworpen worden aan een verschillende kracht en hierdoor op een verschillend niveau ingebonden worden in het betreffende grondweefsel.The binding level of a weft thread is determined by means of the force exerted on said weft thread by said ground warp threads. This force is the resultant of the various upward and downward directed forces exerted by the different ground warp threads 30 running above and below the weft thread. Two weft threads for which this resultant force 1021568 is different will be subjected to a different force and thereby be bound at a different level in the respective ground fabric.

Men kan ook stellen dat twee inslagdraden waarvoor het verschil tussen het aantal erboven lopende grondkettingdraden en het aantal eronder lopende 5 grondkettingdraden verschillend is, op een ander niveau zullen ingebonden worden. De door de verschillende grondkettingdraden uitgeoefende opwaartse en neerwaartse krachten hebben immers nagenoeg dezelfde grootte aangezien de spanning van deze grondkettingdraden nagenoeg identiek is.It can also be stated that two weft threads for which the difference between the number of floor warp threads running above and the number of floor warp threads running underneath are different, will be bound at a different level. After all, the upward and downward forces exerted by the different ground warp threads have substantially the same magnitude since the tension of these floor warp threads is practically identical.

10 Voorts geniet het ook de voorkeur om de telkens aan weerszijden van een poolkettingdraad lopende twee grondkettingdraden respectievelijk boven en onder de ene flankerende inslagdraad te voorzien, en allebei onder of boven de andere flankerende inslagdraad te voorzien, teneinde deze inslagdraden op een verschillend niveau in te binden. Om de pooldichtheid hoog te houden wordt in elk weefsel 15 afwisselend een grondkettingdraad en een poolkettingdraad voorzien, zodat elke grondkettingdraad met twee opeenvolgende poolkettingdraden samenloopt en meewerkt aan de bepaling van het inbindniveau van de flankerende inslagdraden van deze twee poolkettingdraden.Furthermore, it is also preferable to provide the two ground warp threads running on either side of a pile warp thread above and below one flanking weft thread, and to provide both below or above the other flanking weft thread in order to insert these weft threads at a different level tie. To keep the pile density high, a base warp thread and a pile warp thread are alternately provided in each fabric, so that each base warp thread coincides with two consecutive pile warp threads and cooperates in determining the binding level of the flanking weft threads of these two pile warp threads.

20 Met deze werkwijze bereikt men een maximale pooldichtheid als er helemaal geen spankettingdraden meer voorzien worden.With this method a maximum pile density is achieved when no more tension warp threads are provided.

Het spreekt voor zich dat de hoger aangeduide principes van de uitvinding ook toepasbaar zijn bij het weven van een schaduwfluweelweefsels volgens een 25 dubbelstuk-weefprocédé. Daarbij worden boven elkaar tezelfdertijd twee grondweefsels geweven, terwijl poolkettingdraden afwisselend in het bovenste en het onderste grondweefsel over inslagdraden worden afgebonden, waarbij de poolkettingdraden tenslotte tussen de grondweefsels worden doorgesneden.It is self-evident that the above-mentioned principles of the invention are also applicable to the weaving of shadow velvet fabrics according to a double-piece weaving process. In addition, two basic fabrics are woven one above the other at the same time, while pile warp threads are alternately tied off in weft threads in the upper and lower basic fabric, the pile warp threads being finally cut between the basic fabrics.

10°·* 5 6 Q “ 610 ° · * 5 6 Q “6

Een uiterst geschikt dubbelstuk-weefprocédé bekomt men als opeenvolgende kettingdraadstelsels voorzien worden dewelke telkens een grondkettingdraad voor het bovenste grondweefsel, een grondkettingdraad voor het onderste grondweefsel en een poolkettingdraad omvatten.A highly suitable double-piece weaving process is obtained when successive warp thread systems are provided, each of which comprises a base warp thread for the upper base weave, a base warp thread for the lower base weave and a pile warp thread.

55

De inbinding van inslagdraden gebeurt het best als in elk grondweefsel groepen van drie opeenvolgende grondkettingdraden voorzien zijn, waarbij elke inslagdraad boven minstens één grondkettingdraad van die groep loopt, en onder minstens één andere grondkettingdraad van die groep loopt.The binding of weft threads occurs best if groups of three consecutive foundation warp threads are provided in each base fabric, with each weft thread running above at least one foundation warp thread of that group, and running below at least one other foundation warp thread of that group.

