NL1020417C2 - Afbinder voor het afbinden van een vinger of teen, alsmede samenstel omvattende een dergelijke afbinder en een werkwijze voor het afbinden van een vinger of teen. - Google Patents

Description

Afbinder voor het afbinden van een vinger of teen, alsmede samenstel omvattende een dergeliike afbinder en een werkwijze voor het afbinden van een vineer of teen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afbinder voor het afbinden 5 van een vinger of teen, bestaande uit een elastische, flexibele ring met een diameter zodanig dat de ring elastisch gespannen om de vinger respectievelijk teen past om deze vinger respectievelijk teen ter plaatse van de ring af te binden.

Een dergelijke afbinder volgens de aanhef van conclusie 1 is bekend uit DE-365.452.

10 Om het bloeden bij een wond aan een vinger of teen te stelpen is het bekend hiertoe een pleister op de vinger respectievelijk teen te plakken. Bij een hevigere bloeding zal deze pleister dan bovendien strak om de vinger of teen worden getrokken. Indien een pleister tekort schiet is het ook bekend om hiertoe gebruik te maken van een al dan niet elastisch koord dat men proximaal ten opzichte van de wond strak om de 15 vinger respectievelijk teen bindt. Een dergelijk afbindkoord dient dan enerzijds strak aangetrokken te worden en anderzijds op enigerlei wijze verknoopt te worden om het strak rond de vinger respectievelijk teen te houden. Het aanbrengen van een dergelijk koord is relatief omslachtig en kan men bovendien niet goed overlaten aan medisch ongeschoolde personen. Dit omdat het koord enerzijds voldoende strak rond de vinger 20 respectievelijk teen moet zitten en anderzijds ook niet te strak daaromheen mag zitten. Voor het aanbrengen van pleister of koord is doorgaans een tweede persoon nodig. De gewonde kan in elk geval het koord niet zelf aanbrengen.

De uit 1924 daterende DE 365.452 openbaart als alternatief voor het afbindkoord een elastische afbindring. Om deze afbindring op een vinger te plaatsen is deze 25 aanvankelijk opgespannen op een koker. De vinger wordt door deze koker gestoken, waarna, wanneer het proximale eind van de koker zich proximaal van de wond bevindt, de ring van de koker afgeduwd wordt en aldus op de vinger geplaatst wordt om deze af te binden. Nadeel van deze constructie is dat men eerst voorafgaand aan het gebruik de elastische ring middels een konus op de koker moet spannen, hetgeen een additionele 30 tijdrovende handeling vereist. Het vooraf, bijvoorbeeld van fabriekswege op de koker opspannen van de ring heeft als nadeel dat dan de elasticiteit van de afbindring door het langdurig vooraf opgespannen zijn verloren gaat. De gebruiker van deze afbindring moet dus ook de koker en de konus ter beschikking hebben, hetgeen deze afbindring 10 204 1 7 2 weinig compact en relatief duur maakt, dit nog los van het ongemak bij gebruik dat veelal onder haastige omstandigheden zal zijn.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel te verschaffen een afbinder voor het afbinden van een vinger of teen, welke afbinder eenvoudig en snel op de vinger 5 respectievelijk teen is aan te brengen om een zogenaamde bloedleegte ten behoeve van bijvoorbeeld een ingreep te creëren. Een verder doel is een dergelijke afbinder te verschaffen welke zonder medische deskundigheid betrouwbaar en veilig kan worden gebruikt en dus ook aan de gewone consument ter beschikking kan worden gesteld, bijvoorbeeld in een EHBO-pakket.

10 Voomoemd doel wordt volgens de uitvinding bij een afbinder van de aan het begin aangegeven soort bereikt doordat de ring een eerste en een tweede ringvorm kent die beide uit een slang velachtig materiaal zijn gevormd, doordat de slang voor het vormen van de eerste ringvorm vanaf een eerste uiteinde van de slang axiaal over zichzelf is opgerold tot een ringvormige uitgangstoestand, en doordat de eerste 15 ringvorm over een vinger respectievelijk teen afrolbaar is tot de slangvorm en vervolgens vanaf het andere uiteinde van de slang axiaal over zichzelf oprolbaar is tot de tweede ringvorm voor afbinden van de vinger respectievelijk teen. Een dergelijke ring kan dan gemakkelijk op het distale eind van de vinger respectievelijk teen worden gedaan, bijvoorbeeld door het distale eind van de vinger in de ring te steken.

