NL1019103C1 - Werkwijze en inrichting voor het omleggen van zakken. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het omleggen van zakken. Download PDF

Info

Publication number
NL1019103C1
NL1019103C1 NL1019103A NL1019103A NL1019103C1 NL 1019103 C1 NL1019103 C1 NL 1019103C1 NL 1019103 A NL1019103 A NL 1019103A NL 1019103 A NL1019103 A NL 1019103A NL 1019103 C1 NL1019103 C1 NL 1019103C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bag
engaging means
clamping
bags
moved
Prior art date
Application number
NL1019103A
Other languages
English (en)
Inventor
Erik Gerhardus Nijhuis
Barry Alberto Meijer
Original Assignee
A R T Advanced Reliable Techno
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A R T Advanced Reliable Techno filed Critical A R T Advanced Reliable Techno
Priority to NL1019103A priority Critical patent/NL1019103C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1019103C1 publication Critical patent/NL1019103C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/22Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors
    • B65G47/24Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles
    • B65G47/248Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles by turning over or inverting them
    • B65G47/252Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles by turning over or inverting them about an axis substantially perpendicular to the conveying direction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Supplying Of Containers To The Packaging Station (AREA)
  • Auxiliary Devices For And Details Of Packaging Control (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het omleggen van zakken.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het omleggen van een zak. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vanuit een in hoofdzaak verticale stand bewegen van een zak naar een in hoofdzaak horizontale stand.
5 Uit NL 1013858 is een inrichting en werkwijze bekend voor het stapelen van zakken, gevuld met voorwerpen zoals aardappels of andere bol-of knolvormige gewassen. De zakken worden in deze inrichting in een in hoofdzaak verticale stand aangevoerd en ten minste over een laatste deel van een aanvoertraject ondersteund aan de onderzijde. In dit deel wordt de 10 zak aan de bovenzijde losgelaten en omgeduwd met behulp van een dwars op de aanvoerrichting bewegende plaat. Daardoor wordt de zak in een in hoofdzaak horizontale toestand gebracht, in welke toestand de zak verder wordt gevoerd naar een stapelinrichting voor opstapelen in vooraf gekozen posities, bijvoorbeeld in een rolcontainer. Gebruikelijk valt de zak in een 15 gewenste relatief vlakke, horizontale stand. Gebleken is echter dat bij deze bekende inrichting en werkwijze ongewenst grote aantallen zakken niet in de juiste stand vallen doch meer ineen zakken dan omvallen. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van de vorm van de voorwerpen in de zak, de stapeling van de voorwerpen en de beweging van de duwplaat. Bij zakken 20 gevuld met vloeibare stoffen, fijnkorrelige voorwerpen en ander fijn stortgoed blijkt dit probleem zich nog vaker voor te doen. Nadeel hiervan is dat stapeling van de zakken wordt bemoeilijkt en dat stapeling in een gewenst patroon nagenoeg onmogelijk wordt.
De uitvinding beoogt een werkwijze als in de aanhef beschreven, 25 waarbij de genoemde nadelen van de bekende werkwijze zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan.
2
De uitvinding beoogt in het bijzonder een der gelijke werkwijze waarmee zakken steeds in een gewenste positie kunnen worden gebracht, ongeacht de aard en de vulling van de zakken.
De uitvinding beoogt voorts een dergelijke werkwijze waarmee 5 zakken met een relatief grote snelheid kunnen worden verwerkt en welke kan worden toegepast bij op zichzelf bekende zakkenvul- en aanvoerinrichtingen en verwerkingsinrichtingen.
Een werkwijze volgens de uitvinding wordt daartoe gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
10 Bij een werkwijze volgens de uitvinding wordt een zak aan, althans nabij de bovenrand aangegrepen door de tweede aangrijpmiddelen en in wezen omgetrokken door beweging van de tweede aangrijpmiddelen in een richting welke een hoek insluit met de bovenrand. Bij voorkeur wordt de zak in een richting ongeveer dwars op de bovenrand weggetrokken. Door de zak 15 om te trekken wordt deze gestuurd in een in hoofdzaak horizontale toestand gebracht, zodat een gewenst patroon van zakken eenvoudig kan worden verkregen. Zo kan bijvoorbeeld een logo op een zijkant van een zak eenvoudig goed worden gepositioneerd. Bovendien wordt hiermee bereikt dat de zakken in de in hoofdzaak horizontale toestand ongeveer gelijke 20 afmetingen zullen hebben. Ook hierdoor kunnen de zakken beter worden gestapeld.
