NL1019942C2 - Inrichting, alsmede werkwijze voor het trainen van een dier. - Google Patents

Inrichting, alsmede werkwijze voor het trainen van een dier. Download PDF

Info

Publication number
NL1019942C2
NL1019942C2 NL1019942A NL1019942A NL1019942C2 NL 1019942 C2 NL1019942 C2 NL 1019942C2 NL 1019942 A NL1019942 A NL 1019942A NL 1019942 A NL1019942 A NL 1019942A NL 1019942 C2 NL1019942 C2 NL 1019942C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animal
path
track
bath
training
Prior art date
Application number
NL1019942A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Roelof Klomp
Cornelia Cecilia Klomp-Vonk
Original Assignee
Jan Roelof Klomp
Cornelia Cecilia Klomp-Vonk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jan Roelof Klomp, Cornelia Cecilia Klomp-Vonk filed Critical Jan Roelof Klomp
Priority to NL1019942A priority Critical patent/NL1019942C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1019942C2 publication Critical patent/NL1019942C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K15/00Devices for taming animals, e.g. nose-rings or hobbles; Devices for overturning animals in general; Training or exercising equipment; Covering boxes
    • A01K15/02Training or exercising equipment, e.g. mazes or labyrinths for animals ; Electric shock devices ; Toys specially adapted for animals
    • A01K15/027Exercising equipment, e.g. tread mills, carousels

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Rehabilitation Tools (AREA)