20 Vervolgens kan men de ring, die immers elastisch en flexibel is, eenvoudig door axiaal verrollen in proximale richting over de vinger respectievelijk teen verplaatsen tot proximaal van de wond of eventueel te behandelen plaats. Het axiaal verrollen draagt bij aan het creëren van de zogenaamde bloedleegte. Doordat de ring vanuit de eerste ringvorm afrolbaar is en vervolgens weer tot de tweede ringvorm oprolbaar is, wordt 25 het op de juiste plaats aanbrengen van de afbinder volgens de uitvinding aanzienlijk vereenvoudigd. Men kan dan de ring in de eerste ringvorm over het distale eind van de vinger respectievelijk teen plaatsen om deze vervolgens af te rollen tot een slang die zich doorgaans uitstrekt vanaf het distale eind van de vinger respectievelijk teen over de wond of te behandelen plaats tot proximaal van die wond respectievelijk te 30 behandelen plaats. Doordat de ring vanuit de eerste ringvorm eerst tot een slang wordt afgerold en vervolgens weer wordt opgerold tot een nieuwe ring, de tweede ringvorm, echter dan gelegen proximaal van de wond respectievelijk plaats van behandeling, wordt tijdens het over de vinger respectievelijk teen verplaatsen van de afbinder de v ?Γ;4 t 7 3 afbindkracht lokaal verminderd * immers de druk wordt over het grotere oppervlak van de slang verdeeld Dit maakt het verplaatsen van de afbinder enerzijds gemakkelijker, anderzijds wordt hierdoor het verplaatsen minder pijnlijk en bovendien wordt de wond bij het verplaatsen minder belast. De uit een opgerolde slang gevormde ring kan 5 eventueel ook opgerold blijven.

Opgemerkt wordt dat US-4,848,324 een drukkous voor het uitoefenen van uitwendige druk op een arm of been openbaart ter voorkoming van een shocktoestand. Dit is geen afbinder, noch is deze drukkous op enigerlei wijze geschikt voor het afbinden van een teen of vinger.

10 Voorts wordt opgemerkt dat US-2,637,031 een soort vingerhoed openbaart bedoeld om de vinger af te schennen bij inwendig onderzoek. Deze vingerhoed is niet geschikt en zeer zeker niet bedoeld voor het afbinden van de vinger, die immers van de onderzoekende arts zal zijn.

Tot slot wordt opgemerkt dat uit US-4,926,851 een buisvormig verband voor 15 onder meer een vinger bekend is. Het buisvormige materiaal is hier een gebreide structuur en wordt ter beschikking gesteld in een dubbele ringvorm, waarbij de buisvorm vanaf beide einden is opgerold. Bij gebruik wordt eerst de ene ring over de vinger afgerold en vervolgens de tweede ring, zodat het verband dubbellaags op de vinger wordt aangebracht. Door zijn constructie is het bij dit buisvormige verband 20 volstrekt onmogelijk dit in een ringvorm rond de vinger proximaal ten opzichte van een wond te plaatsen. Voorts is dit verband bedoeld ter ondersteuning van het heelingsproces en dus inherent niet in staat tot afbinden.

Om het oprollen van de slang tot de tweede ringvorm te vergemakkelijken verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer de slang aan tenminste het 25 andere uiteinde is voorzien van een zich in omtreksrichting uitstrekkende verdikkingsrand. Deze verdikkingsrand verschaft de persoon die de afbinder aanbrengt een aangrijpingspunt voor de oprollende handeling. Het verdient hierbij in het bijzonder de voorkeur wanneer de slang aan beide uiteinden is voorzien van een zich in omtreksrichting uitstrekkende verdikkingsrand. Dit door dan ook een beter 30 aangrijpingspunt voor de afrollende handeling wordt verschaft.

Teneinde de wijze van gebruik van de afbinder volgens de uitvinding eenduidig te maken verdient het volgens de uitvinding de voorkeur indien, in een ringvormige i Π 1 7 4 uitgangstoestand, de slang axiaal is opgerold rond een van beide verdikkingsranden. Aldus wordt bereikt dat de ring slechts in een richting uitrolbaar is.

