NL1021075C2 - Werkwijze en inrichting voor het tegengaan van aanslag met verfdeeltjes in verfcabines. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het tegengaan van aanslag met verfdeeltjes in verfcabines. Download PDF

Info

Publication number
NL1021075C2
NL1021075C2 NL1021075A NL1021075A NL1021075C2 NL 1021075 C2 NL1021075 C2 NL 1021075C2 NL 1021075 A NL1021075 A NL 1021075A NL 1021075 A NL1021075 A NL 1021075A NL 1021075 C2 NL1021075 C2 NL 1021075C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
cabin
paint
air flow
particles
Prior art date
Application number
NL1021075A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1021075A1 (nl
Inventor
Josephus Adrianus Nicolaas Ven
Gerardus Bernardus Huiskes
Original Assignee
Konink Ahrend N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Konink Ahrend N V filed Critical Konink Ahrend N V
Priority to NL1021075A priority Critical patent/NL1021075C2/nl
Publication of NL1021075A1 publication Critical patent/NL1021075A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021075C2 publication Critical patent/NL1021075C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B14/00Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material
    • B05B14/40Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material for use in spray booths
    • B05B14/41Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material for use in spray booths by cleaning the walls of the booth
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B14/00Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material
    • B05B14/40Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material for use in spray booths
    • B05B14/42Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material for use in spray booths using electrostatic means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B14/00Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material
    • B05B14/40Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material for use in spray booths
    • B05B14/48Arrangements for collecting, re-using or eliminating excess spraying material for use in spray booths specially adapted for particulate material

Landscapes

  • Details Or Accessories Of Spraying Plant Or Apparatus (AREA)

