NL1019815C2 - Universeelslot. - Google Patents

Universeelslot. Download PDF

Info

Publication number
NL1019815C2
NL1019815C2 NL1019815A NL1019815A NL1019815C2 NL 1019815 C2 NL1019815 C2 NL 1019815C2 NL 1019815 A NL1019815 A NL 1019815A NL 1019815 A NL1019815 A NL 1019815A NL 1019815 C2 NL1019815 C2 NL 1019815C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate
pawl
assembly
catch
lock
Prior art date
Application number
NL1019815A
Other languages
English (en)
Inventor
Johan Willem Siert Wolters
Pieter Van Der Gaag
Original Assignee
Lips Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lips Nederland B V filed Critical Lips Nederland B V
Priority to NL1019815A priority Critical patent/NL1019815C2/nl
Priority to DE60319605T priority patent/DE60319605T2/de
Priority to AT03075197T priority patent/ATE389080T1/de
Priority to EP03075197A priority patent/EP1329578B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019815C2 publication Critical patent/NL1019815C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B63/00Locks or fastenings with special structural characteristics
    • E05B63/0056Locks with adjustable or exchangeable lock parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B63/00Locks or fastenings with special structural characteristics
    • E05B63/0065Operating modes; Transformable to different operating modes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B9/00Lock casings or latch-mechanism casings ; Fastening locks or fasteners or parts thereof to the wing
    • E05B9/02Casings of latch-bolt or deadbolt locks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B63/00Locks or fastenings with special structural characteristics
    • E05B63/08Mortise locks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Securing Of Glass Panes Or The Like (AREA)
  • Extensible Doors And Revolving Doors (AREA)
  • Engine Equipment That Uses Special Cycles (AREA)
  • Hinges (AREA)

