NL1018445C2

NL1018445C2 - Straalwiel.

Info

Publication number: NL1018445C2
Application number: NL1018445A
Authority: NL
Inventors: Jacobus Lambertus V Merksteijn
Original assignee: Jacobus Lambertus V Merksteijn
Priority date: 2001-07-03
Filing date: 2001-07-03
Publication date: 2003-01-08

Description

STRAALWIEL

De uitvinding betreft een inrichting voor het vormen van een deeltjesstraal, welke inrichting omvat: - een behuizing met een invoeropening voor het toevoeren van deeltjes en een uitvoeropening; 5 - een in de behuizing roteerbaar pompwiel voor het van de invoeropening naar de uitvoeropening transporteren van de deeltjes; - buiten de behuizing in hoofdzaak coaxiaal, synchroon met het pompwiel roteerbare schoepen voor het 10 versnellen van de deeltjes en voor het vormen van een deeltj esstraal.

Een dergelijke inrichting staat ook wel bekend als een werpwiel, waarmee bijvoorbeeld een deeltjesstraal gevormd wordt, die vervolgens tegen een object geworpen 15 wordt. Met deze deeltjesstraal kunnen bijvoorbeeld laklagen of walshuidlagen van het object verwijderd worden.

Bekende inrichtingen hebben het nadeel dat ze aan hoge slijtage onderhevig zijn. Met name roteerbare 20 wiel, de behuizing en de schoepen slijten snel. Daarnaast vormen dergelijk bekende inrichtingen een deeltjesstraal met een relatief grote spreiding. Om nauwkeurig een object te kunnen stralen, is het gewenst deze spreiding in de deeltjesstraal zo klein mogelijk te maken, of aan 25 te passen aan het object.

Het is een doel van de uitvinding het bovengenoemde nadeel van slijtage te verminderen en een werpwiel te verschaffen, waarmee een deeltjesstraal gevormd kan worden met een beter definieeerbare spreiding 30 dan die van bekende inrichtingen. Dit doel wordt bereikt met een inrichting volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt doordat de radiale afstand tussen het pompwiel en de (binnen)behuizing in rotatierichting van het pompwiel 101 844 2 toeneemt, ten einde een ruimte te vormen, waarbij deze ruimte uitmondt in de uitvoeropening.

Doordat de afstand tussen het wiel en de behuizing toeneemt, ontstaat er een soort 5 slakkenhuisvormige ruimte. Hierdoor kunnen de stroom deeltjes in rotatierichting van het wiel naar de uitvoeropening toenemen, zonder dat hierdoor extra wrijving tussen het wiel en de behuizing ontstaat. Hierdoor wordt slijtage van het wiel verminderd.

10 In een voorkeursuitvoerinsgvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het roteerbare pompwiel een bus, waarbij in de omtrekswand van de bus gaten zijn aangebracht en de binnenzijde van de bus aansluit op de invoeropening. Een dergelijke bus kan Ί ^ pomrm iΗ n rr tto v'xrap -v~r\ ryr\ ön Ή *t f* ! ο τras -η -τpp] ί τίΗί éstï -L ζΧ· Λ X V >»_/ U'uiX V OJ. V UUi. S-X U. ^ N_A. VV \S _L_ \JL X X · J_/ _1_ _i_ O v Gtxx V W W UCC J_ J_ iiu, ICii een versleten bus vervangen moet worden.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, is elke schoep gekromd, vormt het schoepvlak aangrenzend aan de behuizing een 20 stompe hoek met de tangentiaal van het behuizingsoppervlak en vormt het schoepvlak nabij het distale eind van de schoep een scherpe hoek met de tangentiaal van het behuizingsoppervlak. Door de stompe hoek worden pakketjes van de deeltjesstroom uit de 25 uitvoeropening opgeschept door een schoep. Door deze stompe hoek kunnen de zich tussen twee schoepen bevindende deeltjes zich gemakkelijk verspreiden over de schoep, zonder dat ze als gevolg van het roteren van de schoepen hier vanaf kaatsen. Doordat dit afkaatsen 30 verminderd of zelfs geëlimineerd wordt, ontstaat een deeltjesstraal met een kleinere spreiding. Bovendien is het hierdoor ook mogelijk een harder materiaal te gebruiken voor de schoepen.

