NL1020048C2 - Brandwerend constructie-element en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Brandwerend constructie-element en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1020048C2
NL1020048C2 NL1020048A NL1020048A NL1020048C2 NL 1020048 C2 NL1020048 C2 NL 1020048C2 NL 1020048 A NL1020048 A NL 1020048A NL 1020048 A NL1020048 A NL 1020048A NL 1020048 C2 NL1020048 C2 NL 1020048C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
substrate
fire
construction element
medium
resistant construction
Prior art date
Application number
NL1020048A
Other languages
English (en)
Inventor
Albert Fleury
Original Assignee
Applinovation B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Applinovation B V filed Critical Applinovation B V
Priority to NL1020048A priority Critical patent/NL1020048C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020048C2 publication Critical patent/NL1020048C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/92Protection against other undesired influences or dangers
    • E04B1/94Protection against other undesired influences or dangers against fire
    • E04B1/941Building elements specially adapted therefor
    • E04B1/942Building elements specially adapted therefor slab-shaped
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/92Protection against other undesired influences or dangers
    • E04B1/94Protection against other undesired influences or dangers against fire
    • E04B1/941Building elements specially adapted therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

Brandwerend constructie-element en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een brandwerend constructie-element dat een hittebestendig en bij verhitting schuimvormend medium omvat. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een brandwerend 5 constructie-element waarbij een bij verhitting schuimvormend medium wordt aangebracht.
Brandwerende constructie-elementen worden in toenemende mate toegepast om gebouwen en vertrekken omwille van brandveiligheid te compartimenteren. Het gaat er daarbij om dat bij brand een brandhaard zolang mogelijk tot het eigen en vervolgens de 10 omringende compartimenten te beperken, opdat in de andere compartimenten verblijvende personen en zaken langer in veiligheid blijven en bij voorkeur zelfs in het geheel niet in gevaar komen. Hiertoe worden constructie-elementen die een medium omvatten dat bij verhitting zal opschuimen en aldus een isolerende deken vormt tussen de brandhaard enerzijds en een aangrenzend compartiment anderzijds. Het opschuimen 15 zelfs vereist bovendien energie die aan de omgeving wordt onttrokken en aldus een temperatuursverlaging tot gevolg heeft. Aldus kan het overslaan van een brand van het ene naar het andere compartiment minuten lang of zelfs meer dan een uur worden tegengehouden, zodat personen de gelegenheid zichzelf en eventueel waardevolle goederen in veiligheid te brengen.
20 Aldus wordt het betreffende gebouw vanuit brand-preventief oogpunt als het ware in compartimenten of cellen opgedeeld. Bij voorkeur wordt bij de bouw van een gebouw hiermee reeds rekening gehouden, maar ook is het mogelijk om brandwerende constructie-elementen in een bestaande situatie aan te brengen om de gewenste compartimentering te bewerkstelligen. De compartimenten kunnen daarbij al of niet 25 gedeeltelijk samenvallen met de natuurlijke indeling van het gebouw, doch ook daarvan afwijken, al naar gelang de omstandigheden en gewenste c.q. vereiste brandveiligheid.
Op zichzelf zijn reeds constructie-elementen bekend die omwille van een gewenste brandwering een bij verhitting schuimvormend medium omvatten. Zo beschrijft Nederlands octrooi nummer 1002806 een brandwerend constructie-element in de vorm LA021188NL.wpd 1 «3 -2- van een dubbelwandig paneel dat is gevuld met een al of niet gemengd natriumsilicaat. De spouw tussen beide platen van het paneel is hiertoe in cellen verdeeld die ieder van een vereiste vulling zijn voorzien. Bij verhitting als gevolg van de nabije aanwezigheid van een brandhaard schuimt de natriumsilicaatvullling op om aldus de daarvoor 5 benodigde energie aan de omgeving te onttrekken en een brandwerende, isolatielaag van luchtig schuim te vormen.
Ook is bijvoorbeeld uit het Amerikaanse octrooischrift nr. 4.376.674 bekend om een tegen brand te beschermen paneel met een slurry van een bij verhitting opschuimend medium te impregneren. Ook in dit geval zal de hitte van een brandhaard in eerste 10 instantie door het als gevolg daarvan opschuimende medium worden geabsorbeerd en vervolgens door de schuimlaag worden geïsoleerd. Het impregneren of anderszins aanbrengen van een slurry is in bestaande situaties, dat wil zeggen buiten een fabrieksomgeving, in de praktijk vaak geen haalbare oplossing.