Description

-1-
Werkwijze en' inrichting voor het tegengaan van aanslag met verfdeeltjes in verfcabines.
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze om aanslag van verfdeeltjes in verfcabines, met name verfcabines waar verfdeeltjes in poedervorm met spuit-organen op voorwerpen worden aangebracht en waarbij de poederdeeltjes en/of de voorwerpen een elektrostatische 10 lading gegeven is, te voorkomen dan wel tegen te gaan.
In dergelijke verfcabines en dan met name de verfcabines van roestvaststaal is het een bekend probleem dat de geladen verfdeeltjes behalve op de te behandelen voorwerpen 15 ook op de wanden van de cabine terecht komen en zich daar door de gegeven lading ook aan hechten. Dit effect wordt nog verergerd indien de cabinewand door bijvoorbeeld wrijving of elektrische velden een tegengestelde lading heeft gekregen. Behalve dat een deel van de verfdeeltjes 20 niet direkt effectief gebruikt kan worden, is een belangrijk nadeel dat bij het overschrijden van een bepaalde accumulatiegrens de ladingverschillen niet meer groot genoeg zijn om de verfdeeltjes tegen de wand van de cabine te houden en de verfdeeltjes daar van af vallen. Met name 25 de verfdeeltjes die van het cabineplafond vallen, hetgeen veelal clusters van verfdeeltjes zijn, kunnen daarbij op de te behandelen voorwerpen terecht komen. Dit resulteert vrijwel steeds in duidelijk zichtbare verstoringen in het uiteindelijke verfoppervlak van het voorwerp. Deze ver-30 storingen zullen doorgaans pas opgemerkt worden nadat de voorwerpen uit de oven komen en hebben afkeuring van de betreffende voorwerpen tot gevolg.
Bij gebruik van bijvoorbeeld aluminium houdende verven en 35 de zogenaamde metallic verven zullen de genoemde nadelen veel eerder optreden dan bij de verfsamenstellingen met I lichtere verfdeeltjes.
Teneinde dit te voorkomen moeten verfcabines of een gehe- I le rij opeenvolgende cabines regelmatig schoon gemaakt I 5 worden. Dit houdt in dat de betreffende cabines uit het verfproces gehaald moeten worden en het proces in andere I cabines voortgezet moet worden. Behalve vertraging van I het proces geeft dit ook mogelijk aanleiding tot versto- ringen in het proces door bijvoorbeeld het opnieuw af 10 moeten regelen van spuitorganen voor de verfdeeltjes.
Het doel van de uitvinding is de genoemde nadelen te on- dervangen, waartoe volgens de uitvinding in een werkwijze voorzien wordt waarbij op één of meer lokaties in een H 15 verfcabine of een aantal opeenvolgende cabines die teza- H men een tunnel vormen, in één of meer richtingen een luchtstroom langs tenminste een deel van de binnenzijde van cabine of tunnel gevoerd wordt.
H 20 In een serie praktijkproeven is gebleken dat hiermee ten- H minste een deel van de aanslag van de verfdeeltjes tegen H de wand van cabine of tunnel voorkomen kan worden. Ech- H ter, volgens een nadere uitwerking wordt er bij voorkeur in voorzien dat geïoniseerde lucht in tenminste één H 25 luchtstroom langs tenminste een deel van de binnenzijde I van cabine of tunnel gevoerd wordt. Door toepassing van H een stroom geïoniseerde lucht wordt beoogd de lading van de verfdeeltjes te compenseren en op die wijze te voorko-men dat deze vanwege ladingverschillen tegen de wanden H 30 van cabine of tunnel komen te zitten. In een volgende se- rie praktijkproeven is gebleken dat hier bijzonder goede resultaten mee verkregen kunnen worden, die aanzienlijk beter zijn dan wanneer met niet geïoniseerde luchtstromen gewerkt wordt.
Bij voorkeur wordt er daarbij in voorzien dat de lucht- -3- stroom of luchtstromen in hoofdzaak langs cabine- of tun-nelplafond gevoerd worden. Dit is belangrijk omdat met name de tegen het plafond geaccumuleerde verfdeeltjes op de van een laag verfdeeltjes te voorziene voorwerpen kun-5 nen vallen.
Volgens een verdere uitwerking wordt er daarbij in voorzien dat de stroom of stromen geïoniseerde lucht nabij en boven de spuitorganen voor de verfdeeltjes de cabine of 10 tunnel in gebracht worden. Met name op deze lokaties en meer in het bijzonder bij de spuitorganen die in vertika-le richting op en neer bewogen worden in het proces bestaat de meeste kans op ongewenste accumulaties tegen plafond en wanddelen. Teneinde zo veel mogelijk de accu-15 mulatie van de verfdeeltjes te voorkomen en ook om zo min mogelijk het verspuiten van de verfdeeltjes te verstoren wordt de stroom of een deel van de stromen geïoniseerde lucht in eenzelfde hoofdrichting gevoerd worden als de meest nabij gelegen spuitorganen voor de verfdeeltjes in 20 poedervorm.
