NL1019670C2 - Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar. - Google Patents

Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar. Download PDF

Info

Publication number
NL1019670C2
NL1019670C2 NL1019670A NL1019670A NL1019670C2 NL 1019670 C2 NL1019670 C2 NL 1019670C2 NL 1019670 A NL1019670 A NL 1019670A NL 1019670 A NL1019670 A NL 1019670A NL 1019670 C2 NL1019670 C2 NL 1019670C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
granular material
medium
flow
screen
outlet
Prior art date
Application number
NL1019670A
Other languages
English (en)
Inventor
Dick Gerrit Klaren
Original Assignee
Klarex Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Klarex Beheer B V filed Critical Klarex Beheer B V
Priority to NL1019670A priority Critical patent/NL1019670C2/nl
Priority to PCT/NL2002/000869 priority patent/WO2003056266A1/en
Priority to AU2002359092A priority patent/AU2002359092A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019670C2 publication Critical patent/NL1019670C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D13/00Heat-exchange apparatus using a fluidised bed

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Devices And Processes Conducted In The Presence Of Fluids And Solid Particles (AREA)

Description

Titel: Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar, omvattende een met opwaarts gerichte buizen uitgerust reservoir, welke buizen aan een onder- en bovenzijde zijn opgenomen in pijpplaten en in 5 open verbinding staan met een bovenkast en een onderkast, waarbij in de onderkast tenminste één verdeelplaat is aangebracht voor het ondersteunen van een uit granulair materiaal bestaand wervelbed, dat door middel van een via de onderkast toegevoerd en door de buizen stromend, te behandelen of te verwarmen medium in een quasi-stationaire, gefluïdiseerde toestand 10 kan worden gehouden, en waarbij de bovenkast is voorzien van een eerste afvoer voor het met een deelstroom aan medium afvoeren van in de bovenkast uit het medium afgescheiden granulair materiaal naar een buiten het reservoir geplaatste valpijp voor het naar de onderkast terugvoeren van uit het medium afgescheiden granulair materiaal, en waarbij de bovenkast 15 voorts is voorzien van een tweede afvoer voor het afvoeren van een hoofdstroom aan medium waaruit het granulaire materiaal is afgescheiden.
Een dergelijke inrichting is beschreven in de niet-voorgepubliceerde internationale octrooiaanvragen PCT/NL00/00677 en PCT/NL00/00678. In deze inrichtingen wordt in de bovenkast een scheiding van wervelbeddeeltjes 20 en vloeiend medium gerealiseerd. Alle wervelbed-deeltjes en een deelstroom aan vloeiend medium worden met behulp van de eerste afvoer vanuit het onderste deel van de bovenkast naar de externe valpijp afgevoerd. De resterende stroom aan vloeiend medium zonder wervelbeddeeltjes wordt aan de bovenzijde van de bovenkast afgevoerd. In beide gevallen wordt in de 25 bovenkast een relatief dicht en stabiel gefluïdiseerd bed opgebouwd dat zich over een bepaalde hoogte in de uitlaatkast uitstrekt. Door de opbouw van een dergelijk relatief dicht en stabiel gefluïdiseerd bed wordt bereikt dat er tijdens 1 01 8ts ' 2 gebruik geen wervelbeddeeltjes met de hoofdstroom aan medium uit de bovenkast worden afgevoerd.
Bij de in PCT/NL00/00677 beschreven inrichting wordt dit stabiele en relatief dicht gefluïdiseerd bed in de bovenkast gerealiseerd door een deel 5 van het vloeiend medium via geperforeerde pijpverlengingen af te voeren, waardoor een kleinere volumestroom aan vloeiend medium de bovenkast vanuit de pijpen instroomt.
Bij de in PCT/NL00/00678 beschreven inrichting wordt het granulaire materiaal onder invloed van de zwaartekracht uit het medium 10 afgescheiden en wordt beschreven dat in de bovenkast stroomsnelheids-verlagende middelen kunnen worden op genomen om de vorming van een stabiel en relatief dicht gefluïdiseerd bed in de bovenkast te ondersteunen. De stroomsnelheidsverlagende middelen kunnen uitgevoerd zijn als een expansieruimte, maar ook als een stromingsweerstand, zoals een wervelbed 15 of een van doorstroomopeningen voorziene verdeelplaat in de uitlaatkast.