Deze bekende technieken hebben bovendien beide als nadeel dat steeds met betrekkelijk 15 veel zorg het schuim vormende medium dient te worden aangebracht. Zo dient de vulgraad van de cellen in het paneelmateriaal dat in voornoemd Nederlands octrooi wordt beschreven nauwkeurig te worden gecontroleerd, terwijl ook de hoeveelheid van de slurry die volgens voornoemd Amerikaans octrooi wordt aangebracht, strikt te worden beheerst om voldoende brandwering te kunnen verzekeren. Een en ander vraagt 20 om een fabrieksomgeving waarin het vervaardigingsproces nauwkeurig beheersbaar is, waardoor deze technieken voor een bestaande situatie geen adequate oplossing bieden. Ook vanuit constructief, ergonomisch en esthetisch oogpunt bieden bestaande constructie-elementen belangrijke beperkingen die zich met name in bestaande situaties zich laten gevoelen, waardoor deze bekende brandwerende constmctie-element vaak 25 beperkt inzetbaar zijn. Bovendien ontkomen veel bekende brandwerende constructie-elementen niet aan een relatief hoge specifieke massa.
tü -3-
Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd in een constructie-element en werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te voorzien waarmee zowel in nieuwbouw- als in bestaande situaties een adequate brandwering kan worden geboden.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een constructie-element van de in de aanhef 5 genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het constructie-element een flexibel substraat omvat en dat het bij verhitting schuimvormende medium op of in het substraat is verwerkt. Aldus is conform de uitvinding het bij verhitting schuim vormende medium in een flexibele drager verwerkt die zich als zodanig zowel op locatie in een bestaande situatie als in een fabrieksomgeving gemakkelijk verder laat 10 verwerken. Het fabricageproces van het substraat kan daarbij niettemin steeds in een geconditioneerde fabrieksomgeving nauwkeurig worden beheerst en gecontroleerd, zodat de brandwerende eigenschappen zijn verzekerd. Deze eigenschappen kunnen vervolgens worden overgebracht in een bestaande situatie door het substraat in, op of aan een bestaand constructie-element te verwerken. De gebruiker behoeft zich daarbij 15 niet te bekommeren over het mediumgehalte en andere procesparameters, doch slechts het substraat op de aangegeven wijze toe te passen. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het substraat daarbij een al of niet geweven doek dat met een vloeibare vorm van het medium werd geïmpregneerd of waarop het medium in vaste vorm, zoals poeder of korrels, is afgezet. Het doek kan als op zichzelf staand constructie-element worden 20 toegepast om, althans in brandtechnisch opzicht, een scheiding tussen aan weerszijden gelegen compartimenten te bieden, dan wel worden toegevoegd aan een constructie-element dat anders een verminderde of zelfs in het geheel geen brandwering zou kennen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het constructie-element volgens de uitvinding 25 gekenmerkt doordat het medium een bij verhitting schuimvormend silicaat omvat, en meer in het bijzonder dat het medium een alkalimetaalsilicaat omvat, in het bijzonder een natriumsilicaat. Silicaten zijn op grote schaal verkrijgbaar lenen zich bijzonder goed als medium binnen het kader van de onderhavige uitvinding door hun opschuimen bij voldoende lage temperatuur, het vrij zijn van toxische afgassen en hun praktische *0ï' .'ie -4- verwerkbaarheid. Met name natriumsilicaat is daarenboven relatief goedkoop en heeft de eigenschap dat het bij een temperatuur tussen 50 en 80 °C begint op te schuimen en boven 120 'C versteent en daardoor een harde, steenachtige korst vormt met een hoge isolatiewaarde.
5 In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is het constructie-element gekenmerkt doordat het substraat een doek van een rolgordijn vormt. In dit geval wordt het substraat of zichzelf gebruikt als brandwering in de vorm van een (rol)gordijn dat daaruit is gevormd. In het geval van brand wordt het rolgordijn, bij voorkeur zonder menselijke interventie, gesloten om zo een adequate barrière tegen de brand te bieden. De bij de 10 brand vrijkomende hitte zal het medium in het doek doen opschuimen waardoor zich over het gehele oppervlak van het doek een dikke schuimlaag vormt die, in de praktijk, dusdanige isolerende werking blijkt te bezitten dat aan de van de brandhaard afgewende zijde de omgevingstemperatuur voldoende lang binnen toelaatbare grenzen blijft gehandhaafd. Aldus biedt het rolgordijn een afscherming van de brandhaard om 15 personen de gelegenheid te geven zichzelf en eventueel anderen in veiligheid te brengen.
