NL1018341C2 - Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. - Google Patents
Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1018341C2 NL1018341C2 NL1018341A NL1018341A NL1018341C2 NL 1018341 C2 NL1018341 C2 NL 1018341C2 NL 1018341 A NL1018341 A NL 1018341A NL 1018341 A NL1018341 A NL 1018341A NL 1018341 C2 NL1018341 C2 NL 1018341C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- concrete
- cellar
- support structure
- coupling pieces
- basement
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 23
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 title claims abstract description 4
- 239000010959 steel Substances 0.000 title claims abstract description 4
- 238000009434 installation Methods 0.000 title abstract 2
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims abstract description 43
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims abstract description 43
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims abstract description 43
- 238000004873 anchoring Methods 0.000 claims abstract description 7
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims description 11
- 230000003014 reinforcing effect Effects 0.000 claims description 7
- 235000000396 iron Nutrition 0.000 claims description 2
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 abstract description 3
- XEEYBQQBJWHFJM-UHFFFAOYSA-N Iron Chemical compound [Fe] XEEYBQQBJWHFJM-UHFFFAOYSA-N 0.000 abstract 2
- 229910052742 iron Inorganic materials 0.000 abstract 1
- 238000005520 cutting process Methods 0.000 description 13
- 239000003673 groundwater Substances 0.000 description 4
- 238000009415 formwork Methods 0.000 description 3
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 3
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 2
- 229910001294 Reinforcing steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 1
- 230000000284 resting effect Effects 0.000 description 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D27/00—Foundations as substructures
- E02D27/10—Deep foundations
- E02D27/12—Pile foundations
- E02D27/14—Pile framings, i.e. piles assembled to form the substructure
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D31/00—Protective arrangements for foundations or foundation structures; Ground foundation measures for protecting the soil or the subsoil water, e.g. preventing or counteracting oil pollution
- E02D31/10—Protective arrangements for foundations or foundation structures; Ground foundation measures for protecting the soil or the subsoil water, e.g. preventing or counteracting oil pollution against soil pressure or hydraulic pressure
- E02D31/12—Protective arrangements for foundations or foundation structures; Ground foundation measures for protecting the soil or the subsoil water, e.g. preventing or counteracting oil pollution against soil pressure or hydraulic pressure against upward hydraulic pressure
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/0007—Base structures; Cellars
- E04B1/0015—Cellars constructed from prefabricated units
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D2600/00—Miscellaneous
- E02D2600/20—Miscellaneous comprising details of connection between elements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Paleontology (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Underground Structures, Protecting, Testing And Restoring Foundations (AREA)
Description
5 ' ι ·τ v
WERKWIJZE VOOR HET ONDERGRONDS AANBRENGEN VAN EEN GEPREFABRICEERDE BETONNEN KELDER
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder, waarbij de kelder aan een draagconstructie, in het bijzonder aan een betonnen of stalen funderingsbalk 10 wordt bevestigd. Opgemerkt wordt dat in dit verband onder de term "kelder" ieder in de grond aan te brengen geprefabriceerd betonelement wordt verstaan, zoals een (waterdichte) put, bak of dergelijke.
Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend.
15 Bij de bekende werkwijze wordt een rechthoekige, geprefabriceerde betonnen kelder met behulp van een hijskraan in een vooraf gegraven gat in de grond neergelaten, waarbij twee tegenover elkaar liggende opstaande wanden van de kelder vervolgens aan horizontale, 20 op heipalen rustende en onder het maaiveld gelegen funderingsbalken worden bevestigd. Dit geschiedt als volgt. Bij vervaardiging van de bekende kelder is in ieder van de twee genoemde kelderwanden een stekwapening bestaande uit uitbuigbare stekken ingegoten. De uitbuigbare stekken liggen 25 daarbij in het vlak van de desbetreffende kelderwand en zijn door bijvoorbeeld een metalen strook afgedekt. Nadat de aldus vervaardigde kelder in het gat in de grond is aangebracht, worden de metalen stroken met behulp van bijvoorbeeld een koevoet en een hamer van de kelderwanden 30 losgeslagen, waarna de stekken vanuit een rustpositie waarin deze in het vlak van de desbetreffende kelderwand liggen, worden uitgebogen naar een werkpositie waarin de stekken ongeveer loodrecht op de desbetreffende kelderwand zijn gepositioneerd. Vervolgens wordende funderingsbalken onder 35 gebruikmaking van betonbekistingen rond de eerdergenoemde kelderwanden ter hoogte van de uitgebogen stekken daarvan gestort. Nadat het beton van de funderingsbalken is uitgehard en de bekistingen zijn verwijderd, is een Π · - - J 1 I, r.
