NL1019296C1 - Systeem voor het controleren van de aanwezigheid van een identificatielabel bij dieren. - Google Patents

Description

Titel: Systeem voor het controleren van de aanwezigheid van een identificatielabel bij dieren.

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het individueel controleren van dieren die elk kunnen zijn voorzien van een identificatielabel, waarbij het systeem is voorzien van tenminste een uitleesinrichting voor het genereren van een elektromagnetisch 5 ondervraagveld en het registeren van een responsiesignaal dat een identificatiecode omvat van een identificatielabel dat zich in het veld bevindt, waarbij het systeem verder is voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van een aanwezigheid van een dier.

Een dergelijk systeem is op zich bekend en vindt toepassing daar 10 waar bijvoorbeeld het gedrag van elk individueel dier in een grote groep als kudde gehouden dieren van tijd tot tijd moet worden vastgelegd. Ook in gevallen waar de herkomst van elk dier traceerbaar dient te zijn kan dit systeem worden gebruikt. Met name op boerderijen, waar dieren in groepen van grote aantallen worden gehouden, biedt een dergelijk systeem uitkomst. 15 Het identificatielabel omvat in een dergelijk systeem een transponder die in een ondervraagveld het responsiesignaal, omvattende een identificatiecode, kan uitzenden. Een dergelijk identificatielabel kan in een oor van een dier zijn aangebracht, zoals het geval is bij varkens. Het is echter ook mogelijk dat een identificatielabel in het dier wordt opgenomen, zoals bijvoorbeeld 20 het geval is bij koeien waar in één van de magen een bolus voorzien van een transponder een uitleesbaar identificatielabel vormt. Het systeem omvat eveneens detectiemiddelen voor het detecteren van de aanwezigheid van een dier. Zo kan bijvoorbeeld een drukhendel, die met de neus door een dier naar beneden wordt geduwd om vervolgens een hoeveelheid voer of water 25 vrij te geven, ook worden opgevat als een detectiemiddel. Zodra het detectiemiddel de aanwezigheid van een dier detecteert, kan de uitleesinrichting een elektromagnetisch ondervraagveld genereren teneinde 2 het dier te kunnen identificeren en gegevens te verzamelen over hoe vaak het geïdentificeerde dier naar de voederbak gaat om voer of water tot zich te nemen. De detectiemiddelen kunnen ook een in een stal opgenomen, of elders opgestelde, weegschaal omvatten. Wanneer van tijd tot tijd een dier 5 op een weegschaal gaat staan, kan de uitleesinrichting het gewogen dier identificeren om ook op deze wijze gegevens over elk dier te verzamelen.

Door combinatie van gegevens kan bijvoorbeeld vroegtijdig worden vastgesteld welk dier een ongezond eetpatroon vertoont of welk dier naar het slachthuis dient te worden afgevoerd. De detectiemiddelen en de 10 uitleesinrichting kunnen ook op afstand van elkaar zijn aangebracht. Zo kan een hek, wat door een dier is opengeduwd om in een doorgang te komen, een deLecliemidufcïl zijn en kd.ii verderop iii de doorgang de uitleesricliting staan opgesteld om het gedetecteerde dier te kunnen identificeren. Een boerderij die is voorzien van een dergelijk systeem en waarop bijvoorbeeld honderden 15 zeugen worden gehouden, kan mede dankzij dit systeem worden beheerd door een minimum aan boerderijpersoneel.

Een nadeel van een dergelijk systeem is dat een dier niet geïdentificeerd kan worden wanneer het identifïcatielabel ontbreekt of defect is. Wanneer door de uitleesrichting geen responsiesignaal wordt 20 ontvangen aan de hand waarvan de identificatiecode kan worden afgeleid, is het niet mogelijk om de verzamelde gegevens aan dat dier te koppelen.

De uitvinding beoogt een systeem te verschaffen dat tegemoet komt aan dit probleem.

Dit doel is bereikt met het systeem volgens de uitvinding, welke 25 het kenmerk heeft, dat de detectiemiddelen zijn ingericht om de aanwezigheid van een dier in het ondervraagveld te detecteren en waarbij het systeem verder is voorzien van onderscheidingsmiddelen die zijn ingericht om een dier te onderscheiden waarvan met behulp van de detectiemiddelen is gedetecteerd dat het dier zich in het ondervraagveld 30 bevindt en waarvan geen responsiesignaal wordt ontvangen door de 3 uitleesinrichting aan de hand waarvan de identificatiecode kan worden afgeleid.