Een dergelijk rolgordijn kan bijvoorbeeld voor, achter of in bestaande wanden, vloeren en plafonds van een gebouw worden toegepast, maar ook is het mogelijk dat het rolgordijn als afsluiting wordt gebruikt voor een doorgang. Met het oog hierop heeft een 20 verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het constructie-element volgens de uitvinding als kenmerk dat het rolgordijn een geleiding omvat om daarin een rand aan weerszijden van het doek gangbaar te ontvangen. De geleiding kan hierbij aan weerszijden van de doorgang worden opgesteld zodat het rolgordijn daartussen valt en de doorgang in geval van brand afsluit. De geleiding houdt het doek daarbij stevig op zijn plaats.
25 In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft het constructie-element volgens de uitvinding als kenmerk dat het substraat een laag uit een gelaagde paneelconstructie vormt, welke paneelconstructie verder ten minste één starre plaat omvat. In dit geval is het flexibele brand-werende substraat als laag in een overigens starre paneelconstructie -5- toegepast. Het aldus van brandwerende eigenschappen voorzienen paneel kan in of als scheidingswand, vloer of plafond dan wel anderszins als constructief element in een gebouw worden verwerkt om daarin een vanuit brandpreventief oogpunt gewenste compartimentering aan te brengen. De brandwerende werking van het substraat staat toe 5 om het paneel overigens uit brandbaar materiaal te vervaardigen. Een verdere uitvoeringsvorm van het brandwerende constructie-element heeft dan ook als kenmerk dat de plaat een houtvezelplaat omvat. Door toepassing van een houtvezelplaat in de paneelconstructie verwerft deze de daaraan verbonden voordelen met behoud van de brandwerende eigenschappen van het eveneens daarin verwerkte en het bij verhitting 10 schuim vormende substraat.
Een verdere uitvoeringsvorm van het constructie-element heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat het substraat tussen ten minste twee starre platen van de paneelconstructie ligt besloten. In dit geval is het substraat als tussenlaag in een sandwich-constructie verwerkt. Aldus is het substraat aan het zicht onttrokken, wat in voorkomende gevallen 15 vanuit esthetisch oogpunt gewenst kan zijn. Ook is het substraat aldus beschermd tegen invloeden van buitenaf zodat de integriteit daarvan voor langere duur is gewaarborgd.
Het constructie-element volgens de uitvinding kan ook worden toegepast als brandwerende bescherming van een lichaam. De flexibiliteit van het substraat staat daarbij toe dat de vorm daarbij wordt aangepast aan het te beschermen lichaam, terwijl 20 het daarin verwerkte, bij verhoogde temperatuur opschuimende medium voor de gewenste brandwering zorgt. Een verdere uitvoeringsvorm van het constructie-element volgens de uitvinding heeft in dit verband als kenmerk dat het substraat een te beschermen lichaam althans in hoofdzaak omgeeft. Het constructie-element wordt in dit geval als het ware als een doek om het te beschermen lichaam geslagen of gewikkeld 25 dan wel in een omhullende behuizing verwerkt zodat het lichaam aldus van een brandwerende beschermlaag wordt voorzien.
Om een opnamecapaciteit voor het silicaat houdende medium te bevorderen, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van het constructie-element volgens de uitvinding als -6- kenmerk dat het substraat is voorzien van al of niet doorgaande verdiepingen om daarin het medium te ontvangen. In deze verdiepingen kan het silicaat zich afzetten en zo tot een grotere dikte accumuleren.
Het substraat kan op zichzelf uit tal van flexibele stoffen en materialen zijn gevormd.
5 Een bijzondere uitvoeringsvorm van het constructie-element volgens de uitvinding heeft evenwel als kenmerk dat het substraat een textiel omvat, in het bijzonder jute. Textiel, en met name jute heeft in het algemeen een grote mechanische treksterkte en daarnaast een grote opnamecapaciteit voor vloeistoffen waardoor een silicaatoplossing daarin gemakkelijk wordt opgenomen. Bovendien kan jute in bijzonder grote afmetingen 10 worden verkregen.
