NL1019815C2

NL1019815C2 - Universal lock.

Info

Publication number: NL1019815C2
Application number: NL1019815A
Authority: NL
Inventors: Johan Willem Siert Wolters; Pieter Van Der Gaag
Original assignee: Lips Nederland B V
Priority date: 2002-01-22
Filing date: 2002-01-22
Publication date: 2003-07-23
Also published as: EP1329578A1; ATE389080T1; EP1329578B1; DE60319605T2; DE60319605D1

Abstract

Lock assembly, for instance for a door, comprising a lock case having a bolt and means for operating the bolt, comprising a key plate and a furniture knob plate. The key plate has a keyhole and the furniture knob plate has a furniture knob hole for attachment of for instance a furniture knob, the key plate and the furniture knob plate being adjustable in two mutual positions: a first position in which the keyhole and the furniture knob hole are aligned and operation of the bolt by means of a key is possible, and a second position in which the keyhole and the furniture knob hole are positioned staggered with respect to each other and the furniture knob hole is accessible for mounting, and operation of the bolt by means of the furniture knob. <IMAGE>

Description

UniverseelslotUniversal lock

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van zogenaamde universeelsloten: sloten waarbij de functie in gemonteerde toestand in bijvoorbeeld een deur, veranderbaar is, bijvoorbeeld van een slot dat met een sleutel 5 bedienbaar is in een toiletdeurslot dat met een beslagknop bedienbaar is.The invention relates to the field of so-called universal locks: locks in which the function can be changed in mounted condition in, for example, a door, for example from a lock that can be operated with a key to a toilet door lock that can be operated with a fitting knob.

Uit het duitse "Gebrauchsmuster" 296 06 598 is bekend een slot waarvan de gewenste functie veranderbaar is. Het bekende slot heeft een slotkast, waarbij in de 10 tegenover elkaar liggende wanden van de slotkast openingen zijn aangebracht voor het aanbrengen van het binnenwerk van een cilinderslot of een toiletslot. In het geval dat het binnenwerk van een cilinderslot is voorzien worden de openingen van de slotkast afgedekt door identieke afdek-15 plaatjes met elk een gat om een sleutel te kunnen insteken. De afdekplaatjes worden in gemonteerde toestand bijeengehouden door een schroef. In het geval dat het binnenwerk van een toiletslot is voorzien worden de openingen van de slotkast ook afgedekt door identieke afdek-20 plaatjes die nu echter elk zijn voorzien van een vierkant gat voor het doorvoeren van de vierkante as van een beslagknop voor het bedienen van het toiletslot. Ook nu worden de afdekplaatjes in gemonteerde toestand bijeengehouden door een schroef. Het veranderen van de functie van 25 het slot kan nu plaatsvinden door onder meer de afdek- 101 z ·'-· ; ^ 2 plaatjes voor het cilinderslot te verwisselen voor de afdekplaatjes voor het toiletslot of vice versa, zonder dat de slotkast vervangen behoeft te worden.From the German "Gebrauchsmuster" 296 06 598, a lock is known whose desired function can be changed. The known lock has a lock case, wherein openings are provided in the opposite walls of the lock case for the insertion of a cylinder lock or a toilet lock. In the case that the interior is provided with a cylinder lock, the openings of the lock case are covered by identical cover plates, each with a hole for inserting a key. The cover plates are held together in the mounted state by a screw. In the case that the interior is provided with a toilet lock, the openings of the lock case are also covered by identical cover plates which, however, are now each provided with a square hole for passing through the square axis of a fitting knob for operating the handle. toilet lock. The cover plates are now also held together by a screw in the assembled state. The function of the lock can now be changed by, among other things, the cover 101; ^ 2 plates for the cylinder lock can be exchanged for the cover plates for the toilet lock or vice versa, without the lock case having to be replaced.

Het bekende slot heeft als nadeel dat er, naast 5 een enkele slotkast, toch meerdere aparte (losse) onderdelen benodigd zijn voor het veranderen van de functie van het slot: zo zijn er, bij een gekozen functie van het slot als toiletslot, een tweetal afdekplaatjes met elk een sleutelgat alsmede het binnenwerk van een cilinderslot als 10 aparte losse onderdelen benodigd om de functie van het slot te kunnen veranderen. Evenzo zijn er, bij een gekozen functie van het slot als cilinderslot, een tweetal afdekplaatjes met vierkant gat alsmede het binnenwerk van een toiletslot als aparte losse onderdelen benodigd. Deze 15 losse onderdelen hebben het risico dat deze zoek kunnen raken of abusievelijk verwisseld kunnen worden met niet bijpassende onderdelen. Nog een nadeel is dat het veranderen van de functie van het bekende slot relatief omslachtig is: de afdekplaatjes moeten worden losgeschroefd en 20 verwijderd, het binnenwerk van het slot moet verwijderd en vervangen worden waarna de andere afdekplaatjes op hun plaats worden aangebracht en vastgeschroefd.The known lock has the disadvantage that, in addition to a single lock case, several separate (separate) parts are required for changing the function of the lock: for example, with a chosen function of the lock as a toilet lock, there are two cover plates each with a keyhole as well as the interior of a cylinder lock as 10 separate loose parts required to be able to change the function of the lock. Similarly, with a chosen function of the lock as a cylinder lock, two cover plates with a square hole as well as the interior of a toilet lock are required as separate separate parts. These 15 separate parts have the risk that they may be lost or may be mistakenly interchanged with non-matching parts. Another drawback is that changing the function of the known lock is relatively cumbersome: the cover plates must be unscrewed and removed, the interior of the lock must be removed and replaced, whereafter the other cover plates are fitted in place and screwed down.

Het is een doel van de uitvinding hierin verbetering te brengen.It is an object of the invention to improve on this.

25 Hiertoe verschaft de uitvinding een slotsamen stel, bijvoorbeeld voor een deur, omvattend een slotkast met een schoot en middelen voor het bedienen van de schoot, omvattend een sleutelplaat en een beslagknopplaat waarbij de sleutelplaat een sleutelgat heeft en de beslag-30 knopplaat een beslagknopgat heeft voor bevestiging van bijvoorbeeld een beslagknop, waarbij de sleutelplaat en de beslagknopplaat in twee onderlinge posities instelbaar zijn: een eerste positie waarin het sleutelgat en het beslagknopgat in eikaars verlengde liggen en bediening van 35 de schoot met een sleutel mogelijk is, en een tweede positie waarin het sleutelgat en het beslagknopgat versprongen van elkaar gelegen zijn en het beslagknopgat toe- 3 gankelijk is voor bevestiging van, en bediening van de schoot met, de beslagknop. Het voordeel wordt verschaft dat om de functie van het slot te veranderen, bijvoorbeeld van een slot dat bedienbaar is met een sleutel in een 5 badkamerslot, slechts de onderlinge positie van de sleu-telplaat en de beslagknopplaat veranderd behoeft te worden van de eerste positie in de tweede positie. In het vrijgekomen beslagknopgat kan men dan een beslagknop monteren waarna men de schoot met de beslagknop kan bedienen. Er 10 zijn dus in het geheel geen losse onderdelen meer benodigd. Ook losse binnenwerken zijn niet meer nodig: de middelen voor het bedienen van de schoot zijn reeds aanwezig in de slotkast en zijn in beide posities werkzaam. Bovendien is het veranderen van de functie van het slot 15 sterk vereenvoudigd doordat dit hoofdzakelijk enkel de bewerking omvat van het veranderen van de onderlinge positie van de sleutelplaat en de beslagknopplaat. Tevens wordt een logistiek voordeel verschaft: deurenfabrikanten kunnen deuren voorzien van het slotsamenstel volgens de 20 uitvinding, zonder dat vooraf bekend hoeft te zijn welke functie de deur krijgt.To this end, the invention provides a lock assembly, for example for a door, comprising a lock case with a bolt and means for operating the bolt, comprising a key plate and a hardware button plate wherein the key plate has a keyhole and the hardware button plate has a hardware button hole for attaching, for example, a batter knob, wherein the key plate and the batter knob plate are adjustable in two mutual positions: a first position in which the keyhole and the batter knob hole are in line with each other and operation of the bolt with a key is possible, and a second position in which the keyhole and the hardware button hole are offset from one another and the hardware button hole is accessible for attaching and operating the bolt with the hardware button. The advantage is provided that in order to change the function of the lock, for example of a lock that can be operated with a key in a bathroom lock, only the mutual position of the key-plate and the fitting knob plate need to be changed from the first position to the second position. A fitting knob can then be mounted in the released knob knob hole, after which the bolt can be operated with the knob. Therefore, separate parts are no longer required at all. Separate interior works are also no longer necessary: the means for operating the bolt are already present in the lock case and are active in both positions. Moreover, changing the function of the lock 15 is greatly simplified in that it mainly comprises only the operation of changing the relative position of the key plate and the hardware knob plate. A logistical advantage is also provided: door manufacturers can provide doors with the lock assembly according to the invention, without it being necessary to know in advance what function the door will have.

Op voordelige wijze heeft het beslagknopgat een onderbreking voor een sleutel. In de eerste positie kan dan de sleutel in het sleutelgat gestoken worden via de 25 onderbreking in het beslagknopgat; de beslagknopplaat hindert het insteken van de sleutel zo niet.Advantageously, the hardware knob hole has a key interruption. In the first position, the key can then be inserted into the keyhole via the interruption in the hardware buttonhole; the hardware knob plate does not interfere with inserting the key.