Description

ί
Titel: Inrichting, alsmede werkwijze voor het trainen van een dier.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het trainen van een dier, omvattende geleidemiddelen om een dier langs een in zichzelf gesloten baan te geleiden.
Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend en omvat een 5 met een vloeistof gevuld bad dat zodanig is ingericht, dat het dier langs een cirkelvormige baan in het bad kan voortbewegen. Tijdens gebruik zwemt en/of loopt het dier, afhankelijk van de afmetingen van het dier en het vloeistofniveau in het bad, langs de genoemde baan. Voordeel van de bekende inrichting is, dat een dier zonder oponthoud langs de in zichzelf 10 gesloten baan kan voortbewegen om gedurende een gewenste trainingsperiode te trainen. Met deze training kan de conditie van het dier op een relatief hoog niveau worden gebracht en/of gehouden.
Wanneer het vloeistofniveau zodanig is dat een relatief groot deel van het dier zich door de vloeistof verplaatst, ondervindt het dier een 15 bepaalde vloeistof-stromingsweerstand zodat het dier op kracht kan worden getraind. Bovendien zal het dier in dat geval een door de vloeistof uitgeoefende opwaartse kracht ondervinden, zodat bepaalde gewrichten en spiergroepen zoals heup-, schouder- en kniegewrichten en bijbehorende spieren, alsmede een wervelkolom, juist een verminderde belasting 20 ondervinden. Training van het dier in een bad is bijzonder voordelig wanneer het dier revalideert van een operatie, ziekte en/of blessure omdat het dier doorgaans relatief snel herstelt en een gewenste conditie verkrijgt onder invloed van die training. Voortbewegingsspieren- en gewrichten van het dier kunnen bovendien worden getraind zonder overbelasting van 25 bepaalde zwakke en/of zieke spiergroepen en gewrichten. Dit is bijvoorbeeld voordelig wanneer het dier fysiotherapie ondergaat en/of lijdt aan een aandoening aan die spiergroepen en gewrichten. Voorbeelden van dergelijke aandoeningen zijn peesklap, kreupel en heupdysplasie.
1019 9 42 2 f
Training van het dier in een bad heeft als verder voordeel dat het dier door de training ontspant. Zo kunnen gestresste dieren tot rust worden gebracht. Verder kan met de training worden voorkomen dat gewrichten en spieren van relatief oude dieren verstijven.
5 Nadeel van de bekende inrichting is, dat spiergroepen en gewrichten van het dier tijdens training in de inrichting onvoldoende evenwichtig worden belast. In het bijzonder ondervinden linker spieren en gewrichten tijdens de training een andere belasting dan rechter spieren en gewrichten. Het resultaat van een dergelijke ongelijkmatige training is een 10 dier, waarvan een eerste spier- en gewrichtdeel onvoldoende is getraind en een tweede spier- en gewrichtdeel te ver is doorgetraind, met nadelige gevolgen van dien. Zo kan een dergelijke training een gewenste snelle revalidatie van het dier tegenwerken. Daarnaast kan het dier ten gevolge van de onevenwichtige training niet de hoge conditie bereiken die nodig is 15 voor het leveren van de meest optimale prestaties, zoals bijvoorbeeld het winnen van een sport evenement.
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting van het in de aanhef beschreven type, waarbij de nadelen zijn vermeden onder het behoud van de voordelen daarvan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een 20 inrichting waarmee een dier een gelijkmatige training kan uitvoeren.
Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de baan is voorzien van ten minste één kruising waarin de baan zichzelf kruist.
Tijdens gebruik van deze inrichting wordt het dier eenvoudig langs 25 de in zichzelf gesloten baan geleid ten behoeve van het trainen van het dier. Daarbij passeert het dier bochten van tegenovergestelde richtingen, althans zowel linksom als rechtsom draaiende bochten, aangezien de in zichzelf gesloten baan zichzelf kruist. Daardoor zijn linker en rechter spieren en gewrichten van het dier relatief evenwichtig belast na het volbrengen van 30 een volledige baan. Met name wanneer de baan symmetrisch is ten opzichte 3 van de ten minste ene kruising kan een goede evenwichtige belasting van de linker en rechter spieren en gewrichten worden verkregen.
De geleiding van het dier kan op diverse manieren worden verzorgd, bijvoorbeeld doordat de baan wordt begrensd door versperringen 5 zoals wanden. De inrichting is bij voorkeur voorzien van een bad waarin de baan zich uitstrekt, zodat het dier in een vloeistof kan voortbewegen. De vloeistof kan bijvoorbeeld water en/of een olie omvatten. Verder kan de vloeistof bijvoorbeeld zijn voorzien van dierverzorgende- en/of genezende middelen, zoals therapeutische substanties en/of geneesmiddelen die in de 10 vloeistof zijn opgelost. De vloeistof kan eenvoudig in stroming worden gebracht door middel van pompmiddelen om het dier aan een bepaalde vloeistofstroomweerstand te onderwerpen ten behoeve van de training. Dergelijke pompmiddelen kunnen zijn bijvoorbeeld voorzien van vloeistofjets die vloeistof onder een relatief hoge in een bepaalde richting in 15 het bad spuiten.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van 20 de uitvinding; fig. 2 een schematisch bovenaanzicht van het in fig. 1 weergegeven perspectivisch aanzicht; en fig. 3 een doorsnede-aanzicht over lijn III-III van het in fig. 2 weergegeven bovenaanzicht.