Een werkwijze van de in de aanhef beschreven soort is volgens de uitvinding gekenmerkt doordat wordt uitgegaan van een flexibel substraat en dat het substraat wordt onderworpen aan een behandeling waarbij daarin of daarop ten minste één bij verhitting schuimvormend medium wordt verwerkt. De behandeling bestaat daarbij in 15 een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding daarin dat het substraat aan een het medium houdende vloeistof wordt blootgesteld. De vloeistof kan een smelt van het medium zijn dan wel een oplossing, suspensie of anderszins vermenging van het medium in een geschikt oplosmiddel zoals met name water omvatten. In een verdere uitvoeringsvorm is de werkwijze daarbij gekenmerkt doordat 20 het substraat met de medium houdende vloeistof wordt besprenkeld of besproeid.
Alternatief geeft een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze tor kenmerk dat de het substraat in een het medium houdende oplossing wordt ondergedompeld. In het geval van een absorberend, althans doordringbaar substraat kan dit aldus volledig met de vloeistof worden geïmpregneerd. Na aldus te zijn behandeld, wordt het geheel aan een 25 droogbewerking onderworpen om overtollig oplosmiddel te verwijderen. Dit kan bijvoorbeeld door centrifuge, verdamping bij al of niet verhoogde temperatuur of een combinatie van beide worden bewerkstelligd.
v «.· O
-7-
Een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het substraat aan een het medium houdende vloeistof wordt blootgesteld waarbij een geschikt lijmmiddel aan de vloeistof werd toegevoegd. Door de combinatie van medium en lijm in de vloeistof zal een verbeterde hechting van het medium aan het substraat 5 optreden. Deze hechting is niet alleen van belang voor het op zijn plaats houden van het medium maar zorgt er vooral voor dat bij brand het dan smeltende en opschuimende medium slechts beperkt of geheel niet uitloopt.
Een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat een silicaat in vaste vorm op het substraat wordt aangebracht door daarop silicaat-10 houdende deeltjes te hechten. De deeltjes omvatten daarbij een poeder of korrels van het betreffende silicaat en wordt aldus tegen of in het substraat aangebracht. Deze techniek leent zich met name ook voor substraten die contact met een vloeistof niet of slechts beperkt kunnen doorstaan. In een verdere uitvoeringsvorm van is deze werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de deeltjes met het substraat worden verlijmd 15 door ze bij verhoogde temperatuur met het substraat in contact te brengen. Silicaten hebben de eigenschap bij verhoogde temperatuur kleverig te worden en aldus zonder toevoeging van lijmstoffen te kunnen hechten. In het bijzonder heeft deze uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding als kenmerk dat de verhoogde temperatuur boven een temperatuur wordt gekozen waarbij het silicaat verglaast doch 20 lager dan een temperatuur waarbij het silicaat schuim zal vormen. Dit vermijdt dat het silicaat als gevolg van de hechtingsstap inactief raakt. Indien de deeltjes natriumsilicaat omvatten heeft een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding in dit verband als kenmerk dat de deeltjes al of niet tezamen met het substraat tot een temperatuur tussen 50 en 80 °C worden gebracht.
25 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden en een tekening. In de tekening toont:
Figuur 1 schematisch een brandwerende afsluiting volgens de uitvinding;
Figuur 2 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn Π-Π in figuur 1; -8-
Figuur 3 een doorsnede analoog aan deze van figuur 2, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 4 een doorsnede analoog aan deze van figuren 2 en 3, maar bij een brand; en 5 Figuur 5 in dwarsdoorsnede een verdere uitvoeringsvorm van een uitvoeringsvoorbeeld van een constructie-element volgens de uitvinding.
In een eerste uitvoeringsvoorbeeld, zie figuur 1, van een constructie-element volgens de uitvinding vormt dit een brandwerende afsluiting van een doorgang 1 in een wand 2. De afsluiting bestaat uit een rolgordijn 3 dat een flexibel substraat in de vorm van een 10 brandwerende doek 4 omvat dat op- of afgerold wordt van een oprolmechanisme 5 dat boven de doorgang 1 is opgehangen. De zijranden van het doek 4 zijn bij dit op- of afrollen in twee op de wand 2 bevestigde goten 6 gelegen, die aldus een geleiding voor het doek vormen. Op de onderste rand is een versterkingsstaaf 7 bevestigd die met haar uiteinden door de goten 6 wordt geleid. Op regelmatige afstanden kunnen in het doek 4 15 bijkomende versterkingsstaven ingewerkt zijn.