Het verdient de voorkeur dat de zak in de in hoofdzaak verticale stand aan de onderzijde wordt ondersteund, zodanig dat bij het wegtrekken van de bovenrand de onderzijde enigszins wordt tegengehouden, waardoor 25 het omtrekken en in een in hoofdzaak horizontale stand brengen van de zak nog beter mogelijk wordt. De zak wordt bij voorkeur door de tweede aangrijpmiddelen geklemd direct voordat deze door de eerste aangrijpmiddelen wordt vrijgegeven. Daardoor wordt een eenvoudige en zekere overdracht bereikt. De tweede aangrijpmiddelen omvatten bij 30 voorkeur ten minste twee klemarmen, zwenkbaar ten opzichte van elkaar 3 verbonden, waarbij tijdens terugbewegen van de genoemde klemarmen in de richting van een verdere op te nemen zak, aangevoerd in of met de eerste aangrijpmiddelen, een der klemarmen langs een zijde van genoemde zak wordt gebracht en daarachter wordt teruggezwenkt tot tegen de betreffende 5 zak. In het bijzonder met een dergelijke werkwijze kunnen bijzonder snel en nauwkeurig zakken worden aangevoerd en gestuurd naar een in hoofdzaak horizontale stand worden bewogen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor verplaatsen van zakken vanuit een in hoofdzaak verticale positie naar een 10 in hoofdzaak horizontale positie. Een dergelijke inrichting wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
Een inrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor toepassing van een werkwijze volgens de uitvinding. Bij een inrichting volgens de uitvinding zijn eerste aangrijpmiddelen voorzien voor het 15 aangrijpen van zakken bij een bovenzijde, waarmee zij in een in hoofdzaak rechtopstaande stand kunnen worden gehouden en worden verplaatst in een eerste transportrichting. Tweede aangrijpmiddelen zijn voorzien voor het overnemen van de zakken, welke tenminste twee klemarmen omvatten waarvan tenminste een beweegbaar is ten opzichte van de ander. Met de 20 klemarmen kan de zak worden ingeklemd en van de eerste aangrijpmiddelen worden overgenomen. De tweede aangrijpmiddelen, althans de klemarmen, zijn verplaatsbaar in een omlegrichting welke een hoek insluit met de eerste transportinrichting, zodanig dat daarmee de betreffende zak kan worden omgetrokken, naar een in hoofdzaak 25 horizontale stand. Daarbij komt de betreffende zak vrij van de eerste aangrijpmiddelen. Het zal overigens duidelijk zijn dat de tweede aangrijpmiddelen ook zodanig kunnen zijn uitgevoerd dat bijvoorbeeld twee zakken naast elkaar kunnen worden ingeklemd en omgetrokken.
In nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding 30 gekenmerkt doordat steunmiddelen zijn voorzien voor het ondersteunen van 4 de zak in de tweede aangrijpmiddelen, welke zijn ingericht voor het enigszins tegenhouden van de onderzijde van de zak bij het omtrekken daarvan.
Het verdient voorts de voorkeur tenminste een van de klemarmen, 5 in het bijzonder de klemarm die in de omlegrichting gezien achterligt, zwenkbaar uit te voeren rond een zwenkas, zodanig dat bij beweging van de klemarmen in de richting tegengesteld aan de omlegrichting de verzwenkte arm langs een zijde van een in de eerste aangrijpmiddelen opgenomen zak beweegbaar is en daartegen kan worden aanbewogen aan de in 10 omlegrichting gezien achterzijde daarvan. Daardoor kan reeds tijdens omleggen van een eerste zak een tweede zak in de eerste aangrijpmiddelen worden aangevoerd, zodat de verwerkingssnelheid aanmerkelijk kan worden op gevoerd.