Afhankelijk van de viscositeit van het vloeiend medium, de stroomsnelheid van het medium en de afmetingen en het soort granulaire materiaal kan met één of meer van de hierboven beschreven maatregelen een stabiel en relatief dicht gefluïdiseerd bed in de bovenkast worden 20 gerealiseerd.
Nadelig aan het realiseren van een stabiel en relatief dicht gefluïdiseerd bed in de bovenkast is dat een dergelijk bed zich slechts over een bepaalde hoogte van de bovenkast uitstrekt, en dat daarboven gelegen delen van de bovenkast niet in contact komen met de deeltjes van het 25 granulaire materiaal. Hierdoor ontbreekt in het boven het bed gelegen deel van de bovenkast de schurende werking van de deeltjes en bestaat de kans op het ontstaan van afzettingen in het bovenste deel van de bovenkast. Dergelijke afzettingen kunnen aangroeien tot aanzienlijke afmetingen en kunnen bovendien tijdens bedrijf afbreken en terugvallen in het wervelbed 30 in de bovenkast en derhalve een goede fluïdisatie van het wervelbed in de 1019670 3 bovenkast belemmeren. Ook bestaat de mogelijkheid dat relatief grote delen afgebroken materiaal met de wervelbeddeeltjes naar de externe valpijp worden afgevoerd en daar verstoppingen veroorzaken.
Een verder nadeel van de in het bovenstaande beschreven 5 maatregelen is dat, bijvoorbeeld door een plots toenemende volumestroom van het medium of een plots afnemende viscositeit van het medium, toch deeltjes granulair materiaal uit de bovenkast naar de tweede afvoer worden meegevoerd en stroomafwaarts in het proces problemen kunnen veroorzaken.
10 De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort, waarbij met behoud van de voordelen, genoemde nadelen kunnen worden vermeden. Daartoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat in de bovenkast tussen de eerste afvoer en de tweede af voer een zeef is op genomen voor het onder doorlating van het medium 15 blokkeren van de toegang van het granulaire materiaal tot de tweede afvoer en dat voorts in de bovenkast langs een naar de eerste afvoer gekeerd zeefoppervlak van de zeef stromingsgeleidingsmiddelen zijn aangebracht die met het zeefoppervlak een stromingskanaal vormen voor het tijdens gebruik langs het zeefoppervlak leiden van een stroom medium met granulair 20 materiaal.
Hierdoor wordt bereikt dat het wervelbed in de bovenkast zo kan worden ingesteld dat een groter deel van de bovenkast, inclusief de zeef, onder invloed van de schurende werking van de deeltjes van afzettingen wordt ontdaan. In het bijzonder kan door toepassing van de zeef worden 25 bereikt dat de toegang van het granulaire materiaal tot de tweede afvoer wordt geblokkeerd. Om tegen te gaan dat door de zeef gefilterde deeltjes door het drukverschil over de zeef in de zeefgaten blijven zitten en de zeef verstopt raakt, worden voorts in de bovenkast langs het naar de eerste afvoer gekeerde zeefoppervlak stromingsgeleidingsmiddelen opgesteld zodat 30 een stromingskanaal wordt gevormd waarmee een stroom medium met : j C' 4 gramilair materiaal als een schurende stroom langs het zeefoppervlak wordt geleid om verstopping van het zeefoppervlak tegen te gaan. De stromingsgeleidingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een geleidingsplaat of geleidingsbuis die zich althans gedeeltelijk langs het 5 zeefoppervlak uitstrekt.
Bij voorkeur zijn de stromingsgeleidingsmiddelen en het zeefoppervlak convergerend ten opzichte van elkaar opgesteld, zodanig dat in stroomrichting van het stromingskanaal, de doortocht van de voor de stroom medium met granulaat afneemt. Hierdoor wordt bereikt dat, 10 ondanks dat een deel van het medium tijdens het langs het zeefoppervlak stromen door de zeef stroomt, toch een relatief hoge stroomsnelheid van de stroom medium met afgescheiden granulair materiaal langs het zeefoppervlak kan worden behouden en de abrasieve werking van het granulaire materiaal groot kan zijn.
