NL1018010C2 - Combinatie van op elkaar stapelbare, uit vellen golfkarton gevouwen rechthoekige dozen en voor een dergelijke combinatie bestemde doos. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Combinatie van op elkaar stapelbare, uit vellen golfkarton gevouwen rechthoekige dozen en voor een dergelijke combinatie bestemde doos.

5 De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van op elkaar stapelbare, uit vellen golfkarton gevouwen rechthoekige dozen, die zijn voorzien van een bodem en ten opzichte van de bodem omhoog gevouwen zijwanden, waarbij de lengte van de lange zijwand van een eerste doos tenminste nagenoeg gelijk is aan tweemaal de lengte van de 10 korte zijwand van een tweede doos, terwijl de lengte van de korte zijwand van de eerste doos tenminste nagenoeg gelijk is aan de lengte van de lange zijwand van de tweede doos.

Dergelijke dozen worden reeds vele jaren in grote aantallen gebruikt voor het verpakken van producten, in het bijzonder groente en 15 fruit. In het algemeen wordt daarbij gebruik gemaakt van dozen met een drietal verschillende afmetingen van de bodemvlakken van de desbetreffende dozen, namelijk een eerste doos met een bodemvlak van 60 x 40 cm, een tweede doos met een bodemvlak van 40 x 30 cm en een derde doos met een bodemvlak van 30 x 20 cm. Deze afmetingen van de 20 bodemvlakken van de dozen zijn afgestemd op de afmeting van een zogenaamd europallet, welke een oppervlak heeft van 120 x 80 cm, aangezien de dozen veelal opgestapeld op een dergelijk europallet worden getransporteerd.

Dergelijke dozen moeten voldoende stevig zijn om tot op een 25 gewenste hoogte op elkaar te kunnen worden gestapeld zonder daarbij de kwaliteit en/of de houdbaarheid van de te verpakken producten, veelal verse groenten of fruit, nadelig te beïnvloeden.

De momenteel gebruikte dozen zijn in het algemeen voldoende stabiel om het mogelijk te maken dat dozen met dezelfde afmeting van 30 het bodemvlak op elkaar kunnen worden gestapeld. Anderzijds zijn de bovengeschetste afmetingen van de dozen ook geschikt om in een stapel dozen combinaties te vormen van een tweetal dozen met verschillende afmetingen van de bodemvlakken of een combinatie te vormen van een drietal, ieder een andere afmeting van het bodemvlak bezittende dozen. 35 Zo kan bijvoorbeeld een doos met een bodemvlak van 60 x 40 cm worden gecombineerd met een tweetal dozen met een bodemvlak 1018010 2 van 40 x 30 cm, waarbij de lange zijwanden van de laatstgenoemde dozen evenwijdig aan de korte zijwand van de eerstgenoemde doos worden opgesteld. Op soortgelijke wijze kan een doos met een bodemvlak van 40 x 30 cm worden gecombineerd met een tweetal dozen met een bodemvlak 5 van 30 x 20 cm.

De leverancier van de in de dozen opgenomen producten levert in het algemeen per pallet dozen met allen dezelfde afmeting van het bodemvlak. De afnemer wenst echter in vele gevallen voor verdere distributie de mogelijkheid te hebben om dozen met ver-10 schillende afmetingen van de bodemvlakken op een pallet te stapelen. De bestaande dozen zijn echter in het algemeen niet solide genoeg om een dergelijke stapeling van dozen met verschillende afmetingen van de bodemvlakken toe te staan. Dit wordt mede veroorzaakt, doordat bij de bekende uit golfkarton gevouwen dozen de golven in het golfkarton 15 evenwijdig verlopen aan de lange zijwanden van de dozen, terwijl in de bovenranden van deze lange zijwanden in het algemeen verhoudingsgewijs lange uitsparingen zijn aangebracht.

Met de uitvinding wordt beoogd aan bovengeschetste nadelen van de bekende dozen tegemoet te komen.