Het brandwerende doek 4 bestaat uit een flexibel oftewel soepel, oprolbaar substraat 8 uit textielmateriaal, waarop een laag 9 van korrels van een natriummetasilicaat is aangebracht. Deze korrels zijn op het substraat 8 gelijmd door middel van een tweecomponenten lijm 10 die na reactie en drogen rubberachtig is en dus soepel blijft.
20 Een geschikt textielsubstraat 8 is in dit verband jute, terwijl Na2Si0,.5H20 en
Na2Si03.9H20 geschikte natriumsilicaten zijn. Hierbij wordt uitgegaan van zuiver natrium silicaat dan wel natrium silicaat gemengd met toevoegingen, waarbij de toevoegingen ten hoogste circa 5 gewichtsprocent innemen. Een dergelijke zuiverheid bevordert de gewenste opschuimende werking van het toegepaste medium in grote mate.
25 Het doek 4 wordt vervaardigd door op het substraat 8 een laagje van de lijm 10 aan te brengen, bijvoorbeeld te spuiten, vervolgens, terwijl de lijm 10 nog nat is, een laag 9 van natriummetasilicaat in de vorm van korrels erop te strooien en daarna over de korrels bijkomende lijm 10 aan te brengen, bijvoorbeeld te spuiten. Na het drogen van -Side lijm 10 wordt een doek 4 verkregen dat nog steeds oprolbaar is en dus kan worden gebruikt in het rolgordijn 3 zoals weergegeven in figuur 1.
In een variante uitvoeringsvorm lijmt worden de korrels of deeltjes natriumsilicaat op het substraat 8 gehecht zonder tussenkomst van lijm door de deeltjes en/of het doek te 5 verwarmen tot een temperatuur tussen 40 en 80°C. Natriummetasilicaat heeft de eigenschap op voomoemde temperaturen sterk kleverig te worden en hecht aldus ook zonder tussenkomst van lijm of andere vreemde component aan praktisch gelijk welk substraat. De deeltjes natriummetasilicaat kunnen daarbij tot voomoemde temperatuur worden verwarmd vooraleer ze aan te brengen op het substraat 8, dan wel na het 10 aanbrengen op het substraat 8 dat dan bij voorkeur horizontaal wordt gehouden.
In de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 3 is het substraat 8 niet bekleed met korrels maar met een laag 9 van gesmolten en vervolgens op het doek gestold natriummetasilicaat. Om dit doek 4 te vervaardigen, wordt allereerst een hoeveelheid 15 vast natriummetasilicaat gesmolten zonder het te laten opschuimen en daarbij voortdurend geroerd. Vervolgens wordt het doek 4 vervaardigd door een laag van dit vloeibare metasilicaat op het flexibele textiel substraat 8 aan te brengen. Dit aanbrengen kan door onderdompelen geschieden. Doordat het substraat 8 van textiel poreus is of holtes bezit, zal het natriummetasilicaat er goed aan hechten. Door te roeren, wordt 20 bereikt dat er lucht en bijgevolg C02 wordt ingebracht in het natriummetasilicaat, waardoor dit stolt zonder stijf te worden en de laag 9 soepel blijft zodat ook het doek 4 soepel en oprolbaar blijft. Het doek 4 kan aldus worden gebruikt in voomoemd rolgordijn 3.
Voomoemd rolgordijn 3 is normaal opgerold, zodat de doorgang 1 vrij blijft. In geval 25 van brand wordt dit rolgordijn 3 manueel of automatisch naar beneden gerold. In eerste instantie zal het natriummetasilicaat daarbij smelten en een soort dikke lijm vormen, maar vanaf een temperatuur van 110 tot 130°C zal het opschuimen en een hard schuim vormen dat sterk brandwerend is. Het schuim blijft stabiel tot een temperatuur van 1089°C waarbij het schuim smelt. Door het opschuimen worden ook de goten 6 dicht 102:--0 -10- geschuimd zodat geen warme gassen langs de randen van het rolgordijn 3 door de doorgang 1 kunnen stromen. In figuur 4 is het rolgordijn 3 na het opschuimen van de laag 9 weergegeven.