Description

Universeelslot
De uitvinding heeft betrekking op het gebied van zogenaamde universeelsloten: sloten waarbij de functie in gemonteerde toestand in bijvoorbeeld een deur, veranderbaar is, bijvoorbeeld van een slot dat met een sleutel 5 bedienbaar is in een toiletdeurslot dat met een beslagknop bedienbaar is.
Uit het duitse "Gebrauchsmuster" 296 06 598 is bekend een slot waarvan de gewenste functie veranderbaar is. Het bekende slot heeft een slotkast, waarbij in de 10 tegenover elkaar liggende wanden van de slotkast openingen zijn aangebracht voor het aanbrengen van het binnenwerk van een cilinderslot of een toiletslot. In het geval dat het binnenwerk van een cilinderslot is voorzien worden de openingen van de slotkast afgedekt door identieke afdek-15 plaatjes met elk een gat om een sleutel te kunnen insteken. De afdekplaatjes worden in gemonteerde toestand bijeengehouden door een schroef. In het geval dat het binnenwerk van een toiletslot is voorzien worden de openingen van de slotkast ook afgedekt door identieke afdek-20 plaatjes die nu echter elk zijn voorzien van een vierkant gat voor het doorvoeren van de vierkante as van een beslagknop voor het bedienen van het toiletslot. Ook nu worden de afdekplaatjes in gemonteerde toestand bijeengehouden door een schroef. Het veranderen van de functie van 25 het slot kan nu plaatsvinden door onder meer de afdek- 101 z ·'-· ; ^ 2 plaatjes voor het cilinderslot te verwisselen voor de afdekplaatjes voor het toiletslot of vice versa, zonder dat de slotkast vervangen behoeft te worden.
Het bekende slot heeft als nadeel dat er, naast 5 een enkele slotkast, toch meerdere aparte (losse) onderdelen benodigd zijn voor het veranderen van de functie van het slot: zo zijn er, bij een gekozen functie van het slot als toiletslot, een tweetal afdekplaatjes met elk een sleutelgat alsmede het binnenwerk van een cilinderslot als 10 aparte losse onderdelen benodigd om de functie van het slot te kunnen veranderen. Evenzo zijn er, bij een gekozen functie van het slot als cilinderslot, een tweetal afdekplaatjes met vierkant gat alsmede het binnenwerk van een toiletslot als aparte losse onderdelen benodigd. Deze 15 losse onderdelen hebben het risico dat deze zoek kunnen raken of abusievelijk verwisseld kunnen worden met niet bijpassende onderdelen. Nog een nadeel is dat het veranderen van de functie van het bekende slot relatief omslachtig is: de afdekplaatjes moeten worden losgeschroefd en 20 verwijderd, het binnenwerk van het slot moet verwijderd en vervangen worden waarna de andere afdekplaatjes op hun plaats worden aangebracht en vastgeschroefd.
Het is een doel van de uitvinding hierin verbetering te brengen.
25 Hiertoe verschaft de uitvinding een slotsamen stel, bijvoorbeeld voor een deur, omvattend een slotkast met een schoot en middelen voor het bedienen van de schoot, omvattend een sleutelplaat en een beslagknopplaat waarbij de sleutelplaat een sleutelgat heeft en de beslag-30 knopplaat een beslagknopgat heeft voor bevestiging van bijvoorbeeld een beslagknop, waarbij de sleutelplaat en de beslagknopplaat in twee onderlinge posities instelbaar zijn: een eerste positie waarin het sleutelgat en het beslagknopgat in eikaars verlengde liggen en bediening van 35 de schoot met een sleutel mogelijk is, en een tweede positie waarin het sleutelgat en het beslagknopgat versprongen van elkaar gelegen zijn en het beslagknopgat toe- 3 gankelijk is voor bevestiging van, en bediening van de schoot met, de beslagknop. Het voordeel wordt verschaft dat om de functie van het slot te veranderen, bijvoorbeeld van een slot dat bedienbaar is met een sleutel in een 5 badkamerslot, slechts de onderlinge positie van de sleu-telplaat en de beslagknopplaat veranderd behoeft te worden van de eerste positie in de tweede positie. In het vrijgekomen beslagknopgat kan men dan een beslagknop monteren waarna men de schoot met de beslagknop kan bedienen. Er 10 zijn dus in het geheel geen losse onderdelen meer benodigd. Ook losse binnenwerken zijn niet meer nodig: de middelen voor het bedienen van de schoot zijn reeds aanwezig in de slotkast en zijn in beide posities werkzaam. Bovendien is het veranderen van de functie van het slot 15 sterk vereenvoudigd doordat dit hoofdzakelijk enkel de bewerking omvat van het veranderen van de onderlinge positie van de sleutelplaat en de beslagknopplaat. Tevens wordt een logistiek voordeel verschaft: deurenfabrikanten kunnen deuren voorzien van het slotsamenstel volgens de 20 uitvinding, zonder dat vooraf bekend hoeft te zijn welke functie de deur krijgt.
Op voordelige wijze heeft het beslagknopgat een onderbreking voor een sleutel. In de eerste positie kan dan de sleutel in het sleutelgat gestoken worden via de 25 onderbreking in het beslagknopgat; de beslagknopplaat hindert het insteken van de sleutel zo niet.
Op gunstige wijze zijn de sleutelplaat en de beslagknopplaat aangebracht voor samengaande verdraaiing in de eerste positie, waarbij bij voorkeur de sleutelplaat en 30 de beslagknopplaat in de eerste positie koppelbaar zijn middels een koppelstuk. Door de samengaande verdraaiing (bij voorkeur middels het koppelstuk) draait bij bediening van het slot met de sleutel de beslagknopplaat mee met de sleutelplaat: het draaien van de sleutelplaat wordt niet 35 gehinderd door de beslagknopplaat.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is althans de sleutelplaat verschuifbaar tussen beide posities, waarbij 4 bij voorkeur de sleutelplaat wegschuifbaar is uit het koppelstuk tot in de tweede positie. Door de sleutelplaat weg te schuiven uit het koppelstuk wordt de koppeling tussen sleutelplaat en beslagknopplaat opgeheven: alleen 5 de beslagknopplaat kan dan nog draaien, middels bediening met de beslagknop, voor het bedienen van de schoot.
Bij voorkeur is de sleutelplaat bevestigd aan een schuifstuk om de sleutelplaat te kunnen wegschuiven uit het koppelstuk tot in de tweede positie door wegschui-10 ven van het schuifstuk. Het schuifstuk is een eenvoudig middel om de sleutelplaat snel en gemakkelijk te kunnen wegschuiven.
Bij voorkeur is het samenstel verder voorzien van een blokkeerpal om het intrekken van de schoot te 15 blokkeren, welke blokkeerpal verplaatsbaar is door samenwerking met de beslagknopplaat tussen een bovenste positie waarin de blokkeerpal het intrekken van de schoot blokkeert en een tussenpositie en een onderste positie waarin de blokkeerpal het intrekken van de schoot niet blokkeert. 20 In de bovenste positie van de blokkeerpal heeft de schoot dan de functie van nachtschoot of vergrendelde schoot van een slaapkamerslot of badkamerslot. In de tussenpositie of onderste positie van de blokkeerpal kan de schoot worden ingetrokken, bijvoorbeeld door bediening van het slot met 25 een kruk. De schoot heeft dan de functie van voorzijde van de slotkastschoot.
