NL1018085C2 - Systeem voor beheersing van erosie. - Google Patents

Description

Systeem voor beheersing van erosie.

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op de constructie en het gebruik van in elkaar grijpende en in een laag gelegde elementen om een bescherming te vormen tegen kustlijn- of oevererosie.

5 Kustlijnerosie is één van de belangrijkste zorgen van personen die in kustgebieden wonen. De natuurlijke beweging van wateroverstromingen, kusten, meren en kommen leidt onverbiddelijk tot teruggang van het land hetgeen een veelheid aan serieuze problemen voor in de 10 nabijheid wonende inwoners, beroepsvissers en boeren, en sportlieden oplevert. Reparaties aan deze oever- of kustlijnen kunnen nogal duur zijn, vaak kosten zij miljoenen dollars in het geval van openbare stranden en kustgebieden. Zelfs in kleine gebieden die beheerd worden door 15 particuliere eigenaars, kunnen de kosten en moeite om de voortgaande erosie van het land tot stand te brengen te brengen, duur zijn.

Een grote verscheidenheid aan bekledingscon-structies of systemen voor het beheersen van erosie zijn 20 ontwikkeld met verschillende mate van succes. Sommige benaderingen berusten op het gebruik van grote vellen met in elkaar grijpende blokken, die samengebonden zijn met kabels, welke vellen met behulp van zwaar materieel op de kustlijn gelegd worden, zoals de blokken weergegeven in 25 Amerikaans octrooischrift 4.201.494. Bij andere methodes 101 808 5 2 wordt gebruik gemaakt van grote aantallen "slot"-blokken met aan hun omtrekken gevormde holtes, die met elkaar verbonden zijn middels "sleutel"-blokken zoals getoond in Amerikaans octrooischrift 4.372.705. Andere methoden, 5 zoals geïllustreerd in Amerikaans octrooi 5.020.938 vereisen blokken met gedeelten die elkaar overlappen maar niet in elkaar grijpen.

De voorgaande octrooien en andere daarmee verband houdende octrooien overziende, bestaat een behoefte 10 aan een erosiebeheersingssysteem voor kustlijnen, waarbij gebruik gemaakt wordt van een standaardblok of -element om zowat het gehele systeem op te bouwen. Bovendien is het gewenst dat deze elementen elkaar overlappen en in elkaar grijpen om een maximale bescherming voor de onderliggende 15 grond te verschaffen, en minder vatbaar te zijn voor diefstal en vandalisme. Er is ook behoefte aan een systeem voor beheersing van erosie, dat opgebouwd kan worden beginnend aan het bovenste gebied van de kust en dan naar beneden werkend naar de waterlijn. De elementen voor een 20 dergelijk kustbeschermingssysteem moeten relatief goedkoop te vervaardigen zijn en gemakkelijk, met weinig of geen training of deskundigheid, te installeren.

Het is daarom een doel van deze uitvinding om een systeem voor beheersing van erosie te verschaffen met 25 elementen die met elkaar verbonden kunnen worden onder ineengrijping en met overlapping.

Het is ook een doel van deze uitvinding om een systeem voor beheersing van erosie te verschaffen, met elementen waarmee het samenstel opgebouwd kan worden door 30 in het bovenste gebied van de te beschermen kust te beginnen.

Het is verder een doel van de uitvinding om een systeem voor beheersing van erosie te verschaffen, dat verhoudingsgewijs gemakkelijk samen te stellen is en op 35 economische wijze te installeren is.

Nog een ander doel van deze uitvinding is een systeem voor beheersing van erosie te verschaffen, waarmee 1018085 3 een verscheidenheid aan oppervlak-ontwerpen mogelijk is, zonder af te zien van het ineengrijpen en overlappen.

Deze en andere doelen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen zonder twijfel duidelijk worden 5 aan de deskundige, na de volgende beschrijving van de voorkeursuitvoering, vervat en geïllustreerd in de bij gevoegde tekeningen, gelezen te hebben.