Op gunstige wijze zijn de sleutelplaat en de beslagknopplaat aangebracht voor samengaande verdraaiing in de eerste positie, waarbij bij voorkeur de sleutelplaat en 30 de beslagknopplaat in de eerste positie koppelbaar zijn middels een koppelstuk. Door de samengaande verdraaiing (bij voorkeur middels het koppelstuk) draait bij bediening van het slot met de sleutel de beslagknopplaat mee met de sleutelplaat: het draaien van de sleutelplaat wordt niet 35 gehinderd door de beslagknopplaat.Advantageously, the key plate and the hardware knob plate are arranged for co-rotation in the first position, wherein preferably the key plate and the hardware knob plate can be coupled in the first position by means of a coupling piece. Due to the consecutive rotation (preferably by means of the coupling piece), when the lock is operated with the key, the hardware knob plate rotates with the key plate: the rotation of the key plate is not impeded by the hardware knob plate.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is althans de sleutelplaat verschuifbaar tussen beide posities, waarbij 4 bij voorkeur de sleutelplaat wegschuifbaar is uit het koppelstuk tot in de tweede positie. Door de sleutelplaat weg te schuiven uit het koppelstuk wordt de koppeling tussen sleutelplaat en beslagknopplaat opgeheven: alleen 5 de beslagknopplaat kan dan nog draaien, middels bediening met de beslagknop, voor het bedienen van de schoot.In a preferred embodiment, at least the key plate is slidable between both positions, wherein 4 is preferably the key plate slidable away from the coupling piece into the second position. By sliding the key plate away from the coupling piece, the coupling between key plate and fitting knob plate is canceled: only the fitting knob plate can then still rotate, by operating with the fitting knob, for operating the bolt.

Bij voorkeur is de sleutelplaat bevestigd aan een schuifstuk om de sleutelplaat te kunnen wegschuiven uit het koppelstuk tot in de tweede positie door wegschui-10 ven van het schuifstuk. Het schuifstuk is een eenvoudig middel om de sleutelplaat snel en gemakkelijk te kunnen wegschuiven.The key plate is preferably attached to a slider in order to be able to slide the key plate out of the coupling piece into the second position by sliding the slider away. The slider is a simple means to be able to slide the key plate away quickly and easily.

Bij voorkeur is het samenstel verder voorzien van een blokkeerpal om het intrekken van de schoot te 15 blokkeren, welke blokkeerpal verplaatsbaar is door samenwerking met de beslagknopplaat tussen een bovenste positie waarin de blokkeerpal het intrekken van de schoot blokkeert en een tussenpositie en een onderste positie waarin de blokkeerpal het intrekken van de schoot niet blokkeert. 20 In de bovenste positie van de blokkeerpal heeft de schoot dan de functie van nachtschoot of vergrendelde schoot van een slaapkamerslot of badkamerslot. In de tussenpositie of onderste positie van de blokkeerpal kan de schoot worden ingetrokken, bijvoorbeeld door bediening van het slot met 25 een kruk. De schoot heeft dan de functie van voorzijde van de slotkastschoot.Preferably, the assembly is further provided with a locking pawl to block the retraction of the bolt, which locking pawl is displaceable by cooperation with the fitting knob plate between an upper position in which the locking pawl blocks the retraction of the bolt and an intermediate position and a lower position in which the locking catch does not block the retraction of the bolt. In the upper position of the blocking catch, the bolt then has the function of night bolt or locked bolt of a bedroom lock or bathroom lock. The bolt can be retracted into the intermediate position or lower position of the blocking catch, for example by operating the lock with a handle. The bolt then has the function of front of the lock case bolt.

Op voordelige wijze is een arm voorzien om de schoot te kunnen intrekken, waarbij de arm scharnierbaar aan het schuifstuk bevestigd is en beweegbaar is middels 30 een aan de arm bevestigde transportpal, waarbij de trans-portpal door samenwerking met de beslagknopplaat bewogen kan worden om de arm te bewegen om de schoot in te trekken. In de eerste positie, waarbij de sleutelplaat en de beslagknopplaat middels het koppelstuk gekoppeld zijn, kan 35 door bediening van het slot met de sleutel de schoot worden ingetrokken: de rotatie van de sleutel doet de beslagknopplaat meeroteren waarbij de beslagknopplaat de 5 transportpal, tenminste over een bepaald gebied van hoek-verdraaiing van de beslagknopplaat, beweegt. De beweging van de transportpal zorgt er op zijn beurt voor dat de arm scharniert om het schuifstuk, en daarbij de schoot in-5 trekt.Advantageously, an arm is provided for being able to retract the bolt, wherein the arm is hinged to the slider and is movable by means of a transport pawl attached to the arm, wherein the transport pawl can be moved through cooperation with the fitting knob plate around the arm to retract the lap. In the first position, in which the key plate and the hardware knob plate are coupled by means of the coupling piece, the bolt can be retracted by operating the lock with the key: the rotation of the key causes the hardware knob plate to rotate, the hardware knob plate at least transferring the transport catch. a certain area of angular rotation of the hardware knob plate is moving. The movement of the transport pawl, in turn, causes the arm to pivot about the slider, thereby retracting the bolt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het koppelstuk een koppelring waarmee de beslagknopplaat en de sleu-telplaat vormgesloten gekoppeld zijn, waarbij de beslagknopplaat gevormd wordt door een eerste krukpalplaat met 10 een eerste krukpal en een tweede krukpalplaat met een tweede krukpal, waarbij de sleutelplaat tussen de eerste krukpalplaat en de tweede krukpalplaat inligt. In het bijzonder de krukpallen zorgen, bij rotatie, voor samenwerking met overige elementen zoals de blokkeerpal, de 15 transportpal en het schuifstuk om de schoot te kunnen bedienen. De koppelring, de eerste krukpalplaat en de tweede krukpalplaat kunnen alternatief als een onderdeel uit één geheel worden gevormd en toegepast.In a preferred embodiment, the coupling piece is a coupling ring to which the fitting knob plate and the key plate are formally coupled, wherein the fitting knob plate is formed by a first lever catch plate with a first lever catch plate and a second lever catch plate with a second lever catch plate, the key plate between the first lever catch plate and the second stool catch plate. In particular, the crank pawls ensure, in rotation, cooperation with other elements such as the locking catch, the transport catch and the slider to be able to operate the bolt. The coupling ring, the first lever catch plate and the second lever catch plate can alternatively be formed and used as a single piece.

Op voordelige wijze is de blokkeerpal voorzien 20 van een uitsparing met een bovenste- en onderste aanslag-rand voor samenwerking met de eerste en/of tweede krukpal. Door deze samenwerking kan, door de eerste en/of tweede krukpal respectievelijk in wiskundig positieve zin en negatieve zin te laten roteren, de blokkeerpal respectie-25 velijk naar boven en naar beneden worden bewogen.The blocking pawl is advantageously provided with a recess with an upper and lower stop edge for cooperation with the first and / or second crank pawl. Through this cooperation, by allowing the first and / or second crank handle to rotate in a mathematically positive sense and a negative sense, respectively, the blocking catch can be moved up and down respectively.

Bij voorkeur is de blokkeerpal bij respectievelijk niet en wel weggeschoven sleutelplaat, verplaatsbaar, door samenwerking van de eerste krukpal met respectievelijk de bovenste en onderste aanslagrand van de in de 30 blokkeerpal aangebrachte uitsparing, tussen de bovenste positie en respectievelijk de onderste- en tussenpositie, waarbij respectievelijk de onderste positie en tussenpositie van de blokkeerpal bepaald worden door samenwerking van een op de blokkeerpal aangebrachte nok met respect ie-35 velijk een verlaagde rand en verhoogde rand op het schuifstuk, en waarbij de bovenste positie van de blokkeerpal bepaald wordt door het uit aangrijping wegdraaien van de xJf 6 eerste krukpal met de uitsparing in de blokkeerpal, ter plaatse van de bovenste aanslagrand van de uitsparing. Bij niet weggeschoven sleutelplaat is het schuifstuk zodanig gepositioneerd dat in de dan laagst mogelijke stand van de 5 blokkerpal de nok daarvan op de verlaagde rand van het schuifstuk rust: dit bepaalt de onderste positie.. Bij weggeschoven sleutelplaat is het schuifstuk zodanig gepositioneerd dat in de dan laagst mogelijke stand van de blokkerpal de nok daarvan op de vehoogde rand van het 10 schuifstuk rust: dit bepaalt de tussenpositie.The blocking catch is preferably displaceable, when the key plate is not slid away and is moved away, respectively, by cooperation of the first lever catch with the top and bottom stop edges respectively of the recess provided in the blocking catch, between the top position and the bottom and intermediate positions respectively, wherein respectively the lower position and intermediate position of the blocking pawl are determined by cooperation of a cam arranged on the blocking pawl with, respectively, a lowered edge and raised edge on the slider, and wherein the upper position of the blocking pawl is determined by the out of engagement pivoting away the xJf 6 first lever pawl with the recess in the blocking pawl, at the top stop edge of the recess. With the key plate not slid away, the slider is positioned in such a way that in the lowest possible position of the blocking catch, its cam rests on the lowered edge of the slider: this determines the lower position. With the key plate slid away, the slider is positioned such that then lowest possible position of the blocking catch the ridge thereof rests on the raised edge of the slider: this determines the intermediate position.

