NL1019708C2 - Schoorsteensamenstel, beluchtingssysteem voorzien van een schoorsteensamenstel, alsmede gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel of beluchtingssysteem. - Google Patents

Schoorsteensamenstel, beluchtingssysteem voorzien van een schoorsteensamenstel, alsmede gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel of beluchtingssysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1019708C2
NL1019708C2 NL1019708A NL1019708A NL1019708C2 NL 1019708 C2 NL1019708 C2 NL 1019708C2 NL 1019708 A NL1019708 A NL 1019708A NL 1019708 A NL1019708 A NL 1019708A NL 1019708 C2 NL1019708 C2 NL 1019708C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
channel
mouth
gas discharge
discharge channel
chimney
Prior art date
Application number
NL1019708A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Bruining
Original Assignee
Muelink & Grol Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Muelink & Grol Bv filed Critical Muelink & Grol Bv
Priority to NL1019708A priority Critical patent/NL1019708C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1019708C2 publication Critical patent/NL1019708C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F7/04Ventilation with ducting systems, e.g. by double walls; with natural circulation
    • F24F7/06Ventilation with ducting systems, e.g. by double walls; with natural circulation with forced air circulation, e.g. by fan positioning of a ventilator in or against a conduit
    • F24F7/08Ventilation with ducting systems, e.g. by double walls; with natural circulation with forced air circulation, e.g. by fan positioning of a ventilator in or against a conduit with separate ducts for supplied and exhausted air with provisions for reversal of the input and output systems
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F7/02Roof ventilation
    • F24F7/025Roof ventilation with forced air circulation by means of a built-in ventilator

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Ventilation (AREA)