Op voordelige wijze is een arm voorzien om de schoot te kunnen intrekken, waarbij de arm scharnierbaar aan het schuifstuk bevestigd is en beweegbaar is middels 30 een aan de arm bevestigde transportpal, waarbij de trans-portpal door samenwerking met de beslagknopplaat bewogen kan worden om de arm te bewegen om de schoot in te trekken. In de eerste positie, waarbij de sleutelplaat en de beslagknopplaat middels het koppelstuk gekoppeld zijn, kan 35 door bediening van het slot met de sleutel de schoot worden ingetrokken: de rotatie van de sleutel doet de beslagknopplaat meeroteren waarbij de beslagknopplaat de 5 transportpal, tenminste over een bepaald gebied van hoek-verdraaiing van de beslagknopplaat, beweegt. De beweging van de transportpal zorgt er op zijn beurt voor dat de arm scharniert om het schuifstuk, en daarbij de schoot in-5 trekt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het koppelstuk een koppelring waarmee de beslagknopplaat en de sleu-telplaat vormgesloten gekoppeld zijn, waarbij de beslagknopplaat gevormd wordt door een eerste krukpalplaat met 10 een eerste krukpal en een tweede krukpalplaat met een tweede krukpal, waarbij de sleutelplaat tussen de eerste krukpalplaat en de tweede krukpalplaat inligt. In het bijzonder de krukpallen zorgen, bij rotatie, voor samenwerking met overige elementen zoals de blokkeerpal, de 15 transportpal en het schuifstuk om de schoot te kunnen bedienen. De koppelring, de eerste krukpalplaat en de tweede krukpalplaat kunnen alternatief als een onderdeel uit één geheel worden gevormd en toegepast.
Op voordelige wijze is de blokkeerpal voorzien 20 van een uitsparing met een bovenste- en onderste aanslag-rand voor samenwerking met de eerste en/of tweede krukpal. Door deze samenwerking kan, door de eerste en/of tweede krukpal respectievelijk in wiskundig positieve zin en negatieve zin te laten roteren, de blokkeerpal respectie-25 velijk naar boven en naar beneden worden bewogen.
Bij voorkeur is de blokkeerpal bij respectievelijk niet en wel weggeschoven sleutelplaat, verplaatsbaar, door samenwerking van de eerste krukpal met respectievelijk de bovenste en onderste aanslagrand van de in de 30 blokkeerpal aangebrachte uitsparing, tussen de bovenste positie en respectievelijk de onderste- en tussenpositie, waarbij respectievelijk de onderste positie en tussenpositie van de blokkeerpal bepaald worden door samenwerking van een op de blokkeerpal aangebrachte nok met respect ie-35 velijk een verlaagde rand en verhoogde rand op het schuifstuk, en waarbij de bovenste positie van de blokkeerpal bepaald wordt door het uit aangrijping wegdraaien van de xJf 6 eerste krukpal met de uitsparing in de blokkeerpal, ter plaatse van de bovenste aanslagrand van de uitsparing. Bij niet weggeschoven sleutelplaat is het schuifstuk zodanig gepositioneerd dat in de dan laagst mogelijke stand van de 5 blokkerpal de nok daarvan op de verlaagde rand van het schuifstuk rust: dit bepaalt de onderste positie.. Bij weggeschoven sleutelplaat is het schuifstuk zodanig gepositioneerd dat in de dan laagst mogelijke stand van de blokkerpal de nok daarvan op de vehoogde rand van het 10 schuifstuk rust: dit bepaalt de tussenpositie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm kan de trans-portpal de arm bewegen door samenwerking van de tweede krukpal met een op de transportpal aangebrachte nok. Door bediening van het slot door het, in negatieve zin, ver-15 draaien van de sleutel wordt de tweede krukpalplaat meegedraaid om de tweede krukpal, over een bepaald gebied van hoekverdraaiing van de sleutel, te laten samenwerken met de nok van de transportpal om deze te verplaatsen om de arm de schoot te laten intrekken.
20 Op gunstige wijze is de transportpal verbonden met de blokkeerpal door samenwerking van een in de transportpal aangebrachte gleuf en de op de blokkeerpal aangebrachte nok. Hierdoor wordt het voordeel verschaft dat bij het vergrendelen van de schoot, dus bij het omhoog bewegen 25 van de blokkeerpal, de transportpal eveneens omhoog be weegt waardoor contact tussen de tweede krukpal en de op de transportpal aangebrachte nok vermeden wordt. De nok van de transportpal kan dan het verdraaien van de tweede krukpalplaat niet hinderen. Men kan bij het vergrendelen 3 0 van de schoot, bij niet weggeschoven schuifstuk, de sleutel dan doordraaien tot een uitgangspositie (de stand van de sleutel waarbij men de sleutel in het slot steekt) om de sleutel weer uit het slot te nemen. Bovendien wordt, bij weggeschoven schuifstuk, bij verdraaien van de beslag-3 5 knop, om de schoot te vergrendelen, verdraaien van de tweede krukpalplaat niet gehinderd door de nok van de transportpal. Alleen in de onderste positie van de blok- 7 keerpal, dus bij ontgrendelde toestand van de schoot bij niet weggeschoven schuifstuk, is samenwerking van de tweede krukpal en de op de transportpal aangebrachte nok mogelijk om met de sleutel de schoot in te trekken.
5 In een uitvoeringsvorm is het schuifstuk voor zien van een aanslagrand voor het, bij weggeschoven sleu-telplaat, begrenzen van de slag van de eerste en/of tweede krukpalplaat, waarbij de aanslagrand samenwerkt met de eerste en/of tweede krukpal. Bij toepassing van het slot 10 als badkamerslot dient de slag van de beslagknop begrensd te worden tot 90° waarvoor twee begrenzingen nodig zijn. De aanslagrand van het schuifstuk vormt de eerste begrenzing.
Bij voorkeur dient in de tussenpositie van de 15 blokkeerpal de onderste aanslagrand van de in de blokkeer-pal aangebrachte uitsparing door samenwerking met de eerste krukpal als begrenzing voor de slag van de eerste krukpalplaat: doordat in de tussenpositie van de blokkeerpal (bij weggeschoven schuifstuk) de blokkeerpal niet 20 verder naar beneden kan bewegen vormt de onderste aanslagrand van de in de blokkeerpal aangebrachte uitsparing zo een begrenzing voor het verder, in negatieve zin, roteren van de eerste krukpal. Deze begrenzing vormt de tweede begrenzing voor de slag van de beslagknop.
25 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de voorzijde van de slotkast voorzien van een opening om toegang te verschaffen tot een vlak van het schuifstuk om het schuifstuk weg te kunnen schuiven. In gemonteerde toestand van het slot in bijvoorbeeld een deur is het wegschuiven van 30 het schuifstuk zo eenvoudig uit te voeren door met een lang dun voorwerp, bijvoorbeeld een spijker, door de opening in de voorplaat tegen het vlak van het schuifstuk te drukken. Het veranderen van de functie van het slot wordt daarmee sterk vereenvoudigd.
35 Op gunstige wijze bepaalt de zijrand tussen de verhoogde- en verlaagde rand van het schuifstuk een aan-slagvlak voor de op de blokkeerpal aangebrachte nok om in 8 de onderste positie van de blokkeerpal het wegschuiven van het schuifstuk te verhinderen. Hiermee wordt een veiligheid verschaft tegen het abusievelijk wegschuiven van het schuifstuk: in ontgrendelde toestand van de schoot is het 5 wegschuiven van het schuifstuk niet mogelijk. Om te kunnen wegschuiven is het noodzakelijk om eerst met de sleutel de schoot te vergrendelen en de sleutel uit het slot te verwijderen. De blokkeerpal met de daarop aangebrachte nok bevindt zich dan in de bovenste positie waardoor contact 10 van de nok met het schuif stuk dan niet mogelijk is. De zijrand van het schuif stuk kan dan dus niet dienen als aanslag voor de nok van de blokkeerpal: het wegschuiven van het schuifstuk is nu mogelijk.