Een verdere uitvoeringsvorm van een constructie-element volgens de uitvinding is in 5 figuur 5 weergegeven, het constructie-element omvat hierbij een paneelconstructie van twee starre houtvezelplaten 11, 12 die onderling een zekere spouw 13 bewaren. In de spouw bevindt zich een flexibel substraat 14 waarin een bij verhoogde temperatuur opschuimend medium is aangebracht. Het substraat wordt hier gevormd door een glasvezeldeken dat in een waterige oplossing van een bij verhitting schuim vormend 10 medium, in dit geval een metaalsilicaat zoals aluminiumsilicaat, kaliumsilicaat of natriumsilicaat, werd ondergedompeld. Door deze behandeling werd de deken 14 door en door met het schuim vormende medium geïmpregneerd wat een adequate hechting verzekert. De deken geeft het geheel brandwerende eigenschappen, ondanks de toepassing van de anders zeer brandbare houtvezelplaten daarin. De getoonde 15 paneelconstructie kan bijvoorbeeld worden ingezet als scheidingswand, voorzetwand, plafond of vloerconstructie. Desgewenst kan, met name als voorzetwand, daarbij worden uitgegaan van een alternatieve paneelconstructie volgens de uitvinding waarin slechts één van beide pleten 11,12 is toegepast zodat het brandwerende substraat 14 ligt besloten tussen een bestaande wand en het betreffende paneel 11,12.
20 De uitvinding is overigens geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, doch integendeel zijn voor een gemiddelde vakman vele variaties en verschijningsvormen van het beschreven constructie-element en de beschreven werkwijze verwezenlijkbaar zonder buiten het kader van de uitvinding te behoeven te treden. De uitvinding biedt daarbij zowel de mogelijkheid om het flexibele substraat met 25 de daaraan verbonden brandwerende eigenschappen af-fabriek bijvoorbeeld in een prefab constructie-element als gereed product of half-fabrikaat toe te passes als de toepassing op locatie in een bestaande situatie waarbij het flexibele substraat als doek, deken of gordijn en dergelijke in of aan een bestaand constmctie-element wordt toegepast om daaraan brandwerende eigenschappen te geven. Ook kan de flexibele ïl ü ,· . V, ; -11- drager van de uitvinding in of als een constructie-element worden toegepast dat ander dan als scheidingswand, vloer of plafond wordt aangewend, bijvoorbeeld om een te beschermen product geheel of grotendeels te omhullen. Het substraat kan in dat geval dankzij zijn flexibiliteit om het te beschermen product worden gelegd, gewikkeld of 5 anderszins gedrapeerd en daarbij permanent worden bevestigd voor een duurzame bescherming van het product in kwestie. In al deze en overige gevallen biedt de flexibiliteit van het substraat, conform de uitvinding, de mogelijkheid het substraat qua vorm, afmetingen en dikte nauwkeurig af te stemmen op de vorm, afmetingen van de beoogde brandwerende constructie.

Claims (24)

1. Brandwerend constructie-element dat een hittebestendig en bij verhitting schuimvormend medium omvat met het kenmerk dat het constructie-element een flexibel substraat omvat en dat het bij verhitting schuimvormende medium op of in het 5 substraat is verwerkt.
2. Brandwerend constructie-element volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het medium een bij verhitting schuimvormend silicaat omvat.
3. Brandwerend constructie-element volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het substraat een al of niet geweven doek omvat dat met een het medium houdende 10 vloeistof is geïmpregneerd.
4. Brandwerend constructie-element volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het substraat een al of niet geweven doek omvat waarop het medium in vaste vorm is afgezet.
5. Brandwerend constructie-element volgens conclusie 4 met het kenmerk dat het medium op het substraat is verlijmd.
6. Brandwerend constructie-element volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het substraat is voorzien van al of niet doorgaande verdiepingen om daarin het medium te ontvangen.
7. Brandwerend constructie-element volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het substraat een textiel omvat, in het bijzonder jute.
8. Brandwerend constructie-element volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het medium een alkalimetaalsilicaat omvat, in het bijzonder een natriumsilicaat. -13-
9. Brandwerend constructie-element volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het silicaat is gemengd met toevoegingen en dat de toevoegingen ten hoogste circa 5 gewichtsprocent innemen.
10. Brandwerend constructie-element volgens een der voorgaande conclusies met 5 het kenmerk dat het substraat een doek van een rolgordijn vormt.
11. Brandwerend constructie-element volgens conclusie 10 met het kenmerk dat het rolgordijn een geleiding omvat om daarin een rand aan weerszijden van het doek gangbaar te ontvangen.