25 Het in de figuren 1-3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat een inrichting 1 voor het trainen van een dier. De inrichting omvat een 8-vormig bad 1 dat tijdens gebruik met een vloeistof wordt gevuld. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld vormen wanden 3 van het bad 1 de geleidemiddelen om een dier H langs een in zichzelf gesloten, in hoofdzaak 8-vormige baan 2 30 door het bad 1 te geleiden. Buitenwanden 3b van het bad 1 strekken zich 4 langs een buitenste rand van de baan 2 uit. Binnenwanden 3a, welke voor de duidelijkheid slechts in figuren 2 en 3 zijn weergegeven, strekken zich langs een binnenrand van de baan 2 uit. Zoals fig. 2 toont is de baan 2 voorzien van een kruising 4 waarin de baan 2 zichzelf kruist. De kruising 4 5 scheidt de baan in een eerste haandeel 2a en een tweede haandeel 2b. Vloeistofjets 19 zijn in de buitenwanden 3b van het bad 1 aangebracht om de vloeistof in het bad 1 tijdens gebruik in een gewenste beweging te kunnen brengen. Pompmiddelen voor aandrijving van deze vloeistofjets 19 zijn niet weergegeven. In het bad 1 is verder een bodem 5 langs de baan 2 en 10 tussen de genoemde wanden 3 opgesteld. De bodem 5 in hoogte verstelbaar aan een vloer van het bad 1 verbonden door middel van pneumatisch of hydraulisch bedienbare bodemhefmiddelen 14. Voorts is de inrichting 1 voorzien van een in- en uitgang 17 met een helling 8 om een dier het bad 1 in te voeren resp. daaruit te halen. Dankzij de helling 8 kan het dier een 15 hoogteverschil tussen de bodem 5 en een omgeving van het bad 1 gemakkelijk overbruggen. De in- en uitgang 17 is bij de baan 2 afsluitbaar door middel van een elektrisch verschuifbare deur 12. Verder is in het bad 1 nabij de in- en uitgang 17 een verschuifbaar stophek 18 opgesteld. Dit stophek 18 kan een dier in de baan 2 in stilstand houden. Verder kan dit 20 hek 18 een dier na afloop van een training naar de uitgang 17 te leiden. Tijdens een training wordt het stophek 18 naar een zodanige stand weggeschoven dat dit hek 18 de baan 2 niet blokkeert.
Zoals in fig. 1 en 2 is weergegeven, is de kruising 4 voorzien van stuurmiddelen 6 om een zich langs de baan bewegend dier H van het ene 25 naar het andere haandeel 2a, 2b over die kruising 4 te sturen. De stuurmiddelen zijn voorzien van beweegbaar in de baan opgestelde stuurlichamen 6. Deze stuurlichamen omvatten elk een verzwenkbaar om een zwenkas 20, met de wanden 3b van het bad 1 verbonden klaphek 6. Bij een eerste, in fig. 1 weergegeven stand van deze hekken 6 geven de hekken 30 een eerste oversteekrichting Q vrij en blokkeren een tweede ) o 1 9 9 * / 5 oversteekrichting R. De genoemde oversteekrichtingen zijn in de figuur met pijlen Q, R weergegeven. Bij een tweede stand van de hekken 6 wordt de eerste oversteekrichting Q door die hekken 6 afgesloten terwijl de tweede oversteekrichting R wordt vrijgegeven. De inrichting 1 is voorzien van een 5 niet in de figuren weergegeven aandrijving voor het bewegen van de hekken 6.
De inrichting 1 voorzien van een niet weergegeven besturing, bijvoorbeeld een computer, om onderdelen van de inrichting 1 automatisch te besturen. De besturing is ingericht om de hekken 6 automatisch in een 10 gewenste stand te brengen, althans door regeling van de genoemde aandrijving. Verder omvat de inrichting 1 detectiemiddelen die zijn voorzien van in de wanden 3 aangebrachte detectiesensoren 15 om een positie van een zich door de baan bewegend dier H te detecteren. Met behulp van de detectiemiddelen 15 kan de genoemde besturing eenvoudig bepalen vanuit 15 welk haandeel het dier H de kruising 4 nadert, opdat de besturing de hekken 6 in een zodanige stand kan brengen dat het dier H de kruising 4 gemakkelijk in een gewenste oversteekrichting Q, R kan oversteken. Bovendien kan de besturing door gebruikmaking van de detectiemiddelen 15 bijhouden hoeveel keer het dier H de baan 2 reeds heeft voltooid, alsmede 20 wat de gemiddelde snelheid van het dier H is. Zo kan bijvoorbeeld gemakkelijk worden bij gehouden of de conditie van het dier H van training op training verbetert.
Daarnaast is de inrichting 1 voorzien van dier-identificatiemiddelen die zijn voorzien van een in een buitenwand 3b 25 aangebrachte identificatiesensor 16. Deze identificatiemiddelen zijn ingericht om een door de baan bewegend dier H te identificeren. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld zijn ingericht om een kenmerk van het uiterlijk van het dier te herkennen, zoals een kenmerkend patroon van een vacht van het dier. Verder kan het dier H zijn voorzien van een markering, 30 bijvoorbeeld door middel van inkt, verf, en/of van een codedrager, zoals een 6 oormerk, streepjescodedrager, code-chip, of dergelijke. De identificatiemiddelen 16 kunnen dan zijn ingericht om de markering van het dier te herkennen. Toepassing van dier-identificatiemiddelen is met name gunstig wanneer verschillende dieren gelijktijding van de 5 trainingsinrichting gebruik maken, zodat bijvoorbeeld prestaties van de dieren afzonderlijk kunnen worden bijgehouden.