Description

Schoorsteensamenstel, beluchtingssysteem voorzien van een schoorsteensamenstel, alsmede gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel of beluchtingssysteem.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schoorsteensamenstel volgens 5 de aanhef van conclusie 1.
Onder een schoorsteensamenstel wordt volgens de uitvinding meer verstaan dan enkel het op het dak van een gebouw, in het bijzonder een woning, geplaatste schoorsteengedeelte. Het gehele kanaal waarmee een gasvormig medium, zoals rookgas of (ventilatie)lucht, vanuit het gebouw, in het bijzonder een woning, via het dak wordt 10 afgevoerd of eventueel via het dak het gebouw wordt ingeleid, wordt volgens de uitvinding gezien als behorend tot het schoorsteensamenstel. Voorts wordt opgemerkt dat een schoorsteensamenstel of schoorsteen volgens de uitvinding zeker niet beperkt is tot uit steen vervaardigde constructies.
Het is bij gebouwen, in het bijzonder woningen, gangbaar deze te voorzien van 15 afvoerkanalen voor rookgassen afkomstig van verbrandingsinstallaties voor bijvoorbeeld verwarming en voor af te voeren ventilatielucht. Voorts is het gangbaar gebouwen op het dak te voorzien van een in het algemeen op de zogenaamde standpijp aangesloten ontspanningskanaal waarlangs eventuele rioolgassen kunnen ontwijken. De in een dergelijk ontspanningskanaal aanwezige 'gaskolom' is een stilstaande kolom die 20 enkel in beweging komt, gaat stromen, zodra er een overdruk aan rioolgassen in de standpijp of het riool ontstaat. Het rioolgas zal dan via het ontspanningskanaal ontwijken aan het dak van het gebouw. Met name bij windstilte, althans weinig wind of valwinden nijgen de ontweken rioolgassen te blijven hangen en zelfs naar beneden te zakken. Dit heeft stankoverlast tot gevolg. Indien op het dak ook nog de inlaatmonden 25 van luchtaanvoerkanalen voor ventilatielucht uitkomen is er bovendien de gerede kans dat de rioollucht het gebouw binnengevoerd wordt en door het gebouw verspreid wordt. Ook dit wordt als stankoverlast ervaren.
Een schoorsteensamenstel van de aan het begin genoemde soort is bekend uit US 294.503. Deze openbaart een schoorsteen met een instroommonding in de kelder en 30 met aan het boveneind een kap met daaronder een zijdelingse uitstroomopening. Door dit schoorsteenkanaal verloopt een standpijp welke met zijn gesloten boveneind net onder de kap ligt. De aansluitstomp waarmee het toilet op de standpijp aansluit is voorzien van een naar boven toe openend ontluchtingskanaal. Via dit 1019708 2 ontluchtingskanaal kunnen rioolgassen via het schoorsteenkanaal worden afgevoerd. Nadeel van deze constructie is dat zich in het schoorsteenkanaal volgens US 294.503 een kolom van rioolgassen kan verzamelen, hetgeen tot stank in de kelder kan leiden. Voorts is het uit US 294.503 bekende schoorsteensamenstel ongeschikt voor 5 zogenaamde gecombineerde schoorstenen welke zowel een uitmonding voor een gaskanaal als een inlaatmonding voor een luchtkanaal bevatten. Doordat zich in het schoorsteenkanaal een kolom van rioolgas kan verzamelen zou namelijk zeer gemakkelijk inname van rioolgassen via het luchtinlaatkanaal kunnen optreden bij een gecombineerde toepassing.
10 De onderhavige uitvinding heeft tot doel het ontstaan van stankoverlast van uit een rioolontspanningskanaal afkomstige rioollucht tegen te gaan.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door te verschaffen een schoorsteensamenstel omvattende enerzijds een rioolontspanningskanaal met een uitmonding en anderzijds een van een uitstroommonding voorzien gasafvoerkanaal, 15 zoals een rookgasafvoerkanaal of in het bijzonder een ventilatieluchtafvoerkanaal, waarbij de uitmonding van het rioolontspanningskanaal opent in de tijdens gebruik door het gasafvoerkanaal stromende gasstroom, waarbij het schoorsteensamenstel verder omvat een op het dak van een gebouw te plaatsen schoorsteen waarin de uitstroommonding is voorzien, welk schoorsteensamenstel volgens de uitvinding wordt 20 gekenmerkt doordat het gasafvoerkanaal is voorzien van een ventilator die tijdens bedrijf in de richting van de uitstroommonding van het gasafVoerkanaal werkzaam is en dat de schoorsteen verder is voorzien van een inlaatmonding van een luchtinlaatkanaal. Door het rioolontspanningskanaal te laten uitmonden in een gasafvoerkanaal, althans in de tijdens gebruik van het gasafvoerkanaal daar doorheen stromende gasstroom, wordt 25 bereikt dat ontwijkende rioolgassen door die gasstroom meegenomen worden en uitgeworpen worden uit het gasafvoerkanaal met enige snelheid. Dit vermindert de kans dat de ontweken rioollucht bij het gebouw blijft hangen. Mocht er op het moment van ontwijken van rioolgassen geen gasstroom door het gasafvoerkanaal lopen, dan zal het gasafvoerkanaal, indien althans de monding van het rioolontspanningskanaal in het 30 gasafvoerkanaal zelf ligt, als een verlengde van het rioolontspanningskanaal werken. Om eventueel ontweken rioolgassen zover mogelijk bij het gebouw vandaan te krijgen is volgens de uitvinding de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal omhoog gericht.
1019708 3
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van het schoorsteensamenstel volgens de uitvinding is het gasafvoerkanaal voorzien van een ventilator die tijdens bedrijf in de richting van de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal werkzaam is. Enerzijds verhoogt een dergelijke ventilator de uitworpsnelheid van de afgevoerde gasstroom en 5 daarin in geval van ontwijking meegevoerde rioolgassen. Anderzijds is het mogelijk deze ventilator op permanente basis te laten werken, zodat te allen tijde de eventueel ontwijkende rioolgassen met een zekere uitworpsnelheid uit het gasafvoerkanaal uitgeworpen worden. In geval het gasafvoerkanaal een afvoerkanaal is voor ventilatielucht, is het gebruikelijk dat dit afvoerkanaal al is voorzien van een permanent 10 werkzame ventilator.
