NL1018700C2 - Inrichting voor het trekken van stelen. - Google Patents
Inrichting voor het trekken van stelen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1018700C2 NL1018700C2 NL1018700A NL1018700A NL1018700C2 NL 1018700 C2 NL1018700 C2 NL 1018700C2 NL 1018700 A NL1018700 A NL 1018700A NL 1018700 A NL1018700 A NL 1018700A NL 1018700 C2 NL1018700 C2 NL 1018700C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- clamp
- clamping
- halves
- frame
- ground
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B39/00—Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing
- A01B39/10—Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing with oscillating tools driven or not
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
Description
Inrichting voor het trekken van stelen
De uitvinding betreft een inrichting voor het verwijderen van loof en/of stelen uit de grond, voorzien van een frame met ophangmiddelen voor het ophangen van de in-5 richting aan een landbouwvoertuig, alsmede tenminste aan het frame bevestigde kle-morganen elk met een paar klemhelften, welke klemhelften beide verdraaibaar zijn rond een ten opzichte van het frame vaste schamierhartlijn tussen een open stand voor het opnemen van de plantdelen zodanig dat bij beweging van het landbouwvoertuig over de grond de plantdelen in ingeklemde toestand worden losgetrokken.
10 Een dergelijke inrichting is bekend uit GB-A-2096874. Deze bekende inrichting bezit een aantal aan de voorzijde van een tractor opgehangen paren klemplaten. De klemplaten van elk paar zijn draaibaar rond een gemeenschappelijke, verticaal gerichte schamieras. Met een detector wordt gecontroleerd of zich al of niet een deel van een plant in het gebied tussen de klemplaten bevindt. Op basis daarvan worden de klempla-15 ten naar elkaar toe bewogen en wordt de plant ingeklemd. Als gevolg van de beweging van de tractor wordt de plant vervolgens losgetrokken, waarna de klemplaten uit elkaar worden bewogen.
Het nadeel van deze bekende inrichting is dat voor de juiste werking daarvan sensoren met bijbehorende regelsystemen nodig zijn, die slechts een goed resultaat op-20 leveren wanneer zij op de juiste wijze zijn ingesteld. Deze inrichting is daarom relatief duur en storingsgevoelig.
Doel van de uitvinding is een inrichting van het hiervoor beschreven type te verschaffen die deze nadelen mist. Dat doel wordt bereikt doordat elke schamierhartlijn in wezen horizontaal is en zich bevindt aan de bovenzijde van de klemhelften, en dat de 25 klemhelften vanuit hun onderling evenwijdige, open stand in tegengestelde draairichtingen verdraaibaar zijn voor het afwisselend in een gesloten stand samenwerken met een klemhelft aan de ene kant en met een klemhelft aan de andere kant.
Bij de inrichting volgens de uitvinding zijn de klemplaten evenwijdig aan de bewegingsrichting van de tractor gericht. Dit betekent dat de boven de grond uitstekende 30 delen van de planten op betrouwbare wijze kunnen worden gegrepen en de planten kunnen worden losgetrokken, zonder dat daarvoor sensoren en dergelijke nodig zijn. Tijdens het voortbewegen van de tractor worden de klemhelften volgens een regelmatig, cyclisch patroon geopend en gesloten. De platen worden daardoor losgetrokken 1018700 2 zodra zij zich tussen de klemhelften bevinden, zonder dat daarvoor een nauwkeurige detectie nodig is.
Daardoor kan een vrij brede strook grond bestreken worden met de inrichting volgens de uitvinding. De klemhelften werken afwisselend samen met de linker of de 5 rechter naburige klemhelft. De klemhelften kunnen vanuit hun onderling evenwijdige stand beide richtingen op gedraaid worden.
Voordeel is verder dat de klemhelften zich relatief laag boven het grondoppervlak bevinden, zodat vrijwel het gehele boven de grond uitstekende deel van de planten kan worden verwijderd. De klemhelften worden enigszins in de grond gestoken voortbewo- 10 gen, teneinde de planten goed te kunnen grijpen.