In een voorkeursuitvoering wordt daartoe een element voor beheersing van erosie verschaft, omvattend 10 een lichaam dat gevormd is van in hoofdzaak zwaar materiaal, welk lichaam een basis met een onderoppervlak bezit dat gevormd is om contact te maken met een kust- of oever-lijn, eerste en tweede tegengestelde zijden, een voorste deel en een achterste deel, waarbij het voorste deel een 15 zich neerwaarts uitstrekkend convex uiteinde omvat, waarbij het voorste deel verder een voorste concave uitsparing aangrenzend aan het zich in neerwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde bezit, waarbij het achterste deel een zich in opwaartse richting convex uiteinde omvat, 20 waarbij het achterste deel verder een aangrenzend aan het zich in opwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde gelegen achterste concave uitsparing bezit, waarbij het zich in neerwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde van een eerste erosiebeheersingselement gevormd is en 25 zodanige afmetingen heeft dat deze passend de achterste concave uitsparing van een tweede erosiebeheersingselement aangrijpt, en waarbij het zich in opwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde van het eerste erosiebeheersingselement gevormd is en zodanige afmetingen heeft 30 dat dit passend de voorste concave uitsparing van een tweede erosiebeheersingselement aangrijpt.

In een voorkeursuitvoering bezit het voorste deel een bovenoppervlak dat in de vorm van een steen of tegel gevormd is, in hoofdzaak evenwijdig aan het bodemop-35 pervlak van de basis. In een andere uitvoering bezit het voorste deel een bovenoppervlak dat gevormd is in de vorm van een traptrede. In alle voornoemde uitvoeringen is de 1018085 4 uitvinding bij voorkeur voor het grootste deel vervaardigd van een mengsel van Portlandcement en een toeslagmateriaal zoals geëxpandeerde klei, kalksteenkorrels, fijn grind (pea-gravel) of ander geschikt vulmateriaal.

5 Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht op een voorkeursuitvoering van een erosiebeheersingselement.

Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht op een alternatieve uitvoering van een erosiebeheersingselement, met een tegel- of steenvormige bovenkant.

10 Figuur 3 is een perspectivisch aanzicht op een andere alternatieve uitvoering van een erosiebeheersingselement met een traptredevormige bovenkant.

Figuur 4 illustreert een erosiebeheersingssys- teem in de vorm van een samenstel van erosiebeheersings-15 elementen van figuur 1.

Figuur 5 illustreert een erosiebeheersingssys- teem in de vorm van een samenstel van de erosiebeheer- singselementen van figuur 2.

Figuur 6 illustreert een erosiebeheersingssys- 2 0 teem in de vorm van een samenstel van de erosiebeheer- singselementen van figuur 3.

Figuur 7 is een verticale doorsnede van een erosiebeheersingssysteem aangebracht op een kustlijn.

In figuur 1 is een erosiebeheersingselement 1 25 getoond dat een lichaam 2 omvat dat gevormd is van in hoofdzaak zwaar materiaal, waarbij het lichaam 2 een basis 3 bezit, met een bodemoppervlak 4 dat gevormd is om contact te maken met een kustlijn 5. Het element 1 bezit tevens eerste en tweede tegengestelde zijden 6, 7, een 30 voorste deel 8 en een achterste deel 9. Het voorste deel 8 bezit een zich in neerwaartse richting uitstrekkend convex uiteinde 10 en een voorste concave uitsparing 11, waarbij de voorste concave uitsparing 11 aangrenzend aan het convexe uiteinde 10 gelegen is. Het achterste deel bezit 35 een zich in opwaartse richting uitstrekkend convex uiteinde 12 en een achterste concave uitsparing 13, waarbij de achterste concave uitsparing 13 aangrenzend aan het con- 101 80,3 5 5 vexe uiteinde 12 gelegen is. In een voorkeursuitvoering strekken de voorste en achterste delen 8, 9 zich over de gehele breedte W van het lichaam 2 uit tussen tegengestelde zijden 6, 7. Belangrijk is dat het zich in neerwaartse 5 richting uitstrekkende convexe uiteinde 10 van één erosie-beheersingselement 1 zodanige afmetingen bezit dat dit passend de achterste concave uitsparing 13 van een tweede erosiebeheersingselement 1 aangrijpt. Op vergelijkbare wijze is het zich in opwaartse richting uitstrekkende 10 convexe uiteinde 12 van een erosiebeheersingselement 1 zodanig gevormd en bezit dit zodanige afmetingen dat dit passend de voorste concave uitsparing 11 van een tweede erosiebeheersingselement 1 aangrijpt. De verbindingen tussen erosiebeheersingselementen 1 op de zojuist 15 beschreven wijze zijn meer in bijzonder getoond in de figuren 4 en 7. Wanneer samengesteld en geplaatst op een kustlijn 5 vormen de erosiebeheersingselementen 1 een systeem voor beheersing van erosie waarin de elementen 1 op ineengrijpende of koppelende wijze met elkaar verbonden 2 0 zijn en waarbij de elementen 1 in overlapping met elkaar gebracht zijn. Meer specifiek, zoals aangegeven in figuur 1, overlapt het voorste deel 8 de hoger op de kustlijn 5 gelegen elementen 1 over een afstand D. De ineengrijpende aard van de verbinding biedt de nodige aangrijpingssterkte 25 en verzekert dat voorkomen wordt dat de elementen na verloop van tijd en na lange periode van blootstelling aan golfinvloeden van elkaar scheiden. De overlappende eigenschappen van de verbinding verschaft een effect vergelijkbaar met dat van gebruikelijke dakbedekkingstechnieken, 30 doordat de krachten van het water en andere uitwendige krachten geheel belet worden om de onderliggende kustlijn te bereiken.