Om te verzekeren dat de afbinder volgens de uitvinding niet op verkeerde wijze -in het bijzonder verkeerd om - op het distale eind van de vinger respectievelijk teen 5 wordt geplaatst verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer, in de ringvormige uitgangstoestand, de ene verdikkingsrand tezamen met de daarop opgerolde slang dikker, bij voorkeur ten minste 25% dikker, is dan de andere verdikkingsrand. Aldus is het voor degene die de afbinder moet plaatsen visueel waarneembaar welke zijde van de afbinder proximaal georiënteerd moet zijn en welke 10 zijde van de ring distaai georiënteerd moet zijn. In plaats van door een dikteverschil of in aanvulling op het dikteverschil is dit ook bereikbaar door de proximaal dan wel distaai te oriënteren zijde van de ring van een markering, bijvoorbeeld een kleurcodering, te voorzien.

Het is volgens de uitvinding in het bijzonder van voordeel wanneer de ring is 15 vervaardigd uit een rubberachtig materiaal. Men kan hierbij bijvoorbeeld denken aan een latexachtig materiaal, bijvoorbeeld het materiaal waaruit chirurgische handschoenen zijn vervaardigd. Dit is een velachtig elastisch materiaal dat zich, eenvoudig in een slangvorm laat vervaardigen. In verband met allergie van sommige patiënten voor latex, verdient het bijzondere voorkeur om voor het rubberachtige 20 matenaal een zogenaamd "latexvrij" materiaal te gebruiken. Deze materialen zijn uit de stand van de techniek bekend. Een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm van de afbinder volgens de uitvinding is bijvoorbeeld te bereiken door van zo'n chirurgische handschoen een vinger af te knippen en van deze vinger tevens de top af te knippen zodat er een slangachtig deel overblijft dat vervolgens tot een ring wordt opgerold.

25 Teneinde infecteren van wonden tegen te gaan is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de afbinder steriel is.

De onderhavige uitvinding heeft volgens een verder aspect betrekking op een samenstel omvattende een afbinder volgens de uitvinding alsmede een verpakking, waarbij de afbinder steriel in de verpakking is opgesloten.

30 Teneinde de sterielheid waarmede de afbinder is opgesloten in de verpakking in hoge mate te kunnen verzekeren verdient het bij het samenstel volgens de uitvinding de voorkeur wanneer de verpakking een dubbele verpakking met een in een buitenverpakking verpakte binnenverpakking is, en wanneer de afbinder steriel in de 1 0 2 o 4 1 1 5 binnenverpakking is ingesloten. De buitenverpakking vermindert hierbij de kans op beschadiging van de binnenverpakking en aldus aantasting van de steriliteit. Het verdient hierbij volgens de uitvinding in het bijzonder de voorkeur wanneer de binnenverpakking zelf nog eens steriel in de buitenverpakking is ingesloten.

5 De verpakking zal hierbij in het bijzonder van een scheurbare soort zijn opdat deze eenvoudig is te openen al dan niet via een daartoe specifiek voorziene openscheuring bevorderende verzwakking.

Volgens een nog verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een EHBO-pakket voorzien van een afbinder volgens de uitvinding of een samenstel 10 volgens de uitvinding.

Volgens een nog verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het afbinden van een vinger of teen, waarbij men op het distale eind van de vinger respectievelijk teen een afbinder volgens de uitvinding plaatst, waarbij men de afbinder door axiaal rollen in proximale richting over de vinger respectievelijk 15 teen verplaatst tot op een plaats proximaal ten opzichte van een wond of te behandelen plaats aan de vinger respectievelijk teen, en waarbij men bij het axiaal rollen de ring eerst uitrolt tot de slangvorm zodanig dat het proximale eind van de slang proximaal ten opzichte van de wond respectievelijk te behandelen plaats ligt, en waarbij men de slang vervolgens vanaf het distale eind naar het proximale eind toe axiaal oprolt. Indien 20 men met de werkwijze volgens de uitvinding aanvankelijk een samenstel volgens de uitvinding ter beschikking heeft zal men voorafgaand aan de beschreven stappen eerst de verpakking openen en de afbinder volgens de uitvinding uit de verpakking halen.

De onderhavige uitvinding zal aan de hand van een in de tekening schematisch weergegeven voorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont: 25 Figuur 1 een schematische weergave in langsdoorsnedeaanzicht van een afbinder volgens de uitvinding uitgangstoestand;

Figuur 2 een schematisch aanzicht in langsdoorsnede van een afbinder volgens de uitvinding in een tussentoestand;

Figuur 3 een schematisch aanzicht in langsdoorsnede van een afbinder volgens de 30 uitvinding in afbindtoestand;

Figuur 4 een schematische weergave van een in de beginfase bij het aanbrengen van de afbinder volgens de uitvinding op een vinger; v.; C U 4 I 9 6

Figuur 5 een schematisch aanzicht van een tussenfase bij het aanbrengen van een afbinder volgens de uitvinding op een vinger;

Figuur 6 een schematisch aanzicht van een afbinder volgens de uitvinding in een afbindtoestand; en 5 Figuur 7 een schematisch aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van een samenstel volgens de uitvinding.