De figuren tonen verder dat de inrichting 1 is voorzien meeneemmiddelen 7 die zijn ingericht om een dier H langs de baan 2 met zich mee te nemen. De meeneemmiddelen omvatten hiertoe een boven de 10 baan 2 verplaatsbaar opgestelde loopkat 7. De loopkat 7 is beweegbaar verbonden aan zich boven de baan 2 uitstrekkende rails 11. De bewegingssnelheid van de meeneemmiddelen 7 langs de rails 11 is op afstand regelbaar, bijvoorbeeld door de genoemde besturing van de inrichting 1. De rails 11 loopt in hoofdzaak evenwijdig aan de 8-vormige 15 hartlijn van de baan 2. De rails 11 worden door een stalen constructie 12 op afstand boven het bad gehouden. Een draagband 10 is via takelbanden 21 en een takel 9 aan de loopkat 7 verbonden. De takel 9 van de meeneemmiddelen is op afstand bestuurbaar door een takelbesturing 13 en dient in de eerste plaats om het dier H met de draagband 10 op de gewenste 20 hoogte in het bad 1 te houden. Verder kan het dier H met de takel 9 in en/of uit het bad 1 worden getakeld, bijvoorbeeld wanneer het dier H tijdens training in paniek is geraakt of wanneer het dier niet op eigen benen buiten het bad 1 op een ondergrond kan staan. Bij voorkeur is de genoemde draagband voorzien van een relatief zacht materiaal dat het dier H 25 comfortabel kan dragen. De draagband kan bijvoorbeeld een zachte draagmat omvatten die goed op het lichaam van het dier kan aansluiten.
Een dier H wordt tijdens gebruik in het bad 1 langs de in zichzelf gesloten baan 2 geleid ten behoeve van het trainen van het dier H. Telkens wanneer het dier H de kruising 4 vanuit één haandeel 2a, 2b nadert, worden 30 de hekken 6 door de besturing van de inrichting in een stand gebracht 7 waarbij het dier H slechts in hoofdzaak rechtdoor naar het andere haandeel 2b, 2a kan oversteken. Daardoor beweegt het dier H afwisselend linksom en rechtsom. Het dier H kan bijvoorbeeld door de vloeistof van het bad 1 zwemmen en/of over de bodem 5 lopen, afhankelijk van het vloeistofniveau 5 en de positie van de bodem 5. Het dier kan hierbij in de eerste plaats zonder gebruikmaking van de meeneemmiddelen 7, 11 langs de baan 2 bewegen. Wanneer het dier H ondersteuning behoeft kan het dier H door de draagband 10 en de takel 9 op een gewenste hoogte in het bad 1 worden gehouden. De hoogte kan bijvoorbeeld zodanig zijn dat het dier de bodem 10 5.niet raakt om bepaalde spieren en gewrichten te ontlasten.
De baan 2 is in hoofdzaak 8-vormig en in hoofdzaak spiegelsymmetrisch ten opzichte van de kruising 4. De twee haandelen 2a, 2b die door de kruising 4 van elkaar zijn gescheiden, hebben derhalve dezelfde vorm en lengte. Een onevenwichtige belasting van linker spieren en 15 gewrichten van het dier H ten opzichte van rechter spieren en gewrichten tijdens voortbeweging langs het ene haandeel 2a wordt derhalve gecompenseerd door een omgekeerd onevenwichtige belasting bij voortbeweging langs het andere haandeel 2b. Het voordelige netto effect is een gewenste, evenwichtige belasting van de spieren en gewrichten van het 20 dier H bij voltooiing van één baanlengte. Derhalve kan het dier H een gewenste homogene training ondergaan en relatief snel een gewenste goede conditie verkrijgen.
Het spreekt vanzelf dat de uitvoering niet beperkt is tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen 25 het raam van de uitvinding zoals verwoord in de navolgende conclusies.
Zo kan de inrichting worden gebruikt om diverse dieren te trainen, bijvoorbeeld voor paarden, honden, runderen, pony's of andere dieren.
Verder kan de baan 2 zijn voorzien van verschillende kruisingen die een verschillende haandelen 2a, 2b met elkaar verbinden.
λ v 4 > _,· * i— 8
Voorst kan het bad een apart vloeistofbassin dat gevormd is naar de gewenste vorm van de trainingsbaan 2. Daarnaast kan de inrichting een bassin van een willekeurige vorm omvatten, bijvoorbeeld een rond, vierkant of anders gevormd bassin, waarbij het bassin is voorzien van de 5 geleidemiddelen om de in zichzelf gesloten trainingsbaan 2 van een overig deel van het bassin te scheiden. De geleidemiddelen kunnen in dat geval bijvoorbeeld in het bassin plaatsbare wanden, stangenframes of dergebjke omvatten.
Daarnaast kunnen de meeneemmiddelen als geleidemiddelen 10 functioneren om een dier langs de genoemde baan te geleiden. De inrichting kan in dat geval zijn voorzien van een relatief groot zwembad, waarbij de meeneemmiddelen het dier langs de gewenste baan door dat bad meenemen en/of met zich meetrekken.
Voorts kan het bad vloeistofbehandelingsmiddelen omvatten om 15 een vloeistof, waarmee het bad is gevuld, te behandelen. De vloeistofbehandehng kan bijvoorbeeld een temperatuurbehandeling, zoals verwarming of koeling, en/of een vloeistofreininging, bijvoorbeeld filtering en/of chemisch reiniging, omvatten.
Bij voorkeur heeft een binnenzijde van het bad een bepaalde kleur, 20 zoals groen, om zich in het bad bevindende dieren gerust te stellen.
Daarnaast is het voordelig wanneer een wand van het bad transparant is uitgevoerd, zodat beweging van het dier gemakkelijk via die wand vanuit een omgeving kan worden geobserveerd. Verder kan de inrichting zijn voorzien van een geluidsinstallatie om bepaalde dier-trainingsgeluiden 25 voort te brengen, bijvoorbeeld rustige muziek, marsmuziek en/of schrikgeluiden die met name nuttig zijn voor training van politiedièren, zoals politiehonden en/of -paarden.
Het is daarnaast zeer voordelig wanneer de inrichting is voorzien van een solarium, zodat dieren na training snel en comfortabel kunnen 30 worden gedroogd.
ii U. ! 9
De wanden 3 van het bad 1 kunnen op diverse manieren zijn uitgevoerd en van diverse materialen zijn vervaardigd. De wanden kunnen bijvoorbeeld kunststof en/of metalen wanddelen omvatten. Verder kunnen de wanden aan naar de baan gekeerde zijden zijn voorzien van relatief zacht 5 materiaal, bijvoorbeeld rubber en/of een zachte kunststof, opdat de dieren zich tijdens de training niet aan die wanden bezeren of verwonden.
Voorts kan de inrichting bijvoorbeeld zijn voorzien van verschillende in zichzelf gesloten banen die zichzelf in de tenminste ene kruising kruisen.
10 C J -r