20 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de bovenranden van de lange zijwanden van de dozen over althans nagenoeg hun gehele lengte een rechtlijnig draagvlak vormen, terwijl de golven in het golfkarton in de bodem haaks op de lange zijwanden en aansluitend daarop in de lange zijwanden haaks op de bodem verlopen.

25 Door het doorlopend rechtlijnig verloop van de boveneinden van de lange zijwanden vormen deze lange zijwanden een goed draagvlak voor een daarop te stapelen verdere doos. Verder zijn deze zijwanden door het verticale verloop van de golven in deze lange zijwanden van een stevige opbouw in tegenstelling met het geval waarin de golven 30 zich evenwijdig aan de bovenranden van de lange zijwanden zouden uitstrekken.

Een verder voordeel is nog dat ook de bodem van de doos steviger is dan de bodem van een doos, waarin de golven van het golfkarton zich evenwijdig van de lange zijwanden uitstrekken.

35 Opgemerkt wordt, dat ofschoon in onderhavige aanvrage de uitvinding is uiteengezet aan de hand van een combinatie van een 1018010 3 drietal dozen met bodemmaten van 60 x 40 cm, 40 x 30 cm en 30 x 20 cm het duidelijk zal zijn, dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding ook combinaties met andere bodemmaten en/of combinaties met twee of meer dan drie dozen denkbaar zullen zijn.

5 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven combinatie van dozen volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont in perspectief een bovenaanzicht op een doos met een bodemmaat van 60 x 40 cm.

10 Figuur 2 toont de in figuur 1 weergegeven doos in perspectief in een ten opzichte van figuur 1 verdraaide stand.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht op een plano waaruit de in figuren 1 en 2 weergegeven doos kan worden gevouwen.

Figuur 4 toont in perspectief een bovenaanzicht op een doos 15 met een bodemvlak van 40 x 30 cm.

Figuur 5 toont de in figuur 4 weergegeven doos in perspectief in een ten opzichte van figuur 4 verdraaide stand.

Figuur 6 toont een bovenaanzicht op een plano waaruit een doos volgens figuren 4 en 5 kan worden gevouwen.

20 Figuur 7 toont in perspectief een bovenaanzicht op een doos met een bodemmaat van 30 x 20 cm.

Figuur 8 toont de in figuur 7 weergegeven doos in perspectief in een ten opzichte van figuur 7 verdraaide stand.

Figuur 9 toont een bovenaanzicht op een plano waaruit een 25 doos volgens figuren 7 en 8 kan worden gevouwen.

Figuur 10 toont een vooraanzicht op een pallet met een daarop gestapelde combinatie van dozen.

Figuur 11 toont een zijaanzicht op figuur 10.

Figuur 12 toont een vooraanzicht op een pallet met een 30 daarop gestapelde verdere combinatie van dozen.

Figuur 13 toont een zijaanzicht op figuur 12.

Zoals in het bijzonder uit het in figuur 3 weergegeven plano van de in figuren 1 en 2 afgebeelde doos 1 blijkt omvat de doos 1 een rechthoekige bodem 2 op de lange zijranden waarvan langs vouw-35 lijnen 3 lange zijwanden 4 aansluiten. Op de korte zijranden van de bodem 2 sluiten langs vouwlijnen 5a korte zijwanden 5 aan.

.1 01 801 0 4

Aan hun van de bodem 2 afgekeerde langsranden zijn de lange zijwanden 4 voorzien van een tweetal uitstekende oren 6. Ter hoogte van de vouwlijnen 3 zijn met de oren 6 overeenkomende zich gedeeltelijk in de bodem 2 en gedeeltelijk in de zijwanden 4 uitstrekkende 5 uitsparingen 7 aangebracht voor het bij op elkaar stapelen van dozen 1 opnemen van de oren 6.

