NL1018727C2 - Kas of warenhuis met verbeterde lichtinval door weerkaatsing. - Google Patents

Description

Kas of warenhuis met verbeterde lichtinval door weerkaatsing.

De uitvinding betreft een kas of warenhuis, omvattende een door kolommen ondersteund dek dat bestaat uit goten, nokken, roeden die zich uitstrekken tussen 5 telkens een goot en een nok, alsmede lichtdoorlatende panelen die elk zijn opgenomen tussen een goot, een nok en een tweetal roeden, welke goten, nokken en roeden geëxtrudeerde aluminium profielen omvatten waarvan het uitwendig oppervlak een lichtweerkaatsende werking heeft, en tenminste een der profielen een profielgedeelte heeft dat een onbelemmerde lichtweerkaatsing hindert.

10 Dergelijke kassen of warenhuizen zijn bekend. Als voorbeeld worden genoemd de Venlo-kassen, waarbij het dek via de goten is ondersteund door de kolommen. Een ander voorbeeld is de breedkapper, waarbij de goten zijn ondersteund op tralieliggers die op hun beurt zijn ondersteund door kolommen. Verder zijn kassen bekend waarbij de nokken zijn ondersteund door kolommen, en de goten via roeden zijn opgehangen 15 aan de nokken.

Bij al deze kassen worden gewoonlijk aluminium profielen toegepast voor goten, roeden en/of nokken. Aluminium profielen hebben het voordeel dat zij een laag gewicht hebben en dat door hun wijze van vervaardigen door middel van extrusie, allerlei dwarsdoorsnedenvormen kunnen worden gekozen. Deze verschillende vormen 20 hangen samen met de diverse doeleinden waarvoor deze profielen zijn ontworpen. Zo bezitten gootprofielen vaak een kokervorm in verband met de vereiste sterkte en stijfheid. Tevens kunnen zij een functie vervullen bij het opvangen van condenswater dat zich verzamelt aan de inwendige oppervlakken van het dek.

Daarnaast kunnen aan de profielen richels en dergelijke uitsteeksels zijn 25 gevormd, die een rol vervullen bij het aan elkaar bevestigen van de diverse profielen. Tenslotte bezitten zij sponningen voor het opnemen van glaspanelen.

Als gevolg van al deze eisen die gesteld worden aan de genoemde profielen kunnen zij een meer of minder complexe dwarsdoorsnedenvorm bezitten. Dat levert voor de vervaardiging nauwelijks problemen op, gezien de toegepaste extrusietechniek. 30 Aan de andere kant echter heeft de dwarsdoorsnedevorm van de profielen grote invloed op de weerkaatsing van het in de kas vallende licht. In een ideale kas komt een zo hoog mogelijk percentage van het invallende licht ook daadwerkelijk bij de teeltproducten terecht. Dit betekent dat ook het licht dat onderschept wordt door constructie-elementen 1018727» 2 zoveel mogelijk de kas in moet weerkaatsen om zodoende toch een nuttige bijdrage te leveren aan de totale lichtopbrengst in de kas.

Dit weerkaatsen van het invallende licht is ideaal bij platte, verticale oppervlakken. Bij andere vormen van oppervlakken of oppervlakken waarvan de 5 loodlijn min of meer naar de bodem is gericht, is de weerkaatsing minder goed gericht en minder effectief en in ieder geval slecht bij hol of concaaf gevormde oppervlakken.

Dergelijke oppervlakken verstoren het invallende licht in zodanige mate, dat het nuttig effect daarvan op de teelt nauwelijks merkbaar is. Dit nadeel doet zich vooral voor bij de profielen met complexe vormen, die de laatste jaren meer en meer in zwang 10 gekomen zijn vanwege hun efficiënte constructie en condensopvang.

Het belang van een zo hoog mogelijke weerkaatsing van invallend licht blijkt ook uit het feit dat het materiaal waaruit de profielen bestaan, zoals blank of gekleurd aluminium, bij een nieuwe kas een lichtweerkaatsing van ongeveer 60% oplevert. Maar als bij reeds lang in gebruik zijnde kassen blijkt de lichtweerkaatsing van het 15 aluminium op zich niet onder de 50% te dalen. Uit deze gegevens is duidelijk dat als gevolg van complexe profielvormen langdurig een niet te verwaarlozen verlies in de lichtopbrengst kan optreden.