15 Door het zeefoppervlak en de stromingsgeleidingsmiddelen zodanig op te stellen dat het stromingskanaal zich althans gedeeltelijk neerwaarts uitstrekt, kan worden bereikt dat de stroom medium met granulair materiaal althans gedeeltelijk onder invloed van de zwaartekracht langs het zeefoppervlak kan worden geleid. Bij voorkeur strekt het stromingskanaal 20 zich daarbij in hoofdzaak neerwaarts uit.
Op voordelig wijze kan voorts het stromingskanaal zijn voorzien van een reservoir voor granulair materiaal, bij voorkeur aan het einde van het stromingskanaal langs het filteroppervlak. Op elegante wijze kan het stromingskanaal worden verbonden met de eerste afvoer, zodat de stroom 25 medium met granulair materiaal, nadat deze het stromingskanaal langs het zeefoppervlak is geleid, een deelstroom aan medium met daarin uit het medium afgescheiden granulair materiaal naar de eerste afvoer kan worden afgevoerd.
Bij voorkeur is daarbij voorzien in aangedreven transportmiddelen 30 voor het vanuit het stromingskanaal naar de eerste afvoer transporteren
1 o 1 06iO
5 van granulair materiaal, zoals een in een verbindingsgoot tussen het stromingskanaal en de eerste afvoer aangebrachte transportschroef die door een buiten de bovenkast opgestelde motor via een door de bovenkast heen reikende as wordt aangedreven.
5 In een zeer voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de stromingsgeleidingsmiddelen gevormd door wanden van een in de bovenkast opgenomen pot die zich onder insluiting van het stromingskanaal langs een in de pot opgenomen zeef uitstrekken. Een dergelijke pot kan bijvoorbeeld prismatisch, zoals een blok of cilinder, worden uitgevoerd en in 10 opwaartse richting in de bovenkast worden aangebracht, terwijl aan een onderzijde een reservoir voor het opvangen van granulair materiaal is aangebracht dat op het stromingskanaal aansluit en dat met de eerste afvoer is verbonden. De zeef kan daarbij bijvoorbeeld coaxiaal zijn opgesteld en bijvoorbeeld respectievelijk ids een afgeknotte piramide of kegel zijn 15 uitgevoerd met in neerwaartse richting toenemende doorsnede, zodat tussen de wanden van de pot en het filter een stromingskanaal wordt gevormd met een in stroomrichting van het stromingskanaal afnemende doortocht. Bij voorkeur is daarbij de zeef in opwaartse richting gezien tussen de eerste en de tweede afvoer in de bovenkast aangebracht en wordt deze bijvoorbeeld 20 door een scheidingsplaat gedragen, terwijl de pot als een opvangvat onder insluiting van een instroomopening voor het stromingskanaal onder de scheidingsplaat is opgesteld. Een voordeel van een dergelijke pot is dat deze achteraf in de bovenkast van een bestaande inrichting kan worden ingebouwd.
25 De zeef kan op elegante wijze worden gevormd door een van gaten voorziene plaat waarvan de gaten een diameter hebben die kleiner is dan de diameter van het granulaire materiaal van het wervelbed. Uiteraard kan de zeef ook op andere wijzen worden gevormd, bijvoorbeeld door gevlochten draad.
6
Om de reinigende werking van het granulaire materiaal te ondersteunen, kan voorts nog worden voorzien in een langs het zeefoppervlak verplaatsbaar opgestelde schraper voor het van het zeefoppervlak afschrapen van afzettingen. Verdere voordelige 5 uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de conclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening toont:
Figuur 1 een schematische doorsnede van een warmtewisselaar 10 volgens de uitvinding voorzien van een bovenkast, een opvangvat, een zeef met een gesplitste afvoer aan vloeiend medium voor het transport van het granulair materiaal naar de externe valpijp.
Figuur 2A — 2C geeft een variant aan op de uitvoering van figuur 1 door de toepassing van een mechanisch aangedreven transportschroef in het 15 onderste deel van het opvangvat waardoor het afgescheiden en verzamelde granulair materiaal naar de externe valpijp wordt getransporteerd.