In een voorkeursuitvoeringsvorm kan de trans-portpal de arm bewegen door samenwerking van de tweede krukpal met een op de transportpal aangebrachte nok. Door bediening van het slot door het, in negatieve zin, ver-15 draaien van de sleutel wordt de tweede krukpalplaat meegedraaid om de tweede krukpal, over een bepaald gebied van hoekverdraaiing van de sleutel, te laten samenwerken met de nok van de transportpal om deze te verplaatsen om de arm de schoot te laten intrekken.In a preferred embodiment, the transport pawl can move the arm by cooperation of the second lever pawl with a cam arranged on the transport pawl. By operating the lock by turning the key in a negative sense, the second lever catch plate is rotated to cause the second lever catch to cooperate with the cam of the transport catch about a certain angle of rotation of the key. to move the arm to retract the lap.

20 Op gunstige wijze is de transportpal verbonden met de blokkeerpal door samenwerking van een in de transportpal aangebrachte gleuf en de op de blokkeerpal aangebrachte nok. Hierdoor wordt het voordeel verschaft dat bij het vergrendelen van de schoot, dus bij het omhoog bewegen 25 van de blokkeerpal, de transportpal eveneens omhoog be weegt waardoor contact tussen de tweede krukpal en de op de transportpal aangebrachte nok vermeden wordt. De nok van de transportpal kan dan het verdraaien van de tweede krukpalplaat niet hinderen. Men kan bij het vergrendelen 3 0 van de schoot, bij niet weggeschoven schuifstuk, de sleutel dan doordraaien tot een uitgangspositie (de stand van de sleutel waarbij men de sleutel in het slot steekt) om de sleutel weer uit het slot te nemen. Bovendien wordt, bij weggeschoven schuifstuk, bij verdraaien van de beslag-3 5 knop, om de schoot te vergrendelen, verdraaien van de tweede krukpalplaat niet gehinderd door de nok van de transportpal. Alleen in de onderste positie van de blok- 7 keerpal, dus bij ontgrendelde toestand van de schoot bij niet weggeschoven schuifstuk, is samenwerking van de tweede krukpal en de op de transportpal aangebrachte nok mogelijk om met de sleutel de schoot in te trekken.The transport pawl is advantageously connected to the blocking pawl by cooperation of a slot arranged in the transport pawl and the cam arranged on the blocking pawl. This provides the advantage that when the bolt is locked, that is, when the blocking catch is raised, the transporting catch also moves upwards, so that contact between the second crank catch and the cam arranged on the transport catch is avoided. The cam of the transport catch can then not hinder the rotation of the second lever catch plate. When the bolt is locked, with the slider not slid away, the key can then be turned to a starting position (the position of the key with which the key is inserted into the lock) to remove the key from the lock again. Moreover, when the slider is slid away, when the batter knob is turned to lock the bolt, rotation of the second lever catch plate is not hindered by the cam of the transport catch. Only in the lower position of the block retaining catch, that is, in the unlocked state of the bolt with the sliding piece not slid away, is it possible to cooperate with the second lever catch and the cam arranged on the transport catch to retract the bolt with the key.

5 In een uitvoeringsvorm is het schuifstuk voor zien van een aanslagrand voor het, bij weggeschoven sleu-telplaat, begrenzen van de slag van de eerste en/of tweede krukpalplaat, waarbij de aanslagrand samenwerkt met de eerste en/of tweede krukpal. Bij toepassing van het slot 10 als badkamerslot dient de slag van de beslagknop begrensd te worden tot 90° waarvoor twee begrenzingen nodig zijn. De aanslagrand van het schuifstuk vormt de eerste begrenzing.In one embodiment the slider is provided with an abutment edge for limiting the stroke of the first and / or second crank pawl plate when the key plate is moved away, the abutment edge cooperating with the first and / or second crank pawl. When using the lock 10 as a bathroom lock, the stroke of the fitting knob must be limited to 90 ° for which two limits are required. The stop edge of the slider is the first boundary.

Bij voorkeur dient in de tussenpositie van de 15 blokkeerpal de onderste aanslagrand van de in de blokkeer-pal aangebrachte uitsparing door samenwerking met de eerste krukpal als begrenzing voor de slag van de eerste krukpalplaat: doordat in de tussenpositie van de blokkeerpal (bij weggeschoven schuifstuk) de blokkeerpal niet 20 verder naar beneden kan bewegen vormt de onderste aanslagrand van de in de blokkeerpal aangebrachte uitsparing zo een begrenzing voor het verder, in negatieve zin, roteren van de eerste krukpal. Deze begrenzing vormt de tweede begrenzing voor de slag van de beslagknop.In the intermediate position of the blocking pawl, the lower stop edge of the recess provided in the blocking pawl serves, as a result of cooperation with the first lever pawl, as a limitation for the stroke of the first lever pawl plate: the blocking pawl cannot move further downwards, the lower stop edge of the recess provided in the blocking pawl thus forms a limit for further rotation of the first crank pawl in a negative sense. This limit forms the second limit for the stroke of the batter knob.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de voorzijde van de slotkast voorzien van een opening om toegang te verschaffen tot een vlak van het schuifstuk om het schuifstuk weg te kunnen schuiven. In gemonteerde toestand van het slot in bijvoorbeeld een deur is het wegschuiven van 30 het schuifstuk zo eenvoudig uit te voeren door met een lang dun voorwerp, bijvoorbeeld een spijker, door de opening in de voorplaat tegen het vlak van het schuifstuk te drukken. Het veranderen van de functie van het slot wordt daarmee sterk vereenvoudigd.In a preferred embodiment, the front side of the lock case is provided with an opening to provide access to a plane of the slider to be able to slide the slider away. In the mounted condition of the lock in, for example, a door, sliding of the slider is so simple to carry out by pressing with a long thin object, for example a nail, through the opening in the front plate against the plane of the slider. Changing the function of the lock is thus greatly simplified.

35 Op gunstige wijze bepaalt de zijrand tussen de verhoogde- en verlaagde rand van het schuifstuk een aan-slagvlak voor de op de blokkeerpal aangebrachte nok om in 8 de onderste positie van de blokkeerpal het wegschuiven van het schuifstuk te verhinderen. Hiermee wordt een veiligheid verschaft tegen het abusievelijk wegschuiven van het schuifstuk: in ontgrendelde toestand van de schoot is het 5 wegschuiven van het schuifstuk niet mogelijk. Om te kunnen wegschuiven is het noodzakelijk om eerst met de sleutel de schoot te vergrendelen en de sleutel uit het slot te verwijderen. De blokkeerpal met de daarop aangebrachte nok bevindt zich dan in de bovenste positie waardoor contact 10 van de nok met het schuif stuk dan niet mogelijk is. De zijrand van het schuif stuk kan dan dus niet dienen als aanslag voor de nok van de blokkeerpal: het wegschuiven van het schuifstuk is nu mogelijk.Advantageously, the side edge between the raised and lowered edge of the slider determines a stop surface for the cam arranged on the blocking pawl to prevent the sliding piece from sliding away in the lower position of the blocking pawl. This provides a safety against accidental sliding of the slider: in the unlocked state of the bolt sliding of the slider is not possible. To be able to slide it is necessary to first lock the bolt with the key and remove the key from the lock. The blocking catch with the cam arranged thereon is then in the upper position, as a result of which contact of the cam with the sliding piece is then not possible. The side edge of the sliding piece can therefore not serve as a stop for the cam of the blocking catch: sliding of the sliding piece is now possible.

Bij voorkeur is het samenstel voorzien van een, 15 ten opzichte van de slotkast gefixeerd, veerkrachtig plaatvormig element met uit het vlak van de plaat omlaag stekende delen die respectievelijk samenwerken met in het schuifstuk aangebrachte uitsparingen om het schuifstuk te fixeren in de niet-weggeschoven of weggeschoven positie, 20 en met een in de blokkeerpal aangebrachte opening om de blokkeerpal te fixeren in de bovenste positie. Dit verschaft het voordeel dat zelfs bij het hard stoten tegen, of het met veel kracht "dichtgooien" van een deur waarin het slot volgens de uitvinding is ingebouwd, het schuif-25 stuk en de blokkeerpal gefixeerd kunnen blijven in de gewenste stand.The assembly is preferably provided with a resilient plate-shaped element fixed with respect to the lock case with parts projecting downwardly from the plane of the plate and cooperating respectively with recesses arranged in the slider to fix the slider in the non-slid or slid away position, and with an opening provided in the blocking pawl to fix the blocking pawl in the upper position. This provides the advantage that even in the case of a strong impact against, or the "closing" of a door with great force, in which the lock according to the invention is built in, the sliding piece and the locking catch can remain fixed in the desired position.