Teneinde ophoping van ontweken rioolgassen in het gasafvoerkanaal tegen te gaan, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de uitmonding van het rioolontspanningskanaal opent in de stroomrichting van die tijdens gebruik door het gasafvoerkanaal stromende gasstroom.
15 Teneinde het meenemen van ontweken rioolgassen door door het gasafvoerkanaal stromende gassen te verbeteren is het volgens de uitvinding van voordeel, wanneer het rioolontspanningskanaal een op de uitmonding uitkomend kanaaleind heeft dat vrij in het gasafvoerkanaal ligt, althans in het tijdens gebmik door de gasstroom doorstroomde gebied. Aldus wordt de uitmonding volledig omstroomd door de afvoergassen zodat 20 eventueel ontwijkende rioolgassen beter meegenomen worden. Het verdient hierbij de voorkeur wanneer dat kanaaleind concentrisch in het gasafvoerkanaal respectievelijk in dat tijdens gebruik door de gasstroom doorstroomde gebied is voorzien.
Teneinde de mogelijkheid dat rioolgassen in het gasafvoerkanaal terechtkomen nagenoeg geheel te elimineren, is het volgens de uitvinding van groot voordeel wanneer 25 de uitmonding van het rioolontspanningskanaal stroomafwaarts van de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal ligt. De stroomafwaartse afstand van de uitmonding tot de uitstroommonding zal hierbij zodanig zijn dat de uitmonding nog ligt in het gebied waardoor tijdens gebruik van het gasafvoerkanaal de hierdoor afgevoerde gasstroom stroomt. In de praktijk betekent dit voor bij woningen gangbare systemen dat 30 om een goede meevoering van eventueel ontweken rioolgassen te verzekeren de uitmonding van het rioolontspanningskanaal 1 mm tot 10 cm, in het bijzonder ten hoogste 5 cm, stroomafwaarts van de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal ligt.
1019708 4
Uit veiligheidsoverwegingen verdient het de voorkeur wanneer de uitmonding van het rioolontspanningskanaal ten hoogste 50 cm, bijvoorkeur ten hoogste 30 cm en in het bijzonder ten hoogste 20 cm, stroomopwaarts van de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal ligt.
5 Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een beluchtingssysteem voor een bewoond gebouw, in het bijzonder een woning, zoals een woonhuis, woonflat, appartement etc., omvattende een schoorsteensamenstel volgens de uitvinding alsmede een ventilator voor het vanuit het gebouw afzuigen en via het gasafvoerkanaal naar buiten het gebouw afvoeren van gebruikte lucht. Dit 10 beluchtingssysteem kan volgens de uitvinding zeer goed verder omvatten een luchtinlaatkanaal voorzien van aanzuigmiddelen voor het van buitenaf via het luchtinlaatkanaal aanzuigen van verse lucht.
Volgens een nog verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel volgens de uitvinding of van een 15 beluchtingssysteem volgens de uitvinding, waarbij de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal bij voorkeur in het zogenaamde 'vrije uitmondingsgebied' ligt. Onder het zogenaamde 'vrije uitmondingsgebied' wordt verstaan het gebied liggend boven het hoogste punt van het dak van het gebouw, welk gebied bij elke windrichting aan wind onderworpen zal zijn.
20
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van in de tekening schematisch getoonde uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht. Hierin toont:
Figuur la een verticale langsdoorsnede, gedeeltelijk aanzicht, van een schoorsteensamenstel volgens de uitvinding; 25 Figuur lb een verticale langsdoorsnede, gedeeltelijk aanzicht, van een schoorsteensamenstel volgens de uitvinding als variant op het in figuur la getoonde;
Figuur 2 een verticale langsdoorsnede, gedeeltelijk aanzicht, van verdere uitvoeringsvorm van een schoorsteensamenstel volgens de uitvinding, welke verdere uitvoeringsvorm in de in figuren la en lb getoonde uitvoeringsvormen toegepast kan 30 worden maar ook geheel los hiervan zelfstandig toegepast kan worden;
Figuur 3 een schematische weergave van een gebouw volgens de uitvinding voorzien van een ventilatiesysteem volgens de uitvinding; en 1019708 5
Figuur 4 een verticale langsdoorsnede, gedeeltelijk aanzicht, van een nog verdere uitvoeringsvorm van een schoorsteensamenstel volgens de uitvinding, welke verdere uitvoeringsvorm in de in figuren la en lb getoonde uitvoeringsvormen toegepast kan worden maar ook geheel los hiervan zelfstandig toegepast kan worden.
5 Figuur 1 toont een meerkanaalsschoorsteen met schoorsteensamenstel volgens de uitvinding. Figuur la toont hierbij een eerste uitvoeringsvorm 100 van de meerkanaalsschoorsteen met een eerste uitvoeringsvorm van het schoorsteensamenstel 2, 3, 5 en figuur lb toont een tweede uitvoeringsvorm 200 van de meerkanaalsschoorsteen met een tweede uitvoeringsvorm van het schoorsteensamenstel 2, 3, 15. De eerste 10 uitvoeringsvorm van het schoorsteensamenstel 2, 3, 5 en de tweede uitvoeringsvorm van het schoorsteensamenstel 2, 3, 15 kunnen met betrekking tot de eerste en tweede uitvoeringsvorm van de meerkanaalsschoorsteen onderling verwisseld worden. Voorts kunnen het eerste schoorsteensamenstel 2, 3, 5 en het tweede schoorsteensamenstel 2.3.15 ook geheel los van de meerkanaalsschoorsteen toepassing vinden.