De zakken worden bij voorkeur met twee klemmende 15 transportbanden van de eerste aangrijpmiddelen aangevoerd tot in de tweede aangrijpmiddelen, waarna tenminste een deel van tenminste een van de transportbanden kan worden wegbewogen van de tegenovergelegen transportband, althans van de in de tweede aangrijpmiddelen op genomen zak, zodanig dat de betreffende zak van de eerste aangrijpmiddelen 20 vrijkomt. Hierdoor kan deze eenvoudig worden weggetrokken.
De tweede aangrijpmiddelen zijn bij voorkeur zodanig ingericht dat deze in de omlegrichting een neerwaarts hellende bewegingsbaan bepalen. Hiermee kan nog beter een gestuurde beweging van de zak naar een in hoofdzaak horizontale stand worden verkregen.
25 In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding beschreven. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin 30 toont: 5
Fig. 1 - 4 in een viertal opeenvolgende stappen een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding, bij beweging van de eerste en tweede aangrijpmiddelen; in schematisch perspectivisch bovenaanzicht; fig. 5 - 8 in onderaanzicht een gedeelte van een inrichting volgens 5 de figuren 1 - 4, in vergelijkbare stappen; en fig. 9 in schematisch zijaanzicht een zak, aangegrepen met de tweede aangrijpmiddelen, in een drietal stadia in een omtrekbeweging volgens de uitvinding.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 10 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de figuren 1-8 zijn de zakken voor de duidelijkheid weggelaten.
Figuur 1 toont schematisch in bovenaanzicht een gedeelte van een inrichting 1 volgens de uitvinding, voor het omleggen van zakken, omvattende eerste aangrijpmiddelen 2, tweede aangrijpmiddelen 3, een 15 aanvoerband 4, een geleideplaat 5 en een afvoerband 6. In figuur 5 is vanaf de onderzijde de inrichting volgens figuur 1 getoond, onder weglating van de afvoerband 6. Op dezelfde wijze toont figuur 6 de onderzijde van figuur 2, figuur 7 de onderzijde van figuur 3 en figuur 8 de onderzijde van figuur 4.
De eerste aangrijpmiddelen 2 sluiten aan op een afvoerinrichting 7 van een 20 op zichzelf bekende zakkenvulinrichting. Deze afvoerinrichting 7 omvat een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende, naast elkaar gelegen klembanden 8, waartussen een bovenrand van een zak kan worden geklemd, terwijl deze rust op de aanvoerband 4. Aldus geklemd wordt de zak door de afvoerinrichting 7 in een eerste transportrichting Ti bewogen 25 tot in de eerste aangrijpmiddelen 2.
Zoals blijkt uit figuur 5 omvatten de eerste aangrijpmiddelen 2 een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende framedelen 9, 10. De beide framedelen 9,10 sluiten een spleet 11 in die zich evenwijdig aan de eerste transport richting Ti uitstrekt, in het verlengde van de klembanden 8. In 30 deze spleet 11 strekken zich in de framedelen 9, 10 gelagerde rijen rollen 12 6 uit, welke een zak kunnen klemmen en zodanig aandrijfbaar zijn dat een zak daarmee in transportrichting Ti in de richting van het in transportrichting voorliggende einde 13 kunnen worden bewogen. Eventueel kunnen in plaats van of, bij voorkeur, rond de rollen 12 ook twee zich 5 evenwijdig aan elkaar uitstrekkende klembanden zijn voorzien voor klemmen en transporteren van de zakken. Daarbij worden de zakken ondersteund door de geleideplaat 5 en de afvoerband 6.
Zoals blijkt uit figuur 5 is het tweede framedeel 10 nabij het midden gedeeld, zodanig dat een eerste framehelft 10A en een tweede 10 framehelft 10B onderling scharnierend zijn verbonden via een zwenkmrichting 14, zodanig dat nabij het vrije einde 13 de breedte van de spleet 11 kan worden vergroot en de tussen het eerste framedeel 9 en de tweede framehelft 10B aangebrachte rollen of banden uit elkaar kunnen worden bewogen. Hiermee kan een zak door de eerst aangrijpmiddelen 2 15 worden vrijgegeven. Voor het bewegen van de tweede framehelft 10B ten opzichte van het eerste framedeel 9 is een zuiger-cilindersamenstel 15 voorzien nabij het einde 13. Uiteraard kan ook elk ander geschikt bedieningsmiddel worden toegepast.