Op voordelige wijze zorgt een doorgedrukte rand in de slotkast ervoor dat het koppelstuk in positie wordt gehouden ten opzichte van de slotkast. Hierdoor worden 30 tevens de eerste krukpalplaat en de tweede krukpalplaat in positie gehouden ten opzichte van de slotkast om samen te kunnen werken met de blokkeerpal, de transportpal en (eventueel) het schuifstuk.Advantageously, a pressed-through edge in the lock case ensures that the coupling piece is held in position relative to the lock case. As a result, the first handle catch plate and the second handle catch plate are also held in position relative to the lock case in order to be able to cooperate with the locking catch, the transport catch and (optionally) the sliding piece.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het beslag-35 knopgat een vierkant gat voor bevestiging van een besla-knop met een vierkante as. Deze uitvoering van de beslag-knop wordt praktisch veel gebruikt.In a preferred embodiment, the batter button hole is a square hole for attaching a stud button with a square axis. This version of the batter knob is practically used a lot.

99

De uitvinding voorziet tevens in een deur voorzien van een slotsamenstel met één of meerdere van de hiervoor beschreven kenmerken.The invention also provides a door provided with a lock assembly with one or more of the features described above.

Een uitvoeringsvoorbeeld van het samenstel 5 volgens de uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden.An exemplary embodiment of the assembly 5 according to the invention will be described below by way of example with reference to the figures.

Figuur 1 toont in perspectief een slot met het samenstel van sleutelplaat en krukpalplaten, waarbij om redenen van inzichtelijkheid het koppelstuk en de krukpal- 10 platen in losgenomen toestand zijn getekend.Figure 1 shows a perspective view of a lock with the assembly of key plate and lever handle plates, wherein for reasons of clarity the coupling piece and the lever handle plates are drawn in the detached state.

Figuur 2 toont het slot volgens figuur 1 in vooraanzicht.Figure 2 shows the lock according to Figure 1 in front view.

Figuur 3 toont het slot volgens figuur 1 en 2, met weggeschoven schuifstuk.Figure 3 shows the lock according to figures 1 and 2, with the sliding piece pushed away.

15 Figuren 4A, 4B en 4C tonen in detail respectie velijk de sleutelplaat, de eerste krukpalplaat, de tweede krukpalplaat en de koppelring van het slot.Figures 4A, 4B and 4C show in detail and respectively the key plate, the first handle catch plate, the second handle catch plate and the coupling ring of the lock.

Figuur 5 toont in detail het schuifstuk van het slot.Figure 5 shows the slider of the lock in detail.

20 Figuur 6 toont in detail de blokkeerpal van het slot.Figure 6 shows the locking catch of the lock in detail.

Figuur 7 toont in detail de transportpal van het slot.Figure 7 shows the transport catch of the lock in detail.

Figuur 8 toont in detail de arm van het slot.Figure 8 shows the arm of the lock in detail.

25 Figuur 9 toont in detail een fixeerplaatje van het slot.Figure 9 shows a fixing plate of the lock in detail.

Figuur 10 toont in perspectief het slot volgens figuur 1 en 2, waarbij het slot is voorzien van het fixeerplaatj e.Figure 10 shows a perspective view of the lock according to figures 1 and 2, wherein the lock is provided with the fixing plate.

30 Het in figuur 1 en 2 getoonde slot 1 wordt omgeven door een slotkast 2 met zijwanden 2a en achterwand 2b en een voorplaat 3. De voorwand van de slotkast 2 is niet getekend. De voorplaat 3 is voorzien van openingen 5 en 6 voor respectievelijk bevestiging van het slot 1 in 35 een deur en voor bevestiging van de slotkast 2 aan de voorplaat 3. Verder is de voorplaat 3 voorzien van een opening 7 om, ook in ingebouwde toestand van het slot 1, 10 toegang tot het inwendige van het slot 1 te verschaffen.The lock 1 shown in figures 1 and 2 is surrounded by a lock case 2 with side walls 2a and rear wall 2b and a front plate 3. The front wall of the lock case 2 is not shown. The front plate 3 is provided with openings 5 and 6 for respectively fastening the lock 1 in a door and for fastening the lock case 2 to the front plate 3. Furthermore, the front plate 3 is provided with an opening 7, also in the built-in condition of the lock 1, 10 to provide access to the interior of the lock 1.

De hoofdelementen van het slot 1 worden gevormd door een sleutelplaat 10, een eerste krukpalplaat 20 en een tweede krukpalplaat 30, een schuifstuk 40, een koppel-5 ring 50, een blokkeerpal 60, een transportpal 70 en een arm 80. Het in figuur 1 en 2 getoonde slot 1 is toegankelijk voor bediening met een sleutel: de sleutelplaat 10 bevindt zich in niet-weggeschoven positie. De hoofdelementen zijn meer in detail getoond in de figuren 4 tm. 9.The main elements of the lock 1 are formed by a key plate 10, a first handle pawl plate 20 and a second handle pawl plate 30, a slider 40, a coupling ring 50, a blocking pawl 60, a transport pawl 70 and an arm 80. In FIG. 1 and lock 1 shown in 2 is accessible for operation with a key: the key plate 10 is in the non-slid position. The main elements are shown in more detail in Figures 4 through. 9.

10 Verdere belangrijke elementen van het slot 1 zijn een schoot 85 met een schootkop 86 en met een staart-deel dat passend opgenomen is in een schuifplaat 87 met eindvlak 97. De schootkop 86 en de schuifplaat 87 vormen zo één verschuifbaar samenstel. Op de schoot 85 werkt een, 15 middels een omgezette lip 89 van de achterwand 2b tegen de slotkast 2 af gesteunde, veer 88 die zorgt voor het terugveren van de schoot 85 ha intrekking van de schoot 85, of na het dichtduwen van een deur. Een kruktuimelaar 90 met twee lagerringen 91 is voorzien voor de krukbediening van 20 het slot 1, om de draaiende beweging van de (niet in de figuren weergegeven) kruk om te zetten in een schuivende beweging van de schoot 85. Een samenstel van een profiel 92, een kruktuimelaarveer 93 en een gefixeerd element 94 zorgt ervoor dat de kruktuimelaar 90 steeds weer in de 25 ruststand terugkeert.Further important elements of the lock 1 are a bolt 85 with a bolt head 86 and with a tail part that is suitably received in a sliding plate 87 with end face 97. The bolt head 86 and the sliding plate 87 thus form one slidable assembly. A spring 88 supported by a flanged lip 89 of the rear wall 2b against the lock case 2 acts on the bolt 85, which spring causes the bolt to spring back 85 ha of the bolt 85 retracting, or after pushing a door shut. A lever tumbler 90 with two bearing rings 91 is provided for the handle operation of the lock 1, to convert the rotating movement of the handle (not shown in the figures) into a sliding movement of the bolt 85. An assembly of a profile 92 , a rocker arm spring 93 and a fixed element 94 ensures that the rocker arm 90 always returns to the rest position.

De slotkast 2 is verder voorzien van openingen 95a,95b en 96a,96b,96c voor bevestiging van respectievelijk een beslagknop of een schermplaat je voor een kruk middels bijvoorbeeld schroeven.The lock case 2 is furthermore provided with openings 95a, 95b and 96a, 96b, 96c for attaching a fitting knob or a screen plate for a handle by means of, for example, screws.

30 Figuur 3 toont het in figuren 1 en 2 getoonde slot 1 met weggeschoven sleutelplaat 10 en weggeschoven schuifstuk 40. Het slot 1 is nu toegankelijk voor bevestiging van, en bediening met een (niet in de figuren getoonde) beslagknop.Figure 3 shows the lock 1 shown in figures 1 and 2 with the key plate 10 slid away and the sliding piece 40 slid away. The lock 1 is now accessible for attachment of and operation with a fitting knob (not shown in the figures).

35 Figuren 4A, 4B en 4C tonen meer in detail res pectievelijk de sleutelplaat 10, de eerste krukpalplaat 20, de tweede krukpalplaat 30 en de koppelring 50. De 11 sleutelplaat 10 heeft een sleutelgat 11 en uitsparingen 12 en 13. Eerste krukpalplaat 20 heeft een vierkant gat 21 met een onderbreking 22, uitsparingen 23 en 24 en een eerste krukpal 25. De tweede krukpalplaat 30 is identiek 5 aan de eerste krukpalplaat 20. Koppelring 50 omvat een middels een dwarsverbinding 53 verbonden eerste ring 51 met een onderbreking 56 en een verhoogd deel 57, en een tweede ring 52 met een onderbreking 58 en een verhoogd deel 59. De dwarsverbinding 53 heeft, op respectievelijk 10 de eerste ring 51 en de tweede ring 52 aangebrachte verhoogde delen 55a en 55b, waarbij de verhoogde delen 55a, 55b zijn verbonden middels een ten opzichte daarvan verbreed tussendeel 55c. De hoogte van de verhoogde delen 55a en 55b komt overeen met de dikte van de eerste krukpal-15 plaat 20 en de tweede krukpalplaat 30. De koppelring 50 is verder, op de eerste ring 51, voorzien van een nok 54.Figures 4A, 4B and 4C show more in detail, respectively, the key plate 10, the first handle catch plate 20, the second handle catch plate 30 and the coupling ring 50. The 11 key plate 10 has a keyhole 11 and recesses 12 and 13. First handle catch plate 20 has a square hole 21 with an interruption 22, recesses 23 and 24 and a first handle pawl 25. The second handle pawl plate 30 is identical to the first handle pawl plate 20. Coupling ring 50 comprises a first ring 51 connected by a cross connection 53 with an interruption 56 and a raised part 57, and a second ring 52 with a break 58 and a raised part 59. The transverse connection 53 has raised parts 55a and 55b arranged on the first ring 51 and the second ring 52, the raised parts 55a, 55b being connected by an intermediate part 55c widened relative thereto. The height of the raised parts 55a and 55b corresponds to the thickness of the first crank catch plate 20 and the second crank catch plate 30. The coupling ring 50 is furthermore provided on the first ring 51 with a cam 54.

