NL1018515C2 - Roostersamenstel van een stofverzamelinrichting van het cycloontype voor een stofzuiger. - Google Patents

Description

Roostersamenstel van een stofverzamelinrichting van het cy-cloontype voor een stofzuiger

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

1. Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stofverzamelapparaat van het cycloontype voor een stofzuiger 5 en meer in het bijzonder op een roostersamenstel van een stofverzamelapparaat van het cycloontype voor een stofzuiger, die in staat is om de terugstroming te vermijden van het vuil, zoals haar, naar een vacuümopwekkingsinrichting.

2. Beschrijving van de verwante techniek 10 FIG. 1 toont een voorbeeld van een conventioneel stofverzamelapparaat van het cycloontype voor een stofzuiger. In overeenstemming met FIG. 1 omvat het conventionele stofverzamelapparaat 10 van het cycloontype voor een stofzuiger een cycloonhuis 20, een vuilverzamelend gedeelte 30 en een schei-15 dingswand 40.

Een luchtaanzuigkanaal 21 dat is verbonden met een borstelsamenstel (niet getoond) van de stofzuiger bevindt zich bij het bovenste deel van het cycloonhuis 20. De lucht die door het luchtaanzuigkanaal 21 wordt gezogen vormt een kolken-20 de luchtstroom terwijl in de tangentiele richting wordt gezogen van het cycloonhuis 20.

Een luchtuitlaatkanaal 22 dat is verbonden met een (niet-getoonde) vacuümopwekkingsinrichting van een stofzuiger bevindt zich bij het bovenste midden van de cycloon 20. Een 25 rooster 23 is geplaatst bij de inlaat van de luchtuitlaatope-ning 22 om te vermijden dat haar in de vacuümopwekkingsinrichting wordt gezogen.

Zoals in FIG. 2 wordt getoond is een aantal kanalen 24 gevormd bij het rooster 23 voor de aangezogen gereinigde 30 lucht. Het niet-aangeduide verwijzingssymbool A is een stro-mingslijn van een kolkende luchtstroom van het cycloonhuis 20.

Voor het conventionele stofverzamelapparaat 10 van cycloontype voor een stofzuiger met de bovenstaande constructie wordt wanneer de vacuümopwekkende inrichting van de stof-35 zuiger in werking gesteld wordt de lucht, voorzien van vuil, 2 op het reinigingsoppervlak naar het cycloonhuis 20 gezogen via het luchtaanzuigingskanaal 21 en het borstelsamenstel.

De lucht die in het cycloonhuis 20 wordt gezogen vormt een kolkende luchtstroom en wordt verzameld in een vuil-5 verzamelingsgedeelte 30 door te worden gesepareerd door een centrifugale kracht van de kolkende luchtstroom en de gereinigde lucht wordt overgebracht naar een vacuümopwekkingsin-richting via het kanaal 24 van het rooster 23 en het luchtuit-laatkanaal 22. Anderzijds gaat enig vuil dat nog niet is uit-10 gescheiden uit de luchtstroom door het rooster 23 met de lucht door het kanaal 24 van het rooster 23 en stroomt door het luchtuitlaatkanaal 22 naar de vacuümopwekkingsinrichting die is voorzien van een (niet getoond) filter bij het bovenste deel daarin.

15 Het vuil wordt gesepareerd en gefilterd uit de lucht in het filter en de gereinigde lucht wordt naar de buitenzijde van de stofzuiger afgevoerd via de vacuümopwekkingsinrichting. Intussen verstopt het vuil een doorgangsopening van het filter zodat het vermogen voor het verzamelen van stof van de stof-20 zuiger wordt verminderd.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding is gedaan om de bovenstaande problemen van de verwante techniek te overwinnen. Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een roos-25 tersamenstel te verschaffen van een stofverzamelapparaat van het cycloontype voor een stofzuiger dat in staat is om het stofverzamelende vermogen te verbeteren van de stofzuiger door de hoeveelheid vuil te reduceren die wordt aangezogen naar een vacuümopwekkingsinrichting via het rooster.

30 Het bovenstaande doel wordt bereikt door het ver schaffen van een roostersamenstel van een stofverzamelapparaat van het cycloontype voor een stofzuiger. Het roostersamenstel van het stofverzamelapparaat van cycloontype voor de vacuüm-zuiger in overeenstemming met de onderhavige uitvinding is ge-35 plaatst bij het bovenste deel van een luchtuitlaatkanaal van een cycloonhuis dat vuil separeert uit de kolkende luchtstroom door centrifugale kracht voor de kolkende luchtstroom van de aangezogen lucht om te vermijden dat vuil wordt aangezogen naar de vacuümopwekkingsinrichting van de stofzuiger en bevat 40 een roosterelement en een aantal daarin gevormde kanalen. De 3 verlengingslijn van de hartlijn van de kanalen vormt een scherpe hoek met een stromingslijn van de kolkende luchtstroom.