Nabij het einde 13 is op het eerste framedeel 9 een steun 16 20 bevestigd waaraan de tweede aangrijpmiddelen 3 beweegbaar zijn vastgezet met behulp van een tweede zuiger-cilindersamenstel 17, waarvan de bewegingsrichting B, althans de lengteas van de zuiger 18 zich ongeveer dwars op de eerste transportrichting Ti uitstrekt althans daarmee een hoek insluit en enigszins helt in de richting van de afvoerband 6, bij voorkeur 25 zodanig dat wanneer het tweede zuiger-cilindersamenstel 17 wordt bekrachtigd het einde 19 daarvan relatief dichtbij het oppervlak van de afvoerband 6 wordt gebracht, zoals bijvoorbeeld getoond m figuur 3. Op het vrije einde 19 van de zuiger 18 wordt een L-vormige beugel 20 gedragen, welke via een geleider 21 beweegbaar is verbonden met de steun 16. Aan de 30 onderzijde van de beugel 20, onder het vrije einde 19 is een steunelement 22 7 bevestigd waaraan een draagprofiel 23 is vastgezet dat zich ongeveer horizontaal en evenwijdig aan de zuigerstang 18A uitstekt, onder genoemd zuiger-cilindersamenstel 17. Aan het van het steunelement 22 afgekeerde einde 24 van het draagprofiel 23 is een tweetal klemarmen 25A, 25B 5 voorzien, welke zich vanaf genoemd einde 24 tegen de transportrichting Ti in uitstrekken en aan hun vrije einde zijn voorzien van wijkende delen 26A, 26B voor het relatief eenvoudig inleiden van zakken. In de getoonde uitvoeringsvorm is de tweede klemarm 25B zwenkbaar verbonden met het draagprofiel 23, althans met de eerste klemarm 25A en kan met behulp van 10 een derde zuiger-cilindersamenstel 27 worden verzwenkt rond een zich ongeveer verticaal uitstrekkende zwenkas 28. De tweede klemarm 25B kan daarmee verzwenkt worden tussen een eerste stand, waarbij deze tegen de eerste zwenkarm 25A ligt, zoals getoond in figuur 3, en een weggezwenkte stand, zoals getoond in figuur 4, waarbij de zwenkarm 25B zich ongeveer 15 evenwijdig aan de zuigerstang 18A uitstrekt, tot onder de eerste aangrijpmiddelen 2.
Nabij de zwenkinrichting 14 is een tweetal klemplaten 29 opgesteld, evenwijdig aan de eerste transportrichting Ti, aan weerszijden van de spleet 11, welke met behulp van twee vierde zuiger-20 cilindersamenstellen 30 tegen elkaar beweegbaar zijn, onder inklemming van een zak, althans een bovenrand daarvan, op het doel waarvan nog wordt teruggekomen.
Een inrichting 1 volgens de uitvinding kan als volgt worden gebruikt.
25 Met de afvoerinrichting 7 wordt, geklemd tussen de klembanden 8, een rij met voorwerpen zoals aardappels gevulde zakken aangevoerd in de transportrichting Ti, welke zakken worden overgegeven aan de eerste aangrijpmiddelen 2 door inklemming van de bovenrand tussen de rollen 12, althans transportbanden of dergelijke klemmiddelen. Elke zak heeft een 30 bovenrand 40, zoals getoond in figuur 9, welke een lengte heeft in 8 transportrichting Ti gezien die bijvoorbeeld ongeveer overeenkomt met de corresponderende lengte van de platen 29 of de klemarmen 25. De zakken zijn bijvoorbeeld vervaardigd uit foliemateriaal en langs de bovenrand geseald en kunnen eventueel nabij de bovenrand onderling zijn verbonden.