Doel van de uitvinding is een kas of warenhuis van de hiervoor beschreven typen te verschaffen met een betere lichtweerkaatsing. Dat doel wordt bereikt doordat het de 20 ongehinderde lichtweerkaatsing belemmerende profielgedeelte is bedekt door een hulpprofiel dat een de lichtweerkaatsing niet belemmerend, uitwendig oppervlak bezit.

De toepassing van een hulpprofiel ter plaatse van bijvoorbeeld concave profielgedeelten, die de gewenste lichtweerkaatsing verstoren zouden, zorgt ervoor dat het invallende licht vrijwel volledig weerkaatst wordt in de richting van de teelt. Een 25 dergelijk hulpprofiel kan bijvoorbeeld achteraf worden aangebracht, nadat de hoofdconstructie van de kas gereed is. Het hulpprofiel kan bestaan uit kunststof, aluminium of een ander materiaal en is bij voorkeur wit.

Zoals reeds genoemd kan het hulpprofiel worden toegepast bij allerlei profielen. Gedacht kan daarbij worden aan een goot die aan weerszijden condens opvangkanalen 30 heeft die elk worden gevormd door een opstaand kanaalprofïelstuk van het betreffende gootprofiel, waarbij zich tussen de vrije rand van elk profielstuk en een hoger gelegen gebied van het profiel zich een hulpprofiel uitstrekt.

1018737* 3

Bijkomend voordeel van een dergelijk hulpprofiel voor een goot is dat algvorming in de condensopvangkanalen wordt tegengegaan als gevolg van de lichtonderbreking. Verder neemt de kans op vervuiling af door de afschermende werking van het hulpprofiel.

5 Een bijzonder geschikte uitvoeringsvorm is die waarbij het gootprofiel aan weerszijden een bevestigingsrichel voor roeden heeft, en elk hulpprofiel zich uitstrekt tussen een opstaand kanaal-profielstuk en een bevestigingsrichel. In de bevestigingsrichel bevinden zich gewoonlijk doorlaten voor het condenswater dat afkomstig is van de daarboven zich bevindende panelen. Via die doorgangen kan dat 10 condenswater op gebruikelijk wijze de nu door het hulpprofiel afgesloten condensopvangkanalen bereiken.

Een verder voordeel van de toepassing van de hulpprofielen volgens de uitvinding blijkt bij het opbouwen van een kas van het Venlo-type. Bij een dergelijke kas worden de roeden en de glaspanelen door verschuiven langs de goten en nokken op 15 hun uiteindelijke plaats gebracht. Voordeel van een dergelijke wijze van opbouwen zijn de relatief lage kosten en de snelheid. Het nadeel is echter dat de juiste plaats van de roeden niet eenduidig is, en afhankelijk van de ervaring van de beglazer meer of minder juist gekozen wordt.

Vooral bij grotere dekmaten en vakmaten, en daarmee grotere afmetingen van de 20 glaspanelen, moet echter steeds nauwkeuriger worden gewerkt. Bedacht moet worden dat daarbij tevens een bepaalde speling tussen roeden en glaspanelen gehandhaafd moet worden. Een onjuiste speling kan leiden tot te strak ingeklemde glaspanelen, met breuk als gevolg. Aan de andere kant kan daardoor de ondersteuning van de glaspanelen te wensen overlaten, hetgeen eveneens tot breuk kan leiden.

25 Aangezien de hulpprofielen volgens de uitvinding zich kunnen uitstrekken tussen twee naburige roeden, kunnen deze hulpprofielen de rol vervullen van afstandstukken die de juiste onderlinge afstand van de daar tegenaan liggende roeden eenduidig vastleggen.

Verder kan de verbinding tussen het kanaalprofïelstuk en het hulpprofiel 30 waterdicht zijn. In dat geval kunnen de hulpprofielen de capaciteit van de condensopvangkanalen groter maken. Dat kan een voordeel zijn bij een plotselinge optredende grote hoeveelheid hemelwater die de buitenkant van de kas zo sterk en snel afkoelt dat in korte tijd een grote hoeveelheid condens wordt gevormd.

