NL1018143C1 - Werkwijze voor het maken van vulstoffen en toepassing van vulstoffen in een mortel of beton. - Google Patents

Description

-1 -

WERKWIJZE VOOR HET MAKEN VAN VULSTOFFEN EN TOEPASSING VAN

VULSTOFFEN IN EEN MORTEL OF BETON 5

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het maken van vulstoffen. Vulstoffen is de verzamelnaam die wordt gebruikt om materialen die bestaan uit kleine deeltjes aan te duiden. Vulstoffen worden in allerlei toepassing gebruikt, bijvoorbeeld in de bereiding van een mortel of een beton. In 10 het kader van deze aanvrage wordt een mortel gedefinieerd als een samenstelling die een bindmiddel, een vulstof en water bevat. Onder beton wordt in het kader van deze uitvinding verstaan een samenstelling die een bindmiddel, een vulstof, water en grind bevat. Grind wordt in het kader van deze aanvrage gedefinieerd als anorganisch materiaal dat overwegend bestaat uit deeltjes met een diameter 15 groter dan 4 mm. Nog niet uitgeharde mortel of beton worden respectievelijk mortelspecie en betonspecie genoemd.

Het is bekend dat de vorm van de deeltjes waaruit een vulstof bestaat van invloed is op de eigenschappen van mortel, mortelspecie, beton en betonspecie. Met name de verwerkbaartieid van mortelspecie en betonspecie 20 wordt beïnvloed De deeltjes kunnen in vorm variëren van rond of nagenoeg rond tot hoekig. Het is mogelijk dat deeltjes een veelvoud aan scherpe hoeken bevatten. In het kader van deze aanvrage worden deeltjes die een vorm overwegend zonder scherpe hoeken hebben aangeduid als ronde deeltjes. Deeltjes die een vorm met overwegend scherpe hoeken hebben worden in het 25 kader van deze aanvrage aangeduid als gebroken deeltjes.

Een groter aantal ronde deeltjes in een vulstof leidt tot een minder viskeuze mortelspecie of betonspecie. Het verkrijgen van een lagere viscositeit zonder de uiteindelijke chemische samenstelling van een mortel of beton te veranderen kan een groot voordeel opleveren, bijvoorbeeld bij het maken 30 van vormdelen die in een vorm met nauwe of grillig gevormde onderdelen moeten worden gemaakt.

Desalniettemin wordt de vorm van deeltjes niet of nauwelijks gebruikt om de verwerkbaarheid van mortel of beton te beïnvloeden. Wij zijn tot het verrassende inzicht gekomen dat het gebruiken van een bepaalde 35 deeltjesvorm ernstig wordt gehinderd door de beschikbare vulstoffen. Over het algemeen zijn vulstoffen die in de bouw worden gebruikt bij- of afvalproducten van processen. Deze afvalproducten hebben een steeds wisselende samenstelling, 1018143 - 2 - waarbij zowel de chemische eigenschappen als de vorm van de deeltjes en de deeltjesgrootteverdeling kan variëren Voor een succesvolle benutting van het principe dat men met de deeltjesvorm de eigenschappen van een mortel, mortelspecie, beton of betonspecie kan beïnvloeden is het noodzakelijk om de 5 beschikking te hebben over vulstoffen met deeltjes met een gecontroleerde vorm. De uitvinding voorziet in een werkwijze voor de vervaarding van vulstoffen met een gecontroleerde deeltjesvorm door anorganisch materiaal te malen.

Voor het verkrijgen van ronde deeltjes wordt in de werkwijze volgens de uitvinding gemalen met behulp van een kogelmolen. Voor het 10 verkrijgen van gebroken deeltjes wordt in de werkwijze volgens de uitvinding gemalen met behulp van een pennenmolen.

Weliswaar is het bekend dat men met molens fijne deeltjes kan maken, maar de toepassing van molens in de bereiding van vulstoffen met een gecontroleerde deeltjesvorm is nieuw.