15 Figuren 2 en 4 tonen een derde 300 en vierde 400 uitvoeringsvorm van een schoorsteensamenstel volgens de uitvinding, welke beide zonder meer in een meerkanaalsschoorsteen volgens figuur la of figuur lb toepasbaar zijn ter vervanging van de in figuur la met X aangeduide eindsectie van het eerste 2, 3, 5 of tweede 2.3.15 schoorsteensamenstel. Ook de schoorsteensamenstellen uit figuren 2 en 4 20 kunnen geheel los van de meerkanaalsschoorsteen toepassing vinden.
Figuur 3 toont zeer schematisch een gebouw voorzien van een meerkanaalsschoorsteen 100. Het zal echter duidelijk zijn dat dit evenzeer een meerkanaalsschoorsteen 200 of andere meerkanaalsschoorstenen volgens de uitvinding kan zijn alsook dat men hier in plaats van een meerkanaalsschoorsteen 100 enkel een 25 schoorsteensamenstel, volgens bijvoorbeeld de eerste, de tweede, de derde of vierde uitvoeringsvorm daarvan, zou kunnen voorzien, waarbij de monding van het luchtinlaatkanaal 6 voldoende ver van de uitlaat 4 van het gasafvoerkanaal 2 moet zijn voorzien, zoals uit de stand van de techniek bekend, teneinde geen recirculatie te verkrijgen.
30 Figuur la toont een meerkanaalsschoorsteen 100. Deze meerkanaalsschoorsteen 100 bestaat uit een huis 101 met daarin een aantal luchtinlaatkanalen en een aantal gasafvoerkanalen. Getoond is slechts één luchtinlaatkanaal 6 en slechts één 1 0 1 '3 / ü 3 6 gasafvoerkanaal 2, echter dit kunnen ook meerdere overeenkomstig voorziene kanalen zijn.
Het gasafvoerkanaal 2 heeft een uitstroommonding 4 die ligt in of net boven het dak 12 van het meerkanaalsschoorsteenhuis 101. Overeenkomstig een bijzondere 5 uitvoeringsvorm van de uitvinding is op het gasafvoerkanaal 4 een rioolontspanningskanaal 3 aangesloten op zodanige wijze dat de uitmonding 5 van het rioolontspanningskanaal 3 opent in het inwendige van het gasafvoerkanaal 2. De uitmonding 5 ligt bij de uitvoeringsvorm volgens figuur la in de wand van het gasafvoerkanaal 2. Ten gevolge van de schuin opwaartse aankomst van het laatste 10 gedeelte van het rioolontspanningskanaal 3 wordt bereikt dat via het rioolontspanningskanaal 3 eventueel ontwijkende rioolgassen (gestreepte pijl) een snelheidscomponent in opwaartse richting, in de richting van de uitstroommonding 4 van het gasafvoerkanaal 2, hebben. Dit bevordert de afvoer van eventueel ontwijkende rioolgassen uit het gasafvoerkanaal 2. Het gasafvoerkanaal 2 is voorts voorzien van een 15 ventilator 17 of overeenkomstig blaasmiddel dat werkzaam is om, althans tijdens bedrijf van de ventilator, de gasstroom 18 in de richting van de uitstroommonding 4 te transporteren. Doordat de uitstroommonding 4 naar boven toe openend is uitgevoerd wordt de kans dat, zelfs wanneer ventilator 17 buiten bedrijf is, ontwijkende rioolgassen naar beneden toe neerslaan vermindert. Een in bedrijf zijnde ventilator 17 20 verzekert daarbij dat ontwijkende rioolgassen overeenkomstig de pijlen 18 geforceerd omhoog geblazen, uitgedreven, worden, hetgeen de kans op neerslag van ontwijkende rioolgassen nog verder vermindert.
Tot nu toe is voornamelijk een eerste uitvoeringsvorm van het schoorsteen-samenstel 2, 3, 5 volgens de uitvinding beschreven. Alvorens nu verder te gaan met de 25 beschrijving van de meerkanaalsschoorsteen zullen eerst de tweede, derde en vierde uitvoeringsvorm van het schoorsteensamenstel volgens de uitvinding nader beschreven worden.
De tweede uitvoeringsvorm 2, 3, 15 van het schoorsteensamenstel volgens de uitvinding is afgebeeld als onderdeel van figuur lb. Deze tweede uitvoeringsvoim 2, 3, 30 15 onderscheidt zich voornamelijk van de eerste uitvoeringsvorm 2, 3, 5 uit figuur la in de wijze waarop het rioolontspanningskanaal 3 in het gasafvoerkanaal 2 eindigt. Het uitlaateind van het rioolontspanningskanaal 3 is in het gasafvoerkanaal 2 voortgezet en bij het uiteind van een omhoog gericht kanaaleind 16 met naar boven gekeerde 1019708 7 uitmonding 15 voorzien. Het kanaaleind 16 ligt in het midden van het gasafvoerkanaal 2. Aldus wordt bereikt dat via het gasafvoerkanaal 2 van onder het kanaaleind 16 naar boven toe afgevoerd gas het kanaaleind 16 rondom omstroomt en daaruit eventueel ontwijkende rioolgassen meeneemt op vergelijkbare wijze als bij venturi's het geval is.
5 Aldus wordt de vermenging van ontwijkende rioolgassen met via het gasafvoerkanaal 2 afgevoerde overige gassen verbeterd en aldus ook de uitworp van de rioolgassen.
Figuur 2 toont een derde uitvoeringsvorm 300 van het schoorsteensamenstel volgens de uitvinding. Het gasafvoerkanaal is in figuur 2 aangeduid met 22, het rioolontspanningskanaal met 23, de uitmonding van het rioolontspanningskanaal 23 is 10 met 25 aangeduid, de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal 22 is aangeduid met 24 en de gasstroom is wederom aangeduid met 18. Het verschil tussen de derde uitvoeringsvorm volgens figuur 2 en de eerste en tweede uitvoeringsvorm is voornamelijk dat het uiteind van het gasafvoerkanaal 2 is voorzien van een zogenaamde inregenkap 27, bestaande uit een verbreed kanaaldeel met daarin een 15 inregenplaat 28 met een oppervlak dat wat groter is dan het oppervlak van de uitstroommonding 24 om inregenen te voorkomen. Aan de onderzijde van de verbrede sectie 27 is een ontwateringsopening 29 voorzien. In figuur 2 is met Y aangeduid de verticale afstand dat de uitmonding 25 van het rioolontspanningskanaal 23 lager ligt dan de uitstroommonding 24 van het gasafvoerkanaal 22. In dit voorbeeld is deze 20 afstand circa 30 cm. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur lb is de afstand Y circa 5 cm en bij de uitvoeringsvorm volgens figuur la circa 15 cm. Deze waarden voor Y zijn voornamelijk indicatief. De afstand Y zou ook 1 meter of zelfs nog meer dan 1 meter, bijvoorbeeld 3 meter, kunnen bedragen. Het voorzien van de uitmonding 25 in de buurt van de uitstroommonding 24, d.w.z. Y < 50cm, heeft tot voordeel dat het 25 gasafvoerkanaal niet gemakkelijk zal gaan functioneren als terugvoerkanaal dat rioolgassen het gebouw binnenbrengt, in plaats van ze naar buiten af te voeren. Verder zal duidelijk zijn dat bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 ook gebruik kan worden gemaakt van een ontspanningskanaalaansluiting als getoond in figuur la.