1018727· 4

Verder kan de uitvinding worden toegepast bij een roede die aan beide zijvlakken een insnoering heeft, en aan die zijvlakken telkens een hulpprofiel draagt waarvan het uitwendige oppervlak plat en/of glad is, en het tegenoverliggende oppervlak bevestigingsmiddelen heeft ter bevestiging van het hulpprofiel aan de roede. Ook kan 5 ten minste een der nokprofielen aan een of beide zijden een hulpprofiel dragen.

De uitvinding zal vervolgens worden toegelicht aan de hand van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van een kas van het Venlo-type.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede door een goot van de kas volgens fig. 1.

10 Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede door een nok.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede door een roede.

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede door een andere roede.

De in figuur 1 weergegeven kas van het Venlo-type omvat een dek 1 dat is ondersteund door kolommen 2. Het dek 1 is opgebouwd uit goten 3 en nokken 4, 15 waartussen zich de roeden 5 uitstrekken. Tussen telkens twee roeden 5, en nok 4 en een goot 3 zijn glaspanelen 6 opgenomen.

Het in de kas 1 invallende licht komt terecht op de teelt die zich bevindt in de kas. Het is wenselijk dat zoveel mogelijk van het invallende licht ook daadwerkelijk terechtkomt bij de teelt. Als vuistregel geldt dat 1% meer licht opbrengst leidt tot een 20 1 % grotere opbrengst van de teelt in de kas.

De goten van de kas 1 kunnen zijn uitgevoerd volgens de dwarsdoorsnede zoals weergegeven in fig. 2. De goot 3 bezit daarbij een tweetal kokers 7, 8. De bovenste koker 7 is begrensd door de hemelwateropvanggoot 9. Het hemelwater loopt over de glaspanelen 6 in deze hemelwateropvanggoot 9.

25 Op de goot 3 zijn de roeden 5 aangesloten. Deze roeden 5 bezitten een sponning 10 waarin de glasplaten 6 zijn opgenomen. Aan hun naar de goot 3 gekeerde eind zijn de roeden 5 voorzien van een zaagsnede 11, waarin een bevestigingsrichel 12 van de goot 3 steekt.

Op het onderste kokergedeelte 8 van de goot 3 zijn de condensopvangkanalen 13 30 gevormd, die zijn begrensd door de opstaande kanaalprofielstukken 14 van de goot 3.

In deze condensopvangkanalen komt het van de glaspanelen 6 afkomstige condenswater terecht via de doorgangen 15 in de bevestigingsrichels 12.

1018727* 5

Zoals weergegeven aan de rechterzijde van figuur 2 valt een gedeelte 17 van de invallende lichtstraling tegen de verticale zijwanden 18 van het gootprofiel 3. Bij een gemiddelde invalshoek van ongeveer 45°, komt dit deel 17 van het invallende licht terecht bij de teelt, in de vorm van de weerkaatste bundel 30 aangezien het verticale 5 oppervlak 18 het licht weer de kas in terug kan kaatsen.

Een ander gedeelte 19 van het invallende licht komt echter terecht in de condensopvangkanalen 13, en kaatst in het bijzonder tegen de wanden 20 of 21 daarvan. Dit deel 19 van de invallende lichtstraling wordt weerkaatst in de richting omhoog, van de teelt af, en komt ook gedeeltelijk terecht tegen de opstaande 10 kanaalprofielenstukken 14. Dit licht 24 wordt derhalve verstrooid en kan de teelt niet bereiken.

Om deze verstrooiing van het invallende licht 17,19 te voorkomen, zijn volgens de uitvinding de hulpprofielen 22 toegepast. Deze hulpprofielen 22 zijn, zoals weergegeven in de linkerkant van figuur 2, aangebracht tussen de opstaande 15 kanaalprofielstukken 14 en de bevestigingsrichels 12. Bij voorkeur zijn de hulpprofielen 22 wit, en zijn zij door middel van een klikverbinding aangebracht. Het invallende licht 17,19 wordt nu volledig teruggekaatst in de vorm van bundel 30 in de richting van de teelt, doordat de holle vorm van het profiel ter plaatse van de condensopvangkanalen 13 glad of plat is gemaakt.