5 De reeks zakken worden in transportrichting Ti zodanig doorgevoerd dat de voorliggende zak met de bovenrand komt te liggen tegen de eerste zwenkarm 25A, in de in figuur 1 en 5 getoonde stand. Vervolgens wordt de tweede klemarm 25B verzwenkt tot tegen de andere zijde van de zak, zodanig dat deze tussen de klemarmen 25 wordt ingeklemd. Daartoe wordt 10 het derde zuiger-cilindersamenstel 27 bekrachtigd waardoor de hefboom 25C van de tweede zwenkarm 25B wordt verzwenkt.
Nadat de bovenrand van de voorliggende zak is ingeklemd tussen de klemarmen 25 worden de platen 29 tegen de daaropvolgende zak bewogen, zodat deze wordt vastgeklemd. Vervolgens wordt de tweede 15 framehelft 10B verzwenkt, weg van het eerste framedeel 9, zoals getoond m figuur 2 en 6. Hierdoor wordt de genoemde voorliggende zak vrijgegeven door de eerste aangrijpmiddelen 2, terwijl deze door de tweede aangrijpmiddelen 3 wordt vastgehouden. Aansluitend wordt het eerste zuiger-cilindersamenstel 18 bekrachtigd, zodanig dat de zwenkarmen dwars 20 op hun lengterichting in een tweede transportrichting T2 worden bewogen, onder medeneming van de bovenrand 40 van de ingeklemde zak. De zak wordt daarbij eventueel losgescheurd van de tussen de platen 29 geklemde volgende zak. De bovenrand krijgt een enigszins hellende, neerwaarts gerichte bewegingsbaan, tot de klemarmen 25 zich uitstrekken in de in 25 figuur 3 en 7 getoonde stand. Aldaar wordt de tweede zwenkarm 25B terug in de uitgangspositie verzwenkt, weg van de eerste zwenkarm 25A, zoals getoond in figuur 4 en 8, voor het vrijgeven van de bovenrand van de zak.
De tweede zwenkarm 25B wordt daarbij bij voorkeur over een hoek van meer dan 90° verzwenkt, bijvoorbeeld ongeveer 100°, waardoor een 30 wijdopenstaande bek wordt verkregen. Vanuit deze stand kunnen de 9 zwenkarmen 25 terug naar de in figuur 1 en 5 getoonde stand worden getrokken met behulp van het tweede zuiger-cilindersamenstel 18, waarbij de tweede zwemkarm 25B een ondertussen verder doorgevoerde zak eenvoudig kan passeren, zodanig dat de tweede zwenkarm 25B achter de 5 alsdan nabij het einde 13 van de eerste aangrijpmiddelen kan passeren en tegen de achterzijde daarvan aangekomen zak 50 kan worden bewogen voor inklemming daarvan. Dit betekent dat met relatief hoge snelheid zakken eenvoudig kunnen worden overgenomen door de tweede aangrijpmiddelen en meegetrokken kunnen worden naar een liggende stand.
10 In figuur 9 is in een viertal posities een zak 50 getoond, tussen een rechtopstaande stand (links in figuur 9) en een liggende stand (rechts in figuur 9). Figuur 9 toont schematisch van links naar rechts de stand van de zakken in respectievelijk figuur 1 en 5, 2 en 6, 3 en 7 en 4 en 8.