Figuur 3A - 3C is een variant op de uitvoering van figuur 2 waarbij opnieuw gebruik wordt gemaakt van een transportschroef voor het transport van het afgescheiden en verzameld granulair materiaal naar de 20 externe valpijp.
De figuren zijn slechts schematische weergaven van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.
De wijze van toevoeren van vloeiend medium aan de onderkast van 25 de inrichting en het via de valpijp terugvoeren van granulair materiaal is de vakman reeds bekend en kan op velerlei wijzen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld zoals beschreven in de internationale octrooiaanvragen PCT/NLOO/00677 en PCT/NLOO/O0678.
In figuur 1 is een warmtewisselaar 70 weergegeven, bestaande uit 30 een reservoir 1, waarin een reeks opwaarts gerichte stijgbuizen 2 zijn 101ΟΡ7Π 7 aangebracht, die aan de onder- en bovenzijde zijn opgenomen in een onderste pijpplaat 71 en een bovenste pijpplaat 72. Beneden de onderste pijpplaat 71 bevindt zich een onderkast 7, waarin tenminste één verdeelplaat 8 is aangebracht voor het ondersteunen van een uit granulair 5 materiaal 73 bestaand wervelbed. De stijgbuizen 2 zijn aan de onderzijde voorzien van een inloopstuk 9 waarin openingen 10 zijn aangebracht. Boven of op korte afstand van de bovenste pijpplaat 72 is een smoorplaat 11 aangebracht voorzien van openingen 12 die in register liggen met de openingen van de stijgbuizen 2, maar een kleinere diameter hebben dan de 10 inwendige diameter van de stijgbuizen 2. Boven de smoorplaat 11 bevindt zich de bovenkast 13. Het granulair materiaal 73, hier ook wel aangeduid met de term wervelbeddeeltjes, wordt door het vloeiend medium hoog in de bovenkast 13 gebracht om zich vervolgens, net onder de top van de bovenkast 13, te verzamelen in een pot 14, hier ook opvangvat genoemd, die 15 zich in de bovenkast 13 bevindt en die aan de bovenzijde toegankelijk is voor het vloeiend medium en het granulair materiaal 73 terwijl de onderzijde van dit opvangvat 14 door middel van een eerste afvoer of leiding 21 in verbinding staat met de bovenzijde van de externe valpijp 22. In het opvangvat bevindt zich een als zeef 15 uitgevoerd filterelement, waarvan de 20 wand, ook wel het zeefoppervlak 16 genoemd, doorlaatbaar is voor de hoofdstroom aan vloeiend medium, met de daarin eventueel aanwezige kristallen en afgeschaapte verontreinigingen, maar door het granulair materiaal 73 niet gepasseerd kan worden. Wel oefent het langs de zeef 15 omlaagstromend granulair materiaal 73 een reinigende werking uit op het 25 zeefoppervlak 16 waardoor verstopping van de zeef 15 wordt voorkomen.
Om dit te bereiken zijn langs het naar een tweede afvoer of uitlaatleiding 19 gekeerd zeefoppervlak 16 stromingsgeleidingsmiddelen aangebracht die met het zeefoppervlak 16 een stromingskanaal 74 vormen voor het tijdens gebruik langs het zeefoppervlak 16 leiden van een stroom medium met 30 granulair materiaal 73. In deze uitvoeringsvorm zijn deze stromings- 1 ü i; L - '·' 8 geleidingsmiddelen uitgevoerd als de wanden van het opvangvat 14. Stroomafwaarts van de zeef 15 bevindt zich het reservoir 17 met daarin een opening 18, waarop de uitlaatleiding 19 voor de afvoer van vloeiend medium is aangesloten. Het granulair materiaal 73 dat het zeefoppervlak 16 van de 5 zeef 15 niet kan passeren en een deel van het vloeiend medium worden via een opening 20 in het opvangvat 14 en via een eerste afvoer of leiding 21 naar de bovenzijde van de externe valpijp 22 afgevoerd. In het bovenste deel van de externe valpijp 22 wordt het vloeiend medium en het granulair materiaal 73 van elkaar gescheiden doordat als gevolg van een juiste 10 dimensionering van het bovenste deel van de externe valpijp 22 een zodanig lage opwaartse snelheid van het vloeiend medium wordt bewerkstelligd dat het granulair materiaal 73 niet omhoog kan worden meegevoerd, maar zich