20 De in figuur 3 weergegeven nok 4 bezit een lijf 26. Aan de onderzijde van het lijf 26 bevinden zich twee van elkaar af wijzende flenzen 27, aan de bovenzijde een kop 28 waaraan bijvoorbeeld een luchtraam scharnierend kan worden bevestigd.

Ook bij een dergelijke nok 4 komt slechts een gedeelte 17 van het invallende licht in.de vorm van een bundel 30 terecht bij de teelt; een ander deel 19 echter wordt 25 omhoog teruggekaatst in bundel 24, van de teelt af.

Het hulpprofiel 22 volgens de uitvinding, dat is aangebracht tussen een flens 27 en de kop 28, zorgt ervoor dat al het invallende licht 17,19 volgens bundel 30 naar beneden wordt teruggekaatst. De lichtopbrengst wordt derhalve ook voor de nok 4 verhoogd.

30 De in de figuren 4 en 5 weergegeven roeden 5 bezitten elk insnoeringen 25. In de rechter gedeelten van figuren 4 en 5 is weergegeven dat als gevolg van deze insnoeringen 25 een gedeelte 19 van het invallende licht 17,19 niet naar beneden gekaatst wordt.

1018727· 6

De linker gedeelten van de profielen 5 zijn ter plaatse van de insnoering 25 voorzien van een hulpprofiel 22 met een weerkaatsend oppervlak. Daardoor wordt al het invallende licht naar beneden gekaatst in bundel 30.

1018727*

Claims (10)

1. Kas of warenhuis, omvattende een door kolommen (2) ondersteund dek (1) dat bestaat uit goten (3), nokken (4), roeden (5) die zich uitstrekken tussen telkens een goot 5 (5) en een nok (4), alsmede lichtdoorlatende panelen (6) die elk zijn opgenomen tussen een goot (3), een nok (4) en een tweetal roeden (5), welke goten (3), nokken (4) en roeden (5) geëxtrudeerde aluminium profielen omvatten waarvan het uitwendig oppervlak een lichtweerkaatsende werking heeft, en tenminste een der profielen een profielgedeelte heeft dat een onbelemmerde lichtweerkaatsing hindert, met het 10 kenmerk, dat het de lichtweerkaatsing belemmerende profielgedeelte is bedekt door een hulpprofiel (22) dat een de lichtweerkaatsing bevorderend uitwendig oppervlak (23) bezit.

2. Kas of warenhuis volgens conclusie 1, waarbij het hulpprofiel (22) kunststof of aluminium omvat.

3. Kas of warenhuis volgens conclusie 1 of 2, waarbij het hulpprofiel (22) reflecterend, zoals wit is.

4. Kas of warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hulpprofiel (22) door middel van een klikverbinding is bevestigd aan het profiel (3,4, 5).

5. Kas of warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste een 20 goot (3) aan weerszijden condens opvangkanalen (13) heeft die elk worden gevormd door een opstaand kanaalprofielstuk (14) van het betreffende gootprofiel (3), en zich tussen de vrije rand van elk profielstuk (14) en een hoger gelegen gebied (12) van het profiel zich een hulpprofiel (22) uitstrekt.

6. Kas of warenhuis volgens conclusie 5, waarbij het gootprofiel (3) aan 25 weerszijden een bevestigingsrichel (12) voor roeden heeft, en elk hulpprofiel (22) zich uitstrekt tussen een opstaand kanaal-profielstuk (14) en een bevestigingsrichel (12).

7. Kas of warenhuis volgens conclusie 5 of 6, waarbij elk hulpprofiel (22) zich uitstrekt tussen twee naburige roeden (5).

8. Kas of warenhuis, volgens conclusie 5,6 of 7, waarbij de verbinding tussen het 30 kanaalprofielstuk (14) en het hulpprofiel (22) waterdicht is.

9. Kas of warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste een roede (5) aan beide zijvlakken een insnoering heeft, en aan die zijvlakken telkens een hulpprofiel draagt waarvan het uitwendige oppervlak reflecterend is, en het 101872?u δ tegenoverliggende oppervlak bevestigingsmiddelen heeft ter bevestiging van het hulpprofiel aan de roede.

10. Kas of warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste een der nokprofielen (4) aan weerszijden een hulpprofiel draagt. t0t8?27g