Figuren 1,2 en 3 tonen een afbinder volgens de uitvinding in schematische langsdoorsnede, telkens in verschillende fases.

Vanuit de productie beschouwd, en dus niet zozeer vanuit het gebruik van de 10 afbinder beschouwd, zal in het navolgende eerst worden verwezen naar figuur 2. Figuur

2 toont een afbinder 1 volgens de uitvinding bestaande uit een slangachtig lichaam 3 van een velachtig materiaal. Het materiaal kan bijvoorbeeld rubber of latex zijn. Aan de uiteinden van de slang 3 zijn de randen verdikt, te weten 4 respectievelijk 5. Om van de toestand in figuur 2 in de uitgangstoestand volgens figuur 1 te komen is de slang 3 15 vanaf de rand 4 in axiale richting A opgerold. Hiertoe wordt de rand 4, zoals met pijl R

is aangeduid, over het uitwendige van de slang 3 gerold in de richting van de rand 5.

Bij dit oprollen zal de rand 4 dikker worden doordat zich slangmateriaal 3 rond de rand 4 wikkelt. Aldus wordt de schematisch in figuur 1 aangeduide uitgangstoestand van de afbinder 1 volgens de uitvinding bereikt. Hiermee is de relatief dikkere zijde van de 20 ring de in de figuren 1 tot en met 6 met 13 aangeduide proximale zijde en de dunnere zijde de in de figuren 1 tot en met 6 met 14 aangeduide distale zijde.

Verwijzend naar de figuren 1 en 4 wordt de afbinder 1 met de proximale zijde 13 naar het lichaam van de persoon gekeerd over het distale eind 14 van een vinger 9 geplaatst. Deze vinger 9 heeft denkbeeldig met 2 aangeduid een wond of te behandelen 25 plaats. Vervolgens wordt, zoals in figuur 1 met pijl D aangeduid, het opgerolde deel 6 in proximale richting 13 van de vinger 9 afgerold tot over en voorbij de zone 2. Deze toestand is aangeduid in figuur 5 evenals ook in figuur 2. Vervolgens zal men, zoals in figuren 2 en 3 schematisch met pijl E is aangeduid de distale rand 5 van de slang 3 over de buitenzijde van het slanglichaam 3 heen gaan oprollen overeenkomstig de wijze als 30 beschreven aan de hand van figuur 2 hiervoor. Dit oprollen zal men voortzetten tot in elk geval voorbij de zone 2 en bij voorkeur tot aan de proximale rand 4, welke laatste toestand in figuur 6 is aangeduid.

2204 1 7 7

In de in figuur 6 aangeduide toestand zal de ringvormige afbinder 1 de vinger 9 afbinden zodanig dat toevoer van bloed in distale richting van de vinger 9 voorbij de afbinder 1 wordt tegengegaan, zo niet geheel wordt verhinderd. De vinger 9 wordt aldus bloedarm zoniet bloedvrij gehouden. Aldus is ingeval van een wond 2 het 5 bloeden gestelpt. Ingeval men ter plaatse van zone 2 een behandeling zou willen uitvoeren waarbij een wond in de vinger wordt gemaakt, is aldus te verhinderen dat hierbij bloed vrijkomt.

Het moge duidelijk zijn dat het voorgaande evengoed bij een teen kan worden gerealiseerd alsook bij andere vingers van de hand 8.