Het verdient de voorkeur dat een apart afschermings-5 element dat verwijderbaar is verbonden met het roosterelement het eindgedeelte afschermt van het bovenste deel van het roosterelement en tevens een functie bezit van het omvormen van de voortgangsrichting van het vuil dat aanwezig is in de lucht dat wordt overgebracht in het roosterlichaam naar de kolkende 10 luchtstroom.

Bovendien wordt het bovenstaande doel van de onderhavige uitvinding bereikt door het roostersamenstel van het stofverzamelapparaat van cycloontype voor de stofzuiger die is geplaatst bij bet bovenste deel van het luchtuitlaatkanaal van 15 het cycloonhuis dat vuil separeert uit de kolkende luchtstroom door de centrifugale kracht voor de kolkende luchtstroom van de aangezogen lucht om te voorkomen dat lucht wordt aangezogen naar de vacuümopwekkingsinrichting van de stofzuiger. Het roostersamenstel is tevens voorzien van een aantal schoepen 20 die op een tevoren bepaalde onderlinge afstand zijn geplaatst zodat de lucht kan worden overgebracht langs zowel de buitenste omtrek van het roosterelement als het roosterelement. De verlengingslijnen van de hartlijnen van de schoepen zijn zoda-nig geplaatst dat een scherpe hoek wordt gevormd met een stro-25 mingslijn van de kolkende luchtstroom.

Het verdient de voorkeur dat een tevoren bepaalde af -stand en een hoek tussen de schoepen en de stromingslijn van de kolkende luchtstroom worden bepaald binnen een bereik van 10% - 50% overlappende schaduw tussen de schoepen naast elkaar 30 wanneer de schoepen worden gereflecteerd naar een denkbeeldige cilinder die coaxiaal is met de schoepen.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

FIG. 1 is een aanzicht in doorsnede waarin een con-35 ventioneel stofverzamelapparaat van cycloontype van een stofzuiger wordt getoond; FIG. 2 is een gedeeltelijk aanzicht in doorsnede dat de luchtstroming illustreert rond het rooster van het stofverzamelapparaat van cycloontype van de stofzuiger; 4 FIG. 3 is een perspectivisch explosieaanzicht dat een roostersamenstel toont van het stofverzamelapparaat van cy-cloontype voor de stofzuiger volgens de onderhavige uitvinding; 5 FIG. 4 is een aanzicht in doorsnede dat de status toont van het roostersamenstel van het stofverzamelapparaat van cycloontype dat is geconstrueerd bij het cycloonhuis in de stofzuiger volgens de onderhavige uitvinding; en FIG. 5 is een gedeeltelijk aanzicht in doorsnede dat 10 de stroming van de lucht toelicht rondom het roostersamenstel van het stofverzamelapparaat van cycloontype van de stofzuiger volgens de onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVQE-

15 RINGSVORM

Hieronder zal de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen worden beschreven.

FIG. 3 toont een voorbeeld van een roostersamenstel 20 van een stofverzamelapparaat van cycloontype voor een stofzuiger volgens de onderhavige uitvinding. Het roostersamenstel 100 van het stofverzamelapparaat van cycloontype voor de stofzuiger is voorzien van een roosterelement 100, een aantal schoepen 120 en een afschermingselement 130.

25 Zoals in FIG. 4 wordt getoond heeft het roosterele ment 110 van cilindertype openingen bij zowel de bovenste als onderste einden en de bovenste opening is verbonden met een luchtuitlaatkanaal 220 van een cycloonhuis 200 en de onderste opening is afgeschermd door het afschermingselement 130.

30 Het afschermingselement 130 is verbonden met een beu gel 111 die een geheel vormt met het roosterelement 110 door een schroef 140. Met andere woorden kan door verwijdering van de schroef 140 het afschermingselement 130 worden gescheiden van het roosterelement 110, het roostersamenstel 100 kan dus 35 gemakkelijk worden gerepareerd en onderhouden.

Een vijfde gedeelte 131 dat terugstroming belet is geplaatst bij de buitenste zijde van de omtrek van het af- schermingselement 130. Het gedeelte 131 dat de terugstroming belet verschuift de voortbewegingsrichting van het vuil dat 40 aanwezig is in de lucht die stroomt naar het roosterelement 5 110 naar een kokende luchtstroom van het cycloonhuis 200. Het gedeelte 131 dat de terugstroming belet van het vuil bestaat uit een plaat die zich in neerwaartse richting uitstrekt vanaf het einde van het buitenste deel van het roosterelement 110 in 5 radiale richting en de voortbewegingsrichting van het vuil wordt verschoven wanneer het vuil tegen de plaat komt en wordt teruggekaatst.

