NL9301553A - Profielsysteem voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, universeel basisprofiel van het systeem en werkwijze voor toepassing van het systeem. - Google Patents

Description

Titel: Profielsysteem voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, universeel basisprofiel van het systeem en werkwijze voor toepassing van het systeem.

De uitvinding heeft betrekking op profielen voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke. Deze profielen zijn bekend en worden veelal van hout, metaal of kunststof uitgevoerd. Kenmerkend voor deze bekende profielen is dat een profiel veelal geschikt is om slechts in een specifieke toepassing te worden gebruikt. Met andere woorden, het profiel is slechts geschikt om als onderdeel van slechts een type kozijn te worden gebruikt.

Bekende type kozijnen zijn bijvoorbeeld kozijnen voor draaideuren, draai-valdeuren, schuifdeuren, schuif-valdeuren, of roterende deuren. Daarnaast zijn verschillende typen kozijnen bekend voor bijvoorbeeld vastglas, naar buiten draaiende-, naar binnen draaiende-, draai-val-, schuif-, tuimel-, taats-, uitzet-, uitzet-zak- en stolpramen. Bovendien kunnen kozijnen nog ventilatie-roosters, scheidingswanden, apparaten voor airconditioning en dergelijke omvatten.

Een en ander brengt met zich mee dat een groot aantal verschillende profielen nodig zijn om al bovengenoemde typen kozijnen te kunnen maken. Indien het profiel van kunststof is vervaardigd, zal bovendien voor iedere gewenste kleur van een kozijn een apart gekleurd profiel nodig zijn.

Daarnaast zijn nog meer verschillende typen profielen nodig, wanneer behalve de functie en kleur van het kozijn ook de vormgeving van het kozijn dient te worden aangepast aan de wens van een architect. Het blijkt niet mogelijk om snel op een wens uit de markt te kunnen reageren. Door de vele soorten profielen die op de markt zijn ontbreekt bovendien een goede standaardisatie in technische eigenschappen, montagemethoden en prijs van de profielen.

Samenvattend hebben de bekende profielen als nadeel dat hun toepassing geheel niet flexibel is ten aanzien van functie, eigenschappen, montagemethoden, prijs ,vom en kleur van het profiel.

De uitvinding komt geheel aan dit nadeel tegemoet en voorziet dienovereenkomstig in een profielsysteem voorzien van ten minste een universeel basisprofiel en ten minste een afwerkprofiel, waarbij in gebruik met behulp van het universele basisprofiel de functionele werking van althans een deel van een kozijn wordt verzorgd en waarbij het universele basis-profiel en het afwerkprofiel zijn voorzien van bevestigingsmiddelen om het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel te bevestigen.

Meer in het bijzonder voorziet de uitvinding in een profielsysteem voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke voorzien van ten minste een universeel basisprofiel en ten minste een afwerkprofiel, waarbij het universele basisprofiel en het afwerkprofiel zijn voorzien van bevestigingsmiddelen om het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel te bevestigen en waarbij met het profielsysteem een kozijn kan worden samengesteld dat een type universeel basisprofiel omvat, waarmee de functionele werking van althans een deel van het kozijn wordt bepaald en ten minste een type afwerkprofiel omvat, waarmee althans voor een deel het uiterlijk van het kozijn wordt bepaald.

Overeenkomstig de uitvinding kan mede met behulp van het universele basisprofiel, in gebruik, een functioneel werkend kozijn worden samengesteld waarin de boven omschreven verschillende soorten ramen, deuren, wanden, roosters, en alle andere bekende in kozijnen te monteren vaste en bewegende delen kunnen worden gemonteerd. De universele basisprofielen hebben in een dergelijk kozijn een mechanische functie, dat wil zeggen een functionele werking. Daarnaast kunnen ten behoeve van een gewenste afwerking van het kozijn afwerk-profielen aan het universele basisprofiel worden bevestigd ter bepaling van ondermeer het uiterlijk van het kozijn. Een afwerkprofiel heeft hierbij een decoratieve functie. In bijzondere gevallen kan nog worden voorzien in hulpprofielen die overeenkomen met af'werkprofielen en daarnaast nog een functionele betekenis hebben in het kozijn.

Een dergelijk systeem is economisch gezien zeer voordelig daar voor iedere denkbare toepassing het zelfde universele basisprofiel kan worden gebruikt. Het totaalaanzicht van het kozijn wordt echter althans voor een deel en in het bijzonder in hoofdzaak door de af werkprof ielen bepaald. De af werkprof ielen zijn echter relatief voordelig, zodat de vereiste voorraden economisch gezien voordeliger worden. Bovendien kan snel op een wens van de markt worden gereageerd doordat in reactie hierop slechts behoeft te worden voorzien in een aangepast af werkprofiel, terwijl het universele basisprofiel onveranderd kan worden gehandhaafd.

Het kozijn functioneert echter eveneens zonder afwerk-profielen, zodat technische eigenschappen en montagemethoden van het kozijn gestandaardiseerd kunnen worden. Een uit de universele basisprofielen samengesteld kozijn zal altijd een zelfde minimale sterkte en stijfheid hebben.

Daarnaast hebben kozijnen die zijn samengesteld uit het profielsysteem volgens de uitvinding het voordeel, dat beschadigde afwerkprofielen kunnen worden vervangen door nieuwe afwerkprofielen. Bovendien is het mogelijk om afwerkprofielen te vervangen door nieuwe afwerkprofielen wanneer een nieuwe vormgeving of kleur van het kozijn gewenst is.

Zoals eerder vermeld, kan in bijzondere gevallen een afwerkprofiel behalve een decoratieve eveneens een functionele betekenis hebben. Hierbij kan worden gedacht aan een afwerkprof iel dat als dorpel of glaslijst functioneert. Overeenkomstig een bijzonder aspect van de uitvinding heeft een af werk -profiel, in gebruik, altijd een decoratieve functie, waarbij het systeem bovendien is voorzien van afwerkprofielen die alleen maar een decoratieve functie hebben. Overeenkomstig een ander aspect van de uitvinding heeft een universeel basis-profiel altijd een mechanische functie in het kozijn en in bijzondere gevallen daarnaast een beperkte decoratieve betekenis wanneer een gedeelte van het universele basisprofiel in het kozijn zichtbaar is, dat wil zeggen niet is afgedekt door een afwerkprofiel. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een gedeelte van een universeel basisprofiel (sponning) in een kozijn, dat zichtbaar wordt wanneer een deur wordt geopend. Daarnaast is het essentieel voor de uitvinding dat uit het profielsysteem, een kozijn kan worden samengesteld dat slechts een type universeel basisprofiel en verschillende typen afwerkprofielen omvat. Een en ander brengt met zich mee dat volgens een bijzonder aspect van de uitvinding in het kozijn ieder universeel basisprofiel een mechanische functie en ieder afwerkprofiel een decoratieve functie heeft.

Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het universele basisprofiel vervaardigd van recyclebaar kunststof materiaal, zoals bijvoorbeeld PVC. Een systeem met dergelijke profielen komt geheel tegemoet aan moderne milieu-eisen. Het is eveneens mogelijk het universele basisprofiel van een ander materiaal te vervaardigen, zoals een metaal. Het universele basisprofiel kan eveneens uit een combinatie van verschillende materialen zijn samengesteld. Het universele basisprofiel behoeft eveneens niet te worden gekleurd, daar deze functie door het relatief lichtere afwerkprofiel is overgenomen. Dit heeft als voordeel dat minder kleurstoffen behoeven te worden gebruikt voor het kleuren van een kunststof kozijn. Dit geldt zowel voor systemen waarbij de afwerkprofielen van gekleurd kunststof zijn vervaardigd alsook voor systemen waarvan de afwerkprofielen van een ander materiaal, zoals bijvoorbeeld aluminium, zijn vervaardigd, die eventueel nog van een gekleurde coating zijn voorzien. Natuurlijk kan het systeem overeenkomstig de uitvinding eveneens zijn voorzien van een combinatie van kunststof afwerkprofielen en afwerkprofielen die van een ander materiaal zijn vervaardigd.

Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding is een dwarsdoorsnede van het universele basisprofiel althans nagenoeg rechthoekig van vorm, waarbij het universele basisprofiel twee smalle en twee brede beschrijvende zijden omvat, die zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekken. Een dergelijk universeel basisprofiel kan eenvoudig voor alle typen kozijnen worden gebruikt, waarbij bovendien montage aan bijvoorbeeld de gevel van een gebouw eenvoudig is.

Bij voorkeur is het universele basisprofiel aan ten minste twee beschrijvende zijden voorzien van bevestigingsmiddelen, met behulp waarvan het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd. Dit garandeert een grote flexibiliteit, daar voor vele toepassingen van het profiel in een kozijn de zich in het zicht bevindende delen van het universele basisprofiel kunnen worden bedekt door afwerkprofielen. Dit heeft eveneens als voordeel dat het universele basisprofiel tegen zonlicht wordt beschermd, zodat de levensduur van een uit kunststof vervaardigd universeel basis-profiel wordt verlengd.ten opzichte van bekende kunststof profielen. Bij voorkeur zijn ten minste een smalle en ten minste een brede beschrijvende zijde van het universele basis-profiel voorzien van de verbindingsmiddelen.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het universele basisprofiel aan vier beschrijvende zijden voorzien van middelen, met behulp waarvan het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd. Hiermee wordt bereikt dat het totale uiterlijk van een kozijn te allen tijde desgewenst door afwerkprofielen mede kan worden bepaald

Volgens een ander aspect van de uitvinding zijn de bevestigingsmiddelen van het universele basisprofiel voorzien van aan een beschrijvend oppervlak gelegen uitstekende delen. Dergelijke bevestigingsmiddelen maken het mogelijk een afwerkprofiel zowel door middel van een klik-verbinding alsook door middel van een schuif-verbinding aan het universele basis-profiel te bevestigen, een en ander mede afhankelijk van de vorm van een afwerkprofiel. Dit brengt het voordeel met zich mee dat een afwerkprofiel gemakkelijk op iedere gewenste positie van een kozijn of universeel basisprofiel van een kozijn kan worden geplaatst. Tevens kan een afwerkprofiel indien gewenst eveneens weer gemakkelijk worden verwijderd. In het bijzonder zijn de vrije uiteinden van de uitstekende delen voorzien van een verdikking om een stevige bevestiging moge-lijk te maken.

Volgens een verdere vervolmaking van het profielsysteem staat een uitstekend deel althans nagenoeg loodrecht op een beschrijvend oppervlak. Hierdoor worden de montagemogelijkheden van het universele basisprofiel vereenvoudigd. Bovendien kan een dergelijk universeel basisprofiel bijzonder stevig aan bijvoorbeeld de gevel van een huis worden gemonteerd, zonder dat het risico aanwezig is dat een uitstekend deel, dat in aanraking met de gevel is, zal kunnen uitbuigen.

Een verdere uitvoeringsvorm van het profielsysteem wordt gekenmerkt in dat de vrije uiteinden van aan een beschrijvend oppervlak gelegen uitstekende delen althans nagenoeg in een plat vlak liggen. Dit maakt het mogelijk een universeel basisprofiel gemakkelijk aan een plat oppervlak te bevestigen, hetgeen immers vaak het geval zal zijn.

Het profielsysteem volgens de uitvinding omvat verder bij voorkeur een type afwerkprofiel, dat in gebruik slechts een deel van een brede beschrijvende zijde afdekt. Dergelijke profielen kunnen met succes worden toegepast in bijvoorbeeld een horizontale toepassing om een schuin aflopende dorpel van een raamkozijn te imiteren. In een gecombineerde horizontale en verticale toepassing kan bijvoorbeeld de omlijsting van een deurkozijn worden verfraaid. In beide gevallen is de beglazing respectievelijk de deur mechanisch verbonden met het universele basisprofiel.

Daarnaast omvat het profielsysteem volgens de uitvinding verder bij voorkeur een type afwerkprofiel, dat in gebruik een smalle beschrijvende zijde althans nagenoeg volledig afdekt. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt, wanneer het universele basisprofiel bijvoorbeeld in een raamkozijn van een gebouw wordt toegepast, de kopse kant van een universeel basisprofiel (welke kant evenwijdig is aan een glasruit van het raamkozijn) af te dekken met een afwerkprofiel. Hierbij kan aan de kopse kant die zich aan de buitenzijde van een woning of gebouw bevindt een ander type afdekprofiel worden bevestigd dan aan de kopse kant die zich aan de binnenzijde van de woning bevindt. Hierdoor is het mogelijk kleur en vormgeving van het kozijn aan de binnen- en buitenzijde van de woning onafhankelijk van elkaar te variëren.