Claims (17)

1. Inrichting voor het trainen van een dier, omvattende geleidemiddelen om een dier langs een in zichzelf gesloten baan te geleiden, met het kenmerk, dat de baan (2) is voorzien van ten minste één kruising (4) waarin de baan (2) zichzelf kruist.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een bad (1) waarin de genoemde baan (2) zich uitstrekt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de geleidemiddelen wanden (3) omvatten.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat de baan is voorzien van ten minste één in hoofdzaak 8-vormig haandeel (2).
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene kruising (4) is voorzien van stuurmiddelen (6) om een dier (H) in een gewenste oversteekrichting (Q, R) over die 15 kruising (4) te sturen, waarbij de stuurmiddelen (6) zijn ingericht om de baan (2) in een andere oversteekrichting (R, Q) van de kruising (4) te blokkeren.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen zijn voorzien van ten minste één stuurlichaam (6) dat 20 beweegbaar is van een eerste naar een tweede stand en vice-versa, waarbij elk stuurlichaam (6) in de eerste resp. tweede stand een eerste resp. tweede oversteekrichting (Q, resp. R) van de kruising (4) blokkeert.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van detectiemiddelen (15) om een 25 positie van een zich langs de baan (2) bewegend dier (H) te detecteren.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van dier-identificatiemiddelen (16) om een door de baan (2) bewegend dier (H) te identificeren.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van meeneemmiddelen (7, 11) die zijn ingericht om een dier (H) langs de baan (2) met zich mee te nemen.
10. Inrichting volgens althans conclusies 2 en 9, met het kenmerk, dat de meeneemmiddelen zijn voorzien van een tilinrichting (7, 9) om het dier (2) te tillen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de tilinrichting is voorzien van hefmiddelen (9) met een draagband (10) die is ingericht om het dier (H) te dragen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de draagband (10) aan een dragende zijde is voorzien van een zacht materiaal. 15
13. Inrichting volgens één van de conclusies 9-12, met het kenmerk, dat de meeneemmiddelen een loopkat (7) omvatten die verplaatsbaar is langs zich evenwijdig aan de baan 2 uitstrekkende rails (11).
14. Inrichting volgens één van de conclusies 9-13, met het kenmerk, dat de meeneemmiddelen (7, 11) zijn ingericht om het dier (H) langs de baan 20 (2) voort te trekken.
15. Werkwijze voor het trainen van een dier, waarbij het dier langs een in zichzelf gesloten baan wordt geleid, met het kenmerk, dat de baan is voorzien van ten minste één kruising waarin de baan zichzelf kruist.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de baan zich 25 in een bad bevindt.
17. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat althans een deel van de baan in hoofdzaak 8-vormig is.
NL1019942A 2002-02-11 2002-02-11 Inrichting, alsmede werkwijze voor het trainen van een dier. NL1019942C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019942A NL1019942C2 (nl) 2002-02-11 2002-02-11 Inrichting, alsmede werkwijze voor het trainen van een dier.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019942 2002-02-11
NL1019942A NL1019942C2 (nl) 2002-02-11 2002-02-11 Inrichting, alsmede werkwijze voor het trainen van een dier.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019942C2 true NL1019942C2 (nl) 2003-08-13