Verder sluiten op de van de bodem 2 afgekeerde langsranden van de zijwanden 4 rechthoekige flappen 8 aan, die om vouwlijnen 9 ten opzichte van de zijwanden naar het inwendige van de doos om te vouwen 10 zijn om ter versterking van de zijwanden tegen de binnenzijden van de zijwanden 4 te worden gelijmd. In de weergegeven uitvoeringsvorm is daarbij de hoogte van de flappen 8 gelijk aan de hoogte van de zijwanden 4. Zoals verder uit figuur 3 duidelijk is zijn in de vrije langsranden van de flappen 8 nog uitsparingen 10 gevormd, die in de 15 samengestelde doos ter hoogte van de uitsparingen 7 komen te liggen.

Op de korte, zich haaks op de vouwlijn 3 uitstrekkende zijranden van de lange zijwanden 4 sluiten langs vouwlijnen verlengingen van de lange zijwanden 4 vormende uitstekende delen 11 aan, die door een tweetal zich evenwijdig aan de korte zijranden van de 20 zijwanden 4 uitstrekkende vouwlijnen 12 zijn onderverdeeld in een drietal delen. Zoals uit figuren 1 en 2 duidelijk zal zijn worden bij het opstellen van de doos 1 deze uitstekende delen 11 door vouwen om de vouwlijnen gevormd in driehoekige steunen 13, die zijn vastgelijmd aan de uiteinden van de lange zijwanden 4, terwijl de uiteinden van de 25 korte zijwanden 5 aan deze driehoekige steunen 13 zijn vastgelijmd.

Daarbij zijn de zich in de hoekpunten schuin tussen de korte en de lange zijwanden uitstrekkende delen van de steunen 13 voorzien van uitstekende oren 14.

Zoals reeds gezegd worden de dozen gevouwen uit een plano 30 van golfkarton, zodanig, dat de golvingen van het golfkarton zich loodrecht op de lange zijranden van de bodem 2 (vouwlijnen 3) uit strekken.

In de korte zijwanden 5 kunnen flappen 5b zijn uitgesneden met behulp van loodrecht op de randen van de zijwanden verlopende 35 snijlijnen, zodanig, dat de flappen 5b op de resterende delen van de flappen 5b aansluiten met zich evenwijdig aan de vouwlijnen 5a uit- 1018010 5 strekkende vouwlijnen 5c. De flappen 5b kunnen ter versterking van de zijwanden 5 tegen de zijwanden 5 worden omgevouwen en aan de zijwanden 5 worden vastgezet.

Nabij de hoekpunten van de bodem 2 zijn langwerpige 5 uitsparingen 15 aangebracht waarin bijvoorbeeld oren 14 van een overeenkomstige lager gelegen doos kunnen worden opgenomen. Zoals uit figuur 3 duidelijk zal zijn sluit de lengte-as van een uitsparing 15 daarbij een hoek van ongeveer 45° in met de randen van de bodem 2.

Nabij het midden van de korte randen van de bodem 2 zijn 10 met de uitsparingen 15 overeenkomende uitsparingen 16 en 17 aangebracht waarvan de langsassen eveneens een hoek van ongeveer 45° insluiten met de nabij gelegen zijrand 5a van de bodem 2, terwijl een in een hoekpunt gelegen uitsparing 15 en een het dichtst nabij gelegen uitsparing 16 resp. 17 zich tegengesteld schuin uitstrekken. Op 15 soortgelijke wijze zijn nabij het midden van de lange randen van de bodem 2 uitsparingen 18 en 19 aangebracht. Verder is in het midden van de bodem 2 een groep van soortgelijke uitsparingen 20 aangebracht. Zoals uit figuur 3 duidelijk zal zijn zijn zo in de bodem vier groepen van vier uitsparingen 15, 16, 18, 20; 15, 16, 19, 20; 15, 17, 19, 20 20 en 15, 17, 18, 20 gevormd. De uitsparingen van iedere groep liggen nabij de hoekpunten van een denkbeeldige vierhoek en strekken zich schuin op de zijranden van deze denkbeeldige vierhoek uit op soortgelijke wijze als de vier uitsparingen 15 in de hoekpunten van de bodem 2.