2 voldoende verbinding gecreëerd tussen de twee genoemde wanden van de kelder en de daaraan grenzende funderingsbalken.
Een bezwaar van de bekende werkwijze is dat het 5 handmatig verwijderen van de eerdergenoemde afdekstroken en het vervolgens eveneens met de hand uitbuigen van de stekken van de stekwapening lichamelijk zwaar en daardoor onaantrekkelijk en ongezond werk is. Bovendien geldt als nadeel van de bekende werkwijze dat het voorts om de 10 uitgebogen stekken heen monteren van de betonbekistingen en het daarna storten van beton voor de funderingsbalken in de praktijk als lastig wordt ervaren, gezien het feit dat de stekken zich in een kleine werkruimte buitenwaarts uitstrekken.
15 Het is het doel van de uitvinding de bezwaren van de stand van de techniek te ondervangen, in het bijzonder een werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder te verschaffen, waarbij de kelder op snelle, betrouwbare en eenvoudige wijze stevig 20 aan een draagconstructie, zoals een betonnen funderingsbalk wordt bevestigd.
Hiertoe heeft een werkwijze van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat ten minste een opstaande kelderwand wordt voorzien van 25 koppelstukken die aan hun naar de draagconstructie toegekeerde zijden ieder een althans in hoofdzaak cilindrisch gat met inwendig schroefdraad bevatten, waarbij in de draagconstructie aan te brengen schroefbouten in de gaten van de koppelstukken worden geschroefd teneinde de 30 kelderwand aan de draagconstructie te bevestigen. De koppelstukken worden bij vervaardiging van de kelder althans gedeeltelijk in de wand daarvan ingegoten, waarbij de van inwendig schroefdraad voorziene, cilindrische gaten van buitenaf voor de schroefbouten toegankelijk zijn. Uit 35 uitvoerige berekeningen is gebleken dat de koppelstukken verrassenderwijs bestand zijn tegen hoge trekkrachten bijvoorbeeld ten gevolge van het onder invloed van het ? j j £ ·· T.
v i. , i ·.. / i 1
· ‘f I
3 variërende grondwaterpeil neiging tot dalen van de kelder.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding worden koppelstukken van een eerste type aan hun van de draagconstructie afgekeerde 5 zijden verbonden met in hoofdzaak plaatvormige verankeringsorganen, terwijl koppelstukken van een tweede type aan hun van de draagconstructie afgekeerde zijden worden verbonden met betonijzers. Zowel de plaatvormige verankeringsorganen als de betonijzers zijn tijdens 10 vervaardiging van de kelder in de wand daarvan ingegoten. In het bijzonder bevatten de koppelstukken van het eerste type aan hun van de draagconstructie af gekeerde zijden ieder een althans in hoofdzaak cilindrisch gat met inwendig schroefdraad, waarbij de in hoofdzaak plaatvormige 15 verankeringsorganen van uitwendig schroefdraad zijn voorzien om in de gaten van de koppelstukken te worden geschroefd. In een andere voorkeursvariant bevatten de koppelstukken van het tweede type aan hun van de draagconstructie af gekeerde zijden ieder een althans in hoofdzaak cilindrisch 20 gat, waarbij de betonijzers van uitwendige ribben zijn voorzien om klemmend in de gaten van de koppelstukken te worden aangebracht. Hierbij worden de koppelstukken van het tweede type met behulp van een uitwendige kracht op de betonijzers geperst.
25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding reiken de betonijzers tot in een aangrenzende, andere opstaande kelderwand.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding worden de 30 schroefbouten in de gaten van de koppelstukken geschroefd voordat de draagconstructie wordt aangebracht, in het bijzonder voordat het beton van de funderingsbalk wordt gestort. De schroefbouten worden derhalve in de draagconstructie aangebracht ( i.e. in het beton van de 35 funderingsbalk ingegoten) nadat deze reeds in de gaten van de koppelstukken zijn vastgeschroefd.