12. Brandwerend constructie-element volgens een of meer der conclusies 1 tot en 10 met 9 met het kenmerk dat het substraat een laag uit een gelaagde paneelconstructie vormt, welke paneelconstructie verder ten minste één starre plaat omvat.
13. Brandwerend constructie-element volgens conclusie 12 met het kenmerk dat de plaat een houtvezelplaat omvat.
14. Brandwerend constructie-element volgens conclusie 12 of 13 met het kenmerk 15 dat het substraat tussen ten minste twee starre platen van de paneelconstructie ligt besloten.
15. Brandwerend constructie-element volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 9 met het kenmerk dat het substraat een te beschermen lichaam althans in hoofdzaak omgeeft.
16. Werkwijze voor het vervaardigen van een brandwerend constructie-element waarbij een bij verhitting schuimvormend medium wordt aangebracht met het kenmerk dat wordt uitgegaan van een flexibel substraat en dat het substraat wordt onderworpen aan een behandeling waarbij daarin of daarop ten minste één bij verhitting schuimvormend medium wordt verwerkt. ,'· ft ·'; ’ C : ‘t Ö -14-
17. Werkwijze volgens conclusie 16 met het kenmerk dat het substraat aan een het medium houdende vloeistof wordt blootgesteld.
18. Werkwijze volgens conclusie 17 met het kenmerk dat een het medium houdende oplossing op het substraat wordt gesproeid.
19. Werkwijze volgens conclusie 17 met het kenmerk dat het substraat in een het medium houdende oplossing wordt ondergedompeld.
20. Werkwijze volgens een der conclusies 16 tot en met 19 met het kenmerk dat een geschikt lijmmiddel aan de vleistof wordt toegevoegd.
21. Werkwijze volgens conclusie 16 met het kenmerk dat een silicaat in vaste vorm 10 op het substraat wordt aangebracht door daarop silicaat-houdende deeltjes te hechten.
22. Werkwijze volgens conclusie 21 met het kenmerk dat de deeltjes met het substraat worden verlijmd door ze bij verhoogde temperatuur met het substraat in contact te brengen.
23. Werkwijze volgens conclusie 22 met het kenmerk dat de verhoogde temperatuur 15 boven een temperatuur wordt gekozen waarbij het silicaat verglaast doch lager dan een temperatuur waarbij het silicaat schuim zal vormen.
24. Werkwijze volgens conclusie 23 met het kenmerk dat de deeltjes natriumsilicaat omvatten en dat de deeltjes al of niet tezamen met het substraat tot een temperatuur tussen 50 en 80 °C worden gebracht. ^
NL1020048A 2002-02-22 2002-02-22 Brandwerend constructie-element en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL1020048C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020048A NL1020048C2 (nl) 2002-02-22 2002-02-22 Brandwerend constructie-element en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020048A NL1020048C2 (nl) 2002-02-22 2002-02-22 Brandwerend constructie-element en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL1020048 2002-02-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020048C2 true NL1020048C2 (nl) 2003-08-25

Family

ID=29244896

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020048A NL1020048C2 (nl) 2002-02-22 2002-02-22 Brandwerend constructie-element en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020048C2 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1659360A1 (en) * 2004-11-19 2006-05-24 VID ApS An explosionproof container for the storage and transport of in particular pyrotechnic material
CN103265722A (zh) * 2013-06-08 2013-08-28 山东德润机电设备制造有限公司 一种a级防火保温材料及其生产设备与方法
CN115341690A (zh) * 2022-09-22 2022-11-15 中建八局第一建设有限公司 一种免装饰大跨度超高成品防爆墙及其施工工艺
US11576837B2 (en) 2019-10-03 2023-02-14 Jfxd Trx Acq Llc Multi-zonal roller and method of use thereof

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3114840A (en) * 1959-11-23 1963-12-17 Minnesota Mining & Mfg Heat shielding, drapeable curtain material
US3663355A (en) * 1969-05-10 1972-05-16 Keisuke Shimizu Flame-proof and no-smoke-producing plate for architectural use