Zoals eerder opgemerkt zijn de elementen 1 van het erosiebeheersingssysteem bij voorkeur vervaardigd van 35 een in hoofdzaak zwaar materiaal zodat de elementen 1 een stevig contact maken met de kustlijn en op den duur daaraan aanpassen. Tot voorbeelden van dergelijk materiaal 1018085 6 behoren beton, steen en metaal, of combinaties daarvan. Om sterkteredenen, weerstand tegen breuk en economische overwegingen heeft aanvrager vastgesteld dat één geschikte combinatie van materialen de volgende zou zijn: 5

Component in mengsel Vol. %

Cement 11

Zand 23

Geëxpandeerde klei 10 of kalksteenkorrels 55

Water 10

Gewone deskundigen zullen begrijpen dat mogelijk veel meer materiaalcombinaties nagenoeg gelijkwaardige 15 resultaten kunnen verschaffen, zonder de structurele en functionele integriteit van de uitvinding in belangrijke mate te verlaten. Zo zou bijvoorbeeld elke combinatie voor het grootste deel bestaande uit een mengsel van Portland-cement en een toeslagmateriaal zoals geëxpandeerde klei, 20 kalksteenkorrels, fijn grind (pea-gravel) of ander geschikt materiaal ook binnen de strekking van de uitvinding liggen.

In elk van de erosiebeheersingselementen 1 bezit het lichaam 2 een bovenoppervlak 15 en een onderoppervlak 25 16. Ook het voorste deel 8 bezit een onderoppervlak 25, terwijl het achterste deel 9 een bovenoppervlak 26 bezit. In samengevoegde toestand zijn de elementen 1 zodanig verenigd dat het onderoppervlak 25 van het voorste deel 8 aangepast is aan het bovenoppervlak 15 van het lichaam 2. 30 Op dezelfde wijze is het bovenoppervlak 26 van het achterste deel 9 aangepast aan het onderoppervlak 16 van het lichaam 2. De voornoemde oppervlakken zijn in de tekeningen plat weergegeven, waarbij de aangepaste verhoudingen waarnaar verwezen is evenwijdig van aard zijn. Het is 35 echter mogelijk en eventueel wenselijk dat elk van de voornoemde oppervlakken op niet-vlakke wijze gevormd is, zodat bij het verenigen van deze oppervlakken tijdens het 1 01 8085 7 samenstellen verdere passende aangrijpingen optreden, die kunnen bijdragen aan de sterkte van het gehele erosiebeheerssingsysteem.