Het aantal bladen 120 bevindt zich langs de buitenomtrek van het roosterelement 110 op een tevoren bepaalde onder-10 linge afstand van elkaar teneinde de lucht de gelegenheid te geven daardoorheen te gaan. Met andere woorden is zoals in FIG. 5 wordt getoond een kanaal 121 gevormd tussen de schoepen 120.

Het is belangrijk dat de hartlijn van de schoepen 120 15 en een stromingslijn B van de kolkende luchtstroom onder een scherpe hoek Θ zijn geplaatst. Een hoek tussen het kanaal 121 en de stromingslijn B van de kolkende luchtstroom wordt dus een scherpe hoek.

Met andere woorden moet er voor het vuil dat in de 20 lucht wordt gekolkt die moet binnengaan naar het kanaal 121 tussen de schoepen 120 een verschuiving in de richting plaats vinden over meer dan 90°. Dat wil zeggen dat het voor het vuil zeer moeilijk is om door het kanaal 121 te gaan aangezien het zou moeten terugstromen tegen de kolkrichting in van de kol-25 kende luchtstroom.

Dit effect wordt groter wanneer de hoek Θ kleiner wordt en de ruimte tussen de schoepen 120 smaller wordt maar in overeenstemming met het feit dat de stromingsweerstand van de lucht die door het kanaal 121 gaat eveneens toeneemt.

30 Het lawaai wordt daardoor versterkt en het rendement van de stofzuiger daalt ten gevolge van een geringere zuigkracht. De hoek Θ en de ruimte tussen de schoepen 120 moet dus worden ingesteld onder overweging van het bovenstaande.

Het verdient de voorkeur dat de hoek Θ en de ruimte 35 tussen de schoepen 120 worden bepaald binnen het bereik van 10% tot 50% overlappende schaduw tussen de schoepen naast elkaar wanneer de schoepen worden gereflecteerd naar de denkbeeldige cilinder die coaxiaal is met de schoepen 120.

FIG. 4 toont het roostersamenstel 100 met de boven-40 staande constructie gemonteerd op het cycloonhuis 200. Het 6 roostersamenstel 100 is verwijderbaar bevestigd op het cy-clconhuis 200 met behulp van een (niet-getoond) bevestigings-element zoals een schroef.

In FIG. 4 is het verwijzingsnummer 230 een beschermer 5 en de beschermer 230 heeft als functie om te vermijden dat vuil dat wordt aangezogen met de lucht via het luchtaanzuigka-naal 10 van het cycloonhuis 200 direct in het kanaal 121 wordt gezogen van het roostersamenstel 100.

Intussen, wanneer de vacuümopwekkingsinrichting van 10 de stofzuiger in werking is gesteld, wordt de kolkende luchtstroom gevormd in het cycloonhuis 200. De verschillende soorten vuil die aanwezig zijn in de kolkende luchtstroom worden gesepareerd uit de luchtstroom door centrifugale kracht en het gescheiden vuil wordt verzameld in het vuilverzamelingsgedeel-15 te 300.

Het vuil, gesepareerd uit de luchtstroom maar niet verzameld bij het stadium van het verzamelen van vuil door de centrifugale kracht wordt verplaatst naar het roostersamenstel 100 door de oprijzende luchtstroom die kolkt langs het centrum 20 van het cycloonhuis 200.

Op dat moment wordt enig vuil dat aanwezig is in de luchtstroom teruggekaatst na tegen het gedeelte 131 te zijn gebotst dat de terugstroming belet en behoort tot het afscher-mingselement 130 en de voortgangsrichting wordt wederom ver-25 schoven naar de kolkende luchtstroom. Het vuil wordt zodoende wederom gekolkt naar de kolkende luchtstoom.

Het vuil dat niet is gesepareerd uit de oprijzende luchtstroom door het gedeelte 131 dat de terugstroming van het vuil belet stroomt naar het kanaal 121 van het roostersamen-30 stel 100. De lucht wordt in het roostersamenstel 100 gezogen via het kanaal 121 door het drukverschil tussen de buitenzijde en de binnenzijde van het roostersamenstel 100.

Anderzijds bevindt zich zoals hierboven werd beschreven het kanaal 121 dat wordt gevormd door een aantal schoepen 35 120 onder een scherpe hoek ten opzichte van de stromingslijn B

van de kolkende luchtstroom en het vuil bezit een grotere traagheid dan de lucht aangezien het vuil een grotere zwaartekracht bezit dan de lucht.

Met andere woorden zou het vuil dat kolkt in de 40 luchtstroom om het kanaal 121 binnen te gaan tussen de schoe- 7 pen 120 de grotere zwaartekracht moeten overwinnen en tevens de kolkingsrichting moeten veranderen over meer dan 90°.