Bij voorkeur is het samenstel voorzien van een, 15 ten opzichte van de slotkast gefixeerd, veerkrachtig plaatvormig element met uit het vlak van de plaat omlaag stekende delen die respectievelijk samenwerken met in het schuifstuk aangebrachte uitsparingen om het schuifstuk te fixeren in de niet-weggeschoven of weggeschoven positie, 20 en met een in de blokkeerpal aangebrachte opening om de blokkeerpal te fixeren in de bovenste positie. Dit verschaft het voordeel dat zelfs bij het hard stoten tegen, of het met veel kracht "dichtgooien" van een deur waarin het slot volgens de uitvinding is ingebouwd, het schuif-25 stuk en de blokkeerpal gefixeerd kunnen blijven in de gewenste stand.
Op voordelige wijze zorgt een doorgedrukte rand in de slotkast ervoor dat het koppelstuk in positie wordt gehouden ten opzichte van de slotkast. Hierdoor worden 30 tevens de eerste krukpalplaat en de tweede krukpalplaat in positie gehouden ten opzichte van de slotkast om samen te kunnen werken met de blokkeerpal, de transportpal en (eventueel) het schuifstuk.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het beslag-35 knopgat een vierkant gat voor bevestiging van een besla-knop met een vierkante as. Deze uitvoering van de beslag-knop wordt praktisch veel gebruikt.
9
De uitvinding voorziet tevens in een deur voorzien van een slotsamenstel met één of meerdere van de hiervoor beschreven kenmerken.
Een uitvoeringsvoorbeeld van het samenstel 5 volgens de uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden.
Figuur 1 toont in perspectief een slot met het samenstel van sleutelplaat en krukpalplaten, waarbij om redenen van inzichtelijkheid het koppelstuk en de krukpal- 10 platen in losgenomen toestand zijn getekend.
Figuur 2 toont het slot volgens figuur 1 in vooraanzicht.
Figuur 3 toont het slot volgens figuur 1 en 2, met weggeschoven schuifstuk.
15 Figuren 4A, 4B en 4C tonen in detail respectie velijk de sleutelplaat, de eerste krukpalplaat, de tweede krukpalplaat en de koppelring van het slot.
Figuur 5 toont in detail het schuifstuk van het slot.
20 Figuur 6 toont in detail de blokkeerpal van het slot.
Figuur 7 toont in detail de transportpal van het slot.
Figuur 8 toont in detail de arm van het slot.
25 Figuur 9 toont in detail een fixeerplaatje van het slot.
Figuur 10 toont in perspectief het slot volgens figuur 1 en 2, waarbij het slot is voorzien van het fixeerplaatj e.
30 Het in figuur 1 en 2 getoonde slot 1 wordt omgeven door een slotkast 2 met zijwanden 2a en achterwand 2b en een voorplaat 3. De voorwand van de slotkast 2 is niet getekend. De voorplaat 3 is voorzien van openingen 5 en 6 voor respectievelijk bevestiging van het slot 1 in 35 een deur en voor bevestiging van de slotkast 2 aan de voorplaat 3. Verder is de voorplaat 3 voorzien van een opening 7 om, ook in ingebouwde toestand van het slot 1, 10 toegang tot het inwendige van het slot 1 te verschaffen.
De hoofdelementen van het slot 1 worden gevormd door een sleutelplaat 10, een eerste krukpalplaat 20 en een tweede krukpalplaat 30, een schuifstuk 40, een koppel-5 ring 50, een blokkeerpal 60, een transportpal 70 en een arm 80. Het in figuur 1 en 2 getoonde slot 1 is toegankelijk voor bediening met een sleutel: de sleutelplaat 10 bevindt zich in niet-weggeschoven positie. De hoofdelementen zijn meer in detail getoond in de figuren 4 tm. 9.
10 Verdere belangrijke elementen van het slot 1 zijn een schoot 85 met een schootkop 86 en met een staart-deel dat passend opgenomen is in een schuifplaat 87 met eindvlak 97. De schootkop 86 en de schuifplaat 87 vormen zo één verschuifbaar samenstel. Op de schoot 85 werkt een, 15 middels een omgezette lip 89 van de achterwand 2b tegen de slotkast 2 af gesteunde, veer 88 die zorgt voor het terugveren van de schoot 85 ha intrekking van de schoot 85, of na het dichtduwen van een deur. Een kruktuimelaar 90 met twee lagerringen 91 is voorzien voor de krukbediening van 20 het slot 1, om de draaiende beweging van de (niet in de figuren weergegeven) kruk om te zetten in een schuivende beweging van de schoot 85. Een samenstel van een profiel 92, een kruktuimelaarveer 93 en een gefixeerd element 94 zorgt ervoor dat de kruktuimelaar 90 steeds weer in de 25 ruststand terugkeert.
De slotkast 2 is verder voorzien van openingen 95a,95b en 96a,96b,96c voor bevestiging van respectievelijk een beslagknop of een schermplaat je voor een kruk middels bijvoorbeeld schroeven.
30 Figuur 3 toont het in figuren 1 en 2 getoonde slot 1 met weggeschoven sleutelplaat 10 en weggeschoven schuifstuk 40. Het slot 1 is nu toegankelijk voor bevestiging van, en bediening met een (niet in de figuren getoonde) beslagknop.
35 Figuren 4A, 4B en 4C tonen meer in detail res pectievelijk de sleutelplaat 10, de eerste krukpalplaat 20, de tweede krukpalplaat 30 en de koppelring 50. De 11 sleutelplaat 10 heeft een sleutelgat 11 en uitsparingen 12 en 13. Eerste krukpalplaat 20 heeft een vierkant gat 21 met een onderbreking 22, uitsparingen 23 en 24 en een eerste krukpal 25. De tweede krukpalplaat 30 is identiek 5 aan de eerste krukpalplaat 20. Koppelring 50 omvat een middels een dwarsverbinding 53 verbonden eerste ring 51 met een onderbreking 56 en een verhoogd deel 57, en een tweede ring 52 met een onderbreking 58 en een verhoogd deel 59. De dwarsverbinding 53 heeft, op respectievelijk 10 de eerste ring 51 en de tweede ring 52 aangebrachte verhoogde delen 55a en 55b, waarbij de verhoogde delen 55a, 55b zijn verbonden middels een ten opzichte daarvan verbreed tussendeel 55c. De hoogte van de verhoogde delen 55a en 55b komt overeen met de dikte van de eerste krukpal-15 plaat 20 en de tweede krukpalplaat 30. De koppelring 50 is verder, op de eerste ring 51, voorzien van een nok 54.
De uitsparing 13 van de sleutelplaat 10 is voorzien om rondom een door opening 95a van de slotkast 2 gevoerd bevestigingselement, bijvoorbeeld een schroef, 20 geschoven te worden bij het verschuiven van de sleutelplaat 10 middels het schuifstuk 40. De onderbrekingen 22,32 in de krukpalplaten 20,30 zijn voorzien om het invoeren van een sleutel in het slot 1 mogelijk te maken bij niet weggeschoven sleutelplaat 10.
25 De samenwerking tussen de sleutelplaat 10, de eerste krukpalplaat 20, de tweede krukpalplaat 30 en de koppelring 50 is als volgt: de koppelring 50 is gekoppeld met beide krukpalplaten 20,30 door samenwerking van de verhoogde delen 57, 59, 55a, 55b met respectievelijke 30 uitsparingen 24,34,23,33 in de eerste en tweede krukpalplaat 20,30. Deze koppeling kan tot stand worden gebracht door de krukpalplaten 20,30 bijvoorbeeld na elkaar tussen de verhoogde delen 57,59 door in de koppelring 50 te schuiven. Door samenwerking van verbreed tussendeel 55c 3 5 met uitsparing 12 wordt de sleutelplaat 10 met de koppelring 50 gekoppeld. Het koppelen van de sleutelplaat 10 vindt plaats nadat de krukpalplaten 20,30 zijn aange- 12 bracht, en wordt eveneens tot stand gebracht door de sleutelplaat 10 tussen de verhoogde delen 57,59 door in de koppelring 50 te schuiven. De sleutelplaat 10 bevindt zich dan tussen beide krukpalplaten 20,30 in. Door deze samen-5 werking zijn de sleutelplaat 10, de eerste krukpalplaat 20, de tweede krukpalplaat 30 en de koppelring 50 bij rotatie gekoppeld om als één geheel te draaien, bij niet weggeschoven sleutelplaat 10.