Figuur 4 toont een vierde uitvoeringsvorm van een schoorsteensamenstel 400 30 volgens de uitvinding. Het gasafVoerkanaal is hier aangeduid met 42, een daarin aangebrachte ventilator met 47, het rioolontspanningskanaal met 43, en het kanaaleind daarvan met 46. De uitmonding van het rioolontspanningskanaal 43 is aangeduid met 45 en de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal 42 is aangeduid met 44. De via het 1019708 8 gasafvoerkanaal 42 al van onder het kanaal 46 aangevoerde gasstroom is aangeduid met 18 en eventueel via het rioolontspanningskanaal 43 ontwijkende rioolgassen zijn wederom aangeduid met een gestreepte pijl. Het verschil tussen enerzijds het vierde uitvoeringsvoorbeeld van het schoorsteensamenstel volgens de uitvinding en de 5 hiervoor beschreven eerste, tweede en derde uitvoeringsvorm is voornamelijk dat het kanaaleind 46 boven de uitstroommonding 44 van het gasafvoerkanaal 42 uitsteekt. De omhoog gekeerde uitmonding 45 van het rioolontspanningskanaal 43 ligt hier een afstand V boven de omhoog gekeerde uitstroommonding van het gasafvoerkanaal 42. De afstand V is in het voorbeeld ongeveer 2 cm, maar kan eventueel meer bedragen of 10 zelfs ook minder tot aan 1 mm of zelfs 0 mm toe. In het laatste geval zullen de uitmonding 45 en uitstroommonding 44 in hetzelfde vlak liggen. Voordeel van enig uitsteken van de uitmonding 45 boven de uitstroommonding 44 is dat het aldus nagenoeg uitgesloten is dat via het rioolontspanningskanaal 43 ontwijkende rioolgassen zich in het gasafVoerkanaal 42 kunnen verzamelen en aldus via het gasafvoerkanaal 42, 15 door stroomopwaarts - naar beneden - te bewegen, in het bijbehorende gebouw terecht zouden kunnen komen. Daar inregenen in een rioolontspanningskanaal geen enkel probleem is, moet worden opgemerkt dat bij de derde uitvoeringsvorm volgens figuur 2 het kanaaleind 26 zeer wel door de inregenplaat 28 heen zou kunnen steken om ook daar met de uitmonding 25 boven de uitstroommonding 24 uit te steken.
20 Terugkerend naar de figuren la en lb zal in het navolgende meer in het bijzonder nader worden ingegaan op de getoonde meerkanaalsschoorsteen voorzien van een schoorsteensamenstel volgens de uitvinding.
Zoals al gezegd bestaat de meerkanaalsschoorsteen 100 (figuur la), 200 (figuur lb) uit een schoorsteenhuis 101 respectievelijk 102 met daarin ten minste één 25 gasafvoerkanaal 2 dat met zijn uitstroommonding 4 in of boven het dak van het schoorsteenhuis 101 ligt. Dit opdat de via het gasafvoerkanaal 2 afgevoerde gassen 18 in opwaartse richting vrij wegstromen en opdat ingeval van winden met een neerwaarts gerichte bewegingscomponent, zogenaamde valwinden, de door die valwinden naar beneden gedrukte gasstroom 18 niet direct langs het gasafvoerkanaal 2 naar beneden 30 kan worden gedrukt maar op enige afstand hiervan weggeleid wordt.
In het schoorsteenhuis 101 is een kamer 9 gevormd met een in wezen gesloten plafond 8. Het zogenaamde in wezen gesloten plafond 8 zou ook in plaats van door de tussenplaat 8 door het dak 12 van het schoorsteenhuis gevormd kunnen worden. Waar 1019708 9 het met betrekking tot de onderhavige uitvinding om gaat is dat het plafond 8 dan wel het schoorsteendak 12 in wezen gesloten is. Daar door het plafond 8 respectievelijk het schoorsteendak 12 één of meer gasafvoerkanalen 2 en eventueel een rioolontspanningskanaal 3 zullen steken, zal al hier sprake zijn van enige ondichtheid, 5 indien althans niet voor een dichte aansluiting op het betreffende gasafvoerkanaal dan wel rioolontspanningskanaal wordt zorggedragen. Een dergelijke afdichtende aansluiting is bij windtunneltesten gebleken niet nodig te zijn. Een vrije spleet van enige mm totaan in elk geval 5 mm toe, rondom het betreffende gasafvoerkanaal dan wel rioolontspanningskanaal blijkt de navolgend te beschrijven werking niet nadelig te 10 beïnvloeden. Een dergelijke spleetbreedte van bijvoorbeeld 5 mm, dat wil zeggen en diameterverschil van 1 cm, heeft als groot voordeel dat dit de montage aanzienlijk vereenvoudigt. Enerzijds wordt het door de doorgang steken van het betreffende gasafvoerkanaal dan wel rioolontspanningskanaal eenvoudiger anderzijds kunnen additionele maatregelen en werkzaamheden ten behoeve van een dichte aansluiting 15 vervallen.
De in het schoorsteenhuis 101 gevormde kamer 9 kan uit praktische overwegingen, bijvoorbeeld in verband met de sterkte van de constructie, door een vloerplaat 102 zijn afgesloten. Additioneel voordeel van een dergelijke vloerplaat 102 is dat aldus ook is te verzekeren dat het luchtinlaatkanaal 6 geen lucht vanonder uit de 20 schoorsteen zal kunnen aanzuigen. Ook met betrekking tot de vloerplaat geldt dat bij windtunnelproeven is gebleken dat deze niet afdichtend hoeft aan te sluiten op de luchtinlaatkanalen, gasafvoerkanalen en rioolontspanningskanaal, de vloerplaat kan eventueel geheel vervallen.
