NL1020774C2

NL1020774C2 - Samenstel, afsteunelement ten gebruike in een dergelijk samenstel en werkwijze voor het vervangen van een conventioneel schuifraam door een zwenkbaar raam.

Info

Publication number: NL1020774C2
Application number: NL1020774A
Authority: NL
Inventors: Goverdinus Hendrikus De Waal
Original assignee: G H De Waal Beheer B V
Priority date: 2002-06-06
Filing date: 2002-06-06
Publication date: 2003-12-09

Description

\ »

Samenstel, afsteunelement ten gebruike in een dergelijk samenstel en werkwijze voor het vervangen van een conventioneel schuifraam door een zwenkbaar raam

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel, omvattende: een een opening 5 omkaderend raamkozijn, ten minste één de opening opdelende, met het raamkozijn verbonden tussenbalk, ten minste één in een eerste door de tussenbalk en een deel van het raamkozijn omkaderend openingdeel opneembaar eerste afschermelement, ten minste één in een tweede door de tussenbalk en een overliggend deel van het raamkozijn omkaderend openingdeel opneembaar tweede afschermelement, en een met 10 de tussenbalk verbonden afsteunelement voor het tweede afschermelement, welk afsteunelement ten minste in hoofdzaak loodrecht uitkraagt ten opzichte van een door het eerste afschermelement opgespannen vlak.. De uitvinding heeft tevens betrekking op een afsteunelement ten gebruike in een dergelijk samenstel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervangen van een conventioneel 15 schuifraam door een zwenkbaar raam.

Raamkozijnen die zijn voorzien van een gefixeerd, niet-zwenkbaar (lichfjraam en een ten opzichte van het raamkozijn verplaatsbaar (licht)raam zijn reeds sedert lange tijd bekend en worden tevens op relatief grote schaal toegepast. Een voorbeeld van het in 20 aanhef omschreven raamkozijn is bekend uit het Britse octrooischrift 488,995. Echter, het aanpassen of vervangen van (een deel van) het bekende raamkozijn is somwijls onderhevig aan wettelijke regelingen. Ingeval een dergelijk raamkozijn wordt toegepast in een gebouw met een zekere monumentale waarde, wordt doorgaans de verplichting opgelegd dat vervanging of aanpassing van het raamkozijn slechts is toegestaan, indien 25 het (esthetisch) aanzicht op de gevelzijde van het raamkozijn ongewijzigd blijft. Dit heeft tot belangrijk nadeel dat de in het raamkozijn opgenomen ramen slechts kunnen worden vervangen door eenzelfde soort ramen. Indien als afschermelement een schuifraam wordt toegepast, is het thans niet mogelijk gebleken het schuifraam te vervangen door een zwenkbaar raam (draairaam of draai-kiepraam) zonder het 30 (esthetisch) aanzicht op de gevelzijde van het raamkozijn te veranderen. Zo is vervanging van bijvoorbeeld enkelglas schuiframen van een monumentaal gebouw door dubbelglas schuiframen of draai(-kiep)ramen zonder het (esthetisch) aanzicht op de gevel van het gebouw aan te tasten vooralsnog niet mogelijk gebleken.

1020774 2

De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een samenstel, waarmee een raam kan worden vervangen of worden aangepast zonder wijziging van het esthetisch aanzicht op 5 ten minste de gevelzijde van het samenstel.

De uitvinding verschaft daartoe een samenstel volgens het in aanhef genoemde type, met het kenmerk, dat het afsteunelement grenst aan ten minste een deel van een van een gevelzijde afgekeerde zijde van de tussenbalk. Toepassing van het (separate), aan de 10 van de gevelzijde afgekeerde zijde van de tussenbalk grenzende, afsteunelement leidt tot een zeker adaptief vermogen van het samenstel, waardoor het tweede afschermelement kan worden vervangen door een andersoortig afschermelement zonder dat de gevelzijde van het samenstel zal wijzigen. Toepassing van het, op de van de gevelzijde afgekeerde zijde van de tussenbalk aansluitende, afsteunelement maakt het enerzijds mogelijk 15 bestaande, conventionele raamkozijnen voorzien van een door een schuifraam gevormd tweede afschermelement te vervangen door raamkozijnen voorzien van een andersoortige tweede afschermelement, zoals bijvoorbeeld het ten opzichte van het kozijn zwenkbaar uitvoeren of fixeren van het tweede afschermelement, zonder wijziging van meetkundige verhoudingen aan een zijde van het samenstel. Anderzijds 20 maakt het separate afsteunelement het onderling uitwisselen van tweede afschermelementen mogelijk zonder effect te hebben op het esthetisch aanzicht op de gevelzijde van het samenstel. Aldus heeft het afsteunelement - zoals reeds vermeld -tevens een adaptief vermogen om eenvoudige uitwisseling van tweede afschermelementen in overeenstemming met vigerende wettelijke regelingen mogelijk 25 te maken.