Gewezen wordt op de inrichting voor het verwijderen van loof en dergelijke, die bekend is uit FR-E-74731. Deze bekende inrichting bezit een frame met een enkel kle-morgaan bestaande uit een vaste klemplaat en uit een verdraaibare klemplaat. Met deze inrichting kan slechts een smalle strook grond worden bewerkt.
15 De klemhelften kunnen bijvoorbeeld plaatvormig zijn. In verband met het tussen de klemplaten geleiden van de planten kunnen zij, gezien in de voortbewegingsrichting, aan de voorzijde puntvormig toelopen. De puntvormig toelopende voorzijde van elke klemhelft kan verder een schuin naar beneden lopende bovenrand bezitten die is voorzien van een in langsrichting verlopende, aan weerszijden van de klemhelft uitstekende 20 geleidingsstrip.
Een verder verschil met de bekende inrichting is dat van elk paar de klemhelften aan hun bovenzijde op afstand van elkaar liggen. Dit betekent dat van elk paar de klemhelften in de open stand evenwijdig zijn, en in de gesloten stand schuin naar elkaar gericht zijn.
25 De aangrijping van de klemplaten op de planten kan worden verbeterd indien van elk paar de klemhelften aan hun onderzijde afschuiningen bezitten zodanig dat zij in de gesloten stand met de afschuiningen vlak tegen elkaar liggen. Verder kunnen de klemhelften een rubber bekleding bezitten teneinde de aangrijping op de planten te verbeteren.
30 De ophangmiddelen bevinden zich, gezien in de voortbewegingsrichting, aan de voorzijde van het frame zodanig dat de inrichting kan worden opgehangen aan de achterzijde van het landbouwvoertuig. Aan de zijkanten kan telkens een vaste klemhelft zijn voorzien waarmee een naburige, scharnierende klemhelft samenwerkt.
1018700 3
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het bedrijven van een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stappen van: - het ophangen van de inrichting aan een landbouwtrekker, - het voortbewegen van de inrichting over de grond, 5 - het volgens een eerste draairichting naar elkaar toe bewegen van de klemhelften onder inklemming van planten, - het van elkaar af bewegen van de klemhelften, - het volgens een tweede, tegengestelde draairichting naar elkaar toe bewegen van de klemhelften onder inklemming van planten.
10 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief, schuin van de voorzijde van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een vooraanzicht.
15 Figuur 3 toont een zijaanzicht.
De in de figuren 1-3 weergegeven inrichting volgens de uitvinding omvat een frame 1 dat aan de voorzijde op zich bekende ophangogen 2 bezit waarmee de inrichting kan worden gekoppeld met de achter zijde van een landbouwtrekker. Verder draagt het frame 1 een aantal klemorganen 3, die elk bestaan uit een tweetal klemplaten 4, 5. 20 De klemplaten 4, 5 zij draaibaar rond een eigen horizontale schamierophanging 6 bevestigd aan het frame 1.
Aan de klemplaten 4 is telkens een beugel 7 bevestigd, die uitsteekt boven de schamierophangingen 6. Deze beugels 7 zijn onderling verbonden door een aandrijf-stang 10, die op zijn beurt wordt aangedreven door een met het frame 1 verbonden hy-25 draulische zuiger/cilinder-inrichting 9. De andere klemplaten 5 van elk klemorgaan 3 zijn onderling verbonden door een aandrijfstang 11, eveneens door middel van een met het frame verbonden zuiger/cilinder-inrichting 12 aandrijfbaar.
Door de zuiger/cilinder-inrichtingen op geschikte wijze te bedrijven, worden de klemplaten 4, 5 van elk klemorgaan 3 afwisselend in de open stand (zie figuur 1) en in 30 de gesloten stand (zie figuur 2) gebracht. Bij het voortbewegen van de trekker, en daarmee van de inrichting, worden daarbij de plantdelen die tussen de klemplaten 4, 5 terecht komen, losgetrokken.