Bij voorkeur is een eerste verzameldeel van het 35 schoepvlak aangrenzend aan de behuizing althans in radiale richting gezien, in hoofdzaak vlak. Door deze vlakke zone van de schoep kan het opgeschepte pakketje I if i 8445 3 * gelijkmatig verdeeld worden op de schoep, waarna het in het tweede versnellingsdeel versneld wordt.

Ten slotte heeft het de voorkeur, dat de schoepen loskoppelbaar zijn. Zo kunnen de schoepen 5 gemakkelijk en snel vervangen worden indien deze te veel slijtage vertonen.

Deze en andere kenmerken worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van 10 een werpwiel volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht en in dwarsdoorsnede het werpwiel volgens figuur 1.

In figuur 1 wordt een werpwiel 1 volgens de uitvinding getoond. Dit werpwiel 1 heeft een behuizing 2 15 waaromheen een aantal schoepen 3 roteerbaar zijn.

Eventueel kan rondom het werpwiel 1 een tweede behuizing (niet getoond) zijn aangebracht ter beveiliging.

In figuur 2 wordt een dwarsdoorsnede van het straalwiel 1 volgens de uitvinding getoond. In de 20 behuizing 2 is een roteerbaar wiel 4 aangebracht. Dit roteerbaar wiel 4, dat als bus is uitgevoerd, heeft in de omtrekswand een aantal gaten 5. Het roteerbare wiel 4 is zodanig in de behuizing geplaatst, dat in de rotatierichting R gezien de ruimte tussen het roteerbare 25 wiel 4 en de behuizing 2 naar de uitvoeropening 6 toe toeneemt. Deeltjesmateriaal D stroomt centraal de behuizing 2 binnen en wordt door het roteerbare wiel 4 door de gaten 5 gepompt naar de slakhuisvormige ruimte tussen het roteerbare wiel 4 en de behuizing 2.

30 De schoepen 3 roteren synchroon met het roteerbare wiel 4. elke schoep 3 is gekromd, waarbij een eerste schoepvlak 7 aangrenzend aan de behuizing 2 een stompe hoek ce met de tangentiële richting T maakt. Dit schoepvlak 7 is volledig vlak en het biedt de 35 mogelijkheid, nadat een pakketje deeltjes vanuit de uitvoeropening 6 is opgeschept zich uit te spreiden over dit vlakke eerste schoepvlak 7. Door de rotatie van de schoepen 3 zal dit pakketje zich verplaatsen naar het 1 0 1 844 5' 4 tweede schoepvlakdeel 8, dat zodanig gekromd is, dat het distale eind een scherpe hoek β insluit met de tangentiële richting T. Door dit gekromde tweede schoepvlakdeel wordt het pakketje versneld om zo met een 5 hoge snelheid de schoep 3 te verlaten en een deeltjesstraal te vormen met een kleine spreiding.

101 84 4 5 %

Claims

1. Inrichting voor het vormen van een deeltjesstraal, welke inrichting omvat: - een behuizing met een invoeropening voor het toevoeren van deeltjes en een uitvoeropening; 5. een in de behuizing roteerbaar pompwiel voor het van de invoeropening naar de uitvoeropening transporteren van de deeltjes; - buiten de behuizing in hoofdzaak coaxiaal, synchroon met het pompwiel roteerbare schoepen voor het 10 versnellen van de deeltjes en voor het vormen van een deeltjesstraal, met het kenmerk, dat de radiale afstand tussen het pompwiel en de behuizing in rotatierichting van het pompwiel toeneemt, 15 ten einde een ruimte te vormen, waarbij deze ruimte uitmondt in de uitvoeropening.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het roteerbare pompwiel een bus omvat, waarbij in de omtrekswand van de bus gaten zijn aangebracht en de 20 binnenzijde van de bus aansluit op de invoeropening.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij elke schoep gekromd is, het schoepvlak aangrenzend aan de behuizing een stompe hoek vormt met de tangentiaal van het behuizingsoppervlak en het schoepvlak nabij het 25 distale eind van de schoep een scherpe hoek vormt met de tangentiaal van het behuizingsoppervlak.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij een eerste verzameldeel van het schoepvlak aangrenzend aan de behuizing althans in radiale richting gezien in hoofdzaak 30 vlak is.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij een tweede versnellingsdeel van het schoepvlak 1 0 1 844 5 Λ aangrenzend aan het distale eind gekromd is ten einde de deeltjes te versnellen.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de schoepen loskoppelbaar zijn. 101 84 4 5 Ί