GB1388744A (en) * 1971-07-13 1975-03-26 Shimizu K Incombustible plate for architectural use
GB1592916A (en) * 1977-01-26 1981-07-15 Basf Ag Manufacture of fire protection materials
US4376674A (en) 1981-03-30 1983-03-15 United States Gypsum Company Method of manufacturing flame and abuse resistant fiber panel and products resulting
US4405682A (en) * 1980-03-19 1983-09-20 Takeda Chemical Industries, Ltd. Method for producing fire-resistant, thermally insulating board
EP0222298A2 (de) * 1985-11-15 1987-05-20 Bayer Ag Füllstoffhaltige Intumeszenzmassen auf Epoxidharzbasis
DE8801733U1 (nl) * 1988-02-11 1988-03-24 Bauer, Siegfried, 7410 Reutlingen, De
DE19640887A1 (de) * 1996-10-04 1998-04-09 Basf Ag Flächiges Brandschutzmaterial

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3114840A (en) * 1959-11-23 1963-12-17 Minnesota Mining & Mfg Heat shielding, drapeable curtain material
US3663355A (en) * 1969-05-10 1972-05-16 Keisuke Shimizu Flame-proof and no-smoke-producing plate for architectural use
GB1388744A (en) * 1971-07-13 1975-03-26 Shimizu K Incombustible plate for architectural use
GB1592916A (en) * 1977-01-26 1981-07-15 Basf Ag Manufacture of fire protection materials
US4405682A (en) * 1980-03-19 1983-09-20 Takeda Chemical Industries, Ltd. Method for producing fire-resistant, thermally insulating board
US4376674A (en) 1981-03-30 1983-03-15 United States Gypsum Company Method of manufacturing flame and abuse resistant fiber panel and products resulting
EP0222298A2 (de) * 1985-11-15 1987-05-20 Bayer Ag Füllstoffhaltige Intumeszenzmassen auf Epoxidharzbasis
DE8801733U1 (nl) * 1988-02-11 1988-03-24 Bauer, Siegfried, 7410 Reutlingen, De
DE19640887A1 (de) * 1996-10-04 1998-04-09 Basf Ag Flächiges Brandschutzmaterial

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1659360A1 (en) * 2004-11-19 2006-05-24 VID ApS An explosionproof container for the storage and transport of in particular pyrotechnic material
CN103265722A (zh) * 2013-06-08 2013-08-28 山东德润机电设备制造有限公司 一种a级防火保温材料及其生产设备与方法
US11576837B2 (en) 2019-10-03 2023-02-14 Jfxd Trx Acq Llc Multi-zonal roller and method of use thereof
CN115341690A (zh) * 2022-09-22 2022-11-15 中建八局第一建设有限公司 一种免装饰大跨度超高成品防爆墙及其施工工艺
CN115341690B (zh) * 2022-09-22 2023-09-29 中建八局第一建设有限公司 一种免装饰大跨度超高成品防爆墙及其施工工艺

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3935681A (en) Fire screen for a structural panel
US3837126A (en) Fire screen for a structural panel
US4557089A (en) Structural element such as building facade and the like
JPS5922650B2 (ja) 発泡性材料の固体層を第2シ−トに接合する方法
EP1404414A1 (en) Fire resistant barrier
NL1020048C2 (nl) Brandwerend constructie-element en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
JPH0140784B2 (nl)
US20110297402A1 (en) Fire-Suppressing Ceiling Panels
GB2028408A (en) Fireproof closures
US3654996A (en) Ceiling construction
JPS6157336A (ja) 透明防火パネルの製造法
JP2016166503A (ja) 防火扉
EP3175179A1 (de) Isolationsvorrichtung, tür und haushaltsgargerät
CZ290269B6 (cs) Ohnivzdorná deska
US6136423A (en) Fire fighting apparatus
GB2250933A (en) Improvements in and relating to fire barriers and their method of manufacture
CN102322111B (zh) 一种氯氧镁水泥发泡轻质墙板及制备方法和设备
CN206396922U (zh) 建筑保温层及保温系统
RU2645063C2 (ru) Система для противопожарной защиты зданий
EP0356320A2 (fr) Revêtement organique pour protéger les constructions, notamment contre le feu et la chaleur
EP0484544B1 (en) Condensation preventing structure
WO2005080740A1 (en) Fire door
RU2232241C2 (ru) Способ изготовления дверной створки с функцией пожарозащиты, дверная створка, изготовленная этим способом, способ изготовления дверной рамы или дверной отделки с функцией пожарозащиты, дверная рама или дверная отделка, изготовленная этим способом
US9517372B2 (en) Bentonite-fiberglass fire blanket
GB2303788A (en) Porous, breathable fire barrier, the pores closing on heating.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060901