Doordat slechts één dwarsverbinding 53 is aange-10 bracht over de omtrek van de koppelring 50, en doordat de verhoogde delen 57, 59 niet reiken tot in het vlak van de sleutelplaat 10, kan de sleutelplaat 10 worden weggeschoven uit de koppelring 50. Wanneer dan beide krukpalplaten 20,30 met de koppelring 50 roteren zal de sleutelplaat 10 15 niet meeroteren.
Figuur 5 toont het, uit plaatmateriaal vervaardigde, schuif stuk 40 met een centrale opening 41 en een gleuf 42. De centrale opening 41 is voorzien om de sleutelplaat 10, verdraaibaar in het vlak van het schuif stuk 20 40, te kunnen opnemen. Doordat de sleutelplaat 10 in het vlak van het schuif stuk 40 ligt, wordt bij verschuiving van het schuifstuk 40 tevens de sleutelplaat 10 meegeschoven. Hierdoor kan de sleutelplaat 10 vanuit de, met de koppelring 50, gekoppelde toestand worden weggeschoven tot 25 in de weggeschoven toestand. Het wegschuiven van het schuifstuk 40 vindt plaats door, bijvoorbeeld met een spijker via opening 7 van de voorplaat 3, een kracht uit te oefenen op een omgezette bedieningsrand 43a (bedie-ningsrand 43a ligt in lijn met opening 7 van de voorplaat 30 3) . Gleuf 42 is voorzien om het schuifstuk 40 bij het wegschuiven langs een door opening 95b aangebracht beves-tigingselement te voeren. Het schuifstuk 40 is verder voorzien van omgezette randen 43b en 43c, een omgezette aanslagrand 44, uitsparingen 45,46, een verlaagde rand 47, 35 een verhoogde rand 48 en een zich tussen de verlaagde rand 47 en de verhoogde rand 48 bevindende zijrand 49.
Figuur 6 toont de blokkeerpal 60 met uitsparing 13 61, omgezette nok 64, opening 65, blokkeervlak 66 en uitsparingen 67,68. De uitsparing 61 heeft een bovenste aanslagrand 62 en een onderste aanslagrand 63 voor samenwerking met krukpal 25 van krukpalplaat 20. Opening 65 en 5 uitsparing 67 zijn voorzien om respectievelijk opening 95a en opening 96a vrij te laten voor het aanbrengen van bevestigingselementen.
Figuur 7 toont de transportpal 70 met een gleuf 71 voor het opnemen van nok 64 van blokkeerpal 60. Verder 10 zijn omgezette randen 72 en 76 voorzien, en uitsparingen 73, 74 en 75. Uitsparing 73 biedt ruimte voor het roteren van krukpal 35. Rand 77a van uitstekend deel 77 kan samenwerken met krukpal 35 om de transportpal 70 te bewegen.
Figuur 8 toont de arm 80 met aanslagvlak 81 voor 15 het bedienen van schuifplaat 87 van de schoot 85 om de schoot 85 in te trekken, een opening 82 voor samenwerking met (omgezette rand 72 van) transportpal 70 en een opening 83 voor samenwerking met (omgezette rand 43b van) schuif-stuk 40. Uitsparing 74 in transportpal 70 maakt samenwer-20 king mogelijk tussen schuifstuk 40 en arm 80. Uitsparing 75 in transportpal 70 maakt samenwerking tussen transportpal 70 en arm 80 mogelijk.
Fig 9 toont een f ixeerplaat je 100 uit dun flexibel plaatstaal voor het fixeren van het schuifstuk 40 25 en de blokkeerpal 60. Het fixeerplaatje 100 heeft verdiepingen 101,102 en 103 die respectievelijk kunnen samenwerken met uitsparingen 45 of 46 in het schuifstuk 40, en met uitsparing 68 in de blokkeerpal 60. Verdieping 103 is aangebracht op het einde van een arm 107. Een omgezette 30 rand 105 is voorzien waarvan de hoogte kleiner is dan de hoogte van bedieningsrand 43a van het schuifstuk 40. Een opening 106 is aangebracht om het schuiven van de bedieningsrand 43a ten opzichte van het fixeerplaatje 100 mogelijk te maken. Een opening 108 is aangebracht voor de 35 koppelring 50 en een verdieping 104 (in de vorm van een neerwaarts gerichte lip) is voorzien om samen te werken met nok 54 van de koppelring 50.
14
Figuur 10 toont in perspectief het slot 1 volgens figuur 1 en 2, waarbij het slot 1 is voorzien van het fixeerplaatje 100. De verdiepingen 101,102 werken samen met de uitsparingen 46 in het, niet weggeschoven, schuif-5 stuk 40. Verdieping 103 is niet in aangrijping met uitsparing 68 omdat de blokkeerpal 60 zich niet in de bovenste positie bevindt: fixeren van de blokkeerpal 60 is dan niet nodig: deze rust immers met nok 64 op verlaagde rand 47 van het schuif stuk 40. Verdieping 104 werkt samen met nok 10 54 van de koppelring 50 om het samenstel van koppelring 50, sleutelplaat 10 en krukpalplaten 20,30 in een "nul-positie" te fixeren. De "nul-positie" is die positie waarbij de onderbrekingen 22,32 verticaal neerwaarts zijn gericht. Het fixeren vindt zodanig plaats dat deze met 15 geringe kracht (door het verdraaien van de sleutel, of door het verdraaien van de beslagknop) kan worden opgeheven.
Met het in de figuren getoonde slot kunnen vier functies vervuld worden, met slechts een enkele schoot 85: 20 loopslot: er is alleen bediening met de kruk om de schoot 85 in te trekken (de schoot 85 heeft de functie van voorzijde van de slotkastschoot).
25 kastslot: er is alleen bediening met de sleutel om de schoot 85 in te trekken (de schoot 85 heeft de functie van nachtschoot) .
slaapkamerslot: er is bediening met de kruk om de 3 0 schoot 85 in te trekken (de schoot 85 heeft de functie van voorzijde van de slotkastschoot), en er wordt afgesloten met de sleutel (de schoot 85 heeft dan de functie van nachtschoot).
35 badkamers lot: er is bediening met de kruk om de schoot 85 in te trekken en er is bediening met de beslagknop om af te 15 sluiten.
Deze functies zullen hierna in detail besproken worden.
5 Loopslot
Het slot 1 kan de functie van loopslot hebben middels bediening met de kruk van kruktuimelaar 90. Deze functie kan worden vervuld, onafhankelijk van het al dan 10 niet weggeschoven zijn van de sleutelplaat 10 uit de koppelring 50. De enige voorwaarde is dat het slot 1 niet afgesloten is met de sleutel of met de beslagknop: blok-keerpal 60 mag niet omhoog geschoven zijn om, door aanslag van eindvlak 97 van schuifplaat 87 tegen blokkeervlak 66, 15 het intrekken van schoot 85 te blokkeren. In de in figuur 2 getekende situatie van het slot 1 is intrekken van de schoot 85 met de kruk dus wel mogelijk, in de in figuur 3 getekende situatie is intrekken van de schoot 85 met de kruk niet mogelijk.
20
Kastslot
Het slot 1 kan alleen de functie van kastslot hebben wanneer de sleutelplaat 10 niet weggeschoven is.
25 Verwijzend naar de in figuur 2 getoonde uitgangspositie rust nok 64 van blokkeerpal 60 op verlaagde rand 47 van schuifstuk 40: dit bepaalt de onderste positie van de blokkeerpal 60. Het intrekken van schoot 85 met de sleutel gaat als volgt: bij het vanuit de uitgangspositie in 30 negatieve zin verdraaien van de sleutel zal krukpal 35 tegen rand 77a van transportpal 70 drukken waardoor de transportpal 70 naar rechts beweegt. Door de in opening 82 reikende omgezette rand 72 wordt daardoor de arm 80 in negatieve zin geroteerd, rondom de in opening 83 reikende 35 omgezette rand 43b. Aanslagvlak 81 drukt daarbij tegen schuifplaat 87 om de schoot 85 in te trekken. Wanneer men de sleutel loslaat zal door werking van veer 88 de schoot 16 85 terug naar buiten geduwd worden, en beweegt het samenstel van koppelring 50, krukpalplaten 20,30 en sleutel-plaat 10 weer naar de uitgangssituatie. Men kan de sleutel dan weer uit het slot l nemen.
5
Slaapkamerslot