1018700 4
Zoals weergegeven in figuur 2, zijn de klemplaten aan hun voorzijde voorzien van een puntvormig eind 13 met een , in de voorwaartse richting gezien, schuin om-laaglopende bovenrand 14 en een schuin omhooglopende onderrand 15. De bovenrand draagt een aan weerszijden daarvan uitstekende, langwerpige strip 16 die de planten 5 geleidt.
Door middel van de rol 21 kan de inrichting op de gewenste hoogte worden gehouden, zodanig dat de klemplaten 4, 5, 20 over enige centimeters in de grond steken.
Hoewel hiervoor beschreven is dat de inrichting aan de achterzijde van de trekker wordt opgehangen, zou hij ook aan de voorzijde daarvan kunnen worden opgehangen.
1018700
Claims (10)
1. Inrichting voor het verwijderen van loof en/of stelen uit de grond, voorzien van een frame (1) met ophangmiddelen (2) voor het ophangen van de inrichting aan een 5 landbouwvoertuig, alsmede tenminste aan het frame (1) bevestigde klemorganen (3) elk met een paar klemhelften (4, 5), welke klemhelften (4, 5) beide verdraaibaar zijn rond een ten opzichte van het frame (1) vaste schamierhartlijn (6) tussen een open stand voor het opnemen van de plantdelen zodanig dat bij beweging van het landbouwvoertuig over de grond de plantdelen in ingeklemde toestand worden losgetrokken, met het 10 kenmerk, dat elke schamierhartlijn (6) in wezen horizontaal is en zich bevindt aan de bovenzijde van de klemhelften (4, 5), en dat de klemhelften vanuit hun onderling evenwijdige, open stand in tegengestelde draairichtingen verdraaibaar zijn voor het afwisselend in een gesloten stand samenwerken met een klemhelft aan de ene kant en met een klemhelft aan de andere kant. 15
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de klemhelften (4, 5) plaatvormig zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de klemhelften (4, 5), gezien in de voortbewegingsrichting, aan de voorzijde puntvormig (13) toelopen. 20
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de puntvormig toelopende voorzijde (13) van elke klemhelft (4, 5) een schuin naar beneden lopende bovenrand (14) bezit die is voorzien van een in langsrichting verlopende, aan weerszijden van de klemhelft (4,5) uitstekende geleidingsstrip (16). 25
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klemhelften (4, 5) aan hun bovenzijde op afstand van elkaar liggen.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de klemhelften 30 (4, 5) aan hun onderrand afschuiningen (17) bezitten zodanig dat zij in de gesloten stand met de afschuiningen (17) vlak tegen elkaar liggen. 101870 9
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de klemhelften (4, 5) aan beide zijden afschuiningen (17) bezitten.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste een kle-5 morgaan een vaste (20) en een schamierbare (4, 5) klemhelft omvat.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ophangmiddelen (2), gezien in de voortbewegingsrichting, zich aan de voorzijde van het frame (1) bevinden, zodanig dat de inrichting kan worden opgehangen aan de achterzijde van het 10 landbouwvoertuig.