Volgens een nadere uitwerking is er in voorzien dat de snelheid van de luchtstroom en/of de ionisatiegraad van de lucht al dan niet afhankelijk van de te verspuiten 25 verfdeeltjes geregeld kunnen worden. Dit is van belang aangezien de cabine of tunnel tenminste bij het overschakelen naar een andere verfpoeder, bijvoorbeeld een poeder met een andere kleur, gereinigd dient te worden. De reiniging kan nu geschieden door lucht met grotere snelheid 30 door cabine of tunnel te blazen en op die manier alle verfdeeltjes te verwijderen. Hierbij kan de lucht bijvoorbeeld bij het begin van de reiniging geïoniseerd worden. Het zal echter niet nodig zijn om gedurende de gehele reiniging de lucht te ioniseren.
35
Volgens de uitvinding wordt ook voorzien in een voor het .*1 02 > r -4- I uitvoeren van de werkwijze geschikte inrichting. Deze in- I richting is bestemd een luchtstroom te genereren, waartoe deze tenminste één luchtverplaatsingsorgaan omvat, één of I meer in een cabine of tunnel aangebrachte en op het 5 luchtverplaatsingsorgaan aangesloten luchtstroomverdeel- organen en één of meer ionisatieorganen voor het ionise- ren van de uit de luchtstroomverdeelorganen komende I luchtstroom.
10 Volgens een nadere uitwerking heeft een luchtverdeelor- gaan een in hoofdzaak langwerpige vorm waarbij de uit- I treedopening van het luchtverdeelorgaan zich uitstrekt over het grootste deel van de lengte van het luchtver- I deelorgaan en de breedte van de luchtuittreedopening vele 15 malen kleiner is dan de lengte daarvan. Daarbij kan er verder in voorzien worden dat aan tenminste één zijde van de uittreedopening van een luchtverdeelorgaan een lucht- I geleidingsvaan is aangebracht. Op deze manier kan een ge- lijkmatige en goed verdeelde luchtstroom de cabine of 20 tunnel ingebracht worden, waardoor met relatief geringe snelheden van de luchtstroom gewerkt kan worden en het verspuiten van de verfdeeltjes niet of zo min mogelijk verstoord wordt.
25 De ionisatieorganen voor het ioniseren van de uit de H luchtstroomverdeelorganen komende luchtstroom zijn lang- werpig en evenwijdig aan de luchtuittreedopeningen aange- bracht zodanig dat deze zich in of tegen de onderzijde van de uittredende luchtstromen bevinden. Hierdoor valt H 30 de gehele luchtstroom eenvoudig in voldoende mate te io- niseren, zodat ook over de gehele breedte van de lucht- stroom een effectieve werking verkregen wordt.
Tenslotte omvat de uitvinding eveneens een inrichting 35 voor het met spuitorganen in poedervorm op voorwerpen aanbrengen van verfdeeltjes waarbij de poederdeeltjes -5- en/of de voorwerpen een elektrostatische lading gegeven is, die één of een aantal opeenvolgende verfcabines omvat, een transportsysteem om de te behandelen voorwerpen door de cabine of opeenvolgende cabines te voeren, één of 5 meer vaste of verplaatsbare spuitorganen voor het verspuiten van de poederdeeltjes en een besturingssysteem voor het besturen van tenminste het transportsysteem en spuitorganen, waarbij deze verder tenminste één luchtver-plaatsingsorgaan omvat, een regelorgaan voor het regelen 10 van het luchtverplaatsingsorgaan, één of meer in cabine of opeenvolgende cabines aangebrachte luchtstroomverdeel-organen en één of meer ionisatieorganen voor het ioniseren van de uit de luchtstroomverdeelorganen komende luchtstroom, die nabij de uittreedopeningen van de lucht-15 stroomverdeelorganen zijn aangebracht en waarbij het besturingssysteem verder ingericht is het luchtverplaatsingsorgaan, het regelorgaan van het luchtverplaatsingsorgaan en de ionisatieorganen te besturen.
20 De uitvinding wordt in het navolgende nader uitgelegd aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld, waarin: fig.lA schematisch een aanzicht toont van een luchtverplaatsingsorgaan met een luchtstroomverdeelor-25 gaan, fig.lB schematisch een zijaanzicht toont van een detail van het luchtstroomverdeelorgaan uit fig.lA, fig.2 schematisch een dwarsaanzicht toont van een verfcabine met een luchtstroomverdeelorgaan in 30 een eerste oriëntatie, en fig.3 schematisch een aanzicht toont van een deel van een tunnel met een luchtstroomverdeelorgaan in een tweede oriëntatie.