Het eerste afschermelement wordt bij voorkeur gevormd door een lichtraam. Het lichtraam kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit enkel- of dubbellaags glas of transparant kunststof, al dan niet voorzien van een omkadering. Het is echter tevens mogelijk het 30 eerste afschermelement op niet-transparante wijze uit te voeren. Het tweede afschermelement wordt bij voorkeur (tevens) gevormd door een lichtraam. Ook hier is het eveneens denkbaar het tweede afschermelement ten minste gedeeltelijk als niet-transparante materiaallaag uit te voeren.

ï 0 l 0 7 7 4 3

Het eerste afschermelement is in een voorkeursuitvoering gefixeerd verbonden met het raamkozijn. Het tweede afschermelement is bij voorkeur verplaatsbaar verbonden met het raamkozijn, teneinde atmosferische gasuitwisseling en temperatuuradaptie tussen twee aan overliggende zijden van het samenstel gelegen ruimtes mogelijk te maken. Het 5 tweede afschermelement is bij voorkeur zwenkbaar verbonden met het raamkozijn. De zwenkas van het tweede afschermelement, in het bijzonder een draairaam, kan daarbij -in normale bedrijfstoestand - zowel (in hoofdzaak) horizontaal als (in hoofdzaak) verticaal zijn gelegen. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het tweede afschermelement zwenkbaar ten opzichte van meerdere van het raamkozijn deel uitmakende zijden.

10 Derhalve kan als tweede afschermelement een draai-kiepraam worden toegepast. Het is daarentegen eveneens denkbaar het tweede afschermelement (overeenkomstig het eerste afschermelement) te fixeren ten opzichte van het raamkozijn. Alsdan wordt een geheel gesloten samenstel verkregen waarvan het aanzicht erop tenminste eenzijdig ongewijzigd is gebleven.

15

Het afsteunelement strekt zich bij voorkeur uit langs in hoofdzaak de lengte van de tussenbalk. Aldus is het mogelijk een optimale afsteuning van het tweede afschermelement in een gesloten toestand op het afsteunelement te realiseren. Naast de optimale afsteuning zal doorgaans tevens een optimale mediumdichte, of althans ten 20 minste in hoofdzaak vloeistofdichte, afdichting kunnen plaatsvinden tussen het afsteunelement en het tweede afschermelement.

Bij voorkeur is het afsteunelement losneembaar verbonden met de tussenbalk. Het losneembaar verbinden van het afsteunelement aan de tussenbalk resulteert in een grote 25 mate van adaptief vermogen van het samenstel. Het vervangen van het tweede afschermelement door een andere tweede afschermelement kan alsdan op eenvoudige wijze geschieden.

Het afsteunelement is aan een van de tussenbalk afgekeerde zijde voorzien van een 30 geprofileerd oppervlak ingericht voor samenwerking met een van het tweede afschermelement deel uitmakend profiel. Het ‘contra-profiel’ van het afsteunelement kan daarbij zijn voorzien van additionele uitsparingen om eventuele vloeistofafvoer te vergemakkelijken en vloeistofdoorvoer naar een van de gevelzijde afgekeerde zijde van 1020774 4 het samenstel te voorkomen. Het van het afsteunelement deel uitmakend ‘contra-profiel’ wordt met name toegepast bij toepassing van een draai(-kiep)raam.

Bij voorkeur is het afsteunelement ingericht voor aangrijping op het eerste 5 afschermelement. Derhalve verkrijgt het afsteunelement, naast het dienen als afsteunlocatie van het tweede afschermelement, tevens een functie als partiële begrenzing voor het eerste afschermelement. Een voordeel hiervan kan zijn dat het samenstel aan een van de gevelzijde afgekeerde zijde relatief compact kan worden uitgevoerd. Het afsteunelement is bij voorkeur ingericht voor ondersteuning van ten 10 minste een deel van het eerste afschermelement. Het is aldus eveneens denkbaar het afsteunelement tevens in te zetten als (partiële) ondersteuning van het eerste afschermelement, hetgeen wederom tot een relatief compact samenstel kan leiden. Daarnaast wordt een zekere mate van flexibiliteit verschaft ten aanzien van de dikte van het eerste afschermelement. Voorheen is de dikte van het eerste afschermelement vanaf 15 een bepaalde dikte afhankelijk geweest van de dimensionering van een in de tussenbalk aangebrachte sponning. Toepassing van een bovengenoemd afsteunelement leidt tot een relatief grote keuzevrijheid ten aanzien van de dikte van het eerste afschermelement Afhankelijk van een gewenste dikte van het eerste afschermelement kan thans een geschikt afsteunelement worden geselecteerd.