25 De in figuren 4-6 weergegeven tweede doos 21 heeft in hoofdzaak dezelfde opbouw als de in figuren 1-3 weergegeven doos, met dat verschil, dat de bodemmaat van de doos 21 40 x 30 cm is. Met de onderdelen van de doos 1 overeenkomende onderdelen van de doos 21 zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers als gebruikt in figuren 1-3 30 met de toevoeging van een accentteken. Een herhaling van de be schrijving van de opbouw van doos 21 zal gezien de hierboven gegeven beschrijving van de doos 1 verder overbodig zijn.

Zoals echter in deze figuren is weergegeven kan, indien gewenst, een flap 8’ zich ook over slechts een deel van de hoogte van 35 een zijwand uitstrekken. Verder is het, zoals afgebeeld, mogelijk een korte zijwand zonder versterkingsflap uit te voeren.

1 018 01 0 6

Verder zijn bij deze uitvoering de oren 6 en de uitsparingen 7 en 10 vervallen terwijl nabij de middens van de vouwlijnen 5a’ met de uitsparingen 7 overeenkomende uitsparingen V zijn aangebracht.

5 De uitvoering van de in de figuren 7-9 weergegeven derde doos 22 komt in hoofdzaak overeen met de uitvoering van doos 21 en met onderdelen van de doos 21 overeenkomende onderdelen van de doos 31 zijn dan ook aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers met dubbel accentteken in plaats van enkel accentteken. Zoals daarbij in het 10 bijzonder uit figuur 9 duidelijk zal zijn zijn bij deze kleinste van de drie dozen met een bodemmaat van 30 x 20 cm uitsluitend de nabij de hoekpunten van de doos 1” aangebrachte uitsparingen 15” in de bodem 2” aangebracht, terwijl de overige in de bodem 2 resp. 2’ aangebrachte uitsparingen ontbreken.

15 Zoals uit de figuren 9-12 duidelijk zal zijn kunnen de hierboven beschreven dozen op meerdere manieren op elkaar worden gestapeld. Zo kan bovenop een doos 1 een tweetal dozen 21 naast elkaar worden opgesteld, zodanig, dat de lange zijwanden 4’ van de dozen 21 zich evenwijdig aan de korte zijwanden 5 van de lange doos uit-20 strekken. Daarbij rusten de dozen 21 op de bovenranden van de lange zijwanden 4 van de doos 1. De uitstekende oren 6 aan de lange zijwanden 4 van de doos 1 steken daarbij in in de bodem V en lange zijwanden 4’ van de doos 21 aangebrachte uitsparingen 7*. Verder steken de bij de driehoekige steunen 13 gelegen oren 14 van de doos 1 25 zich uit in de in de bodem 2’ van de doos 21 aangebrachte uitsparingen 15’, zodat de dozen tegen verschuiving ten opzichte van elkaar geborgd zijn.

Een doos 1 kan echter ook bovenop een tweetal naast elkaar geplaatste dozen 21 worden geplaatst waarbij de uitstekende oren 14 30 van de ene doos 21 in de uitsparingen 15 en 19 en de uitstekende oren 14 van de andere doos 21 in de uitsparingen 15 en 18 van de doos 1 komen te liggen.

Op soortgelijke wijze is het mogelijk om een tweetal van de kleinste dozen 22 bovenop een doos 21 te stapelen, zodanig, dat de 35 lange zijden 4” van de doos 22 zich evenwijdig uitstrekken aan de korte zijden 5’ van de doos 21. Daarbij komen de nabij de hoekpunten 1018010 7 van de doos 21 gelegen uitstekende oren 14’ te liggen in de in de bodem 2” aangebrachte uitsparingen 15” van de doos 22. Ook is het mogelijk om een doos 21 te stapelen op een tweetal naast elkaar opgestelde dozen 22 waarbij de in de hoekpunten van de dozen 22 5 gelegen uitstekende oren 14 komen te liggen in de uitsparingen 15 en 19 resp. 15 en 18.