In figuur 2 is een alternatieve uitvoering van 5 de uitvinding weergegeven, waarbij het voorste deel 8 een bovenoppervlak 28 bezit, dat de vorm heeft van een tegel of steenoppervlak dat in hoofdzaak evenwijdig is aan het onderoppervlak 4 van de basis 3. Met uitzondering van het tegeloppervlak 28 is de constructie en functie van deze 10 uitvoering gelijk aan die van het erosiebeheersingselement 1 dat eerder in samenhang met figuur 1 beschreven is. In deze uitvoering grenzen de tegeloppervlakken 28 van alle erosiebeheersingselementen nauw aan elkaar, zodat een plat, relatief uniform oppervlak gerealiseerd is wanneer 15 de elementen samengevoegd zijn, zoals het best te zien is in figuur 5. Omdat het tegeloppervlak 28 in hoofdzaak evenwijdig is aan het onderoppervlak 4 van de basis 3 benadert het tegeloppervlak 28 het oppervlak van de kustlijn 5, waardoor de natuurlijke helling van het terrein 20 behouden blijft.

In figuur 3 is een verdere alternatieve uitvoering van de uitvinding getoond, waarbij het voorste deel 8 een bovenoppervlak 29 bezit, dat traptredevormig is. Met uitzondering van de traptrede 29 zijn de structuur en de 25 functie van deze uitvoering gelijk aan die van het erosiebeheersingselement 1 dat eerder aan de hand van figuur 1 beschreven is. Wanneer het erosiebeheersingssysteem onder gebruikmaking van deze uitvoering samengevoegd wordt, wordt de kustlijn 5 op dezelfde wijze beschermd, maar met 30 bijkomende mogelijkheid dat personen over de elementen, naar de waterlijn en daar vanaf lopen. Omdat het traptre-de-oppervlak 29, wanneer geïnstalleerd, in hoofdzaak horizontaal zou moeten zijn, moet voor de hoek A tussen de basis 4 en het traptrede-oppervlak 29 rekening worden 35 gehouden met de helling van de te beschermen kustlijn 5. Figuur 6 is een illustratie van een uitvoering met traptrede, waarbij duidelijk de gerealiseerde reeksen treden 1018085 8 afgebeeld zijn.

Hoewel de elementen in veel afmetingen gemaakt kunnen worden is het volgende een voorbeeld van kenmerkende afmetingen voor elk element. De breedte W van elk 5 element kan op kenmerkende wijze liggen in het bereik van 30,5-46 cm (12-18 inch), terwijl de lengte in het bereik van 61-91,5 cm (24-36 inch) kan liggen. Grotere afmetingen zullen natuurlijk het voordeel brengen van het gebruik van minder elementen om het samenstel te maken, terwijl klei-10 nere afmetingen het mogelijk maken om de elementen makke-lijker te transporteren en gehanteerd te worden door werklieden.

In elk van de in de figuren 4-6 getoonde samenstellen wordt het erosiebeheersingssysteem gebouwd door 15 eerst de te beschermen kustlijn 5 te inspecteren. Idealer-wijs zou de kustlijn zo veel mogelijk vlakgemaakt of op andere wijze voorbereid moeten worden tot een helling van ruwweg 40° of minder. De juiste helling van de kustlijn zal echter per geval variëren, afhankelijk van de samen-20 stelling van de kustlijn. In enkele gevallen kan het gewenst zijn om de kustlijn 5 te bedekken met een lichte laag zandstrand om een meer uniform oppervlak te bereiken, waarop de elementen gelegd worden. Voor het uitlijnen van de eerste reeks beginelementen 30 zou een rechte lijn 25 bepaald moeten worden door gebruik van een touw, of middels andere methoden bekend aan de deskundigen. Het samenstel wordt begonnen door het in contact met elkaar plaatsen van een reeks van aangrenzende beginelementen 30.