verzamelt in het onderste deel van de externe valpijp 34 en vandaar weer aan de onderkast 7 wordt toegevoerd. Het splitsen van het afgevoerde 15 vloeiend medium in een hoofdstroom die de zeef 15 passeert en een deelstroom welke langs de zeef 15 en via de opening 20 en de leiding 21, in het bovenste deel van de externe valpijp 22 en in de leiding 23 stroomt, wordt veroorzaakt door een drukverschil over de zeef 15. De hoeveelheid vloeiend medium die afgesplitst is van de hoofdstroom aan vloeiend medium 20 kan geregeld worden met de afsluiter 24 in de leiding 23. In de leiding 23 kan ook nog een bezinkvaatje 25 worden geplaatst dat als afscheider dient voor eventueel meegevoerd granulair materiaal 73. Uiteindelijk voegt de afgesplitste deelstroom zich weer bij de hoofdstroom, hetgeen in het onderhavige geval plaatsvindt in het reservoir 17.
25 Verstopping van de zeef 15 wordt tegengegaan doordat deeltjes die mogelijk tegen de zeef 15 blijven “plakken”, als gevolg van een drukverschil _ over de zeef 15, door het schurende effect van de continue stroom_ achteropeenvolgende deeltjes van de zeef 15 worden geveegd en meegevoerd naar de bodem van het opvangvat 14. Eventueel kan het zeefoppervlak 16 30 extra gereinigd worden door middel van niet getoonde schrapers die via een 1 01 r o 9 overbrenging, een as en een buiten de bovenkast 13 op gestelde motor worden aangedreven.
Afzettingen op de wanden van de bovenkast 13 kunnen worden vermeden door de reinigende werking van het granulair materiaal 73 op alle 5 wanden van de bovenkast 13 waardoor problemen die het gevolg zijn van het afbreken van dergelijke afzettingen en de hieruit eventueel voortvloeiende verstoppingsproblemen van de bovenzijde van de externe valpijp 22 worden voorkomen. Bij hoge snelheden van het vloeiend medium in de stijgbuizen 2, bijv. lm/s tot 3m/s, dan wel bij lagere snelheden van een 10 visceus vloeiend medium, worden grote afmeting van de granulaire deeltjes aanbevolen op grond van economische overwegingen met betrekking tot de diameter van de bovenzijde van de externe valpijp 22. Grote granulaire deeltjes kunnen gecombineerd worden met een zelfreinigende zeef 15 voorzien van relatief grote openingen welke als gevolg van de schurende 15 werking van het granulair materiaal 73 niet verstopt en tevens een perfecte scheiding bewerkstelligt van het vloeiend medium en het granulair materiaal 73. Voor het bewerkstelligen van deze goede scheiding behoeft geen verwijdde bovenkast 13 te worden toegepast, evenmin is een cycloon nodig, met als gevolg een veel compactere, lichtere en daardoor goedkopere 20 uitvoering van het bovenste deel van de warmtewisselaar 70.
Het te behandelen c.q. te verwarmen medium kan aan de warmtewisselaar 70 op verschillende manieren worden toegevoerd afhankelijk van de snelheid van het vloeiend medium in de stijgbuizen 2 en de viscositeit van het vloeiend medium. De hieronder beschreven uitvoering 25 is bedoeld, maar niet beperkt, voor een warmtewisselaar 70 met relatief hoge snelheden in de stijgbuizen 2 dan wel een relatief hoge viscositeit van het vloeiend medium. Relatief hoge snelheden van het vloeiend medium in de stijgbuizen 2 dan wel een relatief hoge viscositeit van het vloeiend medium gaan vaak samen met relatief grote granulaire deeltjes, 30 bijvoorbeeld met een diameter van 4, 5 of 6 mm, hetgeen zich laat a r , C -*> 0 10 combineren met openingen in het zeefoppervlak 16 met een diameter van ca. 3, 4 of 5 mm. Met inachtname van het bovenstaande wordt het vloeiend medium aan de warmtewisselaar 70 toegevoerd via de leiding 30 welke zich splitst in een leiding 31 met toevoeren aan de onderkast 7 en een leiding 32 5 naar het verzamelreservoir 33 dat zich aan de onderzijde van de externe valpijp 34 bevindt. Een deel van de toevoer van vloeiend medium aan de onderkast 7 onder de verdeelplaten in deze kast vindt plaats via leiding 35, een ander deel wordt via een omloopleiding 36 eventueel verbonden