Het slot 1 kan alleen de functie van slaapkamerslot hebben wanneer de sleutelplaat 10 niet weggeschoven 10 is. De slaapkamerslotfunctie kent twee aspecten: het afsluiten van het slot 1 met de sleutel, en het intrekken van de schoot 85 met de kruk.
Verwijzend naar de in figuur 2 getoonde uitgangspositie gaat het afsluiten als volgt: door het in 15 positieve zin verdraaien van de sleutel wordt het samenstel van koppelring 50, krukpalplaten 20,30 en sleutelplaat 10 meegeroteerd. Krukpal 25 wordt hierbij in de uitsparing 61 gedraaid, ter plaatse van de onderste aan-slagrand 63. Bij verder roteren van de sleutel komt kruk-20 pal 25 in aanraking met de bovenste aanslagrand 62: hierdoor wordt de blokkeerpal 60 naar boven bewogen tot in de bovenste positie van de blokkeerpal 60. Aanslag van het eindvlak 97 tegen blokkeervlak 66 verhindert dan . het intrekken van de schoot 85: het slot 1 bevindt zich in de 25 afgesloten toestand. De bovenste positie van de blokkeerpal 60 wordt bepaald door het uit aangrijping wegdraaien van de krukpal 25 met de bovenste aanslagrand 62.
Bij het naar boven verplaatsen van de blokkeerpal 60 wordt transportpal 70 meegenomen door nok 64. De 30 transportpal 70 roteert hierbij ten opzichte van in opening 82 van arm 80 reikende omgezette rand 72. Door het meenemen van transportpal 70 door nok 64 wordt verhinderd dat, na het uit aangrijping wegdraaien van de krukpal 25 met de bovenste aanslagrand 62 uit de uitsparing 61, 35 krukpal 35 bij verder roteren tegen uitstekend deel 77 van transportpal 70 aankomt (krukpallen 25 en 35 liggen in axiale richting van de koppelring 50 in eikaars verleng- 17 de). Het samenstel van koppelring 50, krukpalplaten 20,30 en sleutelplaat 10 kan dan ongehinderd worden verdergero-teerd totdat de "nul-positie" weer bereikt wordt. De sleutel kan dan uit het slot worden genomen.
5 Het ontgrendelen van het slot 1 vindt in omge keerde volgorde plaats waarbij krukpal 25 in de uitsparing 61 wordt gedraaid, ter plaatse van de bovenste aanslagrand 62. Bij verder roteren van de sleutel komt krukpal 25 in aanraking met de onderste aanslagrand 63: hierdoor wordt 10 de blokkeerpal 60 naar beneden bewogen tot in de onderste positie van de blokkeerpal 60. Bij verder draaien van de sleutel wordt de in figuur 2 getoonde uitgangssituatie weer bereikt. Men kan dan de sleutel weer uit het slot 1 nemen of de sleutel verder in negatieve zin draaien om de 15 schoot 85 in te trekken, zoals uitgelegd bij de kastslot-functie.
Het intrekken van de schoot 85 met de kruk vindt plaats zoals besproken bij de loopslotfunctie.
20 Badkamerslot
Het slot 1 kan alleen de functie van badkamer-slot hebben wanneer de sleutelplaat 10 weggeschoven is en de vierkante gaten 21,31 vrijliggen voor bevestiging van 25 de beslagknop. Verwijzend naar de in figuur 2 weergegeven uitgangspositie kan wegschuiven van het schuifstuk 40 .niet plaats vinden omdat dit verhinderd wordt door tegen zijrand 49 aanliggende nok 64. Om het schuifstuk 40 te kunnen wegschuiven is het noodzakelijk om eerst af te sluiten met 30 de sleutel, zoals beschreven bij de slaapkamerslotfunctie en de sleutel uit het slot 1 te nemen. De blokkeerpal 60, met nok 64, bevindt zich dan in de bovenste positie waardoor nok 64 niet meer aanligt tegen zijrand 49: wegschuiven van schuifstuk 40 is nu mogelijk om de in figuur 3 35 weergegeven situatie te krijgen. De vierkante gaten 21,31 zijn nu toegankelijk voor bevestiging van de beslagknop.
Het eerst moeten afsluiten van het slot 1 met de ; 1 :-Λ, 18 sleutel voordat men het schuifstuk 40 kan wegschuiven heeft de functie om abusievelijk wegschuiven van schuif-stuk 40 te voorkomen: men moet eerst bewust de handeling van het afsluiten uitvoeren alvorens men kan wegschuiven.
5 In weggeschoven toestand van het schuif stuk 40 is het weer terugschuiven van het schuifstuk 40 nl. praktisch moeilijk: men zou daarvoor bijvoorbeeld met een haak via opening 7 achter bedieningsrand 43a moeten haken om het schuifstuk 40 terug te schuiven.
10 De badkamerslot functie kent twee aspecten: het afsluiten van het slot 1 met de beslagknop, en het intrekken van de schoot 85 met de kruk.
Verwijzend naar figuur 3 bevindt het slot 1 zich in afgesloten toestand: blokkeerpal 60 bevindt zich in de 15 bovenste positie. Het ontgrendelen van het slot 1 gaat als volgt: door het in negatieve zin verdraaien van de beslag-knop wordt het samenstel van koppelring 50 en krukpalpla-ten 20,30 meegedraaid waarbij krukpal 25 ter plaatse van de bovenste aanslagrand 62 in de uitsparing 61 wordt 20 bewogen. Bij verder draaien komt krukpal 25 in contact met de onderste aanslagrand 63 waarbij de blokkeerpal 60 naar beneden wordt bewogen. Doordat het schuifstuk 40 is weggeschoven wordt de positie die de blokkeerpal 60, bij het neerwaarts bewegen, uiteindelijk inneemt bepaald door de 25 aanslag van nok 64 op verhoogde rand 4 8 van het schuifstuk 40: dit bepaalt de tussenpositie van de blokkeerpal 60. In de tussenpositie wordt het intrekken van schoot 85 niet gehinderd door blokkeerpal 60. De blokkeerpal 60 beweegt nu niet tot in de onderste positie omdat verlaagde rand 30 47, door het verschuiven van het schuifstuk 40, uit de baan van nok 64 is geschoven.
Doordat de blokkeerpal 60 zich nu niet in de onderste positie bevindt kan krukpal 25 bij verder draaien van de beslagknop niet meer, ter plaatse van de onderste 35 aanslagrand 63, uit de uitsparing 61 worden gedraaid.
Aanslagrand 63 krijgt hierdoor de functie van een eerste aanslag voor krukpal 25 om de slag van de beslagknop, in 19 negatieve zin, te begrenzen.
Het slot 1 bevindt zich nu in ontgrendelde toestand en de schoot 85 kan worden ingetrokken met de kruk zoals beschreven bij de loopslotfunctie.
5 Het vergrendelen van het slot 1 met de beslag- knop vanuit de ontgrendelde situatie gebeurt in omgekeerde volgorde als hierboven beschreven bij het ontgrendelen. Door het in positieve zin verdraaien van de beslagknop beweegt krukpal 25 in uitsparing 61 van onderste aanslag-10 rand 63 naar bovenste aanslagrand 62. Bij verder draaien van de beslagknop duwt krukpal 25 tegen de bovenste aanslagrand 62 om krukpal 60 naar boven te bewegen tot in de bovenste positie. De krukpal 25 wordt hierbij, ter plaatse van de bovenste aanslagrand 62, uit de uitsparing 61 15 gedraaid tot tegen aanslagrand 44 van schuifstuk 40 (de in figuur 3 getekende situatie). Aanslagrand 44 krijgt hierdoor de functie van een tweede aanslag voor krukpal 25 om de slag van de beslagknop, in positieve zin, te begrenzen. De slag van de beslagknop tussen beide aanslagen bedraagt 20 ongeveer 90°.
Opgemerkt wordt nog dat bij de badkamerslotfunctie contact tussen krukpal 35 en uitstekend deel 77 niet mogelijk is omdat bij het vergrendelen met de beslagknop de blokkeerpal 60 naar boven wordt bewogen waardoor even-25 eens de transportpal 70 naar boven wordt bewogen: uitstekend deel 77 wordt daardoor buiten bereik van krukpal 35 verplaatst en het verdraaien van het samenstel van koppel-ring 50 en krukpalplaten 20,30 wordt niet gehinderd.
3 0 Het combineren van de vier functies in één slot 1 heeft een logistiek voordeel: deurenfabrikanten kunnen deuren voorzien van een slot 1, zonder dat vooraf bekend hoeft te zijn welke functie de deur krijgt.