20

Het afsteunelement kraagt bij voorkeur zodanig uit ten opzichte van het door het eerste afschermelement opgespannen vlak dat het afsteunelement een door het tweede afschermelement in een gesloten toestand opgespannen vlak doorsnijdt. Alsdan omgeeft het afsteunelement de facto ten dele het tweede afschermelement.

25

De uitvinding heeft tevens betrekking op een afsteunelement ten gebruike in een dergelijk samenstel.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervangen van een 30 conventioneel schuifraam door een zwenkbaar raam door toepassing van een dergelijk afsteunelemènt, omvattende de stappen: A) het van een raamkozijn verwijderen van het schuifraam, B) het met een met het raamkozijn verbonden tussenbalk verbinden van het afsteunelement voor het zwenkbare raam, C) het bewerken van ten minste een deel van een voor aangrijping op het zwenkbare raam ingericht deel van het raamkozijn, en D) f 0 λ 0 f / 4 5 het zwenkbaar verbinden van het raam en het raamkozijn. Toepassing van bovengenoemde werkwijze maakt het mogelijk een conventioneel schuifraam te vervangen door een draai(-kiep)raam zonder het esthetisch aanzicht aan ten minste één zijde van het samenstel te wijzigen. Het bevestigen van het afsteunelement aan het 5 raamkozijn geschiedt bijvoorbeeld door een het aanbrengen van een lijmlaag en/of het toepassen van mechanische bevestigingsmiddelen.

In een laatste voorkeursuitvoering is de werkwijze tevens voorzien van een ' bewerkingsstap E), omvattende het voor het met de tussenbalk verbinden van het 10 afsteunelement volgens bewerkingsstap B) bewerken van de tussenbalk. Doorgaans is de kwaliteit of zijn de dimensies van (een deel van) de tussenbalk niet geschikt om er direct, zonder aanpassen van de tussenbalk, het afsteunelement mee te verbinden. Derhalve is veelal een reinigings- en/of (machinale) oppervlaktebewerking, zoals frezen of schuren, benodigd om de tussenbalk geschikt te maken voor het erop bevestigen van 15 het afsteunelement.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een vooraanzicht op een gevelzijde van een conventioneel raamkozijn, 20 figuur 2 een dwarsdoorsnede van een deel van het raamkozijn volgens figuur 1, figuur 3 een dwarsdoorsnede van een deel van een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel overeenkomstig de uitvinding, dat is afgeleid van het raamkozijn volgens figuur 1, figuur 4 een dwarsdoorsnede van een deel van een tweede uitvoeringsvorm van een 25 samenstel overeenkomstig de uitvinding, dat is afgeleid van het raamkozijn volgens figuur 1, en figuur 5 een dwarsdoorsnede van een deel van een derde uitvoeringsvorm van het samenstel overeenkomstig de uitvinding, dat is afgeleid van het raamkozijn volgens figuur 1.

30

Figuur 1 toont een vooraanzicht op een gevelzijde van een conventioneel raamkozijn 1. Het raamkozijn is verbonden met een gevel 2. Het raamkozijn is verbonden met een tussenbalk 3, welke tussenbalk 3 als onderdorpel fungeert voor een door de tussenbalk en een deel van het raamkozijn 1 ingesloteri lichtraam 4. Het lichtraam 4 is daarbij 1020774 6 gefixeerd ten opzichte van het raamkozijn 1 en aldus de gevel 2. Het raamkozijn 1 omsluit tevens een schuifraam 5, welk schuifraam 5 geopend kan worden door verplaatsing van het schuifraam 5 in de richting van pijl A. Het schuifraam 5 is daarbij -vanaf de gevelzijde bekeken - gelegen achter het lichtraam 4.