Volgens een ander aspect van de uitvinding is het prof iel systeem gekenmerkt in dat een dwarsdoorsnede van het universele basisprofiel taps toeloopt. Hiermee wordt in een horizontale toepassing van het profiel in een kozijn van de buitengevel van een gebouw, aan de buitenzijde van dat kozijn een goede afwatering mogelijk gemaakt. In dit verband is bij voorkeur ten minste een brede beschrijvende zijde nabij het tapse einde van het universele basisprofiel voorzien van een groef die in horizontaal gebruik van het universele basis-profiel als goot fungeert. Voor een goede afwatering kunnen desgewenst nog sleuven in de uitstekende delen worden gemaakt.

Het profielsysteem volgens de uitvinding kan verder een universeel basisprofiel omvatten dat is voorzien van een centraal gelegen holle kamer die zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt. Hierdoor kan het universele basisprofiel licht worden uitgevoerd, zonder dat dit ten koste gaat van de stevigheid. Bovendien verschaft deze ruimte de mogelijkheid het universele basisprofiel te voorzien van een kokerprofiel, dat zich in althans een deel van de centraal gelegen holle kamer uitstrekt. Hierdoor kan het universele basisprofiel, in het bijzonder wanneer het van kunststof is vervaardigd, voor bijzondere toepassingen verder worden versterkt.

Bij voorkeur is de centraal gelegen holle kamer in dit verband voorzien van positioneringsmiddelen, met behulp waarvan een in de kamer op te nemen metalen buis in deze kamer kan worden gecentreerd.

Het universele basisprofiel is bij voorkeur verder voorzien van een tweede holle kamer, die althans voor een deel door een smalle beschrijvende zijde wordt begrensd en zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt. Deze constructie brengt als voordeel met zich mee dat een schroef goed aan of nabij de desbetreffende smalle zijde in het profiel kan worden bevestigd, daar de schroef ten minste twee wanden van de tweede holle kamer kan doorboren. Bij voorkeur is de genoemde groef althans voor een deel boven de tweede kamer gelegen, zodat het water dat zich in deze groef heeft verzameld via een opening in de groef naar de tweede kamer kan stromen. Hierbij kan de tweede kamer aan zijn onderzijde eveneens zijn voorzien van een opening om het water verder naar beneden toe af te voeren. Deze openingen kunnen vooraf in het universele basisprofiel zijn aangebracht.

Bij voorkeur is het universele basisprofiel voorzien van een derde holle kamer, die althans voor een deel door de andere smalle beschrijvende zijde wordt begrensd en zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt. Hierdoor kan het profiel alzijdig gemakkelijk worden voorzien van een schroef.

Het zal duidelijk zijn dat het universele basisprofiel in gebruik zowel als een horizontaal als een verticaal onderdeel van een kozijn kan worden toegepast. Hierbij bepaalt het afwerkprofiel althans voor een deel de uiterlijke vorm van het kozijn. Daarnaast bepaalt het afwerkprofiel althans voor een deel de uiterlijke kleur van het kozijn. In het bijzonder omvat het systeem afwerkprofielen die aan de binnenzijde van een kozijn worden bevestigd en afwerkprofielen die aan de buitenzijde van een kozijn worden bevestigd.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een universeel basisprofiel van het profielsysteem.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het samenstellen van een kozijn of onderdeel van een kozijn voor vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, met het kenmerk, dat het kozijn of onderdeel van het kozijn althans voor een deel wordt samengesteld uit een type universele basisprofielen die een mechanische functie hebben in het kozijn en waarbij het kozijn wordt afgewerkt door bevestiging van ten minste een type afwerkprofielen aan de universele basisprofielen, waarbij alle afwerkprofielen een decoratieve functie hebben in het kozijn.

In het bijzonder wordt volgens de werkwijze het afwerk-profiel aan het universele basisprofiel bevestigd voor het bepalen van de kleur en/of vormgeving van althans een deel van het kozijn.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een universeel basisprofiel voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, waarbij het universele basisprofiel rechthoekig van vorm is en aan ten minste twee zijden is voorzien van middelen, met behulp waarvan een afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd en waarbij in gebruik het universele basisprofiel de functionele werking van althans een deel van een kozijn verzorgt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren waarvan: figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een profielsysteem overeenkomstig de uitvinding weergeeft; figuur 2 een zijaanzicht van een universeel basisprofiel van het profielsysteem van figuur 1 weergeeft; figuur 3 een dwarsdoorsnede van het universele basis-profiel van figuur 2 weergeeft; figuur 4 een dwarsdoorsnede van een kozijn met een schuifraam weergeeft, waarbij het kozijn is samengesteld uit profielen van het profielsysteem van figuur 1; figuur 5 een doorsnede van het kozijn van figuur 4 weergeeft volgens de lijn 5; figuur 6 een doorsnede van het kozijn van figuur 4 weergeeft volgens de lijn 6; figuur 7 een aanzicht van een deurkozijn weergeeft dat is opgebouwd uit het profielsysteem volgens de uitvinding; figuur 8 een doorsnede van het kozijn van figuur 7 weergeeft volgens de lijn 8; figuur 9 een doorsnede van het kozijn van figuur 7 weergeeft volgens de lijn 9; figuur xo een doorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van het kozijn van figuur 7 weergeeft volgens de lijn 8; figuur 11 een doorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van het kozijn van figuur 7 weergeeft volgens de lijn 9; figuur 12 een dwarsdoorsnede van een dorpel weergeeft die is samengesteld uit profielen volgens de uitvinding; figuur 13 een dwarsdoorsnede van een stijl van een deur of raam weergeeft die is samengesteld uit profielen volgens de uitvinding; figuur 14 een dwarsdoorsnede van een stijl van een wand weergeeft welke stijl is samengesteld uit profielen volgens de uitvinding; en figuur 15 een dwarsdoorsnede van een stijl van een isolerende wand weergeeft, welke stijl is samengesteld uit profielen volgens de uitvinding.

In figuur 1 is met verwijzingscijfer 1 een uitvoerings-voorbeeld van een profielsysteem overeenkomstig de uitvinding weergegeven. Het profielsysteem l omvat een universeel basis-profiel 2 en een aantal afwerkprofielen 4-29. Met nadruk wordt er op gewezen dat andere en meer afwerkprofielen denkbaar zijn en dat de in figuur 1 getoonde verzameling van afwerkprofielen in principe niet volledig kan zijn.