De kamer 9 is over een omtrekszone met een verticale hoogte Z alzijdig voorzien 25 van luchtdoorlaten 11 (figuur la), 1 (figuur lb). De inlaatmonding 7, die naar boven gekeerd kan zijn maar eventueel ook naar beneden of zijwaarts gekeerd kan zijn, ligt enige afstand boven de omtrekszone Z. Deze enige afstand kan bijvoorbeeld 5 mm a 4 cm bedragen. Waar het om gaat is dat deze enige afstand voldoende is om te verzekeren dat met via de luchtinlaten 1, 11 mee naar binnen gewaaide regendruppels 30 niet via de inlaatmonding 7 in het luchtinlaatkanaal 6 terechtkomen, althans dat dit aanzienlijk bemoeilijkt wordt. In dit opzicht heeft het overigens de voorkeur om de inlaatmonding te laten openen in de van luchtdoorlaten afgekeerde richting.
1013708 10
Zoals gezegd zijn de doorlaten 1, 11 alzijdig, over de gehele omtrek van het schoorsteenhuis 101, meer in het bijzonder van de kamer 9 daarin, voorzien zodanig dat wind, ongeacht de invalsrichting daarvan, door deze kamer heen kan blazen. Deze wind is in de figuren la en lb aangeduid met pijlen W. De kamer 9 is bij wijze van spreken 5 in omtreksrichting alzijdig open. Een bij benadering in wezen haast letterlijk alzijdig open kamer 9 is te verkrijgen door het schoorsteenhuis 101 op te delen in een bovenste gedeelte en een onderste gedeelte, welke via spijlen 13 met elkaar zijn verbonden. Bij een in het horizontale vlak rond schoorsteenhuis 101 zal men dan in wezen kunnen volstaan met drie van dergelijke spijlen 13. Bij een in het horizontale vlak vierkant of 10 rechthoekig schoorsteenhuis 101 zal men doorgaans vier van dergelijke spijlen 13 voorzien, op elk hoekpunt één.
Een alzijdig over een bepaalde hoogte Z open omtrekszone bewerkstelligt dat de wind W vanaf alle richtingen in wezen onbelemmerd door het schoorsteenhuis 101 heen kan waaien. Op de spijlen 13 na zal de enige belemmering dan zijn de door de 15 kamer 9 in verticale richting verlopende kanaaldelen. Deze kanalen 6, 2 en 3 zullen namelijk onvermijdelijk aanwezige obstakels vormen. Het aantal obstakels vormende kanaaldelen is nog wel te beperken door de luchtinlaatkanalen 6 rondom gasafvoerkanalen 2 te voorzien, zoals uit de stand van de techniek op zich bekend is.
Bij windtunnelproeven is verrassenderwijs gebleken dat een bij benadering over 20 omtrekszone met hoogte Z alzijdig open kamer 9, als getoond in figuur la, niet per se nodig is. Zeer goede resultaten blijken namelijk al bereikbaar met een omtrekszone met hoogte Z welke van een groot aantal sleuven 1 is voorzien, zoals in figuur lb is afgebeeld. Met betrekking tot het oppervlak van de omtrekszone met hoogte Z zal het doorlaatoppervlak van de sleuven 1 dan wel ten minste 40% van dat oppervlak van de 25 omtrekszone met hoogte Z moeten bedragen, met meer voorkeur ten minste 50% en met de meeste voorkeur ten minste 60% daarvan. Teneinde de wind W zo onbelemmerd mogelijk door de sleuven 1 te laten binnenwaaien verdient het hierbij verder de voorkeur wanneer de minimale breedte B van de luchtdoorlaatsleuven 1 ten minste 1 cm bedraagt en/of wanneer het doorlaatoppervlak van elke sleuf 1 ten minste 30 3 cm2 bij voorkeur ten minste 5 cm2 en in het bijzonder ten minste 7 cm2 bedraagt.
Figuur 3 toont een gebouw 30 voorzien van een meerkanaalsschoorsteen dan wel schoorsteensamenstel volgens de uitvinding. De meerkanaalsschoorsteen respectievelijk het schoorsteensamenstel volgens de uitvinding is hierbij aangebracht 1019708 11 op een hoogte zodanig dat de uitstroommonding van het gasafvoerkanaal in het zogenaamde vrije uitmondingsgebied ligt oftewel ligt boven de door niveaulijn 34 aangeduide bovenzijde van de nok van de dak van het gebouw 30. Ook de inlaatmonding van het luchtinlaatkanaal 6 zal bij voorkeur in het vrije 5 uitmondingsgebied, dus boven de niveaulijn 34, liggen.
Figuur 3 toont verder een luchtventilatiesysteem bestaande uit een zogenaamde luchtventilatiekast 33, waarop uitkomen een beluchtingskanaal 32 voor toevoer van verse lucht het gebouw 30 in, een afzuigkanaal 31 voor afzuiging van "oude" lucht vanuit het gebouw 30, een luchttoevoerkanaal 6 voor toevoer van van buiten het 10 gebouw aangezogen verse lucht en een luchtafvoerkanaal voor afVoer van "oude" lucht vanuit het gebouw naar buiten. Zoals duidelijk zal zijn zullen enerzijds aanzuigkanaal 31 en gasafvoerkanaal 2 onderling in verbinding staan en anderzijds luchtinlaatkanaal 6 en beluchtingskanaal 32. Binnenin de beluchtingskast 33 zullen doorgaans zijn voorzien een warmtewisselaar om de binnenkomende ventilatieluchtstroom en de 15 uitgaande ventilatieluchtstroom met elkaar warmte te doen uitwisselen alsmede één of meer ventilatoren, doorgaans één ventilator voor de ingaande ventilatieluchtstroom en één ventilator voor de uitgaande luchtstroom. Zoals duidelijk moge zijn is het denkbaar om het luchtinlaatkanaal 6 of eventueel het beluchtingskanaal 32 van een aftakking te voorzien die naar een verbrandingsinstallatie gaat en om de afvoer van deze 20 verbrandingsinstallatie aan te sluiten op het gasafvoerkanaal 2 of eventueel het afzuigkanaal 31. Aldus kan de meerkanaalsschoorsteen dan tot een tweekanaals-schoorsteen beperkt blijven. Echter ook is het denkbaar de meerkanaalsschoorsteen te voorzien van twee luchtinlaatkanalen en twee gasafvoerkanalen. Eén luchtinlaatkanaal voor een verbrandingsinstallatie en één luchtinlaatkanaal voor een beluchtingssysteem. 25 Eén gasafvoerkanaal voor het beluchtingssysteem en één gasafVoerkanaal voor de afVoer van rookgassen. Additioneel kan nog een afvoerkanaal voor wasem uit keuken, douche of wasdroger zijn voorzien. Zoals in figuur 3 verder veraanschouwelijkt kan het rioolontspanningskanaal 3 ook in het gebouw 30, eventueel nog zelfs ruim onder het dak daarvan op het gasafvoerkanaal 2 zijn aangesloten.
30 1 01 9 ? 0 8