Zoals duidelijk blijkt uit figuur 9 rust de zak met de onderzijde 51 15 op de afvoerband 6, althans een steunvlak. Voor het dragen van de zak in de aangrijpmiddelen 2, 3 is dit niet noodzakelijk. Bij het omleggen is het wel bijzonder voordelig. De bovenrand 40 is ingeklemd in de eerste aangrijpmiddelen 2 en de tweede aangrijpmiddelen 3, op eerder beschreven wijze. Vervolgens worden de framedelen 9, 10B enigszins ter opzichte van 20 elkaar verzwenkt, waardoor de bovenrand 40 wordt vrijgegeven door de eerste aangrijpmiddelen en nog slechts ingeklemd is tussen de klemarmen 25A, 25B. Deze klemarmen 25 worden vervolgens langs de bewegingsbaan T3 weggetrokken, een hoek insluitend met de bovenrand 40, in het bijzonder ongeveer haaks daarop. Wanneer, zoals in figuur 9 ter rechter zijde is 25 getoond, de klemarmen 25A, 25B zich in de onderste, uiterste positie bevinden en de tweede klemarm 25B is teruggezwenkt, wordt de bovenrand 40 van de betreffende zak 50 vrijgegeven, waarbij deze zak 50 in een horizontale stand ligt. Tijdens beweging van de zwenkarmen van links naar rechts in figuur 9 ondervindt de onderzijde 52 van de zak 50 wrijving ten 30 opzichte van het door de transportband 6 gevormde steunvlak, waardoor de 10 onderzijde achterblijft ten opzichte van de bovenrand 40. Hierdoor wordt de zak 50 in een vlakke, gewenste horizontale stand gebracht, ongeacht de inhoud van de zak. Zoals in figuur 9 ter rechter zijde duidelijk getoond, is een opvolgende zak 50A reeds in de aangrijpmiddelen 2 opgenomen wanneer 5 de klemarmen 25 terug naar de uitgangspositie worden bewogen, zoals getoond in figuur 1 en 5.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
10 Zo kunnen de zakken tijdens beweging van de tweede aangrijpmiddelen 3 op andere wijze worden ondersteund dan door de afvoerband. Ook kunnen de verschillende delen op andere wijze worden aangedreven, bijvoorbeeld met behulp van elektrische of andere mechanische middelen. De bewegingsbaan T3 van de tweede 15 aangrijpmiddelen kan uiteraard anders worden gekozen, bijvoorbeeld gebogen, afhankelijk van bijvoorbeeld de te verwerken formaten zakken, de bewegingen van de verschillende delen ten opzichte van elkaar en de gewenste aanvangposities en eindposities van de zakken. Ook kunnen de zakken op andere wijze worden aangevoerd naar de tweede 20 aangrijpmiddelen, bijvoorbeeld onder een hoek ten opzichte van de eerste klemarm 25. Zo kunnen de zakken bijvoorbeeld in een reeks worden aangevoerd haaks op de lengterichting van de bovenranden daarvan, en vanuit deze positie worden overgenomen door de klemarmen. Voorts kunnen allerlei andere middelen zijn voorzien voor het bewegen van de zakken naar 25 en in de eerste aangrijpmiddelen, bijvoorbeeld in gaten grijpende pennen, individuele klemmen en dergelijke. De afvoerband 6 kan hellend worden opgesteld, zodat de zakken niet geheel horizontaal liggen. Op het steunvlak kan een profilering, bijvoorbeeld een drempel zijn voorzien ten einde bij het omtrekken het ondereinde van de zak enigszins tegen te houden, voor het 30 goed omleggen, in plaats van of naast de wrijving met de afvoerband. De 11 klemarmen kunnen ook verend zijn opgesteld, zodanig dat de zak door de eerste aangrijpmiddelen daartussen kan worden getrokken, zonder dat de armen actief worden verzwenkt.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door 5 de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het vanuit een in hoofdzaak verticale, althans staande stand naar een in hoofdzaak horizontale althans liggende stand bewegen van een zak, waarbij de zak in de in hoofdzaak verticale stand wordt aangevoerd door eerste aangrijpmiddelen en nabij de bovenrand 5 wordt aangegrepen met tweede aangrijpmiddelen, waarna vervolgens de tweede aangrijpmiddelen worden bewogen in een omlegrichting welke een hoek insluit met de bovenrand van de zak terwijl de onderzijde van de zak enigszins wordt tegengehouden, zodanig dat de zak door de tweede aangrijpmiddelen gestuurd in een in hoofdzaak horizontale stand wordt 10 gebracht.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de zak in de in hoofdzaak verticale stand ten minste gedeeltelijk wordt ondersteund door een steunelement, waarbij de onderzijde van de zak bij beweging van de tweede aangrijpmiddelen door wrijving met het steunelement of een daarbij 15 geplaatst drempelelement enigszins wordt tegengehouden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zak nabij de bovenzijde wordt geklemd door de tweede aangrijpmiddelen, welke klemming tijdens genoemd verplaatsen wordt opgeheven voor het vrijgeven van de zak, waarbij tijdens of direct na inklemmen van de zak in de tweede 20 aangrijpmiddelen de zak wordt vrijgegeven door de eerste aangrijpmiddelen.