35 In het aanzicht van fig.lA is een luchtverplaatsingorgaan getoond dat voor het specifieke doeleind bij voorkeur een I -6- centrifugaalventilator 1 is. De voeding voor de centrifu- I gaalventilator 1 loopt via de regeleenheid 2, hetgeen een I eenheid is voor het regelen van de frequentie van de aan- I gelegde wisselspanning. Met deze opstelling van centrifu- I 5 gaalventilator 1 en regeleenheid 2 is de hoeveelheid per tijdseenheid te verplaatsen lucht over een groot bereik H te regelen.
I De centrifugaalventilator 1 is via een slang of buis 3 10 met een luchtverdeelorgaan 4 verbonden. In een werkelijke I opstelling zal een enkele centrifugaalventilator 1 met I voldoende capaciteit via een slangen- of buizenstelsel 3 I met een aantal luchtverdeelorganen 4 verbonden zijn, zo- dat een gehele tunnel onder het bereik van het systeem I 15 valt.
Het luchtverdeelorgaan 4 heeft een langwerpige vorm en is voorzien van een zich over nagenoeg de gehele lengte uit- strekkende uittreedopening 5. Aan weerszijden van de uit- 20 treedopening 5 zijn luchtgeleidingsvanen 6 aangebracht, H die ervoor zorgen dat de luchtstroom in precies de ge- wenste richting geleid kan worden. Direkt voor de uit- H treedopening en onder de daaruit komende luchtstroom is een ionisatieorgaan 7 aangebracht, dat er ervoor zorg- 25 draagt dat de uittredende lucht geïoniseerd wordt. De po- sitie van het ionisatieorgaan 7 is zodanig dat de uittre- dende lucht in voldoende mate geïoniseerd kan worden zon- der dat daarbij de luchtstroom verstoord raakt. Voor de .
aansturing van het ionisatieorgaan 7 is voorzien in een H 30 hoogspanningseenheid 8.
H In fig. 1B is schematisch een deelaanzicht getoond van H het luchtverdeelorgaan 4 met de uittreedopening 5, de H luchtgeleidingsvanen 6 en het ionisatieorgaan 7. Duide- 35 lijk zal zijn dat met deze opstelling een brede, relatief dunne luchtstroom verkregen wordt, die zich in voldoende -7- mate zal laten ioniseren.
In fig. 2 is een doorsnede van een verfcabine 9 getoond, die deel uitmaakt van een verftunnel 10, en die in hoofd-5 zaak bestaat uit een behuizing 11, een boven de behuizing aangebracht transportsysteem 12 waarvan doorgaande delen 13 tot binnen de behuizing 11 steken, en waarbij in de behuizing 11 spuitorganen 14 voor de verfdeeltjes zijn aangebracht. Aan de delen 13 van het transportsysteem 12 10 worden de van een laag verfdeeltjes te voorziene voorwerpen bevestigd waar vanaf de zijkant met de spuitorganen 14 de elektrostatische gelaten verfdeeltjes op aangebracht kunnen worden. De getoonde spuitorganen 14 zijn in verticale richting beweegbaar zodat de voorwerpen over de 15 gehele hoogte van verfdeeltjes voorzien kunnen worden.
Boven in de cabine 9 is een luchtverdeelorgaan 4 aangebracht en direct onder de uittreedopening 6 een ionisa-tieorgaan 7. De uittreedopening 6 is evenwijdig aan de 20 lengterichting van de tunnel 10 aangebracht zodat de richting van de uittredende geïoniseerde lucht daar dwars opstaat. Op deze wijze wordt de geïoniseerde lucht langs het plafond van de cabine 9 gevoerd en aansluitend langs de tegenovergelegen wand omlaag. Hiermee wordt bereikt 25 dat de ladingen van de uit de spuitorganen 14 afkomstige verfdeeltjes, die vanwege opstelling en de beweging van de spuitorganen 14 zich makkelijk aan plafond en tegenovergelegen wand van de cabine 9 zouden kunnen hechten, geneutraliseerd worden voordat deze plafond of tegenover-30 gelegen wand kunnen bereiken. De verfdeeltjes zullen dan naar beneden vallen en komen op de voorwerpen terecht of anders op de bodem van de cabine 9, van waar deze op verder bekende wijze verwijderd kunnen worden. De naar beneden vallende verfdeeltjes die op een te behandelen voor-35 werp terechtkomen zullen verder normaal deel uitmaken van de aangebrachte laag verfdeeltjes en zullen geen versto- . . Λ Λ - -8-I ring in die laag veroorzaken.
I In fig.3 is een zijaanzicht getoond van tunnel 10 met het I transportsysteem 12 en schematisch de aan de binnenzijde 5 aangebrachte spuitorganen 15 en een luchtverdeelorgaan 4 I met ionisatieorgaan 7. De spuitorganen 15 zijn in de ge- toonde positie vast aangebracht en bedoeld om de boven- zijde van de voorwerpen van een laag verfdeeltjes te voorzien. Het luchtverdeelorgaan 4 is boven de spuitorga- 10 nen 15 met de uittreedopening 5 dwars op de lengterich- I ting van de tunnel 10 aangebracht, zodat de uittredende I geïoniseerde luchtstroom in de lengterichting van de tun- nel 10 langs het plafond gevoerd wordt.