met een ringleiding 37 voorzien van meerdere aansluitpunten 38 op de onderkast 7 10 aan de onderkast 7 boven het wervelbed toegevoerd, om op deze wijze een voldoende zwaar en gevuld gefluïdiseerd bed boven de verdeelplaten te realiseren waardoor ondanks de hoge volumestroom en hiermee gepaard gaande relatief hoge snelheden in de stijgbuizen 2 toch een goede verdeling van het granulair materiaal 73 en het vloeiend medium over alle stijgbuizen 15 2 gerealiseerd wordt. Het verzamelreservoir 32 is door middel van een verdeelplaat 39 voor het ondersteunen van het granulair materiaal 73 welke door de onderzijde van de externe valpijp 34 wordt toegevoerd, verdeeld in een bovensectie 41 en een ondersectie 40. De bovensectie 41 is via tenminste één leiding 42 aangesloten op de onderkast 7 van het reservoir 1 voor het 20 daaraan terugvoeren van het granulair materiaal 73 vanuit het verzamelreservoir 33. Indien wenselijk zijn de leidingen 30, 32, 36 en 42 voorzien van regelkleppen of afsluiters.
Figuur 2 geeft de uitvoering weer van de bovenkast 13, waarbij door middel van een mechanisch aangedreven transportschroef 50, welke 25 zich in een voor het vloeiend medium doorlaatbare halfcilindervormige goot 51 bevindt, het afgescheiden en verzameld granulair materiaal 73 vanuit _ _ het onderste deel van het opvangvat 14 via de buis 52 naar de bovenzijde van de externe valpijp 22 wordt getransporteerd. Hierbij fungeert de goot 51 als zeef 15. Het vloeiend medium passeert de doorlaatbare goot 51 en komt 30 vervolgens in een ruimte die van de bovenkast 13 afgesloten is maar wel i Π1 OR 7 t; ft ft 11 verbonden is met een opening waardoor het vloeiend medium uit de installatie kan worden afgevoerd. De schroef 50 is door middel van de aandrijfas 53 verbonden met de aandrijfmotor 54. Om de goot 51 voldoende gevuld te houden met verzameld granulair materiaal 73, waardoor met een 5 zo klein mogelijke schroefdiameter zoveel mogelijk granulair materiaal 73 kan worden verplaatst, is een verloopstuk 55 tussen opvangvat 14 en goot 51 soms gewenst. Indien een transportschroef 50 wordt toegepast is het niet altijd noodzakelijk om met het granulair materiaal 73 ook een deelstroom aan vloeiend medium naar de bovenzijde van de externe valpijp 22 te 10 transporteren, waardoor de leiding 23, de regelafsluiter 24 en het vaatje 25 kunnen vervallen. Vooral in het geval van een zeer visceus vloeiend medium kan het wenselijk zijn om de deelstroom aan vloeiend medium achterwege te laten aangezien dit het verlies van granulair materiaal 73 via leiding 23 uitsluit met als bijkomend voordeel een kleinere dwarsdoorsnede 15 van het bovenste deel van de externe valpijp 22. Soms is toch een deelstroom aan te bevelen, omdat zich in het onderste deel van het opvangvat 14 en goot 51 zowel granulair materiaal 73 als vaste deeltjes uit het proces, verontreinigingen en/of kristallen kunnen verzamelen. In het bovenste deel van de externe valpijp 22 wordt dan op grond van 20 dichtheidsverschil en afmeting een scheiding gemaakt tussen het granulair materiaal 73 en de eerdergenoemde vaste deeltjes, waarbij het granulair materiaal 73 dan uiteindelijk via de onderzijde van de valpijp 34 en de onderkast 7 gerecirculeerd worden, en waarbij de eerdergenoemde vaste deeltjes, uit het proces afkomstig, met de omhooggerichte deelstroom in de 25 bovenzijde van de valpijp 22 via de leiding 23 worden afgevoerd.
Figuur 3 geeft een uitvoering weer van de toepassing van een __transportschroef 50 overeenkomstig de uitvoering van figuur 2, waarbij de_ hoofdstroom aan vloeiend medium niet aan de bovenzijde van de bovenkast 13 in verticale richting wordt afgevoerd, maar dwars op de bovenkast 13 in
1Ü195 VU
12 een zijwaartse richting. Deze uitvoering vereist over het algemeen minder bouwhoogte.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk binnen het bereik van 5 de uitvinding, zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.
i c ΐ r:......