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste aangrijpmiddelen twee tegenover elkaar gelegen klembanden of dergelijke transportmiddelen omvatten waartussen de bovenzijde van de zak wordt geklemd en waarmee de zak wordt verplaatst, ongeveer 25 evenwijdig aan de bovenrand van de zak, tot tussen een paar klemmiddelen van de tweede aangrijpmiddelen, welke klemmiddelen vervolgens tegen de zak worden bewogen voor klemming van de bovenzijde daarvan, waarna ten minste een deel van ten minste één van de transportmiddelen wordt bewogen, weg van het tegenovergelegen transportmiddel, althans van de zak, zodanig dat daardoor de zak door de eerste aangrijpmiddelen wordt vrijgegeven.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een serie zakken achter elkaar wordt aangevoerd met behulp van de eerste aangrijpmiddelen, waarbij tweede aangrijpmiddelen worden toegepast, voorzien van ten minste twee ten opzichte van elkaar zwenkbare armen, waarbij de armen tegen elkaar, althans tegen een zak zijn bewogen bij 10 verplaatsen van de betreffende zak, waarna de armen uit elkaar worden gezwenkt voor vrijgeven van de betreffende zak en in de ten opzichte van elkaar verzwenkte toestand worden terugbewogen in de richting van de eerste aangrijpmiddelen, waarbij ten minste één der armen langs een volgende, in de eerste aangrijpmiddelen aangevoerde zak wordt bewogen en 15 vervolgens in de richting van de andere arm wordt bewogen voor inklemming van de betreffende zak.
6. Inrichting voor het verplaatsen van zakken gevuld met voorwerpen, voorzien van eerste aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van de zakken bij een bovenzijde, zodanig dat de zakken in een enigszins 20 rechtopstaande stand worden gehouden, en in deze stand verplaatsen van de zakken in een eerste transportrichting, waarbij voorts tweede aangrijpmiddelen zijn voorzien voor het overnemen van de zakken, welke tweede aangrijpmiddelen ten minste twee klemarmen omvatten, waarvan ten minste één beweegbaar is ten opzichte van de ander, met welke 25 klemarmen de bovenzijde van de zak kan worden ingeklemd en van de eerste aangrijpmiddelen kan worden overgenomen, waarbij de tweede aangrijpmiddelen, althans de klemarmen verplaatsbaar zijn in een omlegrichting welke een hoek insluit met de eerste transportrichting, zodanig dat bij genoemde verplaatsing van de tweede aangrijpmiddelen de 30 daarin vastgegrepen zak wordt verplaatst en in een zich in hoofdzaak horizontale althans liggende stand wordt gebracht, vrij van de eerste aangrijpmiddelen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij steunmiddelen zijn voorzien voor het ondersteunen van een zak in de tweede aangrijpmiddelen, ingericht 5 voor het enigszins tegenhouden van de onderzijde van een zak bij verplaatsing van de tweede aangrijpmiddelen, althans de klemarmen, met de bovenzijde van de betreffende zak.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij ten minste een van de klemarmen, in het bijzonder de zwenkarm die in de omlegrichting gezien 10 achterligt, zwenkbaar is rond een zwenkas, zodanig dat bij beweging van de klemarmen in een richting tegengesteld aan de omlegrichting de verzwenkte arm langs een zijde van een in de eerste aangrijpmiddelen opgenomen zak beweegbaar is en tegen de in omlegrichting achterliggende zijde van de betreffende zak beweegbaar is.
9. Inrichting volgens een der conclusies 6-8, waarbij de eerste aangrijpmiddelen een tweetal tegenover elkaar gelegen transportbanden of rijen transportrollen omvat, welke in transportrichting aandrijfbaar zijn en tijdens gebruik een bovenzijde van ten minste een zak kunnen inklemmen voor het in de richting van de tweede aangrijpmiddelen bewegen van de 20 zakken, waarbij ten minste een zich ter hoogte van de tweede aangrijpmiddelen uitstrekkend deel van ten minste één van de transportbanden althans rijen rollen beweegbaar, in het bijzonder verzwenkbaar is in een van een tegenovergelegen deel en/of de tweede aangrijpmiddelen afgekeerde richting, zodanig dat door genoemde 25 verzwenking van genoemd ten minste ene deel een zak door de eerste aangrijpmiddelen kan worden vrijgegeven.