De uitvinding is tevens gerelateerd aan een , .. ·*» 4 | i ( < 4 koppelstuk kennelijk geschikt om te worden toegepast bij een werkwijze volgens de uitvinding. Voorts ziet de uitvinding toe op een geprefabriceerde betonnen kelder kennelijk geschikt om te worden toegepast bij een werkwijze 5 overeenkomstig de uitvinding.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij figuur 1 een kelderbevestigingsconstructie volgens de stand van de techniek in dwarsdoorsnede schematisch 10 toont; figuur 2 een schematisch en perspectivisch aanzicht van een koppelstuk van het eerste type overeenkomstig de uitvinding laat zien; figuur 3A betrekking heeft op een schematisch 15 zijaanzicht van een koppelstuk van het tweede type volgens de uitvinding voorzien van een daaraan bevestigde schroefbout en betonijzer, terwijl figuur 3B een langsdoorsnede van het koppelstuk van figuur 3A weergeeft; en 20 - figuur 4 een schematisch en perspectivisch aanzicht van een overeenkomstig de uitvinding aan een funderingsbalk bevestigde kelder toont.
In figuur 1 onderscheidt men een op heipalen 1 gestorte betonnen funderingsbalk 2 die zich onder het 25 maaiveld 3 in horizontale richting uitstrekt en waarop een vloer 4 en binnen- en buitenmuren 5 van een gebouw (niet getekend) rusten. Een hoogste stand van het grondwater is met verwijzingscijfer 6 aangeduid. Een geprefabriceerde betonnen, "bakvormige" kelder uit één stuk, waarvan een 30 opstaande wand met verwijzingscijfer 7 is aangegeven, is met behulp van stekken met de funderingsbalk 2 verbonden. Het zal duidelijk zijn dat de stekken hoge trekkrachten dienen te kunnen weerstaan indien bij daling van het grondwaterpeil de kelder aan hoge neerwaartse krachten 35 onderhevig is. De stekken dienen voorts bestand te zijn tegen hoge trekkrachten indien de kelder als gevolg van variatie van het grondwaterpeil de neiging heeft te gaan • f~-4' '-I·' ‘ 5 kantelen. In de linker tekening van figuur 1 is de situatie getekend waarbij de funderingsbalk 2 op de kelderwand 7 is gestort, terwijl de rechter tekening daarvan betrekking heeft op een situatie waarbij de funderingsbalk 2 eveneens 5 gedeeltelijk tegen de kelderwand 7 aan is gestort. Echter, in beide gevallen is de kelder onder gebruikmaking van stekken volgens de stand van de techniek aan de funderingsbalk 2 opgehangen.
Een koppelstuk van het eerste type is in figuur 10 2 met verwijzingscijfer 8 aangeduid. Het koppelstuk 8 bezit aan zijn naar de funderingsbalk 2 toegekeerde zijde een cilindrisch gat 9 voorzien van inwendig schroefdraad 10, terwijl aan de tegenoverliggende zijde (dat wil zeggen de zijde die in bedrij f stoestand in de kelderwand 7 is 15 ingegoten) een verankeringsorgaan in de vorm van een plaatje 11 loodrecht op de lengterichting van het koppelstuk 8 is vastgelast. In plaats van aan het koppelstuk 8 te worden vastgelast, kan het plaatje 11 ook aan het koppelstuk 8 worden geschroefd. Hiertoe heeft het koppelstuk 8 aan diens 20 eerdergenoemde van de funderingsbalk 2 af gekeerde zijde een cilindrisch gat met inwendig schroefdraad, terwijl het plaatje 11 een loodrecht daarop staande uitsteeksel met uitwendig schroefdraad bezit om in het laatstgenoemde gat van het koppelstuk 8 te worden geschroefd. Een nog later 25 in de funderingsbalk 2 aan te brengen schroefbout (niet getekend) wordt in het gat 9 van het koppelstuk 8 geschroefd teneinde de kelderwand 7 aan de funderingsbalk 2 te bevestigen. Zoals gezegd, worden derhalve de schroefbouten in de gaten 9 van de koppelstukken 8 geschroefd voordat het 30 beton van de funderingsbalk 2 wordt gestort.