5

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een deel van het raamkozijn 1 volgens figuur 1. Uit figuur 2 volgt dat het raamkozijn 1 de facto is opgebouwd uit een tweetal subkozijnen 6, 7, welke subkozijnen onderling verplaatsbaar zijn. Het bovenste lichtraam 4 wordt onder meer ingeklemd tussen een van het raamkozijn 1 deel 10 uitmakende bovendorpel 8 en de tussenbalk 3. Het onderste schuifraam 5 is onder meer ingeklemd tussen een onderdorpel 9 van het raamkozijn 1 en een separate bovendorpel 10, en is verplaatsbaar ten opzichte van het bovenste lichtraam 4 en de gevel 2. De tussenbalk 3 en de bovendorpel 10 zijn beiden voorzien van afdichtingsmiddelen 11,12 voor mediumdichte, of althans in hoofdzaak vloeistofdichte, afdichting van het kozijn in 15 een gesloten stand van het schuifraam 5.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van een deel van een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel 13 overeenkomstig de uitvinding dat is afgeleid van het raamkozijn 1 volgens figuur 1. Figuur 3 toont duidelijk dat de dimensionering en de geometrie van, 20 en het esthetisch aanzicht op de gevelzijde van het samenstel 13 ten minste in hoofdzaak identiek is aan deze van het raamkozijn 1. Het samenstel 13 omvat een onderste subkozijn 14 voorzien van een onderste lichtraam 15 en een bovenste subkozijn 16 voorzien van een bovenste lichtraam 17. Het bovenste subkozijn 16 is gefixeerd ten opzichte van de gevel 2. Het onderste subkozijn 14 is zwenkbaar 25 verbonden met een het onderste subkozijn 14 omgevend raamkozijn 18 en vormt alzo een draai(-kiep)raam. Het bovenste subkozijn 16 is voorzien van een tussenbalk 19, welke tussenbalk 19 is verbonden met een afsteunelement 20 voor afsteuning van het onderste subkozijn 14. Het afsteunelement 20 is middels een (niet-getoonde) lijmlaag en mechanische bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, verbonden met de tussenbalk 19. 30 Het afsteunelement is voorzien van een geprofileerd oppervlak 21, welk oppervlak 21 een contra-profiel vormt voor een van het onderste subkozijn 14 deel uitmakend profiel 22. De vormgeving van dergelijke (contra-)profielen is reeds bekend uit de stand van techniek. Ook bij een van het raamkozijn 18 deel uitmakende onderdorpel 23 is een geprofileerd oppervlak 25 aanwezig, hetgeen tevens reeds bekend is in de stand van 1020774 7 techniek. Het afsteunelement 20 ondersteunt thans tevens een deel van het bovenste lichtraam 17. Het dient duidelijk te zijn dat, naast het vervangen van het in figuur 1 getoonde schuifraam 5 dpor een zwenkbaar onderste subkozijn 14, het onderste lichtraam 15 en het bovenste lichtraam 17 relatief dik zijn ten opzichte van de in figuur 5 1 getoonde lichtramen, hetgeen de geluidsisolerende eigenschappen van het samenstel 13 ten goede komen. In plaats van een zwenkbaar onderste subkozijn 14 kan tevens een schuifbaar onderste subkozijn worden toegepast (zie figuur 4).

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van een deel van een tweede uitvoeringsvorm van 10 een samenstel 25 overeenkomstig de uitvinding, dat is afgeleid van het raamkozijn 1 volgens figuur 1. In plaats van het in figuur 3 getoonde zwenkbare onderste subkozijn is thans een onderste subkozijn 26 schuifbaar uitgevoerd ten opzichte van een bovenste gefixeerd subkozijn 27. De werking van de getoonde schuifconstructie is reeds beschreven in figuur 1. Wederom dient duidelijk te zijn, dat het in figuur 1 en 2 • 15 getoonde schuifraam van enkelglas is vervangen door een in het onderste subkozijn 26 opgenomen uit dubbelglas opgebouwd lichtraam 29. Indien het gevelaanzicht op het samenstel 25 onveranderd dient te blijven is een dergelijke aanpassing mogelijk door toepassing van een losneembaar met het bovenste subkozijn 27 verbonden afsteunelement 28 overeenkomstig de uitvinding. Het afsteunelement 28 kan optioneel 20 in een later stadium worden vervangen door het in figuur 3 getoond afsteunelement 20, waardoor vervanging van het onderste schuifbare subkozijn 26 (schuifraam) door een onderste zwenkbare schuifbaar subkozijn relatief eenvoudig kan plaatsvinden, zonder aantasting van de esthetische eigenschappen van de gevel 2.