De uitsparing 13 van de sleutelplaat 10 is voorzien om rondom een door opening 95a van de slotkast 2 gevoerd bevestigingselement, bijvoorbeeld een schroef, 20 geschoven te worden bij het verschuiven van de sleutelplaat 10 middels het schuifstuk 40. De onderbrekingen 22,32 in de krukpalplaten 20,30 zijn voorzien om het invoeren van een sleutel in het slot 1 mogelijk te maken bij niet weggeschoven sleutelplaat 10.The recess 13 of the key plate 10 is provided for sliding around a fastening element, for example a screw 20, passed through opening 95a of the lock case 2 when the key plate 10 is displaced by means of the sliding piece 40. The interruptions 22,32 in the lever catch plates 20.30 are provided to make it possible to insert a key into the lock 1 with the key plate 10 not slid away.

25 De samenwerking tussen de sleutelplaat 10, de eerste krukpalplaat 20, de tweede krukpalplaat 30 en de koppelring 50 is als volgt: de koppelring 50 is gekoppeld met beide krukpalplaten 20,30 door samenwerking van de verhoogde delen 57, 59, 55a, 55b met respectievelijke 30 uitsparingen 24,34,23,33 in de eerste en tweede krukpalplaat 20,30. Deze koppeling kan tot stand worden gebracht door de krukpalplaten 20,30 bijvoorbeeld na elkaar tussen de verhoogde delen 57,59 door in de koppelring 50 te schuiven. Door samenwerking van verbreed tussendeel 55c 3 5 met uitsparing 12 wordt de sleutelplaat 10 met de koppelring 50 gekoppeld. Het koppelen van de sleutelplaat 10 vindt plaats nadat de krukpalplaten 20,30 zijn aange- 12 bracht, en wordt eveneens tot stand gebracht door de sleutelplaat 10 tussen de verhoogde delen 57,59 door in de koppelring 50 te schuiven. De sleutelplaat 10 bevindt zich dan tussen beide krukpalplaten 20,30 in. Door deze samen-5 werking zijn de sleutelplaat 10, de eerste krukpalplaat 20, de tweede krukpalplaat 30 en de koppelring 50 bij rotatie gekoppeld om als één geheel te draaien, bij niet weggeschoven sleutelplaat 10.The cooperation between the key plate 10, the first lever stop plate 20, the second lever stop plate 30 and the coupling ring 50 is as follows: the coupling ring 50 is coupled to both lever stop plates 20.30 through cooperation of the raised parts 57, 59, 55a, 55b with respective recesses 24,34,23,33 in the first and second crank catch plate 20,30. This coupling can be effected by, for example, sliding the lever handle plates 20,30 one after the other between the raised parts 57,59 through the coupling ring 50. Through cooperation of widened intermediate part 55c 3 with recess 12, the key plate 10 is coupled to the coupling ring 50. Coupling of the key plate 10 takes place after the lever handle plates 20, 30 have been fitted, and is also achieved by sliding the key plate 10 between the raised parts 57,59 through the coupling ring 50. The key plate 10 is then located between the two lever handle plates 20.30. As a result of this cooperation, the key plate 10, the first lever catch plate 20, the second lever catch plate 30 and the coupling ring 50 are coupled to rotate to rotate as a whole, with the key plate 10 not slid away.

Doordat slechts één dwarsverbinding 53 is aange-10 bracht over de omtrek van de koppelring 50, en doordat de verhoogde delen 57, 59 niet reiken tot in het vlak van de sleutelplaat 10, kan de sleutelplaat 10 worden weggeschoven uit de koppelring 50. Wanneer dan beide krukpalplaten 20,30 met de koppelring 50 roteren zal de sleutelplaat 10 15 niet meeroteren.Because only one transverse connection 53 is arranged over the circumference of the coupling ring 50, and because the raised parts 57, 59 do not extend into the plane of the key plate 10, the key plate 10 can be slid away from the coupling ring 50. When then rotating both lever handle plates 20, 30 with the coupling ring 50, the key plate 10 will no longer rotate.

Figuur 5 toont het, uit plaatmateriaal vervaardigde, schuif stuk 40 met een centrale opening 41 en een gleuf 42. De centrale opening 41 is voorzien om de sleutelplaat 10, verdraaibaar in het vlak van het schuif stuk 20 40, te kunnen opnemen. Doordat de sleutelplaat 10 in het vlak van het schuif stuk 40 ligt, wordt bij verschuiving van het schuifstuk 40 tevens de sleutelplaat 10 meegeschoven. Hierdoor kan de sleutelplaat 10 vanuit de, met de koppelring 50, gekoppelde toestand worden weggeschoven tot 25 in de weggeschoven toestand. Het wegschuiven van het schuifstuk 40 vindt plaats door, bijvoorbeeld met een spijker via opening 7 van de voorplaat 3, een kracht uit te oefenen op een omgezette bedieningsrand 43a (bedie-ningsrand 43a ligt in lijn met opening 7 van de voorplaat 30 3) . Gleuf 42 is voorzien om het schuifstuk 40 bij het wegschuiven langs een door opening 95b aangebracht beves-tigingselement te voeren. Het schuifstuk 40 is verder voorzien van omgezette randen 43b en 43c, een omgezette aanslagrand 44, uitsparingen 45,46, een verlaagde rand 47, 35 een verhoogde rand 48 en een zich tussen de verlaagde rand 47 en de verhoogde rand 48 bevindende zijrand 49.Figure 5 shows the slider 40 made of sheet material with a central opening 41 and a slot 42. The central opening 41 is provided for accommodating the key plate 10 rotatably in the plane of the slider 40. Because the key plate 10 lies in the plane of the slider 40, the key plate 10 is also slid along when the slider 40 is displaced. As a result, the key plate 10 can be shifted from the condition coupled to the coupling ring 50 to the shifted condition. Sliding of the slider 40 takes place by, for example with a nail through opening 7 of the front plate 3, exerting a force on a flanged operating edge 43a (operating edge 43a is in line with opening 7 of the front plate 3). Slot 42 is provided for guiding slide piece 40 during sliding along a fastening element arranged through opening 95b. The slider 40 is further provided with flanged edges 43b and 43c, a flanged stop edge 44, recesses 45, 46, a lowered edge 47, a raised edge 48 and a side edge 49 located between the lowered edge 47 and the raised edge 48.

Figuur 6 toont de blokkeerpal 60 met uitsparing 13 61, omgezette nok 64, opening 65, blokkeervlak 66 en uitsparingen 67,68. De uitsparing 61 heeft een bovenste aanslagrand 62 en een onderste aanslagrand 63 voor samenwerking met krukpal 25 van krukpalplaat 20. Opening 65 en 5 uitsparing 67 zijn voorzien om respectievelijk opening 95a en opening 96a vrij te laten voor het aanbrengen van bevestigingselementen.Figure 6 shows the blocking catch 60 with recess 13 61, flanged cam 64, opening 65, blocking surface 66 and recesses 67,68. The recess 61 has an upper abutment edge 62 and a lower abutment edge 63 for cooperation with crank pawl 25 of crank pawl plate 20. Aperture 65 and recess 67 are provided to leave opening 95a and opening 96a respectively for mounting fastening elements.

Figuur 7 toont de transportpal 70 met een gleuf 71 voor het opnemen van nok 64 van blokkeerpal 60. Verder 10 zijn omgezette randen 72 en 76 voorzien, en uitsparingen 73, 74 en 75. Uitsparing 73 biedt ruimte voor het roteren van krukpal 35. Rand 77a van uitstekend deel 77 kan samenwerken met krukpal 35 om de transportpal 70 te bewegen.Figure 7 shows the transport catch 70 with a slot 71 for receiving cam 64 of blocking catch 60. Furthermore, bent edges 72 and 76 are provided, and recesses 73, 74 and 75. Recess 73 provides space for rotating crank catch 35. Edge 77a of protruding part 77 can cooperate with crank pawl 35 to move the transport pawl 70.

Figuur 8 toont de arm 80 met aanslagvlak 81 voor 15 het bedienen van schuifplaat 87 van de schoot 85 om de schoot 85 in te trekken, een opening 82 voor samenwerking met (omgezette rand 72 van) transportpal 70 en een opening 83 voor samenwerking met (omgezette rand 43b van) schuif-stuk 40. Uitsparing 74 in transportpal 70 maakt samenwer-20 king mogelijk tussen schuifstuk 40 en arm 80. Uitsparing 75 in transportpal 70 maakt samenwerking tussen transportpal 70 en arm 80 mogelijk.Figure 8 shows the arm 80 with stop surface 81 for operating sliding plate 87 of the bolt 85 to retract the bolt 85, an opening 82 for cooperation with (flanged edge 72 of) transport catch 70 and an opening 83 for cooperation with ( flanged edge 43b of slider 40. Recess 74 in transport latch 70 allows cooperation between slider 40 and arm 80. Recess 75 in transport latch 70 allows cooperation between transport latch 70 and arm 80.