Dit biedt het voordeel dat een onidentificeerbaar dier als zodanig herkenbaar kan worden gemaakt, zodat dit dier bijvoorbeeld alsnog kan 5 worden voorzien van een identifïcatielabel of op een geheel andere wijze kan worden geïdentificeerd. Met behulp van biometrische informatie van elk dier kan een ongeïdentificeerd dier bijvoorbeeld alsnog worden geïdentificeerd, zodat eerder verzamelde gegevens niet verloren zullen gaan.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van een systeem volgens de 10 uitvinding wordt gekenmerkt in dat de onderscheidingsmiddelen spraymiddelen omvatten waarmee een dier, voor het onderscheiden van het dier, van een gekleurde spray kan worden voorzien. Dit biedt het voordeel dat het systeem automatisch een ongeïdentificeerd dier als zodanig voor enige tijd ook in de groep herkenbaar kan maken, zodat het 15 boerderijpersoneel niet aanwezig behoeft te zijn op het moment waarop de uitleesinrichting een ondervraagveld genereert. Op een veel later tijdstip dan het tijdstip waarop werd vastgesteld dat het dier onidentificeerbaar is, kan het betreffende dier alsnog van een identifïcatielabel worden voorzien of alsnog worden geïdentificeerd met behulp van bijvoorbeeld biometrische 20 informatie.

Een meer bijzondere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de onderscheidingsmiddelen een bestuurbaar hek omvat waarmee een dier, voor het onderscheiden van het dier, kan worden geleid naar een onderscheidingsruimte. Dit biedt het 25 voordeel dat het boerderijpersoneel na verloop van tijd alleen in de onderscheidingsruimte dient te kijken om vast te stellen of er onidentificeerbare dieren in de groep zijn. Bovendien behoeft het boerderijpersoneel deze dieren niet meer van de groep af te zonderen of in de groep te benaderen om de onidentificeerbare dieren te voorzien van een 4 identificatielabel of om de identiteit van de dieren op een andere wijze te achterhalen.

Het systeem volgens de uitvinding wordt vervolgens toegelicht aan de hand van een tekening. Hierin toont: 5 Fig. i schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding;

Fig. 2 schematische een tweede uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding.

In Fig. 1 is een systeem (1) getoond voor het individueel controleren 10 van dieren die elk kunnen zijn voorzien van een identificatielabel. Het systeem (1) is daartoe voorzien van een uitleesinrichting (2), die in dit geval een langsloopantenne zou kunnen omvatten. In gebruik genereert de uitleesinrichting (2) een elektromagnetisch ondervraagveld en registreert de uitleesinrichting (2) een responsiesignaal dat een identificatiecode omvat 15 van een zich in het ondervraagveld bevindende identificatielabel waarvan een dier kan zijn voorzien. Het systeem (1) is verder voorzien van detectiemiddelen (3) voor het detecteren van aanwezigheid van een dier. In dit geval zijn de detectiemiddelen (3) uitgevoerd als een drinkwaterbak (4) die van water wordt voorzien wanneer een dorstig dier met de neus een 20 drukhendel (5) naar beneden duwt. Wanneer het buiten de wateraanvoerpijp (6) gelegen deel (8) van de drukhendel (5) door het dier naar beneden wordt geduwd beweegt een binnen een wateraanvoerpijp (6) gelegen deel (7) van de drukhendel (5) omhoog. Hierdoor stroomt water in de drinkwaterbak (4). Een in de wateraanvoerpijp (6) opgenomen druk- of 25 flowmeter (9) detecteert in dit geval op indirecte wijze de aanwezigheid van een dier bij de drinkwaterbak (4). Wanneer een dier niet gebruik maakt van de drinkwaterbak (4) zal het binnen de wateraanvoerpijp (6) gelegen deel (7) van de drukhendel (5) door de druk van het water naar beneden worden geduwd waarmee de wateraanvoer wordt afgesloten. Alsdan door de druk- of 30 flowmeter (9) gemeten druk of flow zal worden geïnterpreteerd als een 5 afwezigheid van een dier dat gebruik van de drinkwaterbak (4). De identiteit van een dier, dat gebruik maakt van de drinkwaterbak (4) kan door de uitleesinrichting (2) worden vastgesteld doordat de uitleesinrichting (2) een elektromagnetisch veld genereert en het responsiesignaal, 5 omvattende een identificatiecode van een identificatielabel waar een dier van is voorzien, registreert. De uitleesinrichting (2) zal zodanig zijn afgesteld dat het ondervraagveld wordt gegenereerd over dimensies waarbinnen bij aanwezigheid van een dier bij de drinkwaterbak (4) het identificatielabel zich zal bevinden. Het systeem is eveneens voorzien van 10 onderscheidingsmiddelen (10) die in dit geval een spray-inrichting (11) omvatten. Het systeem (1) is voorts ingericht om bij een door de detectiemiddelen (3) gedetecteerde aanwezigheid van een dier bij de drinkwaterbak (4) het dier met behulp van onderscheidingsmiddelen (10), in dit geval de spray-inrichting (11), te voorzien van een gekleurde spray 15 wanneer door de uitleesinrichting (2) geen responsiesignaal wordt ontvangen aan de hand waarvan de identificatiecode kan worden afgeleid. Met andere woorden als het dier onidentificeerbaar is wordt het dier van een gekleurde spray voorzien. Om dit proces te kunnen besturen is het systeem (1) veelal voorzien van een regelunit (12) waarmee de 20 detectiemiddelen (3), de uitleesinrichting (2) en de onderscheidingsmiddelen (10) zijn verbonden. De gekleurde spray kan van een zodanige aard zijn dat deze permanent op het dier zichtbaar is totdat het boerderijpersoneel dit er bewust vanaf wast. De spray kan ook zodanig zijn dat deze na bijvoorbeeld enkele dagen vanzelf verdwijnt zodat het boerderijpersoneel de dieren in de 25 groep binnen enkele dagen moet hebben gezien om vast te stellen of er besprayde dieren in de groep zijn. Bij deze uitvoeringsvorm zal de frequentie waarmee de dieren worden gecontroleerd op het zijn voorzien van een werkend identificatielabel gelijk zijn aan de frequentie waarmee de dieren water drinken uit de drinkwaterbak (4). Het personeel behoeft echter niet 30 met eenzelfde frequentie de groep te controleren.