10. Werkwijze voor het bedrijven van een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stappen van: - het ophangen van de inrichting aan een landbouwtrekker, 15. het voortbewegen van de inrichting over de grond, - het volgens een eerste draairichting naar elkaar toe bewegen van de klemhelften onder inklemming van planten, - het van elkaar af bewegen van de klemhelften, - het volgens een tweede, tegengestelde draairichting naar elkaar toe bewegen van de 20 klemhelften onder inklemming van planten. 1018700
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018700A NL1018700C2 (nl) | 2001-08-03 | 2001-08-03 | Inrichting voor het trekken van stelen. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018700 | 2001-08-03 | ||
NL1018700A NL1018700C2 (nl) | 2001-08-03 | 2001-08-03 | Inrichting voor het trekken van stelen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1018700C2 true NL1018700C2 (nl) | 2003-02-06 |
Family
ID=19773831
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1018700A NL1018700C2 (nl) | 2001-08-03 | 2001-08-03 | Inrichting voor het trekken van stelen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1018700C2 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2202433A (en) * | 1939-09-15 | 1940-05-28 | Schumacher August | Plant thinning machine |
US2706437A (en) * | 1952-03-25 | 1955-04-19 | George P Sanders | Row crop thinner |
FR74731E (fr) * | 1954-11-04 | 1961-01-16 | Machine agricole pour démarier les betteraves ou applications similaires | |
GB2096874A (en) | 1981-03-31 | 1982-10-27 | Lwh Ltd | Apparatus for pulling-up unwanted plants |
WO1999005898A1 (de) * | 1997-07-30 | 1999-02-11 | Xenon Technologie- Und Qualitätsberatung Gmbh | Landwirtschaftliches arbeitsgerät zum entfernen von wurzelstöcken |
-
2001
- 2001-08-03 NL NL1018700A patent/NL1018700C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2202433A (en) * | 1939-09-15 | 1940-05-28 | Schumacher August | Plant thinning machine |
US2706437A (en) * | 1952-03-25 | 1955-04-19 | George P Sanders | Row crop thinner |
FR74731E (fr) * | 1954-11-04 | 1961-01-16 | Machine agricole pour démarier les betteraves ou applications similaires | |
GB2096874A (en) | 1981-03-31 | 1982-10-27 | Lwh Ltd | Apparatus for pulling-up unwanted plants |
WO1999005898A1 (de) * | 1997-07-30 | 1999-02-11 | Xenon Technologie- Und Qualitätsberatung Gmbh | Landwirtschaftliches arbeitsgerät zum entfernen von wurzelstöcken |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0193468B1 (fr) | Dispositif adaptable sur véhicule pousseur, pour le déblaiement et le chargement d'objets tels que détritus, se trouvant sur le sol | |
EP3131837A2 (de) | Bedienfahrzeug, verfahren zum bewegen eines bedienfahrzeugs an einer lagerregal-anordnung und lagerregal-anordnung | |
US20150342108A1 (en) | Tilling device for tilling ground surfaces, and a method for tilling ground surfaces | |
EP2158800B1 (de) | Legemaschine für Kartoffeln | |
NL1018700C2 (nl) | Inrichting voor het trekken van stelen. | |
US4414795A (en) | Shaking apparatus | |
DE102013111782A1 (de) | Ladestellenanfahrhilfsvorrichtung sowie verfahren zum unterstützen des anfahrens einer ladestelle | |
EP2789745A1 (de) | Vorrichtung zum Auslegen von Warnschwellen auf Strassen sowie zum Aufnehmen derart verlegter Warnschwellen | |
NL8301548A (nl) | Landbouwwerktuig. | |
CH691772A5 (de) | Bogenanleger. | |
DE3107458C2 (nl) | ||
DE2659826C2 (de) | Maschine zum Laden und Fördern losen Materials | |
US4223515A (en) | Tree shaker mounting | |
EP0926029A2 (de) | Unterboden-Waschvorrichtung für Kraftfahrzeuge | |
NL1010659C2 (nl) | Inrichting voor het verplaatsen van zeil, in het bijzonder landbouwzeil, over een voorwerp, in het bijzonder een aspergebed. | |
AT398309B (de) | Vorrichtung zum beschichten von abstandhalterrahmen | |
DE102006043547A1 (de) | Formsteinverlegevorrichtung mit an unebene Formsteinlagen anpassbarer Greifeinrichtung | |
EP1106488A3 (en) | Tractor with transverse supporting member | |
HUE034432T2 (en) | snow plow | |
DE4243696C1 (de) | Grabenfräse | |
DE19541872C2 (de) | Selbstfahrende Rübenerntemaschine | |
DE102018125012A1 (de) | Bearbeitungssystem, insbesondere für den Einsatz im Wein- und Obstbau | |
DE202005002555U1 (de) | Vorrichtung zur selbstfahrenden Bearbeitung einer Reitbahn | |
NL1015673C2 (nl) | Inrichting voor het automatisch melken van dieren. | |
DE69319527T3 (de) | Einrichtung zum automatischen Melken von Tieren |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20070301 |