Bovenop een viertal dozen 21 kan een doos 1 worden geplaatst waarbij de uitstekende oren 14” van de dozen 21 worden geplaatst in de uitsparingen 15, 16, 17, 18, 19 en 20 van de doos 1.

10 Het zal duidelijk zijn, dat er zo vele stapelmogelijkheden gegeven zijn.

Zoals verder uit figuren 10-13 blijkt kunnen de zijwanden 4, 4’ resp. 4” evenals de zijwanden 5, 5’ resp. 5” iedere gewenste hoogte hebben.

15 Indien gewenst kunnen op de open bovenzijde van de hier boven beschreven dozen deksels worden aangebracht, die zullen zijn voorzien van uitsparingen voor de doorvoer van de hierboven beschreven nokken 14, zodat deze beschikbaar blijven voor het onderling ten opzichte van elkaar stabiliseren van op elkaar gestapelde dozen.

20 In plaats van de driehoekige structuur 13 kan men de uitstekende delen 11 van lange zijwanden vlak tegen de desbetreffende zijwanden aanvouwen of tegen de buitenzijden van de korte zijwanden lijmen. Zo zijn er binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding door de vakman variaties op de bovenbeschreven uitvoerings- 25 vorm denkbaar.

1 o 1 s o 1 0

Claims (8)

1. Combinatie van op elkaar stapelbare, uit vellen golfkarton gevouwen rechthoekige dozen, die zijn voorzien van een bodem en ten 5 opzichte van de bodem omhoog gevouwen zijwanden, waarbij de lengte van de lange zijwanden van een eerste doos tenminste nagenoeg gelijk is aan tweemaal de lengte van de korte zijwanden van een tweede doos, terwijl de lengte van de korte zijwanden van de eerste doos tenminste nagenoeg gelijk is aan de lengte van de lange zijwanden van de tweede 10 doos, met het kenmerk, dat de bovenranden van de lange zijwanden van de dozen over althans nagenoeg hun gehele lengte een rechtlijnig draagvlak vormen, terwijl de golven in het golfkarton in de bodem haaks op de lange zijwanden en aansluitend daarop in de lange zijwanden haaks op de bodem verlopen.

2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de combinatie een derde doos omvat waarbij de lengte van lange zijwanden van de tweede doos tenminste nagenoeg gelijk is aan tweemaal de lengte van de korte zijwanden van de derde doos, terwijl de lengte van de korte zijwanden van de tweede doos tenminste nagenoeg gelijk is aan de 20 lengte van de lange zijwanden van de derde doos.

3. Combinatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat op de bovenrand van een zijwand een flap aansluit, die langs een vouwlijnen ten opzichte van de zijwand is omgevouwen en aanliggend tegen de zijwand aan de zijwand is vastgelijmd.

4. Combinatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de hoogte van een flap tenminste nagenoeg gelijk is aan de hoogte van een bijbehorende zijwand.

5. Combinatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoogte van een korte zijwand van een doos over althans 30 een deel van zijn lengte kleiner is dan de hoogte van een lange zijwand van een doos.

6. Combinatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de uiteinden van een lange zijwand van een doos verlengingen aansluiten, die in driehoekvorm zijn gevouwen en met een 35 uiteinde zijn gehecht aan de binnenzijde van de desbetreffende lange 1018010 zijwand, terwijl de uiteinden van de korte zijwanden aan deze driehoekige steunstukken zijn gehecht.

7. Doos kennelijk bestemd voor toepassing bij een combinatie volgens een der voorgaande conclusies.

8. Plano, kennelijk bestemd voor het vormen van een doos volgens conclusie 7. - 1 o 1 s o 1 0