Claims (11)

1. Schoorsteensamenstel (100, 200, 300, 400) omvattende enerzijds een rioolontspanningskanaal (3, 23, 43) met een uitmonding (5, 15, 25, 45) en anderzijds 5 een van een uitstroommonding (4, 24, 44) voorzien gasafvoerkanaal (2, 22, 42), zoals een rookgasafvoerkanaal (2,22,42) of in het bijzonder een ventilatieluchtafvoerkanaal, waarbij de uitmonding (5,15,25,45) van het rioolontspanningskanaal (3,23,43) opent in de tijdens gebruik door het gasafvoerkanaal (2, 22, 42) stromende gasstroom (18), waarbij het schoorsteensamenstel verder omvat een op het dak van een gebouw te 10 plaatsen schoorsteen waarin de uitstroommonding (4, 24, 44) is voorzien, met het kenmerk, dat het gasafvoerkanaal (2,22, 42) is voorzien van een ventilator (17,47) die tijdens bedrijf in de richting van de uitstroommonding (4, 24, 44) van het gasafvoerkanaal (2, 22, 42) werkzaam is en dat de schoorsteen verder is voorzien van een inlaatmonding (7) van een luchtinlaatkanaal (6). 15
2. Schoorsteensamenstel (100, 200, 300, 400) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitstroommonding (4, 24, 44) van het gasafvoerkanaal (2, 22, 42) omhoog gericht is. 20
3) Schoorsteensamenstel (100, 200, 300, 400) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitmonding (5, 15, 25, 45) van het rioolontspanningskanaal (3, 23, 43) opent in de stroomrichting (pijlen 18) van die tijdens gebruik door het gasafvoerkanaal (2,22,42) stromende gasstroom (18). 25
4) Schoorsteensamenstel (200, 300, 400) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het rioolontspanningskanaal (3, 23, 43) een op de uitmonding (15, 25, 45) uitkomend kanaaleind (16, 26, 46) heeft dat in het gasafvoerkanaal (2, 22, 42) ligt, althans in het tijdens gebruik door de gasstroom (18) doorstroomde gebied. 30
5) Schoorsteensamenstel (200, 300, 400) volgens conclusie 4, waarbij dat kanaaleind (16, 26, 46) concentrisch in het gasafvoerkanaal (2, 22, 42) respectievelijk in dat tijdens gebruik door de gasstroom (18) doorstroomde gebied is voorzien. 1019708
6. Schoorsteensamenstel (400) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitmonding (45) van het rioolontspanningskanaal (43) stroomafwaarts van de uitstroommonding (44) van het gasafvoerkanaal (42) ligt. 5
7) Schoorsteensamenstel (400) volgens conclusie 6, waarbij de uitmonding (45) van het rioolontspanningskanaal (43) 1 mm tot 10 cm, in het bijzonder ten hoogste 5 cm, stroomafwaarts van de uitstroommonding (44) van het gasafVoerkanaal (42) ligt.
8. Schoorsteensamenstel (100, 200, 300) volgens een der conclusies 1-5, waarbij de 10 uitmonding (5, 15, 25) van het rioolontspanningskanaal (3, 23) ten hoogste 50 cm, bijvoorkeur ten hoogste 30 cm en in het bijzonder ten hoogste 20 cm, stroomopwaarts van de uitstroommonding (4, 24) van het gasafvoerkanaal (2,22) ligt.
9. Beluchtingssysteem voor een woning (30), zoals een woonhuis, woonflat, 15 appartement etc., omvattende een schoorsteensamenstel (100, 200, 300, 400) volgens een der voorgaande conclusies alsmede een ventilator (17, 47; 33) voor het vanuit het gebouw afzuigen en via het gasafvoerkanaal (2, 22, 42) naar buiten het gebouw afvoeren van gebruikte lucht. 20
10) Beluchtingssysteem volgens conclusie 9, verder omvattende een luchtinlaatkanaal (6) voorzien van aanzuigmiddelen (33) voor het van buitenaf via het luchtinlaatkanaal (6) aanzuigen van verse lucht.
11. Gebouw, zoals woning, voorzien van een schoorsteensamenstel (100, 200, 300, 25 400) volgens een der conclusies 1-8 of van een beluchtingssysteem volgens een der conclusies 10-11, waarbij de uitstroommonding (4, 24, 44) van het gasafvoerkanaal (2, 22,42) bijvoorkeur in het vrije uitmondingsgebied (boven niveaulijn 34) ligt. »013703
NL1019708A 2002-01-08 2002-01-08 Schoorsteensamenstel, beluchtingssysteem voorzien van een schoorsteensamenstel, alsmede gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel of beluchtingssysteem. NL1019708C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019708A NL1019708C2 (nl) 2002-01-08 2002-01-08 Schoorsteensamenstel, beluchtingssysteem voorzien van een schoorsteensamenstel, alsmede gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel of beluchtingssysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019708 2002-01-08
NL1019708A NL1019708C2 (nl) 2002-01-08 2002-01-08 Schoorsteensamenstel, beluchtingssysteem voorzien van een schoorsteensamenstel, alsmede gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel of beluchtingssysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019708C2 true NL1019708C2 (nl) 2003-07-15