10. Inrichting volgens een der conclusies 6-9, waarbij de tweede aangrijpmiddelen zijn opgesteld boven een afvoerband voor ondersteuning van in de tweede aangrijpmiddelen opgenomen zakken.
11. Inrichting volgens een der conclusies 6 - 10, waarbij de tweede aangrijpmiddelen zodanig zijn ingericht dat deze in de omlegrichting een enigszins neerwaarts hellende bewegingsbaan hebben.
NL1019103A 2001-10-03 2001-10-03 Werkwijze en inrichting voor het omleggen van zakken. NL1019103C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019103A NL1019103C1 (nl) 2001-10-03 2001-10-03 Werkwijze en inrichting voor het omleggen van zakken.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019103 2001-10-03
NL1019103A NL1019103C1 (nl) 2001-10-03 2001-10-03 Werkwijze en inrichting voor het omleggen van zakken.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019103C1 true NL1019103C1 (nl) 2003-04-04

Family

ID=19774123

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019103A NL1019103C1 (nl) 2001-10-03 2001-10-03 Werkwijze en inrichting voor het omleggen van zakken.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1019103C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN101761356B (zh) * 2009-12-15 2011-07-20 煤炭科学研究总院太原研究院 充填用带式输送机的多点侧卸装置

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN101761356B (zh) * 2009-12-15 2011-07-20 煤炭科学研究总院太原研究院 充填用带式输送机的多点侧卸装置

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5343671A (en) Means for and methods of loading irregularly shaped objects into automatic packaging machines
US4078358A (en) Bag-hanging and bag-filling machines adapted for synchronous and independent operation and method of using same
AU2006243566B2 (en) System for unloading or loading of cargo
EP1270462B1 (de) Übergabevorrichtung und -verfahren für Folienbeutel
US20040103619A1 (en) Bag filling apparatus and method
NL8802075A (nl) Werkwijze en inrichting voor het in een houder rangschikken van voorwerpen.
US5428938A (en) Method of loading product into a contained bag
NL1019103C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het omleggen van zakken.
JPH07315559A (ja) 袋詰めし、詰めた袋を閉じる装置
NL1014170C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het transporteren van voorwerpen.
NL194753C (nl) Inrichting voor het in liggende toestand verwijderen van verpakkingsfolie van een door het folie omhulde stapel ronde schijfachtige artikelen.
NZ522229A (en) Loader and packaging apparatus
US20070084147A1 (en) Method for packaging products as well as such a device
FR2563494A1 (fr) Machine d'emballage a files multiples
NL9401064A (nl) Scheidingsinrichting voor het onderling scheiden van verpakte produkten in een verpakkingsinrichting.
FR2478578A1 (fr) Dispositif de recouvrement par feuille pour envelopper des marchandises
NL1000966C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het beladen van een houder.
EP0083385B1 (fr) Procédé de manutention de produits alimentaires sous poche plastique, dispositif et installation de manutention de ces produits en liaison avec une installation de stérilisation
NL1005978C2 (nl) Inrichting voor het vormen van een buffervoorraad van onderling georiënteerde artikelen.
EP0562197B1 (fr) Procédé et dispositif pour palettiser des colis
NL1025184C2 (nl) Inrichting voor het ontstapelen van stapels kratten, in het bijzonder gevouwen vouwkratten.
NL1013858C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het op pallets of dergelijke draaginrichtingen brengen van producten.
FR2799433A1 (fr) Procede et dispositif pour l'emballage de produit bobine, en particulier de rouleaux de film plastique
JPH01220642A (ja) 物品の移載方法
NL1002308C2 (nl) Inrichting om voorwerpen haaks ten opzichte van hun aanvoerrichting verder te transporteren.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060501