Met andere woorden is het moeilijk voor het vuil om door het kanaal 121 te gaan en de hoeveelheid vuil die naar de 5 vacuümopwekkingsinrichting stroomt wordt aldus verminderd. Er kan zodoende vermeden worden dat het stofverzamelende vermogen wordt verminderd veroorzaakt door verstopping van het filter dat is geplaatst bij het bovenste deel van de vacuümopwekkingsinrichting .

10 Zoals hierboven werd beschreven neemt in overeenstem ming met het roostersamenstel 100 van het stofverzamelapparaat van cycloontype voor de stofzuiger van de onderhavige uitvinding de hoeveelheid vuil die stroomt naar de vacuümopwekkingsinrichting van de stofzuiger via het luchtuitlaatkanaal van 15 het cycloonhuis 200 langs de luchtstroom af en het vermogen voor stofverzameling van de stofzuiger wordt zodoende verbeterd.

Alhoewel de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding werd beschreven zal het duidelijk zijn voor de 20 vakman op het betreffende gebied dat de onderhavige uitvinding niet moet worden beperkt tot de beschreven voorkeursuitvoeringsvorm. Verschillende veranderingen en modificaties kunnen worden uitgevoerd binnen de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding zoals deze wordt omschreven door de bij-25 gevoegde conclusies.

Claims (7)

1. Roostersamenstel van een stofverzamelapparaat van het cycloontype voor een stofzuiger, geplaatst bij een boven- 5 ste deel van een luchtuitlaatkanaal van een cycloonhuis dat een kolkende luchtstroom opwekt uit de lucht die daarin wordt gezogen en het vuil separeert van de aangezogen lucht door centrifugale kracht van de kolkende luchtstroom, waarbij het roostersamenstel dient om te vermijden dat het vuil in een va-10 cuümopwekkingsinrichting wordt gezogen van de stofzuiger, welk roostersamenstel omvat: een roosterelement en een aantal kanalen gevormd in het roosterelement, waarbij een verlengingslijn van de hartlijn van het 15 kanaal onder een scherpe hoek staat ten opzichte van een stro-mingslijn van de kolkende luchtstroom.

2. Roostersamenstel van het stofverzamelapparaat van cycloontype van conclusie 1, waarbij een bovenste einde van het roosterelement wordt afgeschermd door een apart afscher- 20 mingselement dat verwijderbaar is verbonden met het roosterelement .

3. Roostersamenstel voor het stofverzamelapparaat van cycloontype van conclusie 2, waarbij het afschermingselement de bewegingsrichting verschuift van het vuil dat aanwezig is 25 in de lucht dat naar het roosterelement stroomt en in de stroom van kolkende lucht.

4. Roostersamenstel van een stofverzamelapparaat van cycloontype voor een stofzuiger, geplaatst bij een bovenste deel van een luchtuitlaatkanaal van een cycloonhuis dat een 30 kolkende luchtstroom opwekt uit de daarin aangezogen lucht en vuil separeert van de aangezogen lucht door centrifugale kracht van de kolkende luchtstroom, welk roostersamenstel dient om te voorkomen dat vuil wordt aangezogen in een vacuüm-opwekkingsinrichting van de stofzuiger, welk roostersamenstel 3 5 omvat: een roosterelement en een aantal schoepen geplaatst langs de buitenste omtrek van het roosterelement volgens tevoren bepaalde onderlin- t ge afstanden zodat de lucht daardoorheen kan bewegen, waarbij een verlengingslijn van een hartlijn van de schoepen onder een scherpe hoek staat ten opzichte van een stromingslijn van de kolkende luchtstroom.

5. Roostersamenstel van het stofverzamelapparaat van cycloontype voor de stofzuiger van conclusie 4, waarbij een bovenste einde van het roosterelement wordt afgeschermd door een apart afschermingselement dat verwijderbaar is verbonden met het roosterelement.

6. Roostersamenstel van het stofverzamelapparaat van cycloontype voor de stofzuiger volgens conclusie 5, waarbij het afschermingselement de voortbewegingsrichting verschuift van het vuil dat aanwezig is in de naar het roosterelement stromende luchtstroom naar de kolkende luchtstroom.

7. Roostersamenstel van het stofverzamelapparaat van cycloontype voor de stofzuiger van conclusie 4, waarbij de tevoren bepaalde onderlinge afstand en de hoek tussen de schoepen en de stromingslijn van de kolkende luchtstroom zijn bepaald binnen een bereik van 10% - 50% overlappende schaduw 20 tussen de schoepen naast elkaar, wanneer de schoepen worden gereflecteerd naar een denkbeeldige cilinder die coaxiaal is met de schoepen. 1. i ·» vj ’ ·,