1010

De poolvormende poolkettingdraden worden in de grondweefsels ingebonden volgens een W-binding. De binding die hierbij de voorkeur geniet is een 3/6-W-binding. Dit soort binding garandeert een stevige inbinding van de poollussen.The pile-forming pile warp threads are bound in the ground fabrics according to a W-bond. The preferred bond here is a 3/6-W bond. This type of binding guarantees a firm binding of the pole loops.

15 Deze uitvinding heeft ook betrekking tot een schaduwfluweelweefsel met de in de tweede paragraaf van deze beschrijving aangeduide eigenschappen, waarbij de flankerende inslagdraden ter hoogte van de schuin gerichte pooldraadbenen door twee grondkettingdraden dewelke met nagenoeg dezelfde spanning verweven zijn, op een verschillend inbindniveau gebracht zijn. een dergelijk 20 schaduwfluweelweefsel kan zonder spankettingdraden geweven worden en kan, zoals hoger aangeduid, met een merkelijk hogere pooldichtheid uitgevoerd worden.This invention also relates to a shadow velvet fabric with the properties indicated in the second paragraph of this description, wherein the flanking weft threads at the level of the obliquely directed pole wire legs are brought to a different binding level by two ground warp threads interwoven with substantially the same tension. such a shadow velvet fabric can be woven without tension warp threads and, as indicated above, can be made with a considerably higher pile density.

Bij een dergelijk weefsel kunnen de flankerende inslagdraden door twee grondkettingdraden op een verschillend inbindniveau gebracht zijn, waarbij deze 25 grondkettingdraden respectievelijk boven en onder de ene flankerende inslagdraad voorzien zijn, en allebei onder of boven de andere flankerende inslagdraad voorzien zijn, teneinde deze inslagdraden op een verschillend niveau in te binden. In een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten dit schaduwfluweelweefsel uiteraard geen spankettingdraden.With such a fabric, the flanking weft threads can be brought to a different binding level by two base warp threads, these base warp threads being provided above and below one flanking weft thread respectively, and both below or above the other flanking weft thread are provided in order to have these weft threads on a different levels. In a most preferred embodiment, this shadow velvet fabric naturally does not comprise tension warp threads.

3030

1 o 21 5 6 S1 o 21 5 6 S

77

Deze en andere kenmerken en bijzonderheden van deze uitvinding worden beschreven in de hierna volgende meer gedetailleerde beschrijving van een mogelijke werkwijze volgens deze uitvinding en van een volgens deze werkwijze geweven schaduwfluweelweefsel. Deze beschrijving heeft enkel als doel de uitvinding te 5 verduidelijken aan de hand van een voorbeeld en kan dus geenszins beschouwd worden als een beperking van de draagwijdte van deze octrooiaanvraag.These and other features and details of this invention are described in the following more detailed description of a possible method of this invention and of a shadow velvet fabric woven by this method. This description is only intended to clarify the invention on the basis of an example and can therefore in no way be regarded as a limitation of the scope of this patent application.

In deze beschrijving wordt aan de hand van referentietekens verwezen naar de hierbij gevoegde figuren 1 tot 5, waarvan 10 figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een gedeelte van de rugzijde van een schaduwfluweelweefsel volgens deze uitvinding voorstelt, figuur 2 een schematische dwarsdoorsnede volgens de as AB van het grondweefsel van het op figuur 1 voorgestelde weefsel voorstelt, 15 - figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede volgens de as AB van het volledige op figuur 1 voorgestelde weefsel (inclusief poollussen) voorstelt, figuur 4 een schematische dwarsdoorsnede volgens de kettingrichting voorstelt van een gedeelte van een grondweefsel dat voorzien is om twee poolzones met verschillend gerichte pooldraadbenen te weven.In this description reference is made to the attached figures 1 to 5 on the basis of reference marks, figure 1 of which represents a schematic top view of a part of the back of a shadow velvet fabric according to the present invention, figure 2 a schematic cross-section along the axis AB of figure 3 represents a basic fabric of the fabric shown in figure 1, figure 3 shows a schematic cross-section along the axis AB of the entire fabric shown in figure 1 (including pole loops), figure 4 shows a schematic cross-section according to the warp direction of a part of a ground fabric that is provided to weave two pile zones with differently oriented pile thread legs.