Claims (25)

1. Slotsamenstel, bijvoorbeeld voor een deur, omvattend een slotkast met een schoot en middelen voor het bedienen van de schoot, omvattend een sleutelplaat en een beslagknopplaat waarbij de sleutelplaat een sleutelgat 5 heeft en de beslagknopplaat een beslagknopgat heeft voor bevestiging van bijvoorbeeld een beslagknop, waarbij de sleutelplaat en de beslagknopplaat in twee onderlinge posities instelbaar zijn: een eerste positie waarin het sleutelgat en het beslagknopgat in eikaars verlengde 10 liggen en bediening van de schoot met een sleutel mogelijk is, en een tweede positie waarin het sleutelgat en het beslagknopgat versprongen van elkaar gelegen zijn en het beslagknopgat toegankelijk is voor bevestiging van, en bediening van de schoot met, de beslagknop.
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het ken merk, dat het beslagknopgat een onderbreking heeft voor een sleutel.
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de sleutelplaat en de beslagknopplaat aange- 20 bracht zijn voor samengaande verdraaiing in de eerste positie.
4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de sleutelplaat en de beslagknopplaat in de eerste positie koppelbaar zijn middels een koppelstuk.
5. Samenstel volgens conclusie 4, met het ken merk, dat althans de sleutelplaat verschuifbaar is tussen beide posities.
6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de sleutelplaat wegschuifbaar is uit het koppel- 30 stuk tot in de tweede positie.
7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de sleutelplaat bevestigd is aan een schuifstuk om de sleutelplaat te kunnen wegschuiven uit het koppelstuk tot in de tweede positie door wegschuiven van het schuifstuk.
8. Samenstel volgens conclusie 7, met het ken-5 merk, dat het samenstel verder is voorzien van een blok- keerpal om het intrekken van de schoot te blokkeren, welke blokkeerpal verplaatsbaar is door samenwerking met de beslagknopplaat tussen een bovenste positie waarin de blokkeerpal het intrekken van de schoot blokkeert en een 10 tussenpositie en een onderste positie waarin de blokkeerpal het intrekken van de schoot niet blokkeert.
9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een arm voorzien is om de schoot te kunnen intrekken, waarbij de arm scharnierbaar aan het schuifstuk 15 bevestigd is en beweegbaar is middels een aan de arm bevestigde transportpal, waarbij de transportpal door samenwerking met de beslagknopplaat bewogen kan worden om de arm te bewegen om de schoot in te trekken.
10. Samenstel volgens conclusie 9, met het ken-20 merk, dat het koppelstuk een koppelring is waarmee de beslagknopplaat en de sleutelplaat vormgesloten gekoppeld zijn, waarbij de beslagknopplaat gevormd wordt door een eerste krukpalplaat met een eerste krukpal en een tweede krukpalplaat met een tweede krukpal, waarbij de sleutel-25 plaat tussen de eerste krukpalplaat en de tweede krukpalplaat inligt.
11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de blokkeerpal is voorzien van een uitsparing met een bovenste- en onderste aanslagrand voor samenwer- 30 king met de eerste en/of tweede krukpal.
12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de blokkeerpal bij niet weggeschoven sleutelplaat, verplaatsbaar is, door samenwerking van de eerste krukpal met respectievelijk de bovenste en onderste aan- 3. slagrand van de in de blokkeerpal aangebrachte uitsparing, tussen de bovenste positie en de onderste positie.
13. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de blokkeerpal, bij weggeschoven sleutel-plaat, verplaatsbaar is, door samenwerking van de eerste krukpal met respectievelijk de bovenste en onderste aan-slagrand van de in de blokkeerpal aangebrachte uitsparing, 5 tussen de bovenste positie en de tussenpositie.
14. Samenstel volgens een der conclusies 11-13, met het kenmerk, dat de respectievelijke onderste positie en tussenpositie van de blokkeerpal bepaald worden door samenwerking van een op de blokkeerpal aangebrachte nok 10 met respectievelijk een verlaagde rand en verhoogde rand op het schuifstuk.
15. Samenstel volgens een der conclusies 11-14, met het kenmerk, dat de bovenste positie van de blokkeerpal bepaald wordt door het uit aangrijping wegdraaien van 15 de eerste krukpal met de uitsparing in de blokkeerpal, ter plaatse van de bovenste aanslagrand van de uitsparing.
16. Samenstel volgens een der conclusies 11-15, met het kenmerk, dat de transport pal de arm kan bewegen door samenwerking van de tweede krukpal met een op de 20 transportpal aangebrachte nok.
17. Samenstel volgens conclusie 15 of 16, wanneer afhankelijk van conclusie 14, met het kenmerk, dat de transportpal verbonden is met de blokkeerpal door samenwerking van een in de transportpal aangebrachte gleuf en 25 de op de blokkeerpal aangebrachte nok.
18. Samenstel volgens een der conclusies 11-17, met het kenmerk, dat het schuifstuk is voorzien van een aanslagrand voor het, bij weggeschoven sleutelplaat, begrenzen van de slag van de eerste en/of tweede krukpal- 30 plaat, waarbij de aanslagrand samenwerkt met de eerste en/of tweede krukpal.
19. Samenstel volgens een der conclusies 11-18, met het kenmerk, dat in de tussenpositie van de blokkeerpal de onderste aanslagrand van de in de blokkeerpal 35 aangebrachte uitsparing door samenwerking met de eerste krukpal als begrenzing dient voor de slag van de eerste krukpalplaat.
20. Samenstel volgens een der conclusies 7-19, met het kenmerk, dat de voorzijde van de slotkast is voorzien van een opening om toegang te verschaffen tot een vlak van het schuifstuk om het schuifstuk weg te kunnen 5 schuiven.
21. Samenstel volgens een der conclusies 15-20, wanneer afhankelijk van conclusie 14, met het kenmerk, dat de zijrand tussen de verhoogde- en verlaagde rand van het schuifstuk een aanslagvlak bepaalt voor de op de blokkeer- 10 pal aangebrachte nok om in de onderste positie van de blokkeerpal het wegschuiven van het schuifstuk te verhinderen.
22. Samenstel volgens een der conclusies 8-21, met het kenmerk, dat het samenstel is voorzien van een, 15 ten opzichte van de slotkast gefixeerd, veerkrachtig plaatvormig element met uit het vlak van de plaat omlaag stekende delen die respectievelijk samenwerken met in het schuifstuk aangebrachte uitsparingen om het schuifstuk te fixeren in de niet-weggeschoven of weggeschoven positie, 20 en met een in de blokkeerpal aangebrachte opening om de blokkeerpal te fixeren in de bovenste positie.
23. Samenstel volgens een der conclusies 4-22, met het kenmerk, dat een doorgedrukte rand in de slotkast ervoor zorgt dat het koppelstuk in positie wordt gehouden 25 ten opzichte van de slotkast.
24. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beslagknopgat een vierkant gat is voor bevestiging van een beslaknop met een vierkante as.
25. Deur voorzien van een slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies. -o-o-o-o-o-o-o-o- RB
NL1019815A 2002-01-22 2002-01-22 Universeelslot. NL1019815C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019815A NL1019815C2 (nl) 2002-01-22 2002-01-22 Universeelslot.
DE60319605T DE60319605T2 (de) 2002-01-22 2003-01-22 Mehrzweckschloss
AT03075197T ATE389080T1 (de) 2002-01-22 2003-01-22 Mehrzweckschloss
EP03075197A EP1329578B1 (en) 2002-01-22 2003-01-22 Multi-purpose lock

