NL1019976C2 - Barkstrooier. - Google Patents

Description

BARKSTROOIER

De uitvinding betreft een inrichting voor het aanbrengen van schors op een met grond gevulde pot, die omvat: - transportmiddelen voor het aanbrengen van schors op 5 een met grond gevulde pot, - boven de transportmiddelen aangebrachte stortmiddelen voor het op de pot storten van schors, en - schudmiddelen voor het schudden van de pot.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit 10 WO-A-01 58248.

Nadat planten tot een zekere grootte opgekweekt zijn, worden de planten in een met grond gevulde pot gestoken. De pot met plant wordt vervolgens naar een kas of buiten gebracht om verder op te kweken. Op de grond rond de plant 15 ontstaan echter algen en schimmels, welke schadelijk zijn voor de plant. Bovendien is het uiterlijk voor de verkoop ongewenst. Het was gebruikelijk om tegen deze schimmels en algen bestrijdingsmiddelen te spuiten. Dit is echter niet meer toegestaan. Als alternatief hiertoe wordt rondom de 20 plant bark, ofwel schors aangebracht. Dit schors wordt op het moment met de hand aangebracht naar wat lijdt tot een onregelmatige kwaliteit.

Het is een doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen, waarmee schors of bark aangebracht kan worden 25 met een constante kwaliteit.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting die gekenmerkt wordt doordat de stortmiddelen twee 1019975· 2 scharnierend ten opzichte van elkaar aangebrachte schoepen omvatten.

Met deze schoepen kan de stroom schors gestuurd worden, zodat een optimale bedekking van de grond in de pot verkregen 5 wordt.

De schudmiddelen zorgen er vervolgens voor dat overtollig schors van de pot afgeschud wordt en dat de laag op de pot verdicht wordt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 10 volgens de uitvinding omvat deze afvoermiddelen voor het afvoeren van gestort schors. Door het schudden zal een deel van het gestorte schors naast de pot vallen. De afvoermiddelen kunnen dit afvoeren, waardoor de schors opnieuw gebruikt kan worden.

15 De transportmiddelen omvatten bij voorkeur een transportband. Hierop kunnen gemakkelijk potten van verschillende grootte geplaatst worden. Bij voorkeur omvat de transportband openingen, zodat het overtollige schors door de transportband heen kan vallen. De transportband kan ook 20 uitgevoerd zijn als een snarentransportband, waarbij een aantal parallel aan elkaar verlopende snaren zijn aangebracht.

Daarnaast heeft het de voorkeur dat de transportmiddelen aan weerszijden van de transportband 25 aangebrachte zijgeleidingen omvatten. Deze zij geleidingen zorgen ervoor dat de potten op de juiste wijze onder de stortmiddelen doorgevoerd worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de schudmiddelen werkzaam op tenminste een deel van de zijgeleidingen. Zo 30 wordt de pot heen en weer geschud, waardoor overtollig schors van de bovenzijde van de pot valt.

1019976· 2a

In nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de inrichting schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van de bovenzijde van de pot. Grond welke aan de rand van de 5 (ga verder op bladzijde 3, regel 1 van de beschrijving zoals ingediend: "....pot blijft kleven kan alsnog....") 1019976· 3 pot blijft kleven kan alsnog een voedingsbodem zijn voor algen of schimmels. Doormiddel van de schoonmaakmiddelen wordt voorkomen dat aan de rand en boven de schors grond aanwezig is.

5 Bij voorkeur omvatten de schoonmaakmiddelen een roterende borstel. Deze roterende borstel kan een verticale rotatie-as omvatten en zich althans gedeeltelijk radiaal uitstrekkende borsteldelen.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de 10 schoonmaakmiddelen een hoordeel voor het aanbrengen van een kuil in de pot aangebrachte grond. In deze kuil kan vervolgens de plant gestoken worden, waarna het resterende grondoppervlak met schors of bark bedekt wordt.

Bij voorkeur is het hoordeel in hoofdzaak afgeknot 15 kegelvormig. Hierdoor ontstaat een afgeknot kegelvormige kuil welke van voordeel is bij het poten van de planten.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm 20 van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in zijaanzicht de inrichting volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een zijaanzicht van schoonmaakmiddelen volgens de uitvinding.