20 - figuur 5 een schematische dwarsdoorsnede voorstelt van het schaduwfluweelweefsel waarvan het grondweefsel op figuur 4 werd voorgesteld.Figure 5 represents a schematic cross-section of the shadow velvet fabric, the base fabric of which is represented in Figure 4.

In het op figuur 1 voorgestelde weefsel wordt de rugzijde van een afgewerkt 25 schaduwfluweelweefsel schematisch voorgesteld. De inslagdraden (D1),(D2),(D3), (D4),(D5),(D6) lopen daarbij in horizontale richting, terwijl de grondkettingdraden (F1),(F2),(F3) zich in vertikale richting uitstrekken. In de kettingrichting werd afwisselend een grondkettingdraad (F1),(F2),(F3) en een poolkettingdraad (P1),(P2),(P3) naast elkaar voorzien, zodat één kettingdraad op twee een 30 poolkettingdraad is.In the fabric shown in Figure 1, the back side of a finished shadow velvet fabric is schematically represented. The weft threads (D1), (D2), (D3), (D4), (D5), (D6) run horizontally, while the base warp threads (F1), (F2), (F3) extend in the vertical direction . In the warp direction, a base warp thread (F1), (F2), (F3) and a pile warp thread (P1), (P2), (P3) were provided next to each other, so that one warp thread on two is a pile warp thread.

102 56a 8102 56a 8

Op de figuren 2 en 3 is duidelijk te zien dat de grondkettingdraden (F1),(F2), die aan weerszijden van de poolkettingdraad (PI) voorzien werden telkens respectievelijk boven en onder de inslagdraden (D1),(D2),(D4) en (D5) lopen, maar telkens allebei 5 onder de inslagdraden (D6) en (D3) lopen. Een boven een inslagdraad lopende kettingdraad oefent een neerwaarts gerichte kracht uit op die inslagdraad, terwiijl een onder een inslagdraad lopende kettingdraad een opwaarts gerichte kracht uitoefent op die inslagdraad. De grootte van de door de verschillende grondkettingdraden (F1-F3) uitgeoefende krachten is nagenoeg identiek daar alle grondkettingdraden met ongeveer 10 dezelfde spanning worden verweven. De opwaartse en neerwaartse krachten die door de grondkettingdraden worden uitgeoefend op de inslagdraden (D1),(D2),(D4) en (D5) compenseren elkaar zodat deze inslagdraden nagenoeg geen kracht ondervinden. Op de inslagdraden (D3) en (D6) wordt door beide grondkettingdraden een naar boven gerichte kracht uitgeoefend, zodat de totale op deze inslagdraden (D3) en (D6) 15 uitgeoefende kracht naar boven gericht is. Hierdoor komen deze inslagdraden (D3) en (D6) op een hoger niveau in het grondweefsel te liggen dan de andere inslagdraden (D1),(D2),(D4) en (D5). Dit is duidelijk te zien op de figuren 2 en 3.Figures 2 and 3 clearly show that the ground warp threads (F1), (F2), which were provided on either side with the pile warp thread (P1), respectively above and below the weft threads (D1), (D2), (D4) and (D5), but both 5 each run under the weft threads (D6) and (D3). A warp thread running above a weft thread exerts a downwardly directed force on said weft thread, while a warp thread running under a weft thread exerts an upwardly directed force on said weft thread. The magnitude of the forces exerted by the different ground warp threads (F1-F3) is practically identical since all ground warp threads are interwoven with approximately the same tension. The upward and downward forces exerted by the warp threads on the weft threads (D1), (D2), (D4) and (D5) compensate each other so that these weft threads experience virtually no force. On both the warp threads, an upwardly directed force is exerted on the weft threads (D3) and (D6), so that the total force exerted on these weft threads (D3) and (D6) is directed upwards. As a result, these weft threads (D3) and (D6) come to lie at a higher level in the ground tissue than the other weft threads (D1), (D2), (D4) and (D5). This is clearly seen in figures 2 and 3.

Op figuur 3 ziet men dat de poolkettingdraad volgens een 3/6-W-binding stevig werd ingebonden in het grondweefsel, en dat de pooldraadbenen naar links gericht worden 20 doordat de linker flankerende inslagdraad (D6),(D3) van elk poolbeen telkens ingebonden is op een niveau dat dichter bij de rugzijde van het weefsel ligt dan de rechter flankerende inslagdraad (D1),(D4).Figure 3 shows that the pile warp thread was firmly bound in the ground fabric according to a 3/6-W bond, and that the pile thread legs are directed to the left because the left flanking weft thread (D6), (D3) of each pile leg is each time tied is at a level closer to the back of the fabric than the right flanking weft thread (D1), (D4).