Fig 9 toont een f ixeerplaat je 100 uit dun flexibel plaatstaal voor het fixeren van het schuifstuk 40 25 en de blokkeerpal 60. Het fixeerplaatje 100 heeft verdiepingen 101,102 en 103 die respectievelijk kunnen samenwerken met uitsparingen 45 of 46 in het schuifstuk 40, en met uitsparing 68 in de blokkeerpal 60. Verdieping 103 is aangebracht op het einde van een arm 107. Een omgezette 30 rand 105 is voorzien waarvan de hoogte kleiner is dan de hoogte van bedieningsrand 43a van het schuifstuk 40. Een opening 106 is aangebracht om het schuiven van de bedieningsrand 43a ten opzichte van het fixeerplaatje 100 mogelijk te maken. Een opening 108 is aangebracht voor de 35 koppelring 50 en een verdieping 104 (in de vorm van een neerwaarts gerichte lip) is voorzien om samen te werken met nok 54 van de koppelring 50.Fig. 9 shows a fixing plate 100 of thin flexible sheet steel for fixing the slider 40 and the locking pawl 60. The fixing plate 100 has recesses 101, 102 and 103 which can cooperate with recesses 45 or 46 in the slider 40, and with recess respectively 68 in the blocking catch 60. Floor 103 is provided on the end of an arm 107. A flanged edge 105 is provided whose height is smaller than the height of operating edge 43a of the slider 40. An opening 106 is provided for sliding the operating edge 43a relative to the fixing plate 100. An opening 108 is provided for the coupling ring 50 and a recess 104 (in the form of a downwardly directed lip) is provided to cooperate with the cam 54 of the coupling ring 50.

1414

Figuur 10 toont in perspectief het slot 1 volgens figuur 1 en 2, waarbij het slot 1 is voorzien van het fixeerplaatje 100. De verdiepingen 101,102 werken samen met de uitsparingen 46 in het, niet weggeschoven, schuif-5 stuk 40. Verdieping 103 is niet in aangrijping met uitsparing 68 omdat de blokkeerpal 60 zich niet in de bovenste positie bevindt: fixeren van de blokkeerpal 60 is dan niet nodig: deze rust immers met nok 64 op verlaagde rand 47 van het schuif stuk 40. Verdieping 104 werkt samen met nok 10 54 van de koppelring 50 om het samenstel van koppelring 50, sleutelplaat 10 en krukpalplaten 20,30 in een "nul-positie" te fixeren. De "nul-positie" is die positie waarbij de onderbrekingen 22,32 verticaal neerwaarts zijn gericht. Het fixeren vindt zodanig plaats dat deze met 15 geringe kracht (door het verdraaien van de sleutel, of door het verdraaien van de beslagknop) kan worden opgeheven.Figure 10 shows a perspective view of the lock 1 according to figures 1 and 2, wherein the lock 1 is provided with the fixing plate 100. The recesses 101,102 cooperate with the recesses 46 in the non-slid-away sliding piece 40. Floor 103 is not in engagement with recess 68 because the blocking pawl 60 is not in the upper position: fixing of the blocking pawl 60 is then not necessary: after all, it rests with projection 64 on lowered edge 47 of the sliding piece 40. Floor 104 cooperates with projection 10 54 of the coupling ring 50 to fix the assembly of coupling ring 50, key plate 10 and lever pawl plates 20.30 in a "zero position". The "zero position" is that position where the breaks 22, 32 are directed vertically downwards. The fixing takes place in such a way that it can be released with a small force (by turning the key or by turning the hardware knob).

Met het in de figuren getoonde slot kunnen vier functies vervuld worden, met slechts een enkele schoot 85: 20 loopslot: er is alleen bediening met de kruk om de schoot 85 in te trekken (de schoot 85 heeft de functie van voorzijde van de slotkastschoot).With the lock shown in the figures, four functions can be fulfilled, with only a single bolt 85: 20 loop lock: there is only control with the handle to retract the bolt 85 (the bolt 85 has the function of front of the lock case bolt) .

25 kastslot: er is alleen bediening met de sleutel om de schoot 85 in te trekken (de schoot 85 heeft de functie van nachtschoot) .Cabinet lock: there is only operation with the key to retract the bolt 85 (the bolt 85 has the function of night bolt).

slaapkamerslot: er is bediening met de kruk om de 3 0 schoot 85 in te trekken (de schoot 85 heeft de functie van voorzijde van de slotkastschoot), en er wordt afgesloten met de sleutel (de schoot 85 heeft dan de functie van nachtschoot).bedroom lock: there is control with the handle to retract the 3 latch 85 (the latch 85 has the function of front of the lock case latch), and the key is locked (the latch 85 then has the function of night latch).

35 badkamers lot: er is bediening met de kruk om de schoot 85 in te trekken en er is bediening met de beslagknop om af te 15 sluiten.35 bathrooms lot: there is control with the handle to retract the bolt 85 and there is control with the fitting knob to close.

Deze functies zullen hierna in detail besproken worden.These functions will be discussed in detail below.

5 Loopslot5 Loop lock

Het slot 1 kan de functie van loopslot hebben middels bediening met de kruk van kruktuimelaar 90. Deze functie kan worden vervuld, onafhankelijk van het al dan 10 niet weggeschoven zijn van de sleutelplaat 10 uit de koppelring 50. De enige voorwaarde is dat het slot 1 niet afgesloten is met de sleutel of met de beslagknop: blok-keerpal 60 mag niet omhoog geschoven zijn om, door aanslag van eindvlak 97 van schuifplaat 87 tegen blokkeervlak 66, 15 het intrekken van schoot 85 te blokkeren. In de in figuur 2 getekende situatie van het slot 1 is intrekken van de schoot 85 met de kruk dus wel mogelijk, in de in figuur 3 getekende situatie is intrekken van de schoot 85 met de kruk niet mogelijk.The lock 1 can have the function of loop lock by operation with the handle of lever rocker 90. This function can be fulfilled regardless of whether or not the key plate 10 has been slid away from the coupling ring 50. The only condition is that the lock 1 is not locked with the key or the hardware knob: block retaining catch 60 may not be slid upwards to block the retraction of bolt 85 by abutment of end face 97 of sliding plate 87 against locking surface 66. In the situation of the lock 1 drawn in Figure 2, retraction of the bolt 85 with the handle is therefore possible, in the situation shown in Figure 3 retraction of the bolt 85 with the handle is not possible.

2020

KastslotCabinet lock

Het slot 1 kan alleen de functie van kastslot hebben wanneer de sleutelplaat 10 niet weggeschoven is.The lock 1 can only have the function of a lock when the key plate 10 is not slid away.

25 Verwijzend naar de in figuur 2 getoonde uitgangspositie rust nok 64 van blokkeerpal 60 op verlaagde rand 47 van schuifstuk 40: dit bepaalt de onderste positie van de blokkeerpal 60. Het intrekken van schoot 85 met de sleutel gaat als volgt: bij het vanuit de uitgangspositie in 30 negatieve zin verdraaien van de sleutel zal krukpal 35 tegen rand 77a van transportpal 70 drukken waardoor de transportpal 70 naar rechts beweegt. Door de in opening 82 reikende omgezette rand 72 wordt daardoor de arm 80 in negatieve zin geroteerd, rondom de in opening 83 reikende 35 omgezette rand 43b. Aanslagvlak 81 drukt daarbij tegen schuifplaat 87 om de schoot 85 in te trekken. Wanneer men de sleutel loslaat zal door werking van veer 88 de schoot 16 85 terug naar buiten geduwd worden, en beweegt het samenstel van koppelring 50, krukpalplaten 20,30 en sleutel-plaat 10 weer naar de uitgangssituatie. Men kan de sleutel dan weer uit het slot l nemen.Referring to the starting position shown in Figure 2, cam 64 of blocking catch 60 rests on lowered edge 47 of slider 40: this determines the lower position of the locking catch 60. Retracting bolt 85 with the key proceeds as follows: when starting from the starting position turning the key in a negative sense will press lever handle 35 against edge 77a of transport lever 70 causing the transport lever 70 to move to the right. As a result, the flanged edge 72 extending into opening 82 rotates the arm 80 in a negative sense, around the flanged edge 43b extending into opening 83. Stop surface 81 thereby presses on sliding plate 87 to retract latch 85. When the key is released, the bolt 16 85 will be pushed back outwards by the action of spring 88, and the assembly of coupling ring 50, lever pawl plates 20, 30 and key plate 10 will move back to the initial situation. The key can then be taken out of the lock 1 again.

55

SlaapkamerslotBedroom lock

Het slot 1 kan alleen de functie van slaapkamerslot hebben wanneer de sleutelplaat 10 niet weggeschoven 10 is. De slaapkamerslotfunctie kent twee aspecten: het afsluiten van het slot 1 met de sleutel, en het intrekken van de schoot 85 met de kruk.The lock 1 can only have the function of a bedroom lock when the key plate 10 is not slid away. The bedroom lock function has two aspects: locking the lock 1 with the key, and retracting the latch 85 with the handle.