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019815A NL1019815C2 (nl) 2002-01-22 2002-01-22 Universeelslot.
NL1019815 2002-01-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019815C2 true NL1019815C2 (nl) 2003-07-23

Family

ID=19774474

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019815A NL1019815C2 (nl) 2002-01-22 2002-01-22 Universeelslot.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1329578B1 (nl)
AT (1) ATE389080T1 (nl)
DE (1) DE60319605T2 (nl)
NL (1) NL1019815C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1036963C2 (nl) * 2009-04-29 2010-11-01 Nemef B V Schootbehuizing en een tuimelaar voor de schootbehuizing.
TWI673421B (zh) * 2018-11-16 2019-10-01 安得烈股份有限公司 具多功能模組更換之鎖閘結構

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8804569U1 (nl) * 1988-04-07 1988-05-11 Alfer Aluminium Fertigbau Gmbh, 7896 Wutoeschingen, De
CH682094A5 (en) * 1990-11-16 1993-07-15 Jakob Dobler Insert for insertion lock - is adaptable for all normal insertion locks in cut=out for which it is inserted and locked by turning driver
DE29606598U1 (de) * 1995-04-11 1996-08-29 Josef Kaufmann Mech Schreinere Einsteckschloß

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8804569U1 (nl) * 1988-04-07 1988-05-11 Alfer Aluminium Fertigbau Gmbh, 7896 Wutoeschingen, De
CH682094A5 (en) * 1990-11-16 1993-07-15 Jakob Dobler Insert for insertion lock - is adaptable for all normal insertion locks in cut=out for which it is inserted and locked by turning driver
DE29606598U1 (de) * 1995-04-11 1996-08-29 Josef Kaufmann Mech Schreinere Einsteckschloß

Also Published As

Publication number Publication date
EP1329578A1 (en) 2003-07-23
EP1329578B1 (en) 2008-03-12
DE60319605T2 (de) 2009-04-02
ATE389080T1 (de) 2008-03-15
DE60319605D1 (de) 2008-04-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4583382A (en) Reversible latch assembly with integrated function
US3677591A (en) Emergency lock release
US3769822A (en) Door lock
US7641244B2 (en) Fire door lock
US7836738B2 (en) Mortise lock for ordinary door and panic door
US6962375B2 (en) Rotary latches
US11346130B1 (en) Double lock dual action gravity latch
US8517434B1 (en) Pocket door latch
US4286812A (en) Security screen door lock
US20200347639A1 (en) Device for securing deadbolt latch
US11781347B2 (en) Lock assembly on a security door
US20190277064A1 (en) Automatic locking-deadbolt assembly in a door
NL1019815C2 (nl) Universeelslot.
US3921423A (en) Tamper-proof door lock assembly
US5280976A (en) Door security device
US2174890A (en) Door lock
JPH08282277A (ja) スナッチロック装置
EP1443163A2 (en) Lock assembly
AU771114B2 (en) Door lock assembly
CN109281548B (zh) 用于门的死栓组件
JPH0516375Y2 (nl)
US231352A (en) William s
AU653062B2 (en) A lock
JP5039173B2 (ja) 引き戸式自動ドア装置のロック装置
AU700983B2 (en) Improvement in pivot arm locks

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100801