6

In Fig. 2 is een tweede uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding getoond. Het systeem (1) is hier opgenomen in een sluis (13) waarin een dier via een met behulp van hekken (14) opgebouwd doseringssysteem kan worden opgenomen. Sluis (13) is in dit geval voorzien 5 van sensoren (A, B) die als detectiemiddelen (3) de aanwezigheid van een dier in de sluis (13) kunnen detecteren. De sluis (13) kan ook zijn voorzien van een weegschaal (E) die eveneens als detectiemiddel (3) kan zijn uitgevoerd. Zo is het ook mogelijk om de sluis (13) te voorzien van een als detectiemiddel ingerichte camera (niet getoond). De sensoren (A, B) kunnen 10 lichtsensoren zijn die de door een dier in de sluis (13) veroorzaakte schaduw kunnen detecteren of de door een dier doorbroken lichtstraal kunnen detecteren. De sensoren (A, B)kunnen ook zijn ingericht om met behulp van ultrasoon geluid aanwezigheid van een dier in de sluis (13) te detecteren. De sluis (13) is voorts voorzien van een langsloopantenne (D) die als 15 uitleesinrichting (2) kan fungeren. De onderscheidingsmiddelen (10) omvatten in deze uitvoeringsvorm tenminste een bestuurbaar hek (F) waarmee een onidentificeerbaar dier naar een in de richting van pijl (17) gelegen onderscheidingsruimte (niet getoond) kan worden geleid. De toegang (15) naar de in de richting van pijl (17) gelegen 20 onderscheidingsruimte kan worden afgesloten door een bestuurbaar hek (F) in de richting van pijl (16) te laten omzwaaien. Wanneer geen responsiesignaal door de uitleesinrichting (2) wordt ontvangen en de aanwezigheid van een dier in de sluis (13) wordt gedetecteerd door de detectiemiddelen (3) zal regelunit (12) het bestuurbaar hek (F) zodanig 25 besturen dat de toegang (15) naar de in de richting van pijl (17) gelegen onderscheidingsruimte toegankelijk wordt gemaakt zodat het onidentificeerbare dier bij het verlaten van de sluis (13) zich naar de onderscheidingsruimte zal begeven.