25 Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van een deel van een derde uitvoeringsvorm van het samenstel 30 overeenkomstig de uitvinding, dat is afgeleid van het raamkozijn 1 volgens figuur 1. Het samenstel 30 is voorzien van een bovenste gefixeerd subkozijn 31 en een onderste gefixeerd subkozijn 32. Het onderste subkozijn 32 is verbonden met een afsteunelement 33, welk afsteunelement 33 losneembaar is verbonden met het bovenste 30 subkozijn 31. De in figuur 5 getoonde constructie maakt het mogelijk om reeds geprefabriceerde (sub)kozijnen direct, zonder verdere aanpassing, toe te passen in een samenstel 30, en zonder enige wijzigingen aan te brengen in het esthetisch aanzicht op de gevelzijde van het samenstel 30.

1020774 8

Het moge duidelijk zijn dat naast de getoonde uitvoeringsvoorbeelden voor de vakman thans nog een scala aan uitvoeringsvarianten resteert die tevens binnen het kader van de conclusies vallen. Alzo is het bijvoorbeeld denkbaar het afsteunelement overeenkomstig de uitvinding tevens toe passen bij raamkozijnen die een andere opbouw en/of 5 raamverdeling hebben dan voorgaand getoond en beschreven.

ί Ö 'jl ö i a 4

Claims

1. Samenstel, omvattende: - een een opening omkaderend raamkozijn, 5. ten minste één de opening opdelende, met het raamkozijn verbonden tussenbalk, - ten minste één in een eerste door de tussenbalk en een deel van het raamkozijn omkaderend openingdeel opneembare eerste afschermelement, ten minste één in een tweede door de tussenbalk en een o verliggend deel van het raamkozijn omkaderend openingdeel opneembare tweede afschermelement, 10 en - een met de tussenbalk verbonden afsteunelement voor het tweede afschermelement, welk afsteunelement ten minste in hoofdzaak loodrecht uitkraagt ten opzichte van een door het eerste afschermelement opgespannen vlak, ' 15 met het kenmerk, dat het afsteunelement grenst aan ten minste een deel van een van een gevelzijde afgekeerde zijde van de tussenbalk.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste afschermelement wordt gevormd door een lichtraam. 20

3. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede afschermelement wordt gevormd door een lichtraam.

4. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 25 eerste afschermelement gefixeerd is verbonden met het raamkozijn.

5 B) het met een met het raamkozijn verbonden tussenbalk verbinden van het afsteunelement voor het zwenkbare raam, C) het bewerken van ten minste een deel van een voor aangrijping op het zwenkbare raam ingericht deel van het raamkozijn, en D) het zwenkbaar verbinden van het raam en het raamkozijn. 10

5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede afschermelement verplaatsbaar is ten opzichte van het raamkozijn.

6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tweede afschermelement zwenkbaar is verbonden met het raamkozijn. i oύ; ; * « * 1°

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tweede afschermelement zwenkbaar is ten opzichte van meerdere van het raamkozijn deel uitmakende zijden.

8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsteunelement zich uitstrekt langs in hoofdzaak de lengte van de tussenbalk.

9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsteunelement losneembaar is verbonden met de tussenbalk.

10. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsteunelement aan een van de tussenbalk afgekeerde zijde is voorzien van een geprofileerd oppervlak ingericht voor samenwerking met een van het tweede afschermelement deel uitmakend profiel. 15

11. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, het afsteunelement is ingericht voor aangrijping op het eerste afschermelement.

12. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 20 afsteunelement is ingericht voor ondersteuning van ten minste een deel van het eerste afschermelement.

13. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsteunelement zodanig uitkraagt ten opzichte van het door het eerste afschermelement 25 opgespannen vlak dat het afsteunelement een door het tweede afschermelement in een gesloten toestand opgespannen vlak doorsnijdt.

14. Samenstel volgens een der conclusies 1-13, waarbij het samenstel is voorzien van het eerste afschermelement en het tweede afschermelement. 30

15. Afsteunelement ten gebruike in een samenstel volgens een der conclusies 1-14. 1020774 Λ

16. Werkwijze voor het vervangen van een conventioneel schuifraam door een zwenkbaar raam door toepassing van het afsteunelement volgens conclusie 15, omvattende de stappen: A) het van een raamkozijn verwijderen van het schuifraam,

17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens is voorzien van een bewerkingsstap E), omvattende het voor het met de tussenbalk verbinden van het afsteunelement volgens bewerkingsstap B) bewerken van de tussenbalk. t 1020774