In figuur 3A is een koppelstuk 12 van het tweede type getekend. Dit koppelstuk heeft - net zoals het koppelstuk 8 - aan zijn naar de funderingsbalk 2 toegekeerde zijde een cilindrisch gat 13 voorzien van inwendig 35 schroefdraad 14, waarin een eveneens nog later in de funderingsbalk 2 aan te brengen schroefbout 15 met uitwendig schroefdraad 16 is geschroefd. Echter, het verschil met het ' : > - !l 6 koppelstuk 8 is dat het koppelstuk 12 aan diens van de funderingsbalk 2 afgekeerde zijde met een betonijzer 17 is verbonden. Het van uitwendige ribben 18 voorziene betonijzer 17 wordt daartoe in een glad cilindrisch gat 19 van het 5 koppelstuk 12 aan diens van de funderingsbalk 2 afgekeerde zijde gestoken. Door middel van een uitwendige kracht wordt het koppelstuk 12 vervolgens ter plaatse op het betonijzer 17 geperst. Het betonijzer 17 strekt zich bij voorkeur tot in een loodrecht op de kelderwand 7 staande andere wand van 10 de kelder uit. Naast of in plaats van de betonijzers 17 wordt in een andere voorkeursvariant gebruik gemaakt van schroefbouten en/of draadeinden die in de koppelstukken 12 van het tweede type worden geschroefd. De koppelstukken 12 van het tweede type hebben daartoe aan hun van de 15 funderingsbalk 2 afgekeerde zijden cilindrische gaten met inwendig schroefdraad.
Figuur 4 toont nog eens in perspectief een volgens de uitvinding aan funderingsbalken opgehangen kelder. Delen die met die van eerdere figuren corresponderen, zijn met 20 dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven weergeven varianten, doch strekt zich tevens uit tot andere uitvoeringsvormen vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies. Opgemerkt wordt dat in de conclusies 25 vermelde en in de figuurbeschrijving beschreven kenmerken van de onderhavige uitvinding zowel afzonderlijk als in combinatie kunnen worden toegepast.
1 f ·· Λ 3 i 1
Claims (8)
1. Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder, waarbij de kelder aan een 5 draagconstructie, in het bijzonder aan een betonnen of stalen funderingsbalk wordt bevestigd, met het kenmerk dat ten minste een opstaande kelderwand wordt voorzien van koppelstukken die aan hun naar de draagconstructe toegekeerde zijden ieder een althans in hoofdzaak 10 cilindrisch gat met inwendig schroefdraad bevatten, waarbij in de draagconstructie aan te brengen schroefbouten in de gaten van de koppelstukken worden geschroefd teneinde de kelderwand aan de draagconstructie te bevestigen.
1, i
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij koppelstukken van een eerste type aan hun van de draagconstructie afgekeerde zijden worden verbonden met in hoofdzaak plaatvormige verankeringsorganen, terwijl koppelstukken van een tweede type aan hun van de draagconstructie 20 afgekeerde zijden worden verbonden met betonijzers.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de koppelstukken van het eerste type aan hun van de draagconstructie afgekeerde zijden ieder een althans in hoofdzaak cilindrisch 25 gat met inwendig schroefdraad bevatten, waarbij de in hoofdzaak plaatvormige verankeringsorganen van uitwendig schroefdraad zijn voorzien om in de gaten van de koppelstukken te worden geschroefd.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarbij de koppelstukken van het tweede type aan hun van de draaconstructie afgekeerde zijden ieder een althans in hoofdzaak cilindrisch gat bevatten, waarbij de betonijzers van uitwendige ribben zijn voorzien om klemmend in de gaten 35 van de koppelstukken te worden aangebracht.
5. Werkwijze volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de Λ betonijzers tot in een aangrenzende, andere opstaande kelderwand reiken.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 5 en met 5, waarbij de schroefbouten in de gaten van de koppelstukken worden geschroefd voordat de draagconstructie wordt aangebracht, in het bijzonder voordat het beton van de funderingsbalk wordt gestort.
7. Koppelstuk kennelijk geschikt om te worden toegepast bij een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 6.
8. Geprefabriceerde betonnen kelder kennelijk geschikt 15 om te worden toegepast bij een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 6.