Elk beginelement 30 is in veel opzichten gelijk 30 aan de voornoemde uitvoeringen, in hoofdzaak als gevolg van de aanwezigheid van een achterste ineengrijpend ge deelte 35, dat passend het voorste deel 8 van de eerder beschreven erosiebeheersingselementen aangrijpt. Bij plaatsing van de beginelementen 30 op de kustlijn 5 is het 35 achterste ineengrijpende gedeelte 35 gericht naar de waterlijn. In plaats van een voorste ineengrijpend deel aan het voorste gedeelte 33 van elk beginelement 30 bezit 1018085 9 het begineleraent 30 echter een plat onderoppervlak 31 en een gat 32 dat geheel door het element 30 loopt. In samengevoegde toestand wordt een fixatie-inrichting 34 zoals een bout of een van een schroefdraad voorziene staaf, door 5 het gat 32 in elk beginelement 30 heengevoerd en diep in de kustlijn 5 ingebed. Voor installatiegemak heeft het de voorkeur dat de fixatie-inrichting 34 een inbuskop 36 bezit die kan worden aangegrepen door een geschikt kracht-werktuig. In deze methode worden de beginelementen 30 10 stevig verbonden met de kustlijn 5, en zijn zij gereed voor de plaatsing van de volgende rij erosiebeheersings-elementen 1 van figuur 1, 2 of 3. Bij voorkeur bezit het gat 32 voor de f ixatie-inrichting 34 een tegenboring 37 om de f ixatie-inrichting 34 en de inbuskop 36 daarvan in te 15 laten tot beneden de bovenkant van het beginelement 30.

Bij plaatsing van elke reeds erosiebeheersingselementen worden de elementen in zijwaartse richting verzet of "versprongen" aangebracht ten opzichte van de direct daarboven gelegen aangrenzende reeks, over ruwweg 50% van 20 de breedte van elk element, zodat de elementen samengevoegd zijn overeenkomstig de wijze waarop dat gebeurt bij metselen.

Aan de structuur van de erosiebeheersingselementen van de figuren 1-3 ontleent het erosiebeheersingsstel-25 sel volgens de onderhavige uitvinding meerdere onderscheidende en belangrijke voordelen. In de eerste plaats worden installaties van deze soorten van beschermingssystemen in het algemeen uitgevoerd met de bedoeling de kustlijn 5 voor lange duur te behouden. De ineengrijpende en overlap-30 pende relatie tussen de elementen vergt dat de beginele-menten 30 eerst geplaatst worden, gevolgd door elke volgende reeks van "standaard" elementen naar en tot onder de waterlijn totdat de gewenste diepte bereikt is, zoals getoond in figuur 7. In het algemeen moet de onderste 35 reeks van het samenstel liggen beneden het niveau van getij-effecten en golven. Wanneer het erosiebeheersings-systeem eenmaal gebouwd is, kan het slechts uiteengenomen 1018085 10 worden door het verwijderen van elementen vanaf de onderste reeks beneden de waterlijn. Door het ontwerp en de techniek van het samenvoegen biedt de onderhavige uitvinding daardoor een hoge mate van permanentie, alsook een 5 aanzienlijk afschrikmiddel tegen diefstal of beschadiging van de elementen.

Voorts kan de ineengrijpende aard van het systeem in lichte mate oneffen kustlijnen compenseren, zodat de natuurlijke zetting van de elementen er toe bij draagt 10 aan het op den duur platmaken van de onderliggende grond. Met betrekking tot de tegel- of steenvormige elementen van de figuren 2 en 5 kan een wrijvingsverschaffend patroon aangebracht worden op of gevormd worden in de elementen, zodat het erosiebeheersingssysteem ook kan dienen als een 15 helling voor boottrailers.

De uitvinding is in het bij zonder bruikbaar in de bescherming van kustlijnen op barriêre-eilanden van Louisiana en andere staten gelegen aan de Golf van Mexico. De relatief flauwe helling van de kustlijnen in deze 20 gebieden maken de uitvinding ideaal voor gebruik op deze kustlijnen. Voor gebruik in zulke grote projecten kunnen de elementen gemaakt worden met grotere afmetingen, geschikt om gehanteerd en geïnstalleerd te worden met zwaar materieel. Extra versterkingen kunnen toegevoegd worden 25 door het vormen van extra gaten door de lichamen van andere elementen en het gebruikmaken van extra fixatiedelen op voorafbepaalde tussenafstanden over het gehele samenstel.

Hoewel de onderhavige uitvinding aan de hand van 30 specifieke uitvoeringen beschreven is, wordt vooropgesteld dat wijzigingen en veranderingen daarvan de deskundige zonder meer duidelijk zullen zijn. De bedoeling is daarom dat de volgende conclusies begrepen moeten worden als dat zij dergelijke wijzigingen en veranderingen, die binnen de 35 werkelijke geest en de strekking van de uitvinding vallen, dekken.