Claims (14)

1. Werkwijze om aanslag van verfdeeltjes in verfcabines, met name verfcabines waar verfdeeltjes in poedervorm met 5 spuitorganen op voorwerpen worden aangebracht en waarbij de poederdeeltjes en/of de voorwerpen een elektrostatische lading gegeven is, te voorkomen dan wel tegen te gaan, met het kenmerk dat op één of meer lokaties in een verfcabine of een aantal opeenvolgende cabines die teza-10 men een tunnel vormen, in één of meer richtingen een luchtstroom langs tenminste een deel van de binnenzijde van cabine of tunnel gevoerd wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat ge-15 ioniseerde lucht in tenminste één luchtstroom langs tenminste een deel van de binnenzijde van cabine of tunnel gevoerd wordt.
3. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk dat 20 de luchtstroom of luchtstromen in hoofdzaak langs cabine- of tunnelplafond gevoerd worden.
4. Werkwijze volgens conclusies 2-3, met het kenmerk dat de stroom of stromen geïoniseerde lucht nabij en boven de 25 spuitorganen voor de verfdeeltjes in poedervorm de cabine of tunnel in gebracht worden.
5. Werkwijze volgens conclusies 2-4, met het kenmerk dat de stroom of een deel van de stromen geïoniseerde lucht 30 in eenzelfde hoofdrichting gevoerd worden als de meest nabij gelegen spuitorganen voor de verfdeeltjes in poedervorm.
6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het kenmerk dat 35 de snelheid van de luchtstroom en/of de ionisatiegraad van de lucht al dan niet afhankelijk van de te verspuiten mi Oir : ·.. I -ιο ί verfdeeltjes,geregeld worden.
7. Inrichting voor het genereren van een luchtstroom, toe I te passen in de werkwijze volgens conclusies 1-6, met het I 5 kenmerk dat deze tenminste één luchtverplaatsingsorgaan I omvat, één of meer in een cabine of tunnel aangebrachte I en op het luchtverplaatsingsorgaan aangesloten lucht- I stroomverdeelorganen en één of meer ionisatieorganen voor I het ioniseren van de uit de luchtstroomverdeelorganen ko- I 10 mende luchtstroom.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat I een luchtverdeelorgaan een in hoofdzaak langwerpige vorm I heeft waarbij de uittreedopening van het luchtverdeelor- I 15 gaan zich uitstrekt over het grootste deel van de lengte I van het luchtverdeelorgaan en de breedte van de luchtuit- I treedopening vele malen kleiner is dan de lengte daarvan.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat I 20 aan tenminste één zijde van de uittreedopening van een I luchtverdeelorgaan een luchtgeleidingsvaan is aange- I bracht.
10. Inrichting volgens conclusies 7-9, met het kenmerk I 25 dat de ionisatieorganen voor het ioniseren van de uit de I luchtstroomverdeelorganen komende luchtstroom langwerpig zijn en evenwijdig aan de luchtuittreedopeningen aange- I bracht zijn zodanig dat deze zich in of tegen de onder- zijde van de uittredende luchtstromen bevinden. I 30
11. Inrichting volgens conclusies 7-10, met het kenmerk dat voorzien is in een regelorgaan voor het regelen van I het volume en de snelheid van de luchtstroom. I 35
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk dat met het regelorgaan de frequentie van de wisselspanning -11- voor het luchtverplaatsingsorgaan geregeld wordt.
13. Inrichting volgens conclusies 7-12, met het kenmerk dat in een besturingseenheid voorzien is voor het afzon-5 derlijk en in samenhang kunnen besturen van het luchtverplaatsingsorgaan, het regelorgaan van het luchtverplaatsingsorgaan en de ionisatieorganen in afhankelijkheid van de spuitorganen voor de verfdeeltjes.
14. Inrichting voor het met spuitorganen in poedervorm op voorwerpen aanbrengen van verfdeeltjes waarbij de poeder-deeltjes en/of de voorwerpen een elektrostatische lading gegeven is, die één of een aantal opeenvolgende verfcabines omvat, een transportsysteem om de te behandelen voor-15 werpen door de cabine of opeenvolgende cabines te voeren, één of meer vaste of verplaatsbare spuitorganen voor het verspuiten van de poederdeeltjes en een besturingssysteem voor het besturen van tenminste het transportsysteem en spuitorganen, met het kenmerk dat deze verder tenminste 20 één luchtverplaatsingsorgaan omvat, een regelorgaan voor het regelen van het luchtverplaatsingsorgaan, één of meer in cabine of opeenvolgende cabines aangebrachte lucht-stroomverdeelorganen en één of meer ionisatieorganen voor het ioniseren van de uit de luchtstroomverdeelorganen ko-25 mende luchtstroom, die nabij de uittreedopeningen van de luchtstroomverdeelorganen zijn aangebracht en waarbij het besturingssysteem verder ingericht is het luchtverplaatsingsorgaan, het regelorgaan van het luchtverplaatsingsorgaan en de ionisatieorganen te besturen.
NL1021075A 2002-07-12 2002-07-12 Werkwijze en inrichting voor het tegengaan van aanslag met verfdeeltjes in verfcabines. NL1021075C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021075A NL1021075C2 (nl) 2002-07-12 2002-07-12 Werkwijze en inrichting voor het tegengaan van aanslag met verfdeeltjes in verfcabines.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021075A NL1021075C2 (nl) 2002-07-12 2002-07-12 Werkwijze en inrichting voor het tegengaan van aanslag met verfdeeltjes in verfcabines.
NL1021075 2002-07-12