Met behulp van het basisprofiel 2 kan een kozijn voor vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke worden samengesteld. Meer in het bijzonder kunnen kozijnen voor draaideuren, draai-valdeuren, schuifdeuren, schuif-valdeuren, en roterende deuren, vastglas dubbele ramen, verbundfenster-systeem, naar buiten draaiende-, naar binnen draaiende-, draai-val-, schuif-, tuimel-, taats-, hefschuif-, parallel-schuif-, uitzet-, uitzet-zak- en stolpramen worden samengesteld. Bovendien kunnen deze kozijnen nog ventilatie-roosters, scheidingswanden, apparaten voor air-conditioning en derge-lijke omvatten. Met klem wordt benadrukt dat alle op zich bekende vaste en bewegende delen die in een kozijn worden gemonteerd in een met behulp van het basisprofiel 2 samengesteld kozijn kunnen worden gemonteerd. Het basisprofiel zal in deze kozijnen altijd een functionele, dat wil zeggen mechanische werking hebben.

De basisprofielen kunnen op zich bekende wijze worden bewerkt om tot een niet afgewerkt kozijn te worden samengesteld. Hiertoe kunnen deze profielen bijvoorbeeld in verstek op maat worden gezaagd om vervolgens met bijvoorbeeld schroefverbindingen te worden samengesteld tot een (niet afgewerkt) kozijn. Indien het basisprofiel 2 van een kunststofmateriaal is vervaardigd, worden bij voorkeur hoekverbindingen gemaakt middels de bekende smeltlasmethode.

De deuren, ramen, roosters, wanden en dergelijke kunnen op bekende wijze met de uit het basisprofiel samengesteld kozijn worden verbonden door gebruik te maken van scharnieren, sloten, waterbruggen, steunblokken, stelblokken etc. Het afwerkprofiel zal het basisprofiel althans gedeeltelijk afdekken en is dan ook bestemd om het uiterlijk van een kozijn althans mede te bepalen. Daarom is de kleur en de vorm van het afwerkprofiel van bijzonder belang in het profielsysteem. Het afwerkprofiel zal in een kozijn dan ook altijd een decoratieve betekenis hebben.

Het basisprofiel is in dit voorbeeld rechthoekig van vorm en voorzien van vier beschrijvende zijden 30, 32, 34 en 36, zie figuur 2 en 3. De smalle beschrijvende zijde 32 is korter dan de tegenover deze gelegen smalle beschrijvende zijde 36, zodat het basisprofiel enigszins taps toeloopt. Zoals later zal worden uiteengezet, kan hiermee een goede afwatering worden gerealiseerd. Het basisprofiel omvat in dit voorbeeld verder een centrale eerste kamer 38, een tweede kamer 40 en een derde kamer 42. De centrale eerste kamer 38 is aan zijn binnenwanden voorzien van loodrecht op deze wanden gelegen, enigszins spits toelopende uitsteeksels die kunnen functioneren als positioneringsmiddelen voor een rechthoekige, bij voorkeur metalen buis, die ter versteviging in de eerste kamer 38 kan worden geschoven.

De lange en smalle zijden 30, 32, 34 en 36 zijn voorzien van bevestigingsmiddelen 46, 48. De bevestigingsmiddelen 46 bestaan ieder uit een uitstekend deel dat aan zijn vrije uiteinde is voorzien van een verdikking. De bevestigings- middelen 48 bestaan ieder eveneens uit een uitstekend deel dat echter nabij zijn vrij uiteinde is omgebogen.

Bij voorkeur zijn ten minste de smalle beschrijvende zijde 32 en de lange beschrijvende zijde 30 voorzien van bevestigingsmiddelen 46, 48, zodat ten minste althans een deel van deze zijden door een afwerkprofiel kunnen worden afgedekt. In een bijzondere uitvoeringsvorm is bovendien de andere smalle beschrijvende zijde voorzien van de bevestigingsmiddelen 46, 48, terwijl in de hier beschreven uitvoeringsvorm alle zijden van het basisprofiel zijn voorzien van bevestigingsmiddelen 46, 48. De vrije uiteinden van de bevestigingsmiddelen die met zijde 30 zijn verbonden liggen op een lijn 49 die in figuur 3 gestippeld is weergegeven. Dienovereenkomstig liggen de vrije uiteinden van de met de zijde 34 verbonden bevestigingsmiddelen op een lijn 51 die evenwijdig is aan lijn 49. De vrije uiteinden van de bevestigingsmiddelen 46, 48 die aan de smalle zijden 32, 36 zijn verbonden liggen eveneens op twee evenwijdige lijnen 53, respectievelijk 55.

De manier waarop de bevestigingsmiddelen 46, 48 samenwerken met bevestigingsmiddelen van de afwerkprofielen zal hierna worden uiteengezet in enkele voorbeelden van het gebruik van het profielsysteem.

In figuur 4-6 is een kozijn 57 voor een schuifraam weergegeven dat is samengesteld uit basisprofielen en afwerk-profielen van het profielsysteem van figuur 1 en in een muur van een gebouw is geplaatst. De muur is opgebouwd uit een binnenmuur 54 en een buitenmuur 56. De binnenmuur is van een afdeklaag 58 en een vensterbank 60 voorzien. De buitenmuur is voorzien van een op zich bekende vensterbank 62. Het kozijn is voorzien van een onderste 64 en een bovenste 66 horizontaal gericht basisprofiel en twee verticaal gerichte basisprofielen 68, 70. Deze basisprofielen zijn aan hun uiteinden in verstek gezaagd en met hier niet weergegeven bekende bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld schroeven of via de smeltlasmethode, met elkaar verbonden. Het aldus samengestelde kozijn is met behulp van schroeven 72 aan de binnenmuur bevestigd. De schroef 72 van het bovenste horizontale basisprofiel 66 strekt zich uit door de derde kamer 42 en doorboort dienovereenkomstig drie wanden van het basisprofiel 66. Hierdoor wordt een extra stevige bevestiging gerealiseerd. In dit voorbeeld zijn de basisprofielen 64, 66, 68, 70 ter versteviging ieder voorzien van een kokerprofiel 73. Dit kokerprofiel 73 kan in dit voorbeeld en in alle hierna te behandelen voorbeelden desgewenst worden weggelaten.