Family

ID=28036280

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019942A NL1019942C2 (nl) 2002-02-11 2002-02-11 Inrichting, alsmede werkwijze voor het trainen van een dier.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1019942C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1041966A (en) * 1964-07-10 1966-09-07 Hinrich Bielenberg Physical exercising device for live stock
FR2785195A1 (fr) * 1998-10-30 2000-05-05 Jean Brun Installation pour l'entrainement des chevaux de course

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1041966A (en) * 1964-07-10 1966-09-07 Hinrich Bielenberg Physical exercising device for live stock
FR2785195A1 (fr) * 1998-10-30 2000-05-05 Jean Brun Installation pour l'entrainement des chevaux de course

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7654229B2 (en) Bovine treadmill
CN104363955A (zh) 用于在神经运动损伤中恢复运动的自主控制的装置和方法
US4451045A (en) Steer or calf legs practice roping device
JPS59135052A (ja) 治療用運動装置
Mooij et al. Biomechanical responses of the back of riding horses to water treadmill exercise
BG64830B1 (bg) Автоматична система за трениране на коне
NL1019942C2 (nl) Inrichting, alsmede werkwijze voor het trainen van een dier.
US4854268A (en) Milking plant and sorting system
Buchli et al. Repair of the injured spinal cord: a joint approach of basic and clinical research
Powers et al. A study on the techniques used by untrained horses during loose jumping
Grandin Engineering and design of holding yards, loading ramps, and handling facilities for land and sea transport of livestock
Santamaría et al. Can early training of show jumpers bias outcome of selection events?
Melzack et al. Dorsal column contributions to anticipatory motor behavior
US20110185979A1 (en) Mobile horse exercise and hydrotherapy system
DE69913161D1 (de) Verfahren und vorrichtung zum melken von freilaufenden milchtieren
DE202005002613U1 (de) Trainingsgerät für Tiere
EP3085227B1 (de) Bewegungstrainer für kleintiere
Blaszczyk et al. Speed control in quadrupedal locomotion: principles of limb coordination in the dog
NZ194431A (en) Animal handling apparatus with tiltable cage
US4467746A (en) Animal mugger
JP3042742U (ja) ペットの運動用保持具
Adair Rehabilitation directed at maintaining or treating restricted joint motion in the horse.
RU2302842C2 (ru) Устройство для подачи овец в купочную ванну
Fowler Physical restraint and handling
UA72338C2 (en) Automatic horse training system and a method of automatic horse training

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080901