Verwijzend naar de in figuur 2 getoonde uitgangspositie gaat het afsluiten als volgt: door het in 15 positieve zin verdraaien van de sleutel wordt het samenstel van koppelring 50, krukpalplaten 20,30 en sleutelplaat 10 meegeroteerd. Krukpal 25 wordt hierbij in de uitsparing 61 gedraaid, ter plaatse van de onderste aan-slagrand 63. Bij verder roteren van de sleutel komt kruk-20 pal 25 in aanraking met de bovenste aanslagrand 62: hierdoor wordt de blokkeerpal 60 naar boven bewogen tot in de bovenste positie van de blokkeerpal 60. Aanslag van het eindvlak 97 tegen blokkeervlak 66 verhindert dan . het intrekken van de schoot 85: het slot 1 bevindt zich in de 25 afgesloten toestand. De bovenste positie van de blokkeerpal 60 wordt bepaald door het uit aangrijping wegdraaien van de krukpal 25 met de bovenste aanslagrand 62.Referring to the starting position shown in Figure 2, the locking operation proceeds as follows: by turning the key in a positive sense, the assembly of coupling ring 50, lever handle plates 20.30 and key plate 10 are rotated. Crank pawl 25 is herein rotated in the recess 61, at the location of the lower stop edge 63. Upon further rotation of the key, crank pawl 25 comes into contact with the upper stop edge 62: as a result, the locking pawl 60 is moved upwards into the upper position of the blocking catch 60. Stop of the end face 97 against blocking face 66 then prevents. retracting the bolt 85: the lock 1 is in the closed state. The upper position of the blocking pawl 60 is determined by turning the lever pawl 25 with the upper stop edge 62 out of engagement.

Bij het naar boven verplaatsen van de blokkeerpal 60 wordt transportpal 70 meegenomen door nok 64. De 30 transportpal 70 roteert hierbij ten opzichte van in opening 82 van arm 80 reikende omgezette rand 72. Door het meenemen van transportpal 70 door nok 64 wordt verhinderd dat, na het uit aangrijping wegdraaien van de krukpal 25 met de bovenste aanslagrand 62 uit de uitsparing 61, 35 krukpal 35 bij verder roteren tegen uitstekend deel 77 van transportpal 70 aankomt (krukpallen 25 en 35 liggen in axiale richting van de koppelring 50 in eikaars verleng- 17 de). Het samenstel van koppelring 50, krukpalplaten 20,30 en sleutelplaat 10 kan dan ongehinderd worden verdergero-teerd totdat de "nul-positie" weer bereikt wordt. De sleutel kan dan uit het slot worden genomen.When the blocking pawl 60 is moved upwards, transport pawl 70 is carried along by cam 64. The transport pawl 70 hereby rotates with respect to the flanged edge 72 extending into opening 82 of arm 80. By taking transport pawl 70 through cam 64 it is prevented, after turning the lever handle 25 out of engagement with the upper stop edge 62 from the recess 61, 35 lever lever 35, when further rotated, comes into contact with projecting part 77 of transport lever 70 (lever pawls 25 and 35 lie in the axial direction of the coupling ring 50 in each other's extension 17 th). The assembly of coupling ring 50, lever pawl plates 20, 30 and key plate 10 can then be rotated without hindrance until the "zero position" is reached again. The key can then be taken out of the lock.

5 Het ontgrendelen van het slot 1 vindt in omge keerde volgorde plaats waarbij krukpal 25 in de uitsparing 61 wordt gedraaid, ter plaatse van de bovenste aanslagrand 62. Bij verder roteren van de sleutel komt krukpal 25 in aanraking met de onderste aanslagrand 63: hierdoor wordt 10 de blokkeerpal 60 naar beneden bewogen tot in de onderste positie van de blokkeerpal 60. Bij verder draaien van de sleutel wordt de in figuur 2 getoonde uitgangssituatie weer bereikt. Men kan dan de sleutel weer uit het slot 1 nemen of de sleutel verder in negatieve zin draaien om de 15 schoot 85 in te trekken, zoals uitgelegd bij de kastslot-functie.Unlocking of the lock 1 takes place in the reverse order in which lever handle 25 is rotated in recess 61 at the top stop edge 62. When the key is rotated further, lever lever 25 comes into contact with the lower stop edge 63: 10 the locking catch 60 is moved downwards to the lower position of the locking catch 60. Upon further turning of the key, the starting situation shown in FIG. 2 is reached again. One can then take the key out of the lock 1 again or turn the key further in a negative sense to retract the bolt 85, as explained in the case lock function.

Het intrekken van de schoot 85 met de kruk vindt plaats zoals besproken bij de loopslotfunctie.Retracting the bolt 85 with the crank takes place as discussed in the loop lock function.

20 Badkamerslot20 bathroom lock

Het slot 1 kan alleen de functie van badkamer-slot hebben wanneer de sleutelplaat 10 weggeschoven is en de vierkante gaten 21,31 vrijliggen voor bevestiging van 25 de beslagknop. Verwijzend naar de in figuur 2 weergegeven uitgangspositie kan wegschuiven van het schuifstuk 40 .niet plaats vinden omdat dit verhinderd wordt door tegen zijrand 49 aanliggende nok 64. Om het schuifstuk 40 te kunnen wegschuiven is het noodzakelijk om eerst af te sluiten met 30 de sleutel, zoals beschreven bij de slaapkamerslotfunctie en de sleutel uit het slot 1 te nemen. De blokkeerpal 60, met nok 64, bevindt zich dan in de bovenste positie waardoor nok 64 niet meer aanligt tegen zijrand 49: wegschuiven van schuifstuk 40 is nu mogelijk om de in figuur 3 35 weergegeven situatie te krijgen. De vierkante gaten 21,31 zijn nu toegankelijk voor bevestiging van de beslagknop.The lock 1 can only have the function of a bathroom lock when the key plate 10 has been slid away and the square holes 21, 31 lie free for attaching the fitting knob. Referring to the starting position shown in Figure 2, sliding away from the slider 40 cannot take place because this is prevented by ridge 64 abutting against side edge 49. In order to be able to slide away the slider 40, it is necessary to first lock with the key, as described for the bedroom lock function and to remove the key from lock 1. The blocking catch 60, with cam 64, is then in the upper position, so that cam 64 no longer abuts against side edge 49: sliding of slider 40 is now possible to get the situation shown in FIG. The square holes 21,31 are now accessible for attaching the fitting knob.

Het eerst moeten afsluiten van het slot 1 met de ; 1 :-Λ, 18 sleutel voordat men het schuifstuk 40 kan wegschuiven heeft de functie om abusievelijk wegschuiven van schuif-stuk 40 te voorkomen: men moet eerst bewust de handeling van het afsluiten uitvoeren alvorens men kan wegschuiven.First have to close the lock 1 with the; 1: -Λ, 18 key before one can slide the slider 40 has the function to prevent the slider 40 from slipping away accidentally: one must first consciously perform the closing action before one can slide away.

5 In weggeschoven toestand van het schuif stuk 40 is het weer terugschuiven van het schuifstuk 40 nl. praktisch moeilijk: men zou daarvoor bijvoorbeeld met een haak via opening 7 achter bedieningsrand 43a moeten haken om het schuifstuk 40 terug te schuiven.In the pushed-out state of the sliding piece 40 sliding back again of the sliding piece 40 is, in fact, practically difficult: for this purpose it would be necessary, for example, to hook with a hook via opening 7 behind operating edge 43a in order to slide the sliding piece 40 back.

10 De badkamerslot functie kent twee aspecten: het afsluiten van het slot 1 met de beslagknop, en het intrekken van de schoot 85 met de kruk.The bathroom lock function has two aspects: closing the lock 1 with the fitting knob, and retracting the latch 85 with the handle.

Verwijzend naar figuur 3 bevindt het slot 1 zich in afgesloten toestand: blokkeerpal 60 bevindt zich in de 15 bovenste positie. Het ontgrendelen van het slot 1 gaat als volgt: door het in negatieve zin verdraaien van de beslag-knop wordt het samenstel van koppelring 50 en krukpalpla-ten 20,30 meegedraaid waarbij krukpal 25 ter plaatse van de bovenste aanslagrand 62 in de uitsparing 61 wordt 20 bewogen. Bij verder draaien komt krukpal 25 in contact met de onderste aanslagrand 63 waarbij de blokkeerpal 60 naar beneden wordt bewogen. Doordat het schuifstuk 40 is weggeschoven wordt de positie die de blokkeerpal 60, bij het neerwaarts bewegen, uiteindelijk inneemt bepaald door de 25 aanslag van nok 64 op verhoogde rand 4 8 van het schuifstuk 40: dit bepaalt de tussenpositie van de blokkeerpal 60. In de tussenpositie wordt het intrekken van schoot 85 niet gehinderd door blokkeerpal 60. De blokkeerpal 60 beweegt nu niet tot in de onderste positie omdat verlaagde rand 30 47, door het verschuiven van het schuifstuk 40, uit de baan van nok 64 is geschoven.Referring to Figure 3, the lock 1 is in the closed position: the locking catch 60 is in the upper position. The unlocking of the lock 1 proceeds as follows: by turning the fitting knob in a negative sense, the assembly of coupling ring 50 and lever handle plates 20.30 is rotated, whereby lever handle 25 is inserted into the recess 61 at the position of the upper stop edge 62 20 moved. Upon further rotation, crank pawl 25 comes into contact with the lower stop edge 63, whereby the block pawl 60 is moved downwards. Because the slider 40 has been slid away, the position that the blocking pawl 60, when moving downwards, ultimately takes up is determined by the stop of cam 64 on raised edge 40 of the slider 40: this determines the intermediate position of the blocking pawl 60. In the Intermediate position the retraction of bolt 85 is not impeded by blocking catch 60. The blocking catch 60 now does not move into the lower position because lowered edge 47 has been slid out of the path of cam 64 due to the shifting of the slider 40.