Het kozijn is verder voorzien van een op zich bekend vast in het kozijn opgenomen rechthoekig raam 74. Het raam 74 is voorzien van bekende profielen 76, waarin een hier niet weergegeven glasruit kan worden opgenomen. Tevens is het kozijn voorzien van een op zich bekend beweegbaar raam 78 met profielen 80, waarin een hier niet weergegeven glasruit kan worden opgenomen. Het raam 78 kan in de richting van de pijl 82 op en neer worden geschoven. Hiertoe zijn de verticale profielen van het raam 80 ieder voorzien van een sleuf 84. Bovendien is aan ieder verticaal basisprofiel 80 een hulpprofiel 86 aangebracht, welke zich gedeeltelijk tot in een sleuf uitstrekt en waarlangs het raam 7 8 op en neer kan worden bewogen. Het hulpprofiel 86 is hiertoe voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van paren van evenwijdige uitstekende delen 88, die aan hun vrij uiteinden zijn voorzien van een verbreding en die via een klik-verbinding met de complementaire bevestigingsmiddelen 46, 48 van de basisprofielen 68, 70 vast kunnen worden verbonden.

Het kozijn is verder voorzien van afwerkprofielen, die althans voor een deel middels hun vorm en/of kleur het uiterlijk van het kozijn bepalen. De verticale basisprofielen 68, 7 0 en het bovenste horizontale basisprofiel 66 zijn aan hun smalle zijden 36, die aan de binnenzijde van het gebouw zijn gelegen, voorzien van afwerkprofielen 90. Deze afwerkprofielen 90 bedekken de gehele smalle zijde 36 en zijn in een kleur en vorm gekozen die past bij het interieur van het door de binnen- en buitenmuur 54, 56 gevormde gebouw. Bovendien is het afwerkprofiel 90 nog voorzien van een uitsteeksel 91, dat aansluit bij de afwerking 58 van de binnenmuur 54. Het af werk -profiel 90 is voorzien van uitstekende delen 92, die middels een snap- of klik-verbinding samenwerken met de bevestigingsmiddelen 48 van het basisprofiel.

De smalle zijde 36 van het onderste basisprofiel is geheel af gedekt met behulp van een afwerkprof iel 94, dat is voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van uitstekende delen 96, die middels een snap-verbinding samenwerken met bevestigingsmiddelen 48 van het basisprofiel 64. De afwerkprof ielen 90, 94 zijn aan hun vrije uiteinden bij voorkeur onder een hoek van 45 graden in verstek gezaagd, zodat deze uiteinden goed op elkaar aansluiten en een gesloten omlijsting vormen van het kozijn.

De smalle zijden 32 van het bovenste horizontale basis-profiel 66 en de twee verticale basisprofielen 68, 70 zijn geheel afgedekt door afwerkprofielen 98. De afwerkprofielen zijn voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van paren van uitstekende delen 100, die middels een snap-verbinding samenwerken met bevestigingsmiddelen 46 van de basis-profielen 66, 68, 70.

Daarnaast is een gedeelte van de brede zijde 30 van de verticale basisprofielen 68, 70 over hun lengte die zich uitstrekt langs het raam 74 afgedekt met een afwerkprofiel 102. Evenzo is een gedeelte van de brede zijde 30 van het bovenste horizontale basisprofiel 66 afgedekt met het afwerkprof iel 102. Het afwerkprofiel 102 is voorzien van een schuine zijde 104 die belangrijk is voor het uiterlijk van de buitenzijde van het kozijn 57. Daarnaast is het afwerk-profiel 102 weer voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van een uitstekend deel 106 dat samenwerkt met bevestigingsmiddelen 48 van de basisprofielen 66, 68, 70.

Een gedeelte van de brede zijden 30 van de verticale basisprofielen 68, 70 is over een deel van hun lengte die zich uitstrekt langs het raam 7 8 afgedekt met een twee afwerk-profielen 108, 110. Evenzo is een gedeelte van de brede zijde 30 van het onderste horizontale basisprofiel 64 afgedekt met de afwerkprofielen 108, 110. Allereerst is het afwerk-profiel 110 aan de betreffende basisprofielen bevestigd.

Daarna is het afwerkprofiel 108 aan deze basisprofielen bevestigd. Hiertoe is het afwerkprofiel 110 weer voorzien van een paar uitstekende delen 112, die middels een snap-verbinding samenwerken met bevestigingsmiddelen 46 van deze basisprofielen 64, 86, 70. Het afwerkprofiel 108 is voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van een uitstekend deel 114, dat eveneens middels een snap-verbinding samenwerkt met bevestigingsmiddelen 48 van deze basisprofielen 64, 68, 70. Bovendien steunen gedeeltes 116, 118 respectievelijk op gedeeltes 120 en 122 van de profielen 108. Het afwerkprofiel 108 is voorzien van een schuine zijde die een decoratieve functie heeft.

Tenslotte is een gedeelte van de brede zijde van basisprofielen 66, 68, 70 voorzien van afwerkprofielen 124 die zich uitstrekken langs de profielen 76 van het vaste raam 74. Dit betekent dat de verticale basisprofielen 68, 70 slechts voor een deel in hun lengterichting zijn af gedekt met deze afwerkprofielen 124. De afwerkprofielen zijn voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van een paar uitstekende benen 126, die samenwerken middels een snap-verbinding met bevestigingsmiddelen 46 van de basisprofielen 66, 68, 70. Bovendien is de smalle zijde 32 van het basisprofiel 64 nog voorzien van een afdekprofiel 125.

Het kozijn 57 zoals hierboven omschreven omvat volgens de uitvinding basisprofielen die een functionele werking hebben en afwerkprofielen 90, 94, 98, 102, 108, 110, 124 die het uiterlijk van het kozijn 57 bepalen en derhalve een decoratieve functie hebben. Meer in het bijzonder hebben in dit voorbeeld alle afwerkprofielen uitsluitend een decoratieve functie en kunnen desgewenst alle worden verwijderd zonder dat het kozijn zijn functionele werking verliest. Daarnaast wordt opgemerkt, dat alle afwerkprofielen kunnen worden verwijderd om te worden vervangen dor nieuwe afwerkprofielen die het kozijn een nieuw uiterlijk verschaffen. Hiermee kan derhalve de kleur en de vorm van het kozijn worden aangepast. Tevens kan een afwerkprofiel eenvoudig worden vervangen door een ander afwerkprofiel wanneer deze in beschadigd.

De bevestigingsmiddelen van de afwerkprofielen en het basisprofiel zijn hier alle omschreven als een snap-verbinding. Het is uiteraard, zoals uit de figuren blijkt, eveneens mogelijk de afwerkprofielen zijdelings op de basisprofielen te schuiven.