10 Vingers en tenen kunnen doorgaans gestandaardiseerd worden ingedeeld als vallende in een aantal groepen van diameters. Rekening houdend met baby's tot aan volwassenen met een fors uitgevallen grote duim of grote teen zal het totale bereik aan diameters voor vingers en tenen liggen van circa 5 mm tot circa 40 mm. Opdat de afbinder ook een afbindendende werking heeft indien aangebracht op een vinger of teen 15 zullen de afbinders dan een wat geringere diameter hebben. Praktisch gezien kan echter circa hetzelfde bereik als voor diameters aan vingers en tenen worden aangehouden, te weten een bereik van circa 5 mm tot circa 40 mm. Ter illustratie van het gegeven dat voor een afbindend effect de diameter van de afbinder kleiner zal zijn dan die van de vinger of teen zij genoemd dat een duim met een diameter van circa 25 mm ter plaatse 20 van een afbinding een diameter van circa 18 tot 20 mm zal hebben (is ook bij conventionele koordafbinders het geval) en dat de diameter van de afbinder volgens de uitvinding in een dergelijk geval dan bij voorkeur circa 18 a 20 mm of eventueel iets kleiner zal zijn indien voldoende elastische rek mogelijk is.

Figuur 7 toont een samenstel volgens de uitvinding. Dit samenstel omvat een 25 afbinder 1 die is verpakt in een verpakking 10. de verpakking 10 bestaat uit een binnenverpakking 11 en een buitenverpakking 12. De afbinder 1 is steriel in de binnenverpakking 11 verpakt. De binnenverpakking 11 is op zijn beurt, bij voorkeur eveneens steriel, verpakt in de buitenverpakking 12.

30

(: J i M 4 '"K

’ \+‘ £ pi j t4. I 't'

Claims (11)

1. Afbinder voor het afbinden van een vinger of teen, bestaande uit een elastische, flexibele ring met een diameter zodanig dat de ring elastisch gespannen om de vinger 5 respectievelijk teen past om deze vinger respectievelijk teen ter plaatse van de ring af te binden, met het kenmerk, dat de ring een eerste (fig. 1, fig. 4) en een tweede (fig. 3, 6) ringvorm kent die beide uit een slang (3) velachtig materiaal zijn gevormd, dat de slang (3) voor het vormen van de eerste ringvorm (fig. 1, fig. 4) vanaf een eerste uiteinde (4) van de slang (3) axiaal over zichzelf is opgerold tot een ringvormige uitgangstoestand 10 (fig. 1, fig. 4), en dat de eerste ringvorm (fig. 1, fig. 4) over een vinger respectievelijk teen afrolbaar is tot de slangvorm (3, fig. 5) en vervolgens vanaf het andere uiteinde (5) van de slang (3) axiaal over zichzelf oprolbaar is tot de tweede ringvorm (fig. 3, fig. 6) voor het afbinden van de vinger respectievelijk teen.

2. Afbinder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de slang (3) aan het andere 15 uiteinde (5) is voorzien van een zich in omtreksrichting uitstrekkende verdikkingsrand.

3. Afbinder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de slang aan het eerste uiteinde (4) is voorzien van een zich in omtreksrichting uitstrekkende verdikkingsrand.

4. Afbinder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat, in die ringvormige uitgangstoestand, de verdikkingsrand aan het eerste uiteinde (4) van de slang tezamen 20 met de daarop opgerolde slang dikker, bij voorkeur tenminste 25% dikker, is dan de verdikkingsrand aan het andere uiteinde (5) van de slang.

5. Afbinder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ring is vervaardigd uit een rubberachtig materiaal.

6. Afbinder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze 25 steriel is.

7. Samenstel omvattende een afbinder volgens een der voorgaande conclusies alsmede een verpakking, waarbij de afbinder steriel in de verpakking is opgesloten.

8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij de verpakking een dubbele verpakking met een in een buitenverpakking verpakte binnenverpakking is, en waarbij de afbinder 30 steriel in de binnenverpakking is ingesloten.

9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de binnenverpakking steriel in de buitenverpakking is ingesloten. W2Q4 1 ï *

10. EHBO-pakket voorzien van een afbinder volgens een der conclusies 1-6 of een samenstel volgens een der conclusies 7-9.

11. Werkwijze voor het afbinden van een vinger of teen, waarbij men op het distale eind van de vinger respectievelijk teen een afbinder volgens een der conclusies 5 1 -6 plaatst, en waarbij men de afbinder door axiaal rollen in proximale richting over de vinger respectievelijk teen verplaatst tot op een plaats proximaal ten opzichte van een wond of te behandelen plaats aan de vinger respectievelijk teen, waarbij men bij het axiaal rollen de ring eerst uitrolt tot de slangvorm zodanig dat het proximale eind van de slang proximaal ten opzichte van de wond of te behandelen plaats ligt, en waarbij 10 men de slang vervolgens vanaf het distale eind naar het proximale eind toe axiaal oprolt. 15 1C 2041(