15 Met de werkwijze volgens de uitvinding zijn vulstoffen te verkrijgen met een gecontroleerde deeltjesvorm. De werkwijze volgens de uitvinding heeft verder als voordeel dat naast de korrelvorm ook de chemische samenstelling van de vulstof kan worden gekozen. In tegenstelling tot bekende vulstoffen, kan nu de gewenst combinatie van deeltjesvorm en chemische 20 samenstelling van het vulstofmateriaal worden verkregen. Nog een voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is dat ook de deeltjesgrootteverdeling kan worden gekozen.

Met mengsels van vulstoffen die tenminste één vulstof die is bereid met de werkwijze volgens de uitvinding bevatten kan nu elke combinatie 25 van deeltjesvorm, deeltjesgrootteverdeling en chemische samenstelling worden verkregen in een vulstofmengsel.

Bij het toepassen van een dergelijk vulstofmengsel in een mortel of beton is het belangrijk dat de verschillende vulstoffen waaruit het mengsel bestaat homogeen over de mortel of het beton verdeeld raken en blijven. Bij 30 voorkeur wordt een vulstofmengsel volgens de uitvinding daarom aan beton gedoseerd in de vorm van een granulaat dat uiteenvalt in een waterig milieu. In het bijzonder valt het granulaat uiteen in waterig milieu slechts onder invloed van de mechanische krachten die altijd aanwezig zijn als een mortel of een beton wordt bereid, dus zonder dat er extra krachten op het granulaat hoeven te worden 35 uitgeoefend. Een werkwijze voor de bereiding van een granulaat staat bijvoorbeeld beschreven in EP-A-0881942. Door van een homogeen of nagenoeg j 'W « ü i -3- homogeen vulstofmengsel een granulaat te maken dat het mengsel bevat maar waarin het mengsel niet kan uitzakken kan op eenvoudige wijze de juiste verhouding aan vulstoffen worden gedoseerd op een wijze die bovendien garandeert dat de mortel of het beton voldoende homogeen is voor de toepassing 5 waarin het wordt ingezet.

Alle anorganische materialen waaruit bekende vulstoffen bestaan kunnen worden toegepast in de werkwijze volgens de uitvinding. Het is echter ook mogelijk om anorganische materialen toe te passen die tot nu toe niet beschikbaar waren als vulstof. Bij voorkeur wordt zand of kalksteen gebruikt als 10 anorganisch materiaal. De mortel, mortelspecie, beton of betonspecie kan elk bekend bindmiddel bevatten. Bij voorkeur wordt als bindmiddel cement toegepast.

De toepassing van het beton of de mortel bepaalt de gewenst hoeveelheid vulstof volgens de uitvinding, bindmiddel en water in de mortel of beton.

15 * 1 018143

Claims (8)

1. Werkwijze voor de vervaarding van vulstoffen met een gecontroleerde deeltjesvorm door anorganisch materiaal te malen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat na het malen deeltjes zijn verkregen met een deeltjesgrootte kleiner dan 500 micrometer.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat na het malen deeltjes zijn verkregen met een deeltjesgrootte kleiner dan 10 250 micrometer.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat na het malen deeltjes zijn verkregen met een deeltjesgrootte kleiner dan 120 micrometer.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat na het malen 15 deeltjes zijn verkregen met een deeltjesgrootte kleiner dan 63 micrometer.

6. Werkwijze voor de bereiding van een samenstelling die een vulstofmengsel, een bindmiddel en water bevat, met het kenmerk dat het vulstofmengsel tenminste een vulstof bevat verkregen met de werkwijze 20 volgens de uitvinding.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het vulstofmengsel aan de samenstelling wordt gedoseerd in de vorm van een granulaat dat uiteenvalt in een waterig milieu.

8. Gebruik van een maalapparaat voor de productie van een vulstof met 25 gecontroleerde deeltjesvorm. ' 1 " . : :ia t ‘1/ ' *