Op de figuur 4 werd een grondweefsel voorgesteld van een weefselgedeelte met zones 25 met verschillend gerichte pooldraadbenen. Het linker gedeelte van dit grondweefsel is identiek aan het op figuur 2 voorgestelde grondweefsel, en levert naar links gerichte pooldraadbenen op (zie figuur 5). Op het rechter gedeelte van het grondweefsel zijn de posities waarin de inslagdraden (D3) en (D6) enerzijds en (Dl) en (D4) anderzijds zich bevonden omgewisseld ten opzichte van het linker gedeelte van het grondweefsel. De 30 grondkettingdraden (F1),(F2) worden nu allebei onder de inslagdraden (Dl) en (D4) gebracht, terwijl ze respectievelijk boven en onder de andere inslagdraden 1021569 9 (D6),(D2),(D3),(D5) lopen. Hierdoor worden de pooldraadbenen van het rechter gedeelte van dit weefsel (zie figuur 5) naar rechts gericht omdat nu bij elke pooldraadbeen de rechter flankerende inslagdraad (D1),(D4) dichter bij de weefselrugzijde ingebonden is dan de linker flankerende inslagdraad (D6),(D3).Figure 4 shows a basic fabric of a fabric section with zones 25 with differently oriented pile thread legs. The left-hand portion of this ground fabric is identical to the ground fabric shown in Figure 2, and produces left-handed pole wire legs (see Figure 5). On the right-hand part of the ground fabric, the positions in which the weft threads (D3) and (D6) on the one hand, and (D1) and (D4) on the other hand were found are reversed with respect to the left-hand part of the ground fabric. The base warp threads (F1), (F2) are now both brought under the weft threads (D1) and (D4), while they are above and below the other weft threads respectively 1021569 9 (D6), (D2), (D3), (D5) ) walk. As a result, the pile thread legs of the right-hand part of this fabric (see figure 5) are directed to the right because now with each pile thread leg the right flanking weft thread (D1), (D4) is bound closer to the fabric backside than the left flanking weft thread (D6), (D3).

55

Voor deze schaduwfluweelweefsels gebruikt men bij voorkeur garens met een zekere glans, zoals onder meer mohair-garens, polyestergarens of polyamidegarens. Door de reflectie van het licht op de glanzende garens wordt het effect van de gerichte pooldraadbenen veel duidelijker waarneembaar in het afgewerkte schaduwfluweel-10 weefsel.For these shadow velvet fabrics, yarns with a certain gloss are preferably used, such as, for example, mohair yarns, polyester yarns or polyamide yarns. As a result of the reflection of the light on the glossy yarns, the effect of the directed pile thread legs becomes much more clearly perceptible in the finished shadow velvet fabric.

1021569’1021569 "

Claims (11)