In de figuren 7-9 wordt als voorbeeld van een verdere toepassing van het profielsysteem volgens de uitvinding een kozijn 128 voor een naar buiten draaiende deur 130 en een naar binnen draaiend klapraam 132 weergegeven. De deur 130 en het klapraam 132 zijn van een algemeen bekend type en zullen hier niet nader worden omschreven.

Het kozijn 128 is opgebouwd uit twee verticale basis -profielen 134,136 en drie horizontale basisprofielen 138, 140, 142. De vrije uiteinden van de verticale basisprofielen 134, 136 en de horizontale basisprofielen 138, 140 zijn onder een hoek van 45 graden in verstek gezaagd en op bekende wijze met elkaar verbonden. De vrije uiteinden van het horizontale basisprofiel 142 dat tussen het onderste basisprofiel 138 en het bovenste basisprofiel 140 is gelegen is eveneens op bekende wijze met de verticale basisprofielen 134, 136 verbonden.

De verticale basisprofielen 134, 136 zijn op bekende wijze met behulp van schroeven 72 met de binnenmuur 54 verbonden. Bovendien is het onderste basisprofiel 138 met behulp van schroeven met de binnenmuur 58 verbonden.

Opgemerkt wordt, dat sommige van de bevestigingsmiddelen 46, 48 van de basisprofielen 134-142 een enigszins afwijkende vorm hebben van de basisprofielen van de figuren 1-6. Zoals duidelijk zal zijn, verandert dit echter niets aan de principiële werking van deze bevestigingsmiddelen, zodat afwerkprofielen eenvoudig middels bijvoorbeeld een snap- of schuif-verbinding, zoals bij de figuren 3-6 is aangegeven, met deze basisprofielen kunnen worden verbonden. De werking van de verbindingsmiddelen zal hier dan ook niet nader worden toegelicht.

De deur 130 is op eveneens bekende wijze met behulp van scharnieren 144 met het verticale basisprofiel 136 verbonden. Het klapraam 132 is op bekende wijze met behulp van scharnieren 146 met het horizontale basisprofiel 142 verbonden.

De smalle zijden 32, 36 van alle basisprofielen zijn geheel afgedekt met afwerkprofielen 148. Deze afwerkprofielen hebben wederom uitsluitend een decoratieve functie en bepalen met hun vormgeving en kleur het aanzicht van het kozijn.

Verder zijn alle zich in het zicht bevindende delen van de brede zijden van de basisprofielen 134-142 bedekt met afwerkprofielen 150. De afwerkprofielen hebben ter verfraaiing van het kozijn 128 een schuine zijde 152. De afwerkprofielen 150 hebben eveneens alleen een decoratieve functie in het kozijn. Een en ander brengt met zich mee dat kleur en vorm van het buitenoppervlak van kozijn 128 geheel door de afwerkprofielen 148, 150 wordt bepaald en desgewenst kan worden aangepast door deze afwerkprofielen te vervangen door andere afwerkprofielen.

In de figuren 10 en 11 is een alternatieve uitvoeringsvorm gegeven van een het kozijn van figuur 7. Hierbij zijn de met de figuren 8 en 9 overeenkomende delen van gelijke refe-rentienummers voorzien. De basisprofielen van de figuren 10 en 11 komen uiteraard geheel overeen met de basisprofielen van figuren 8 en 9, omdat deze uitsluitend een functionele, dat wil zeggen mechanische betekenis hebben in het kozijn 128. In afwijking van de figuren 8 en 9 is het kozijn 128 in figuren 10 en 11 voorzien van hulpprofielen 154. De brede zijden 30 van de verticale basisprofielen 134, 136 zijn voor een deel afgedekt door de hulpprofielen 154. Deze hulpprofielen strekken zich over de gehele hoogte van de deur 130 uit. De aan de deur grenzende brede zijden 30 van de horizontale basispro fielen zijn over een gehele lengte eveneens gedeeltelijk afgedekt door de hulpprofielen 154. De hulpprofielen zijn, zoals bij de afwerkprofielen, eveneens voorzien van bevestigingsmiddelen die samenwerken met de bevestigingsmiddelen 46, 48 van de basisprofielen.

De deur 130 is met behulp van scharnieren aan het met het basisprofiel 136 bevestigde hulpprofiel 154 verbonden. Dit hulpprofiel 154 heeft derhalve eveneens een mechanische betekenis in het kozijn. De hulpprofielen 154 fungeren alle als afwerkprofiel, omdat kleur en vorm van het kozijn mede door het hulpprofiel worden bepaald. Het kozijn is verder voorzien van afwerkprofielen 156 en 158. De verticale basisprofielen 134, 136 en de horizontale basisprofielen 138, 142 zijn voorzien van afwerkprofielen 156 die aan de buitenzijde van het kozijn een gedeelte van de brede en smalle zijde van deze basisprofielen afdekken. Daarnaast zijn de verticale basisprofielen 134, 136 en de horizontale basisprofielen 138, 142 voorzien van afwerkprofielen 158 die aan de buitenzijde van het kozijn het resterende gedeelte van de smalle zijde van deze basisprofielen afdekken. De afwerkprofielen 156, 158 die aan de horizontale basisprofielen 138, 142 zijn bevestigd strekken zich over de gehele lengte van deze profielen uit, waarbij de afwerkprofielen 156, 158 die aan de verticale basisprofielen zijn bevestigd zich alleen over de hoogte van de deur 130 uitstrekken. Opgemerkt wordt nog, dat het basis-profiel 142 in figuur 9 een Z-profiel vormt en in figuur 11 een T-profiel vormt.

In figuur 12 is een deel van een kozijn weergegeven dat is voorzien van een naar binnen draaiende deur 160. De deur 160 is wederom van een bekend type en zal hier niet nader worden besproken. De dorpel van het kozijn is samengesteld uit een basisprofiel 162 en afwerkprofielen 164, 166, 168. Deze afwerkprofielen zijn voorzien van bevestigingsmiddelen 170, waarvan de werking geheel overeenkomt met de eerder besproken bevestigingsmiddelen en zal hier niet nader worden besproken.

Het basisprofiel kan op bekende wijze met een gebouw worden verbonden.