Family

ID=27752045

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019708A NL1019708C2 (nl) 2002-01-08 2002-01-08 Schoorsteensamenstel, beluchtingssysteem voorzien van een schoorsteensamenstel, alsmede gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel of beluchtingssysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1019708C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2432207A (en) * 2005-11-11 2007-05-16 Monodraught Ltd Ventilation arrangement

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US238251A (en) * 1881-03-01 Petiers
US294503A (en) * 1884-03-04 Johannes peesson
US3570016A (en) * 1969-03-06 1971-03-16 Duval Chemical Toilets Inc Portable chemical toilet system
NL6917768A (nl) * 1969-11-26 1971-05-28
FR2108730A5 (nl) * 1971-07-09 1972-05-19 Gebert & Cie
NL7409147A (nl) * 1967-01-30 1974-09-25
DE2441687A1 (de) * 1974-08-30 1976-03-18 Schneider Christian Dipl Ing Dachluefter
FR2437580A1 (fr) * 1978-07-26 1980-04-25 Mercier Jean Appareil pour le conditionnement de l'air, notamment dans les locaux d'elevage
NL8001912A (nl) * 1980-04-01 1981-11-02 Cox Geelen Bv Doorvoereenheid voor gasvormige media.
WO1984000188A1 (en) * 1982-06-22 1984-01-19 Terje Frank Bru Chimney flue with ventilator means
JPS6262144A (ja) * 1985-09-13 1987-03-18 Natl House Ind Co Ltd 換気装置

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US238251A (en) * 1881-03-01 Petiers
US294503A (en) * 1884-03-04 Johannes peesson
NL7409147A (nl) * 1967-01-30 1974-09-25
US3570016A (en) * 1969-03-06 1971-03-16 Duval Chemical Toilets Inc Portable chemical toilet system
NL6917768A (nl) * 1969-11-26 1971-05-28
FR2108730A5 (nl) * 1971-07-09 1972-05-19 Gebert & Cie
DE2441687A1 (de) * 1974-08-30 1976-03-18 Schneider Christian Dipl Ing Dachluefter
FR2437580A1 (fr) * 1978-07-26 1980-04-25 Mercier Jean Appareil pour le conditionnement de l'air, notamment dans les locaux d'elevage
NL8001912A (nl) * 1980-04-01 1981-11-02 Cox Geelen Bv Doorvoereenheid voor gasvormige media.
WO1984000188A1 (en) * 1982-06-22 1984-01-19 Terje Frank Bru Chimney flue with ventilator means
JPS6262144A (ja) * 1985-09-13 1987-03-18 Natl House Ind Co Ltd 換気装置

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 011, no. 255 (M - 617) 19 August 1987 (1987-08-19) *

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2432207A (en) * 2005-11-11 2007-05-16 Monodraught Ltd Ventilation arrangement
GB2432207B (en) * 2005-11-11 2010-01-06 Monodraught Ltd Ventilation arrangements

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN201233046Y (zh) 一种防滴油的吸油烟机
KR101543603B1 (ko) 방수형 환기구캡
US6347626B1 (en) Ventilation system for a kitchen
KR101528028B1 (ko) 환기용 외부 후드캡
NL1019708C2 (nl) Schoorsteensamenstel, beluchtingssysteem voorzien van een schoorsteensamenstel, alsmede gebouw voorzien van een schoorsteensamenstel of beluchtingssysteem.
NL1019709C2 (nl) Meerkanaalsschoorsteen, actief beluchtingssysteem voorzien van een meerkanaalsschoorsteen, alsmede gebouw voorzien van een meerkanaalsschoorsteen of beluchtingssysteem.
EP1136757A2 (en) Horizontal balanced flue
KR102173650B1 (ko) 직배기용 환기캡
AU729096B2 (en) Improved catch basin
CN208419151U (zh) 蜗壳、风机及空调器
JP5466446B2 (ja) 花粉除去システム及びユニット建物
KR102373505B1 (ko) 역풍을 활용하는 구조를 가지는 직배기 캡
JP5917099B2 (ja) 換気フード
KR100338431B1 (ko) 터널 내부의 분진 제거장치
KR101532628B1 (ko) 집진기용 소음방지 배출관
KR102508087B1 (ko) 역풍을 활용하는 구조를 가지는 직배기 캡
KR102035204B1 (ko) 공동건물의 입상 덕트용 드레인부재
WO2017080293A1 (zh) 管路连接装置
FR3072158B1 (fr) Groupe de ventilation mecanique controlee
KR200314440Y1 (ko) 주방용 환기설비시스템
CN218763590U (zh) 一种餐饮排油烟管道集油结构
JP6956217B2 (ja) 換気装置
KR970022029A (ko) 건물용 환기방법 및 그 장치
KR20220063593A (ko) 역풍을 활용하는 구조를 가지는 배기캡
KR20240084318A (ko) 공기 흐름이 개선된 환기구 챔버

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180201