Claims (9)

1. Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar, omvattende een met opwaarts gerichte buizen uitgerust reservoir, welke buizen aan een onder- en bovenzijde zijn op genomen in pijpplaten en in open verbinding staan met een bovenkast en 5 een onderkast, waarbij in de onderkast tenminste één verdeelplaat is aangebracht voor het ondersteunen van een uit granulair materiaal bestaand wervelbed, dat door middel van een via de onderkast toegevoerd en door de buizen stromend, te behandelen of te verwarmen medium in een quasi-stationaire, gefluïdiseerde toestand kan worden gehouden, en waarbij 10 de bovenkast is voorzien van een eerste afvoer voor het met een deelstroom aan medium afvoeren van in de bovenkast uit het medium afgescheiden granulair materiaal naar een buiten het reservoir geplaatste valpijp voor het naar de onderkast terugvoeren van uit het medium afgescheiden granulair materiaal, en waarbij de bovenkast voorts is voorzien van een 15 tweede afvoer voor het afvoeren van een hoofdstroom aan medium waaruit het granulaire materiaal is afgescheiden, met het kenmerk, dat in de bovenkast tussen de eerste afvoer en de tweede afvoer een zeef is op genomen voor het onder doorlating van het medium blokkeren van de toegang van het granulaire materiaal tot de tweede afvoer en dat voorts in 20 de bovenkast langs een naar de eerste afvoer gekeerd zeefoppervlak van de zeef stromingsgeleidingsmiddelen zijn aangebracht die met het zeefoppervlak een stromingskanaal vormen voor het tijdens gebruik langs het zeefoppervlak leiden van een stroom medium met granulair materiaal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de stromingsgeleidings-25 middelen en het zeefoppervlak convergerend ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, zodanig dat in stroomrichting van het stromingskanaal, de doortocht voor de stroom medium met granulair materiaal afneemt. 1 01 r ' 7
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het stromingskanaal zich althans gedeeltelijk in neerwaartse richting uitstrekt.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het stromingskanaal is voorzien van een reservoir voor granulair materiaal.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het stromingskanaal is verbonden met de eerste afvoer.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij is voorzien in aangedreven transportmiddelen voor het vanuit het stromingskanaal naar de eerste afvoer transporteren van granulair materiaal.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stromingsgeleidingsmiddelen worden gevormd door wanden van een in de bovenkast geplaatste pot die zich onder insluiting van het stromingskanaal langs een in de pot opgenomen zeef uitstrekken.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de zeef 15 een van gaten voorziene plaat omvat waarvan de gaten een diameter hebben die kleiner is dan de diameter van het granulaire materiaal voor het wervelbed.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij voorts is voorzien in een langs het zeefoppervlak verplaatsbare schraper. 20 i ui 95 7 0
NL1019670A 2001-12-27 2001-12-27 Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar. NL1019670C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019670A NL1019670C2 (nl) 2001-12-27 2001-12-27 Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar.
PCT/NL2002/000869 WO2003056266A1 (en) 2001-12-27 2002-12-24 Apparatus for carrying out a physical and/or chemical process, such as a heat exchanger
AU2002359092A AU2002359092A1 (en) 2001-12-27 2002-12-24 Apparatus for carrying out a physical and/or chemical process, such as a heat exchanger