1 O01 £ ': "£ 1 O01: " 1. Werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel, waarbij uit inslagdraden (D1-D6) en grondkettingdraden (F1-F3) een grondweefsel (1) geweven wordt terwijl poolkettingdraden (P1-P3) over inslagdraden (D1-D6) afgebonden worden zodat een aantal schuin uit het grondweefsel stekende pooldraadbenen (2) wordt bekomen, waarbij een aantal pooldraadbenen (2) 10 van minstens één poolkettingdraad (PI) schuin gericht wordt door telkens de twee flankerende inslagdraden (D6),(D1) ; (D3),(D4), waartussen het pooldraadbeen (2) het grondweefsel (1) verlaat, op een verschillend niveau in het grondweefsel in te binden, met het kenmerk dat aan weerszijden van de genoemde poolkettingdraad (PI) een respectievelijke grondkettingdraad 15 (F1),(F2) met dezelfde spanning of nagenoeg dezelfde spanning voorzien wordt, en dat de flankerende inslagdraden (D6),(D1) ; (D3),(D4) door middel van deze twee grondkettingdraden (F1),(F2) op een verschillend inbindniveau worden gebracht.A method for weaving a shadow velvet fabric, wherein a base fabric (1) is woven from weft threads (D1-D6) and base warp threads (F1-F3) while pile warp threads (P1-P3) are tied over weft threads (D1-D6) so that a a number of pole thread legs (2) protruding obliquely from the ground fabric, a number of pole thread legs (2) of at least one pole warp thread (P1) being directed obliquely by the two flanking weft threads (D6), (D1); (D3), (D4), between which the pole wire leg (2) leaves the ground fabric (1), to be bonded to the ground fabric at a different level, characterized in that a respective ground chain wire 15 (on either side of the said pile warp thread (P1) F1), (F2) is provided with the same voltage or substantially the same voltage, and that the flanking weft threads (D6), (D1); (D3), (D4) are brought to a different binding level by means of these two base warp threads (F1), (F2). 2. Werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de respectievelijke posities van de genoemde twee grondkettingdraden (F1),(F2) ten opzichte van elke flankerende inslagdraad (D6),(D1) ; (D3),(D4) zo bepaald worden dat deze grondkettingdraden (F1),(F2) op de twee flankerende inslagdraden (D6), 25 (D2) ; (D3),(D4) een verschillende kracht uitoefenen, zodat deze inslagdraden op een verschillend niveau worden ingebonden.Method for weaving a shadow velvet fabric according to claim 1, characterized in that the respective positions of said two base warp threads (F1), (F2) relative to each flanking weft thread (D6), (D1); (D3), (D4) are determined so that these ground warp threads (F1), (F2) on the two flanking weft threads (D6), (D2); (D3), (D4) exert a different force, so that these weft threads are bound at a different level. 3. Werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel, volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde twee grondkettingdraden 30 (F1),(F2) respectievelijk boven en onder de ene flankerende inslagdraad voorzien worden, en allebei onder of boven de andere flankerende 1021568 inslagdraad worden voorzien, teneinde deze inslagdraden op een verschillend niveau in te binden.Method for weaving a shadow velvet fabric, according to claim 1, characterized in that said two ground warp threads 30 (F1), (F2) are provided above and below one flanking weft thread, and both below or above the other flanking 1021568 weft thread must be provided in order to bind these weft threads at a different level. 4. Werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel met het kenmerk 5 dat er geen spankettingdraden voorzien worden.4. Method for weaving a shadow velvet fabric, characterized in that no tension warp threads are provided. 5. Werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze werkwijze een dubbelstukweefprocédé is waarbij boven elkaar terzelfdertijd twee 10 grondweefsels worden geweven, terwijl poolkettingdraden (P1-P3) afwisselend in het bovenste en het onderste grondweefsel (1) over inslagdraden (D1-D6) worden afgebonden, en waarbij de poolkettingdraden (P1-P3) tenslotte tussen de grondweefsels worden doorgesneden.5. A method for weaving a shadow velvet fabric according to any one of the preceding claims, characterized in that this method is a double-piece weaving process in which two base fabrics are woven one above the other at the same time, while pile warp threads (P1-P3) alternately in the upper and the lower base fabric ( 1) are tied off over weft threads (D1-D6) and the pile warp threads (P1-P3) are finally cut between the ground fabrics. 6. Werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel volgens conclusie 5 met het kenmerk dat er opeenvolgende kettingdraadstelsels voorzien worden dewelke telkens een grondkettingdraad (F1-F3) voor het bovenste grondweefsel, een grondkettingdraad (F1-F3) voor het onderste grondweefsel en een poolkettingdraad (P1-P3) omvatten. 20Method for weaving a shadow velvet fabric according to claim 5, characterized in that consecutive warp thread systems are provided, each of which has a ground warp thread (F1-F3) for the upper ground weave, a soil warp thread (F1-F3) for the lower soil weave and a pile warp thread ( P1-P3). 20 7. Werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel volgens conclusie 6 met het kenmerk dat in elk grondweefsel groepen van drie opeenvolgende grondkettingdraden (F1-F3) voorzien zijn, waarbij elke inslagdraad (D1-D6) boven minstens één grondkettingdraad van die groep 25 loopt, en onder minstens één andere grondkettingdraad van die groep loopt.7. Method for weaving a shadow velvet fabric according to claim 6, characterized in that in each base fabric groups are provided with three consecutive base warp threads (F1-F3), each weft thread (D1-D6) running above at least one base warp thread of that group, and runs under at least one other ground warp thread of that group. 8. Werkwijze voor het weven van een schaduwfluweelweefsel volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de poolvormende poolkettingdraden in de grondweefsels ingebonden worden volgens een W- 30 binding.8. A method for weaving a shadow velvet fabric according to any one of the preceding claims, characterized in that the pile-forming pile warp threads are bound in the basic fabrics according to a W-bond. 9. Schaduwfluweelweefsel, omvattende een uit grondkettingdraden en inslagdraden geweven grondweefsel en een aantal omheen inslagdraden (D1-D6) van het grondweefsel (1) omgebogen poolnoppen met uit het 5 grondweefsel stekende poolbenen (2), waarbij een aantal poolbenen schuin georiënteerd zijn doordat hun twee flankerende inslagdraden, waartussen het pooldraadbeen (2) het grondweefsel (1) verlaat, op een verschillend niveau in het grondweefsel (1) ingebonden zijn met het kenmerk dat de flankerende inslagdraden ter hoogte van de schuin gerichte pooldraadbenen door twee 10 grondkettingdraden (F1),(F2) dewelke met dezelfde spanning of nagenoeg dezelfde spanning verweven zijn, op een verschillend inbindniveau gebracht zijn.9. Shadow velvet fabric, comprising a ground fabric woven from ground warp threads and weft threads and a number of weft threads (D1-D6) of the ground fabric (1) with pole studs with pole legs (2) protruding from the ground fabric, a number of pole legs being oriented obliquely because their two flanking weft threads, between which the pile thread leg (2) leaves the ground fabric (1), are bonded to the ground fabric (1) at a different level, characterized in that the flanking weft threads at the level of the obliquely oriented pile thread legs are provided by two ground warp threads (F1) , (F2) which are interwoven with the same voltage or substantially the same voltage, have been brought to a different binding level. 10. Schaduwfluweelweefsel volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de 15 flankerende inslagdraden door twee grondkettingdraden (F1),(F2) op een verschillend inbindniveau gebracht zijn, en dat deze grondkettingdraden (F1),(F2) respectievelijk boven en onder de ene flankerende inslagdraad voorzien zijn, en allebei onder of boven de andere flankerende inslagdraad voorzien zijn, teneinde deze inslagdraden op een verschillend niveau in te 20 binden.A shadow velvet fabric according to claim 9, characterized in that the flanking weft threads are brought to a different binding level by two base warp threads (F1), (F2), and that these base warp threads (F1), (F2) are respectively above and below the one flanking weft thread are provided, and both are provided below or above the other flanking weft thread, in order to bind these weft threads at a different level. 11. Schaduwfluweelweefsel volgens conclusie 9 of 10 met het kenmerk dat het geen spankettingdraden omvat. A tr- ?"> -- · / / Λ ( ·~ • v*./. i ·>..* J , ;Shadow velvet fabric according to claim 9 or 10, characterized in that it does not comprise tension warp threads. A tr-? "> - · / / Λ (· ~ • v *. /. I ·> .. * J,;
NL1021569A 2001-10-03 2002-10-01 Shadow velvet fabric and method for weaving it. NL1021569C2 (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0639A BE1015489A3 (en) 2001-10-03 2001-10-03 Velvet fabric and method for its shadow weave.
BE200100639 2001-10-03