1018085

Claims (16)

1. Een erosiebeheersingselement voor het beschermen van een flauw hellende oever- of kustlijn tegen erosie, waarbij het erosiebeheersingselement omvat: een lichaam gevormd van een in hoofdzaak zwaar materiaal, welk 5 lichaam een bovenkant en een onderkant bezit, waarbij de onderkant een basis bezit met een onderoppervlak om contact te maken met de kustlijn, waarbij het lichaam eerste en tweede tegengestelde zijden heeft, een voorste deel en een achterste deel; waarbij het voorste deel een zich in 10 neerwaartse richting uitstrekkend convex uiteinde omvat, waarbij het voorste deel verder een naar achteren gekeerde, voorste concave uitsparing op de onderkant van het lichaam bezit, aangrenzend aan het zich in neerwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde; waarbij het 15 achterste deel een zich in opwaartse richting uitstrekkend convex uiteinde omvat, waarbij het achterste deel verder een voorwaarts gekeerde, achterste concave uitsparing aan de bovenkant van het lichaam bezit, aangrenzend aan het zich in opwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde; 20 waarbij het zich in neerwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde van het erosiebeheersingselement zodanig gevormd is en zodanige afmetingen heeft dat dit passend aangrijpt op en ineengrijpt met een achterste concave uitsparing van een tweede erosiebeheersingselement; en 25 waarbij het zich in opwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde van het erosiebeheersingselement zodanig gevormd is en zodanige afmetingen heeft dat dit passend aangrijpt op en ineengrijpt met een voorste concave uitsparing van een derde erosiebeheersingselement.

2. Het erosiebeheersingselement volgens conclu sie 1, waarbij het voorste deel en het achterste deel zich 1018036 volledig over het lichaam, tussen de tegengestelde zijden, uitstrekken.

3. Het erosiebeheersingselement volgens conclusie 2, waarbij het lichaam een bovenoppervlak bezit, 5 waarbij het voorste deel een onderoppervlak bezit, en waarbij het onderoppervlak van het erosiebeheersingselement gevormd is voor aanpassing aan een bovenoppervlak van het tweede erosiebeheersingselement.

4. Het erosiebeheersingselement volgens conclu- 10 sie 3, waarbij het lichaam een onderoppervlak bezit, waarbij het achterste deel een bovenoppervlak bezit, en waarbij het bovenoppervlak van het erosiebeheersingselement gevormd is voor aanpassing aan een onderoppervlak van het derde erosiebeheersingselement.

5. Het erosiebeheersingselement volgens conclu sie 4, waarbij de tegengestelde zijden parallel zijn.

6. Het erosiebeheersingselement volgens één der conclusie 1-6, waarbij het erosiebeheersingselement voornamelijk gemaakt is van een mengsel van Portlandcement en 20 een toeslagmateriaal gekozen uit de groep bestaande uit geëxpandeerde klei, kalksteenkorrels, fijn grind (pea-gra-vel) of ander geschikt vulmateriaal.

7. Het erosiebeheersingselement volgens één der conclusie 1-6, waarbij het voorste deel een bovenoppervlak 25 bezit dat de vorm heeft van een tegel, in hoofdzaak evenwijdig aan het onderoppervlak van de basis.

8. Het erosiebeheersingselement volgens één der conclusie 1-6, waarbij het voorste deel een bovenoppervlak bezit dat tredevormig is.