25 In figuur 1 wordt de inrichting 1 volgens de uitvinding getoond. Deze inrichting 1 omvat een frame 2 waarop een aantal parallel aan elkaar verlopende snaren 3 zijn aangebracht. Deze snaren 3 vormen een transportband, waarop een pot 4 getransporteerd kan worden. Aan weerszijden 30 van de snaren 3 zijn zijgeleidingen 5 aangebracht, die voorkomen dat de pot 4 van de transportband 3 afloopt. De zijgeleidingen 5 zijn door middel van verstelbare bevestigingen 6 aan het frame 2 aangebracht. Door deze 1 f 4 verstelbare bevestigingen 6 is het mogelijk de breedte tussen de zij geleidingen 5 aan te passen aan de breedte van de pot 4. De transportband 3 wordt aangedreven door een regelbare motor 7.

5 Nu verwijzend naar figuur 2 is boven de transportband 3 een stortopening 8 aangebracht. Aan deze stortopening 8 zijn twee schoepen 9 scharnierend aangebracht. Vanuit een voorraadtank 10 wordt door middel van een vijzel 11, die aangedreven wordt door een regelbare motor 12 schors of bark 10 getransporteerd naar de stortopening 8 waar het op de pot 4 gestort wordt, waarbij het geleid wordt door de schoepen 9. Overtollig schors valt langs de pot 4 en komt in de afvoertrechter 13, waarna het overtollige schors door middel van een vijzel 14 weer teruggevoerd wordt naar de 15 voorraadtank 10. De schoepen 9 kunnen ten opzichte van de opening 8 verschoven worden. In de voorraadtank 10 is een trilmotor 26 geplaatst.

Zoals getoond in figuur 1 is op het frame 2 een lichte sluis bestaande uit een lichtcel 15 en een reflector 20 16 aangebracht, zodat de passage van een pot 4 gedetecteerd kan worden. Als gevolg van deze detectie wordt de vijzel 11 aangedreven, zodat schors uit de opening 8 gestort wordt. Aan de zij geleidingen 5 is een schudinrichting 17 aangebracht om tenminste een deel van de zij geleidingen 5 heen en weer te 25 schudden. Hiermee wordt overtollig schors van de pot 4 geschud. De schudinrichting 17 wordt bijvoorbeeld gevormd door een excenter, dat door middel van een drijfstang verbonden is met de zij geleidingen 5. Van de pot 4 geschud schors valt vervolgens in de afvoertrechter 13.

30 In figuur 3 is tenslotte een schoonmaakinrichting 20 volgens de uitvinding getoond. Deze inrichting 20 heeft een aandrijfas 21 waarop een afgeknot kegelvormiglichaam 22 is aangebracht. Aan de onderzijde van dit afgeknot 5 kegelvormiglichaam 22 is een boordeel 23 aangebracht. Op de omtrekswand van het afgeknot kegelvormiglichaam 22 zijn twee borstels 24 aangebracht. Door het aandrijven van de aandrijfas 21 en door het neerlaten van het schoonmaakmiddel 5 in de pot 4, waarin grond 25 is aangebracht wordt zo in de grond 25 een kuil gevormd en wordt tevens de rand van de pot 4 schoongemaakt.

1015975

Claims (10)

6

1. Inrichting voor het aanbrengen van schors op een met grond gevulde pot, welke inrichting omvat: - transportmiddelen voor het transporteren van de met grond gevulde pot, 5. boven de transportmiddelen aangebrachte stortmiddelen voor het op de pot storten van schors, en - schudmiddelen voor het schudden van de pot, met het kenmerk, dat de stortmiddelen twee scharnierend ten opzichte van 10 elkaar aangebrachte schoepen omvatten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende afvoermiddelen voor het afvoeren van gestort schors.

3. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, waarbij de transportmiddelen een transportband omvat.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de transportmiddelen aan weerszijden van de transportband aangebrachte zijgeleidingen omvat.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de schudmiddelen werkzaam zijn op ten minste een deel van de 20 zijgeleidingen.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van de bovenzijde van de pot.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de 25 schoonmaakmiddelen een roterende borstel omvatten.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de roterende borstel een verticale rotatieas omvat en zich 101 99781 * 7 althans gedeeltelijk radiaal uitstrekkende borsteldelen omvat.

9. Inrichting volgens één van de conclusies 6 t/m 8, waarbij de schoonmaakmiddelen een boordeel omvatten voor het 5 aanbrengen van een kuil in de pot aangebrachte grond.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het boordeel in hoofdzaak afgeknot kegelvormig is. 1019976»