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1021569A1 NL1021569A1 (en) 2003-04-04
NL1021569C2 true NL1021569C2 (en) 2004-11-09

Family

ID=3897111

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021569A NL1021569C2 (en) 2001-10-03 2002-10-01 Shadow velvet fabric and method for weaving it.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE1015489A3 (en)
DE (1) DE10244544A1 (en)
IT (1) ITRM20020498A1 (en)
NL (1) NL1021569C2 (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102004013532A1 (en) * 2004-03-19 2005-10-06 Velotex Gmbh Anti-slip from a textile fabric
FR2897368A1 (en) * 2006-02-14 2007-08-17 Descamps Sas Soc Par Actions S TEXTILE ARTICLE WITH A JACQUARD PATTERN.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB422054A (en) * 1933-07-03 1935-01-03 Woodward Grosvenor & Company L Improvements in and relating to pile fabrics and looms for weaving the same
EP0380808A1 (en) * 1989-01-10 1990-08-08 Leo Schellens B.V. Method and device for the production of a Jacquard shadow velvet
BE1004509A4 (en) * 1991-02-15 1992-12-01 Haezebrouck Weverij Bvba Method for face-to-face weaving of shaded velvet and the shaded velvetproduced through this method
NL1009196C2 (en) * 1998-05-18 1999-11-25 Devantex N V Shadow velour jacquard fabric with chenille appearance, containing weft yarns arranged in groups with at least two weft yarns differing in volume