9. Het erosiebeheersingselement volgens één der conclusie 1-8, waarbij de tegengestelde zijden parallel zijn.

10. Een erosiebeheersingssysteem voor het beschermen van een flauw hellende kustlijn omvattend:

35 A) een aantal standaardelementen, waarbij elk van de standaardelementen omvat: een lichaam gevormd van in hoofdzaak zwaar materiaal, welk lichaam een basis met 1018085 een bodemoppervlak bezit dat gevormd is om contact te maken met een kustlijn, eerste en tweede tegengestelde zijden, een voorste deel en een achterste deel; waarbij het voorste deel een zich in neerwaartse richting uit-5 strekkend convex uiteinde omvat, waarbij het voorste deel voorts een voorste concave uitsparing bezit, aangrenzend aan het zich in neerwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde; waarbij het achterste deel een zich in opwaartse richting uitstrekkend convex uiteinde omvat, waarbij het 10 achterste deel verder een achterste concave uitsparing bezit, aangrenzend aan het zich in opwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde; waarbij het zich in neerwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde van elk erosiebeheersingselement zodanig gevormd is en zodanige 15 afmetingen heeft dat dit passend aangrijpt op en ineen- grijpt met een achterste concave uitsparing van een twee de, volgend standaardelement; en waarbij het zich in opwaartse richting uitstrekkende convexe uiteinde van het erosiebeheersingselement zodanig gevormd is en zodanige 20 afmetingen heeft dat dit passend aangrijpt op en ineen- grijpt met een voorste concave uitsparing van een derde standaardelement; B) een aantal beginelementen, waarbij elk van de beginelementen omvat: een lichaam gevormd van in hoofdzaak 25 zwaar materiaal, waarbij het lichaam een basis bezit met een bodemoppervlak dat gevormd is om contact te maken met een oever- of kustlijn, eerste en tweede tegengestelde zijden, een voorste gedeelte en een koppeldeel; waarbij het voorste gedeelte een fixatiegat bezit dat daardoorheen 30 gevormd is voor het opnemen van een fixatie-inrichting, en waarbij het koppeldeel een zich in opwaartse richting uitstrekkend convex uiteinde omvat, waarbij het koppeldeel verder een achterste concave uitsparing bezit, aangrenzend aan het zich in opwaartse richting uitstrekkende convexe 35 uiteinde van het koppeldeel; waarbij elk van de beginelementen geschikt zijn om aan de kustlijn bevestigd te worden middels een fixatie-inrichting die geschikt is om 1018085 door het fixatiegat heen te gaan en in het oppervlak waarop de beginelementen geplaatst moeten worden door te dringen, waarbij de beginelementen zodanig gericht zijn dat het koppeldeel van elk van de beginelementen naar een 5 waterlijn gericht kan worden en de eerste en tweede tegengestelde zijden van aangrenzende beginelementen in contact met elkaar zijn; en waarbij het voorste deel van elk van de standaardelementen op passende wijze in aangrijping op en ineengrijping met het koppeldeel van de beginelementen 10 worden gebracht, zodat de eerste en tweede tegengestelde zijden van aangrenzende standaardelementen in contact met elkaar zijn en de eerste en tweede tegengestelde zijden van de standaardelementen verzet gelegen zijn ten opzichte van de eerste en tweede tegengestelde zijden van de begin-15 elementen.

11. Het erosiebeheersingselement volgens conclusie 10, waarbij het voorste deel en het achterste deel zich tussen de tegengestelde zijden volledig over het lichaam uitstrekken.

12. Het erosiebeheersingselement volgens conclu sie 11, waarbij het lichaam een bovenoppervlak bezit, waarbij het voorste deel een onderoppervlak bezit, en waarbij het onderoppervlak van elk van de standaardelementen gevormd is voor aanpassing aan een bovenopppervlak van 25 het tweede standaardelement.

13. Het erosiebeheersingselement volgens conclusie 12, waarbij het lichaam een onderoppervlak bezit, waarbij het achterste deel een bovenoppervlak bezit, waarbij het bovenoppervlak van elk van de standaardelemen- 3. ten gevormd is voor aanpassing aan een onderoppervlak van het derde erosiebeheersingselement.

14. Het erosiebeheersingssysteem volgens conclusie 11, 12 of 13 waarbij het erosiebeheersingselement voornamelijk gemaakt is van een mengsel van Portlandcement 35 en een toeslagmateriaal gekozen uit de groep bestaande uit geëxpandeerde klei, kalksteenkorrels, fijn grind (pea-gra-vel) of ander geschikt vulmateriaal. 1018085

15. Het erosiebeheersingssysteem volgens één der conclusie 10-14, waarbij het voorste deel een bovenoppervlak bezit, dat gevormd is in de vorm van een tegel, in hoofdzaak evenwijdig aan het onderoppervlak van de basis.

16. Het erosiebeheersingssysteem volgens één der conclusie 10-14, waarbij het voorste deel een tredevormig bovenoppervlak bezit. 10180¾ o