Het basisprofiel 162 is voorzien van nog niet eerder besproken groeven 172, 174, die als afvoergoot voor water kunnen functioneren. Hiertoe worden gedeeltes van de bevestigingsmiddelen 176 tot nabij het oppervlak 178 verwijderd. Bovendien wordt de bovenste goot 174 op gezette plaatsten doorboord, zodat een open verbinding met de eerste kamer 40 wordt gevormd. De eerste kamer 40 wordt eveneens aan zijn onderzijde op gezette plaatsten doorboord, zodat ook aan de onderzijde een open verbinding met de buitenlucht wordt gevormd. Doordat de brede zijden van het basisprofiel taps toelopen zal water, dat van de deur naar beneden druppelt, de volgens de pijl 180 aangegeven weg volgen.

In figuur 13 is een ander deel van het kozijn van figuur 12 weergegeven. De verticale stijl 182 van het kozijn is wederom voorzien van een basisprofiel 162 volgens de uitvinding. Het basisprofiel 162 is althans gedeeltelijk afgedekt door afwerkprofielen 184, 186, 188 die uitsluitend een decoratieve functie hebben. De manier waarop de afwerkprofielen zijn bevestigd komt geheel overeen met de eerder omschreven manier van bevestigen.

In figuur 14 is een onderdeel van een kozijn voor wanden - zoals bijvoorbeeld tussenwanden binnen een gebouw - weergegeven. Een zich in horizontale, verticale of in een andere richting uitstrekkende stijl 190 is voorzien van een basisprofiel 192. Een dunne op zich bekende wand 194 en een dikke op zich bekende wand 196, zoals bijvoorbeeld een sandwichpaneel, zijn op bekende wijze, mede met behulp van stelblok-jes, die hier niet nader zal worden gespecificeerd, bevestigd aan het basisprofiel 192. Voor het afwerken van het basisprofiel 198 zijn afwerkprofielen 200, 201, 202 en 203 gebruikt. Het zal duidelijk zijn, dat ook andere afwerkprofielen kunnen worden bevestigd om de stijl 190 een andere vorm of kleur te geven. De afwerkprofielen 200-203 zijn met behulp van de eerder omschreven bevestigingsmiddelen 204, die samenwerken met de bevestigingsmiddelen 46, 48, aan het basisprofiel 192 bevestigd.

Tenslotte wordt in figuur 15 een stijl 206 van een warmte-isolerende wand weergegeven. Deze stijl 206 kan in principe in alle mogelijke richtingen, afhankelijk van de configuratie van de wand zijn gericht. De stijl 206 is voorzien van een basisprofiel 208 waaraan twee evenwijdige, onderling op afstand van elkaar gescheiden sandwichpanelen van gelijke dikte zijn bevestigd. Deze bevestiging is op bekende wijze, mede met behulp van stelblokjes 198 uitgevoerd en zal niet nader worden omschreven. Het basisprofiel 208 is voorzien van een tussenprofiel 214 dat zich tussen de sandwichpanelen 210, 212 bevindt. Dit tussenprofiel 214 kan niet worden gezien en betreft derhalve geen afwerkprofiel. Het tussenprofiel is voorzien van een paar uitstekende benen 216 die samenwerken met bevestigingsmiddelen 46 van het basisprofiel 208 om het tussenprofiel met het basisprofiel te bevestigen. Het tussenprof iel voorkomt dat de panelen onder invloed van een grote uitwendige kracht op de panelen van het basisprofiel los-schieten en tegen elkaar worden gedrukt. Het basisprofiel is verder voorzien van afwerkprofielen 200 en 201, zoals bij figuur 14 is besproken.

Claims (52)

1. Profielsysteem voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, voorzien van ten minste een universeel basisprofiel en ten minste een afwerkprofiel, waarbij in gebruik met behulp van het universele basisprofiel de functionele werking van althans een deel van een kozijn wordt bepaald en waarbij het universele basisprofiel en het afwerkprofiel zijn voorzien van bevestigingsmiddelen om het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel te bevestigen.

2. Profielsysteem voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, voorzien van ten minste een universeel basisprofiel en ten minste een afwerkprofiel, waarbij het universele basisprofiel en het afwerkprofiel zijn voorzien van bevestigingsmiddelen om het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel te bevestigen en waarbij met het profielsysteem een kozijn kan worden samengesteld dat een type universeel basisprofiel omvat waarmee de functionele werking van althans een deel van het kozijn wordt bepaald en ten minste een type afwerkprofiel omvat waarmee althans voor een deel het uiterlijk van het kozijn wordt bepaald.

3. Profielsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afwerkprofiel althans voor een deel het uiterlijk van het kozijn bepaalt.

4. Profielsysteem volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat met het profielsysteem een kozijn kan worden samengesteld waarin ieder universeel basisprofiel een functionele werking heeft.

5. Profielsysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel, in gebruik, altijd een functionele werking heeft in het kozijn.

6. Profielsysteem volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat met het profielsysteem een kozijn kan worden samengesteld waarin ieder afwerkprofiel een decoratieve werking heeft.

7. Profielsysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het afwerkprofiel, in gebruik, altijd een decoratieve functie heeft in het kozijn.

8. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 4-7, met het kenmerk, dat het profielsysteem afwerkprof iel en omvat die, in gebruik, uitsluitend een decoratieve werking hebben in het kozijn.

9. Profielsysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het profielsysteem afwerkprofielen omvat die, in gebruik, zowel een functionele als een decoratieve werking hebben in het kozijn.

10. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 2-9, met het kenmerk, dat het afwerkprof iel althans voor een deel de uiterlijke vorm van het kozijn bepaalt.

11. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 2-10, met het kenmerk, dat het afwerkprofiel althans voor een deel de uiterlijke kleur van het kozijn bepaalt.

12. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is vervaardigd van recyclebaar kunststof materiaal.

13. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een dwarsdoorsnede van het universele basis-profiel althans nagenoeg rechthoekig van vorm is waarbij het universele basisprofiel twee smalle en twee brede beschrijven de zijden omvat die zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekken.

14. Prof iel systeem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel aan ten minste twee beschrijvende zijden is voorzien van bevestigingsmiddelen met behulp waarvan het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd.

15. Profielsysteem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel aan tenminste drie beschrijvende zijden is voorzien van middelen met behulp waarvan het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd.

16. Profielsysteem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel aan vier beschrijvende zijden is voorzien van middelen met behulp waarvan het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd.

17. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 14-16, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen van het universele basisprofiel zijn voorzien van aan een beschrijvend oppervlak gelegen uitstekende delen.

18. Profielsysteem volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat vrije uiteinden van de uitstekende delen zijn voorzien van een verdikking of een omgebogen uiteinde.

19. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 17 of 18, met het kenmerk, dat een uitstekend deel althans nagenoeg loodrecht staat op een beschrijvende zijde.

20. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 13-20, met het kenmerk, dat het systeem een afwerkprofiel omvat dat in gebruik slechts een deel van een brede beschrijvende zijde afdekt.

21. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 13- 20, met het kenmerk, dat het systeem een afwerkprofiel omvat dat in gebruik een smalle beschrijvende zijde althans nagenoeg volledig afdekt.

22. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 13- 21, met het kenmerk, dat een dwarsdoorsnede van het universele basisprofiel taps toeloopt.

23. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 13- 22, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is voorzien van een centraal gelegen holle kamer die zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt.

24. Profielsysteem volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is voorzien van een tweede holle kamer die althans voor een deel door een smalle beschrijvende zijde wordt begrensd en zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt.

25. Profielsysteem volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is voorzien van een derde holle kamer die althans voor een deel door de andere smalle beschrijvende zijde wordt begrensd en zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt.

26. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusie 23- 25, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is voorzien van een kokerprofiel dat zich in althans een deel van de centraal gelegen holle kamer uitstrekt.

27. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 23- 26, met het kenmerk, dat de centraal gelegen holle kamer is voorzien van positioneringsmiddelen met behulp waarvan een in de kamer op te nemen kokerprofiel in deze kamer kan worden gecentreerd.

28. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 22- 27, met het kenmerk, dat ten minste een brede beschrijvende zijde nabij het tapse einde van het universele basisprofiel is voorzien van een groef die in een niet verticaal gebruik van het universele basisprofiel als goot kan fungeren.

29. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies 13- 28, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel spiegel-symmetrisch is uitgevoerd ten opzichte van twee vlakken die respectievelijk althans nagenoeg evenwijdig zijn aan de beschrijvende zijden.

30. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel in gebruik zowel als een horizontaal als een verticaal onderdeel van een kozijn kan worden toegepast.

31. Profielsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem afwerkprofielen omvat die aan de binnenzijde van een kozijn worden bevestigd en afwerkprofielen omvat die aan de buitenzijde van een kozijn worden bevestigd.

32. Afwerkprofiel uit het prof ielsysteem volgens ten minste een der voorgaande conclusies 1-31.

33. Kozijn samengesteld uit het prof ielsysteem volgens ten minste een der voorgaande conclusies 1-31.

34. Werkwijze voor het samenstellen van een kozijn of onderdeel van een kozijn voor vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, met het kenmerk, dat het kozijn of onderdeel van het kozijn althans voor een deel wordt samengesteld uit een type universele basisprofielen die een mechanische functie hébben in het kozijn en waarbij het kozijn wordt afgewerkt door bevestiging van ten minste een type afwerkprofielen aan de universele basisprofielen waarbij de afwerkprofielen een decoratieve functie hebben in het kozijn.

35. Werkwijze volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel wordt bevestigd voor het bepalen van de kleur en/of vormgeving van althans een deel van het kozijn.

36. Universeel basisprofiel voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, met het kenmerk, dat een dwarsdoorsnede van het universele basisprofiel in hoofdzaak rechthoekig van vorm is en aan ten minste twee zijden is voorzien van middelen met behulp waarvan een afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd en waarbij in gebruik het universele basisprofiel de functionele werking van althans een deel van een kozijn bepaalt.

37. Universeel basisprofiel volgens conclusie 36, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is vervaardigd van recyclebaar kunststof materiaal.

38. Universeel basisprofiel volgens een der voorgaande conclusies 36 of 37, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel twee smalle en twee brede beschrijvende zijden omvat die zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekken.

39. Universeel basisprofiel volgens conclusie 38, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel aan ten minste twee beschrijvende zijden is voorzien van middelen met behulp waarvan het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd.

40. Universeel basisprofiel volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel aan ten minste drie beschrijvende zijden is voorzien van middelen met behulp waarvan het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd.

41. Universeel basisprofiel volgens conclusie 41, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel aan vier beschrijvende zijden is voorzien van middelen met behulp waarvan het afwerkprofiel aan het universele basisprofiel kan worden bevestigd.

42. Universeel basisprofiel volgens een der voorgaande conclusies 38-41, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen van het universele basisprofiel zijn voorzien van aan een beschrijvende zijde gelegen uitstekende delen.

43. Universeel basisprofiel volgens conclusie 42, met het kenmerk, dat vrije uiteinden van de uitstekende delen zijn voorzien van een verdikking of een omgebogen uiteinde.

44. Universeel basisprofiel volgens conclusie 42 of 43, met het kenmerk, dat de vrije uiteinden van aan een beschrijvend oppervlak gelegen uitstekende delen althans nagenoeg in een plat vlak liggen.

45. Universeel basisprofiel volgens een der voorgaande conclusies 42-44, met het kenmerk, dat een uitstekend deel althans nagenoeg loodrecht staat op een beschrijvende zijde.

46. Universeel basisprofiel volgens een der voorgaande conclusies 36-45, met het kenmerk, dat een dwarsdoorsnede van het universele basisprofiel taps toeloopt.

47. Universeel basisprofiel volgens een der voorgaande conclusies 36-46, met het kenmerk, dat het universele basis profiel is voorzien van een centraal gelegen holle kamer die zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt .

48. Universeel basisprofiel volgens conclusie 47, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is voorzien van een tweede holle kamer die althans voor een deel door een smalle beschrijvende zijde wordt begrensd en zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt.

49. Universeel basisprofiel volgens conclusie 48, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is voorzien van een derde holle kamer die althans voor een deel door de andere smalle beschrijvende zijde wordt begrensd en zich in de lengterichting van het universele basisprofiel uitstrekt.

50. Universeel basisprofiel volgens een der voorgaande conclusie 36-48, met het kenmerk, dat het universele basisprofiel is voorzien van een kokerprofiel dat zich in althans een deel van de centraal gelegen holle kamer uitstrekt.

51. Universeel basisprofiel volgens een der voorgaande conclusies 36-50, met het kenmerk, dat de centraal gelegen holle kamer is voorzien van positioneringsmiddelen met behulp waarvan een in de kamer op te nemen kokerprofiel in deze kamer kan worden gecentreerd.

52. Universeel basisprofiel volgens een der voorgaande conclusies 35-51, met het kenmerk, dat ten minste een brede beschrijvende zijde nabij het tapse einde van het universele basisprofiel is voorzien van een groef die in gebruik van het universele basisprofiel als goot kan fungeren.