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB422054A (en) * 1933-07-03 1935-01-03 Woodward Grosvenor & Company L Improvements in and relating to pile fabrics and looms for weaving the same
EP0380808A1 (en) * 1989-01-10 1990-08-08 Leo Schellens B.V. Method and device for the production of a Jacquard shadow velvet
BE1004509A4 (en) * 1991-02-15 1992-12-01 Haezebrouck Weverij Bvba Method for face-to-face weaving of shaded velvet and the shaded velvetproduced through this method
NL1009196C2 (en) * 1998-05-18 1999-11-25 Devantex N V Shadow velour jacquard fabric with chenille appearance, containing weft yarns arranged in groups with at least two weft yarns differing in volume

Also Published As

Publication number Publication date
NL1021569A1 (en) 2003-04-04
ITRM20020498A0 (en) 2002-10-03
ITRM20020498A1 (en) 2003-04-04
DE10244544A1 (en) 2003-04-30
BE1015489A3 (en) 2005-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016008A4 (en) Method and apparatus for weaving sides be used tissue.
BE1020430A3 (en) METHOD FOR WEAVING A POOL TISSUE WITH POOL-FREE ZONES
BE1014721A5 (en) AND METHOD FOR loom weaving fabrics with pile loops.
BE1013266A3 (en) Method for manufacturing a hoogkorig pool tissue.
BE1016658A3 (en) METHOD FOR WEAVING A TISSUE, WOVEN TEXTURED ACCORDING TO ANY METHOD AND WEAVING MACHINE FOR WEAVING SUCH A TISSUE.
BE1021026B1 (en) CARPET WITH A SHADOW EFFECT AND METHOD FOR WEAVING A CARPET FABRIC WITH A SHADOW EFFECT.
BE1022393B1 (en) METHOD FOR WEAVING POOL WOVEN AND METHOD FOR EQUIPING A WEAVING MACHINE
NL1021569C2 (en) Shadow velvet fabric and method for weaving it.
BE1023598B1 (en) METHOD FOR DOUBLE-WOVEN WOVEN FABRICS WITH FIGURE CHAIN WIRES
BE1012077A3 (en) MOCK AND REAL boucle-FABRICS AND A METHOD FOR THE PRODUCTION OF SUCH FABRICS.
BE1012357A3 (en) METHOD FOR DOUBLE PIECE weaving pile fabrics.
BE1011362A3 (en) METHOD FOR MANUFACTURING OF CELLS WITH ON BOTH SIDES RIBS STRUCTURE AND TISSUE produced by that process.
BE1012858A3 (en) Mock boucle-cut fabric with pool and / or pool terry, weaving and method thereof.
BE1013299A3 (en) Loop pool tissue and method for weaving it.
BE1004509A4 (en) Method for face-to-face weaving of shaded velvet and the shaded velvetproduced through this method
BE1012269A3 (en) METHOD FOR MANUFACTURING A TISSUE RIBS WITH STRUCTURE AND TISSUE produced by that process.
BE1014573A5 (en) KIT of a loom, METHOD FOR CHANGING A loom EQUIPMENT AND weaving process using a loom WITH SUCH EQUIPMENT.
BE1018442A3 (en) METHOD FOR MANUFACTURING CARPETS WITH FRILLS, TISSUES AND CARPETS MANUFACTURED IN ACCORDANCE WITH THIS METHOD.
NL1009196C2 (en) Shadow velour jacquard fabric with chenille appearance, containing weft yarns arranged in groups with at least two weft yarns differing in volume
BE1017831A3 (en) DEVICE AND METHOD FOR WEAVING POOL WOVEN WITH IMPROVED YARN FEED.
BE1014784A3 (en) Cloth and method for manufacturing a cloth with at least one permanent fold.
FR3065231A1 (en) FABRIC INCLUDING AT LEAST ONE LINING MEMBER
BE1011073A3 (en) Method for manufacturing a pile loop fabric
NL2019894B1 (en) MULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM
NL1012297C2 (en) Jacquard shadow velor.

Legal Events

Date Code Title Description
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20040901

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090501