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019670A NL1019670C2 (nl) 2001-12-27 2001-12-27 Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar.
NL1019670 2001-12-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019670C2 true NL1019670C2 (nl) 2003-07-01

Family

ID=19774433

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019670A NL1019670C2 (nl) 2001-12-27 2001-12-27 Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU2002359092A1 (nl)
NL (1) NL1019670C2 (nl)
WO (1) WO2003056266A1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2671765A (en) * 1948-12-16 1954-03-09 Kellogg M W Co Reduction of metal oxides
GB2087534A (en) * 1980-11-12 1982-05-26 Esmil Bv Apparatus for flow of a liquid medium
EP0065332A1 (en) * 1981-05-12 1982-11-24 Esmil B.V. Apparatus and method for the concentration of a liquid by evaporation
EP0358921A1 (de) * 1988-09-15 1990-03-21 Dorr-Oliver Deutschland GmbH Rohrbündel-Apparat
DE9104272U1 (nl) * 1991-04-09 1991-07-04 Rautenbach, Robert, Prof. Dr.-Ing., 4322 Sprockhoevel, De

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2671765A (en) * 1948-12-16 1954-03-09 Kellogg M W Co Reduction of metal oxides
GB2087534A (en) * 1980-11-12 1982-05-26 Esmil Bv Apparatus for flow of a liquid medium
EP0065332A1 (en) * 1981-05-12 1982-11-24 Esmil B.V. Apparatus and method for the concentration of a liquid by evaporation
EP0358921A1 (de) * 1988-09-15 1990-03-21 Dorr-Oliver Deutschland GmbH Rohrbündel-Apparat
DE9104272U1 (nl) * 1991-04-09 1991-07-04 Rautenbach, Robert, Prof. Dr.-Ing., 4322 Sprockhoevel, De

Also Published As

Publication number Publication date
AU2002359092A1 (en) 2003-07-15
WO2003056266A1 (en) 2003-07-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9300666A (nl) Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar.
NL192055C (nl) Inrichting voor het bedrijven van fysische en/of chemische processen, in het bijzonder een warmtewisselaar met circulatie van korrelmassa.
JP3851694B2 (ja) 冷却潤滑剤の浄化装置
US7014756B2 (en) Method and apparatus for separating immiscible phases with different densities
US3813851A (en) Process and apparatus for at least partly removing by gravity a particulate component from a liquid dispersion
US6143186A (en) Device for continuous filtration of liquids
CA2464907A1 (en) Method and apparatus for separating immiscible phases with different densities
SE512737C2 (sv) Vattenreningstank
RU2641926C2 (ru) Резервуар для газовой флотации
US5286392A (en) Launder with baffle system and regulatable air discharge structure
NL8006161A (nl) Doorstroominrichting voor een vloeibaar medium bevattende een fluidiseerbare korrelmassa.
NL1019670C2 (nl) Inrichting voor het uitvoeren van een fysisch en/of chemisch proces, zoals een warmtewisselaar.
AU660992B2 (en) Filtration process and apparatus
NL8302941A (nl) Werkwijze en inrichting voor het van elkaar scheiden van de bestanddelen van een mengsel van olie, water en vuil.
NZ504539A (en) Swirl chamber pollution separator and filtration apparatus for stormwater
SE430126C (sv) Filtreringsanordning
GB2267446A (en) Bar screen
JP3752185B2 (ja) 切削液濾過装置
NL2013941B1 (nl) Afscheider en scheidwerkwijze.
HU202124B (en) Method and apparatus for continuous filtering fluids on moving granular bed
US6077426A (en) Filter filled with loose bulk material
JP4396973B2 (ja) 粒状物の洗浄・固液分離装置
KR100930634B1 (ko) 여과재 손실 저감용 트러프 장치
EP1320714B1 (en) Apparatus for carrying out a physical and/or chemical process, such as a heat exchanger
SK501192017U1 (sk) Zariadenie na ochranu čerpadiel odpadových vôd pre mokré akumulačné komory

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060701