Een toepassing van een dergelijke uitvoeringsvorm van het 30 systeem volgens de uitvinding is niet beperkt tot op een boerderij. Zo kan 7 een dergelijk systeem waarbij gebruik wordt gemaakt van een sluis (13) ook op een slachthuis worden toegepast. Het kan met name van belang zijn voor het kunnen traceren van vlees. Het is tegenwoordig immers niet alleen noodzakelijk om vlees te kunnen terug traceren naar de boerderij waar het 5 dier vandaan komt. Het is eveneens noodzakelijk om te kunnen vaststellen van welk individueel dier het vlees afkomstig is. In een dergelijke situatie is het van groot belang dat alle dieren kunnen worden geïdentificeerd en dat onidentificeerbare dieren als zodanig herkenbaar kunnen worden gemaakt om alsnog te kunnen worden geïdentificeerd.

10 De uitvinding beperkt zich geenszins tot de getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan de uitleesinrichting (2) een als poort uitgevoerde zend- en ontvangstinrichting omvatten. Draaibare hekken die staan opgesteld bij een toegang en een uitgang van een sluis (13) en enkel in één richting kunnen draaien, kunnen eveneens dienst doen als 15 detectiemiddelen. De onderscheidingsmiddelen kunnen op een afstand van de uitleesinrichting (2) en de detectiemiddelen (3) zijn aangebracht. Er kan ook een veelvoud van detectiemiddelen (3) aanwezig zijn om met meer zekerheid vast te stellen dat een dier zich in het ondervraagveld bevindt. Ook combinaties van onderscheidingsmiddelen zijn mogelijk. Zo kunnen de 20 dieren worden geleid naar een onderscheidingsruimte en bovendien worden besprayd. Overigens beperken de onderscheidingsmiddelen zich niet tot het markeren of afzonderen van een ongeïdentificeerd dier. Het is ook denkbaar dat onderscheidingsmiddelen zijn ingericht om een voetafdruk te registreren van een ongeïdentificeerd dier zo onmiddellijk een identificatiekenmerk van 25 het ongeïdentificeerde dier wordt verkregen. Het is in een dergelijk geval mogelijk om verkregen data van een dier aan het juiste dier terug te koppelen. De onderscheidingsmiddelen kunnen ook een fotoapparaat omvatten die een foto maakt van een identificatiekenmerk van een dier, dat niet met behulp van de uitleesinrichting kan worden geïdentificeerd. Een 30 dergelijk identificatiekenmerk kan bijvoorbeeld een op de huid aangebracht 8 nummer omvatten. Dergelijke varianten worden alle geacht tot de uitvinding te behoren.

Claims (11)

1. Systeem voor het individueel controleren van dieren die elk kunnen zijn voorzien van een identificatielabel, waarbij het systeem is voorzien van tenminste een uitleesinrichting voor het genereren van een elektromagnetisch ondervraagveld en het registeren van een 5 responsiesignaal dat een identificatiecode omvat van een identificatielabel dat zich in het veld bevindt, waarbij het systeem verder is voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van een aanwezigheid van een dier, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen zijn ingericht om de aanwezigheid van een dier in het ondervraagveld te detecteren en waarbij 10 het systeem verder is voorzien van onderscheidingsmiddelen die zijn ingericht om een dier te onderscheiden waarvan met behulp van de detectiemiddelen is gedetecteerd dat het dier zich in het ondervraagveld bevindt en waarvan geen responsiesignaal wordt ontvangen door de uitleesinrichting aan de hand waarvan de identificatiecode kan worden 15 afgeleid.

2 Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderscheidingsmiddelen spraymiddelen omvat waarmee een dier, voor het onderscheiden van het dier, van een gekleurde spray kan worden voorzien.

3 Systeem volgens conclusie 1 en/of 2, met het kenmerk, dat de 20 onderscheidingsmiddelen een bestuurbaar hek omvat waarmee een dier, voor het onderscheiden van het dier, kan worden geleid naar een onderscheidingsruimte.

4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen een camera omvatten voor het detecteren van de 25 aanwezigheid van een dier.

5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen lichtsensoren omvatten voor het detecteren van de aanwezigheid van een dier.

6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 5 dat de detectiemiddelen zijn ingericht om met behulp van ultrasoon geluid de aanwezigheid van een dier te detecteren.

7. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen een weeginrichting omvatten voor het wegen van een dier.

8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen voorts een door een dier bedienbare voerbak omvatten die tevens is ingericht om de aanwezigheid van een dier te detecteren.

9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 15 dat de identificatiemiddelen een langsloopantenne omvatten voor het genereren van het ondervraagveld.

10. Systeem volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de identificatiemiddelen een als poort uitgevoerde zend- en ontvangstinrichting omvatten voor het genereren van het ondervraagveld.

11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitleesinrichting in een sluis is aangebracht waarin een dier kan worden opgenomen.