Priority Applications (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1018341A NL1018341C2 (nl) | 2001-06-20 | 2001-06-20 | Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1018341A NL1018341C2 (nl) | 2001-06-20 | 2001-06-20 | Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. |
| NL1018341 | 2001-06-20 |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1018341C2 true NL1018341C2 (nl) | 2002-12-30 |
Family
ID=19773586
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1018341A NL1018341C2 (nl) | 2001-06-20 | 2001-06-20 | Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL1018341C2 (nl) |
Cited By (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL1029032C2 (nl) * | 2005-05-13 | 2006-11-14 | B & R Beheer B V | Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. |
Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| JPS5944431A (ja) * | 1982-09-06 | 1984-03-12 | Kubota Ltd | 地下室の構築方法 |
| JPS59154228A (ja) * | 1983-02-22 | 1984-09-03 | Sekisui Koji Kk | 地下室の構築方法 |
| EP0458703A1 (en) * | 1990-05-23 | 1991-11-27 | Misawa Homes Co. Ltd | Prefabricated concrete basement and process for constructing the same |
| DE20105494U1 (de) * | 2001-03-29 | 2001-06-13 | Eisenreich, Peter, 86556 Kühbach | Montageanker für Betonelemente |
-
2001
- 2001-06-20 NL NL1018341A patent/NL1018341C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| JPS5944431A (ja) * | 1982-09-06 | 1984-03-12 | Kubota Ltd | 地下室の構築方法 |
| JPS59154228A (ja) * | 1983-02-22 | 1984-09-03 | Sekisui Koji Kk | 地下室の構築方法 |
| EP0458703A1 (en) * | 1990-05-23 | 1991-11-27 | Misawa Homes Co. Ltd | Prefabricated concrete basement and process for constructing the same |
| DE20105494U1 (de) * | 2001-03-29 | 2001-06-13 | Eisenreich, Peter, 86556 Kühbach | Montageanker für Betonelemente |
Non-Patent Citations (2)
| Title |
|---|
| PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 008, no. 148 (M - 308) 11 July 1984 (1984-07-11) * |
| PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 009, no. 003 (M - 349) 9 January 1985 (1985-01-09) * |
Cited By (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL1029032C2 (nl) * | 2005-05-13 | 2006-11-14 | B & R Beheer B V | Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| KR100976847B1 (ko) | 조립식 프리캐스트 콘크리트 복공 및 가교 구조체 | |
| JP4877654B2 (ja) | 隅角部の剛結構造 | |
| EP2518231A1 (en) | Half precast floor plank, and slab construction method using same | |
| KR20080100740A (ko) | 지하합벽의 연속시공을 위한 가설 개방형 판재를 이용한흙막이벽의 역타지지구조 및 이를 적용한 건축물 지하합벽의 연속 시공방법 | |
| NL1018341C2 (nl) | Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. | |
| RU2378455C1 (ru) | Способ усиления и устройство для усиления конструкции из гофрированных стальных листов | |
| KR200381303Y1 (ko) | 흙막이벽과 슬래브간의 연결부를 위한 거푸집 구조체 | |
| KR101007006B1 (ko) | 강관파일의 두부 보강 구조 | |
| KR102314546B1 (ko) | 기둥부재와 보의 보강구조물 | |
| KR20210119935A (ko) | 버팀보를 이용한 지하구조물 및 그 시공방법 | |
| RU2499103C1 (ru) | Способ изготовления сборно-монолитного узла соединения колонны с ригелем | |
| KR102178265B1 (ko) | 기설 콘크리트 벽체의 내진보강장치 및 내진보강공법 | |
| NL1029032C2 (nl) | Werkwijze voor het ondergronds aanbrengen van een geprefabriceerde betonnen kelder. | |
| KR100381411B1 (ko) | 설비덕트를 포함하는 개량 t형 슬래브 및 이와 관련한 공법 | |
| JP6934356B2 (ja) | 柱用コンクリート基礎補強構造 | |
| KR200405373Y1 (ko) | 집수정용 철재거푸집 | |
| JP2000064314A (ja) | 基礎構造躯体の構築方法 | |
| JP3029091B2 (ja) | セグメント固定装置 | |
| KR970005544Y1 (ko) | 지하 옹벽 구축용 거푸집 고정장치 | |
| KR100537111B1 (ko) | 벽체시공용 철골 | |
| KR200381405Y1 (ko) | 병렬설치 가능한 합벽 지지대 | |
| JP7441055B2 (ja) | 仮設開口部用型枠 | |
| JP2020147899A (ja) | グレーチング蓋設置構造 | |
| JPH02171441A (ja) | 建築物の梁の構造 | |
| KR100823033B1 (ko) | 강도 보강형 집수정 구조체 |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| SD | Assignments of patents |
Effective date: 20110331 |
|
| HC | Change of name(s) of proprietor(s) |
Owner name: STERK BETON PRODUCTIE B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: STERK BETON B.V. Effective date: 20200710 |
|
| MK | Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20210619 |