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1021075A1 NL1021075A1 (nl) 2004-01-13
NL1021075C2 true NL1021075C2 (nl) 2004-06-22

Family

ID=31885114

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021075A NL1021075C2 (nl) 2002-07-12 2002-07-12 Werkwijze en inrichting voor het tegengaan van aanslag met verfdeeltjes in verfcabines.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021075C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2546828A (en) * 2016-01-26 2017-08-02 Piotr Potocki A spray booth

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2546828A (en) * 2016-01-26 2017-08-02 Piotr Potocki A spray booth
GB2546828B (en) * 2016-01-26 2021-04-07 Piotr Potocki A spray booth

Also Published As

Publication number Publication date
NL1021075A1 (nl) 2004-01-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5397394A (en) Powder coating booth
AU678216B2 (en) Flat line powder coating system
US5056460A (en) Powder-spray cabin having a baffle for raw gas in the suction outflow
JP2008536661A5 (nl)
CZ20023043A3 (cs) Systém a způsob vytváření povlaku na výrobku rozprašováním prášku
US4567818A (en) Circular spray booth
US4613083A (en) Adjustable powder spray gun
US20180339252A1 (en) Exhaust configuration for a wet scrubber
NL2005047C2 (nl) Inrichting voor het uitvoeren van oppervlaktebehandeling.
JP6989712B2 (ja) コーティングブース
JPH06510224A (ja) 長手方向空気流を用いる塗料吹付けブース
NL1021075C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het tegengaan van aanslag met verfdeeltjes in verfcabines.
EP2803420A2 (en) Improved booth for powder coating articles.
US5773097A (en) Vertical electrostatic coater having vortex effect
US5861062A (en) Workpiece spray-painting device
US2730460A (en) Electrostatic method and apparatus
CA1093810A (en) Installation for electrostatically depositing particles of dielectric coating material
US4660772A (en) Electrostatic powder spray gun nozzle
WO2000033971A1 (en) Powder spray apparatus for spraying exterior can bottoms
JP6875700B2 (ja) 塗装ブース
USRE33482E (en) Adjustable powder spray gun
NL1018097C2 (nl) Poedercoatcabine.
NL2023224B1 (en) System and method for coating a surface
NL2023223B1 (en) System and method for coating a surface
US4325319A (en) Air flow system for the charging conductor in an electrostatic painting system

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20040419

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070201