Doordat de blokkeerpal 60 zich nu niet in de onderste positie bevindt kan krukpal 25 bij verder draaien van de beslagknop niet meer, ter plaatse van de onderste 35 aanslagrand 63, uit de uitsparing 61 worden gedraaid.Because the blocking catch 60 is now not in the lower position, crank catch 25 can no longer be rotated out of the recess 61 at the position of the lower stop edge 63 when the fitting knob is turned further.

Aanslagrand 63 krijgt hierdoor de functie van een eerste aanslag voor krukpal 25 om de slag van de beslagknop, in 19 negatieve zin, te begrenzen.As a result, stop edge 63 has the function of a first stop for lever handle 25 to limit the stroke of the fitting knob in a negative sense.

Het slot 1 bevindt zich nu in ontgrendelde toestand en de schoot 85 kan worden ingetrokken met de kruk zoals beschreven bij de loopslotfunctie.The lock 1 is now in the unlocked state and the bolt 85 can be retracted with the handle as described in the loop lock function.

5 Het vergrendelen van het slot 1 met de beslag- knop vanuit de ontgrendelde situatie gebeurt in omgekeerde volgorde als hierboven beschreven bij het ontgrendelen. Door het in positieve zin verdraaien van de beslagknop beweegt krukpal 25 in uitsparing 61 van onderste aanslag-10 rand 63 naar bovenste aanslagrand 62. Bij verder draaien van de beslagknop duwt krukpal 25 tegen de bovenste aanslagrand 62 om krukpal 60 naar boven te bewegen tot in de bovenste positie. De krukpal 25 wordt hierbij, ter plaatse van de bovenste aanslagrand 62, uit de uitsparing 61 15 gedraaid tot tegen aanslagrand 44 van schuifstuk 40 (de in figuur 3 getekende situatie). Aanslagrand 44 krijgt hierdoor de functie van een tweede aanslag voor krukpal 25 om de slag van de beslagknop, in positieve zin, te begrenzen. De slag van de beslagknop tussen beide aanslagen bedraagt 20 ongeveer 90°.The locking of the lock 1 with the fitting knob from the unlocked situation takes place in the reverse order as described above with regard to the unlocking. By positively rotating the fitting knob, lever handle 25 moves into recess 61 from lower stop edge 63 to upper stop edge 62. When the fitting knob is turned further, lever handle 25 pushes against upper stop edge 62 to move lever handle 60 upwards. the upper position. The lever handle 25 is herein rotated, at the location of the upper stop edge 62, out of the recess 61 against stop stop 44 of slider 40 (the situation shown in Figure 3). As a result, stop edge 44 has the function of a second stop for lever handle 25 to positively limit the stroke of the fitting knob. The stroke of the batter knob between both stops is approximately 90 °.

Opgemerkt wordt nog dat bij de badkamerslotfunctie contact tussen krukpal 35 en uitstekend deel 77 niet mogelijk is omdat bij het vergrendelen met de beslagknop de blokkeerpal 60 naar boven wordt bewogen waardoor even-25 eens de transportpal 70 naar boven wordt bewogen: uitstekend deel 77 wordt daardoor buiten bereik van krukpal 35 verplaatst en het verdraaien van het samenstel van koppel-ring 50 en krukpalplaten 20,30 wordt niet gehinderd.It is further noted that in the bathroom lock function contact between lever handle 35 and projecting part 77 is not possible because when locking with the fitting knob the blocking catch 60 is moved upwards, whereby also the transport catch 70 is moved upwards: projecting part 77 is thereby moved out of reach of lever handle 35 and rotation of the assembly of coupling ring 50 and lever lever plates 20.30 is not impeded.

3 0 Het combineren van de vier functies in één slot 1 heeft een logistiek voordeel: deurenfabrikanten kunnen deuren voorzien van een slot 1, zonder dat vooraf bekend hoeft te zijn welke functie de deur krijgt.Combining the four functions in one lock 1 has a logistical advantage: door manufacturers can provide doors with a lock 1, without having to know in advance what function the door will have.

Claims

A lock assembly, for example for a door, comprising a lock case with a bolt and means for operating the bolt, comprising a key plate and a hardware button plate, wherein the key plate has a keyhole and the hardware button plate has a hardware button hole for attaching, for example, a hardware button, wherein the key plate and the hardware knob plate are adjustable in two relative positions: a first position in which the keyhole and hardware knob hole are mutually extended and operation of the bolt with a key is possible, and a second position in which the keyhole and hardware knob hole are offset from are located mutually and the fitting button hole is accessible for fixing and operating the bolt with the fitting button.

An assembly according to claim 1, characterized in that the hardware button hole has an interruption for a key.

3. Assembly as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the key plate and the fitting knob plate are arranged for co-rotating rotation in the first position.

Assembly as claimed in claim 3, characterized in that the key plate and the hardware knob plate can be coupled in the first position by means of a coupling piece.

Assembly according to claim 4, characterized in that at least the key plate is slidable between the two positions.

6. Assembly as claimed in claim 5, characterized in that the key plate can be slid away from the coupling piece into the second position.

An assembly according to claim 6, characterized in that the key plate is attached to a slider to enable the key plate to slide out of the coupling piece into the second position by sliding the slider away.

8. An assembly according to claim 7, characterized in that the assembly is further provided with a block pawl to block the retraction of the bolt, which block pawl is displaceable by cooperation with the fitting knob plate between an upper position in which the block pawl blocking the retraction of the bolt and an intermediate position and a lower position in which the locking catch does not block retraction of the bolt.

9. Assembly as claimed in claim 8, characterized in that an arm is provided for being able to retract the bolt, wherein the arm is hinged to the slider 15 and is movable by means of a transport pawl attached to the arm, the transport pawl being cooperated with the fitting knob plate can be moved to move the arm to retract the bolt.

10. Assembly as claimed in claim 9, characterized in that the coupling piece is a coupling ring to which the fitting knob plate and the key plate are coupled form-locked, wherein the fitting knob plate is formed by a first lever catch plate with a first lever catch plate and a second lever catch plate with a second lever handle, wherein the key plate lies between the first lever handle plate and the second lever handle plate.

11. Assembly as claimed in claim 10, characterized in that the blocking pawl is provided with a recess with an upper and lower stop edge for cooperation with the first and / or second crank pawl.

12. Assembly as claimed in claim 11, characterized in that, with the key plate not slid away, the blocking catch is movable, between the upper and lower stop edges of the recess arranged in the blocking catch, between the upper and lower stopper respectively. position and the bottom position.

13. An assembly according to claim 11, characterized in that, with the key plate pushed away, the blocking pawl is movable, by cooperation of the first lever pawl with the upper and lower stop edges of the recess provided in the blocking pawl, respectively, between the upper position and the intermediate position.

Assembly as claimed in any of the claims 11-13, characterized in that the respective lower position and intermediate position of the blocking catch are determined by cooperation of a cam 10 arranged on the blocking catch with a lowered edge and raised edge on the slider respectively.

15. Assembly as claimed in any of the claims 11-14, characterized in that the upper position of the blocking catch is determined by turning the first crank catch out of engagement with the recess in the blocking catch, at the position of the upper stop edge of the recess .

16. Assembly as claimed in any of the claims 11-15, characterized in that the transport pawl can move the arm by cooperation of the second crank pawl with a cam arranged on the transport pawl.

17. Assembly as claimed in claim 15 or 16, when dependent on claim 14, characterized in that the transport pawl is connected to the blocking pawl by cooperation of a slot arranged in the transport pawl and the cam arranged on the blocking pawl.

18. Assembly as claimed in any of the claims 11-17, characterized in that the sliding piece is provided with an abutment edge for limiting the stroke of the first and / or second lever handle plate when the key plate is moved away, the abutment edge cooperating with the first and / or second lever handle.

19. Assembly as claimed in any of the claims 11-18, characterized in that in the intermediate position of the blocking pawl the lower stop edge of the recess provided in the blocking pawl 35 serves, as a result of cooperation with the first lever pawl, as a limit for the stroke of the first lever pawl plate.

20. Assembly as claimed in any of the claims 7-19, characterized in that the front side of the lock case is provided with an opening to provide access to a surface of the slider to be able to slide the slider away.

21. Assembly as claimed in any of the claims 15-20, when dependent on claim 14, characterized in that the side edge between the raised and lowered edge of the slider defines a stop surface for the cam arranged on the locking catch to be inserted in the bottom position of the locking catch to prevent the slider from sliding away.

22. Assembly as claimed in any of the claims 8-21, characterized in that the assembly is provided with a resilient plate-shaped element fixed with respect to the lock case with parts projecting downward from the plane of the plate and cooperating respectively with recesses provided in the slider to fix the slider in the non-slid or slid-out position, and with an opening provided in the blocking catch to fix the blocking catch in the upper position.

23. Assembly as claimed in any of the claims 4-22, characterized in that a pressed-through edge in the lock case ensures that the coupling piece is held in position relative to the lock case.

An assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the fitting knob hole is a square hole for attaching a stud knob with a square axis.

A door provided with a lock assembly according to any one of the preceding claims. -o-o-o-o-o-o-o-o-rb