NL1017763C2 - Schuifdak en werkwijze voor het openen en sluiten van zo een schuifdak. - Google Patents

Description

Schuifdak en werkwijze voor het openen en sluiten van zo een schuifdak

De uitvinding betreft een schuifdak. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het openen en sluiten van zo een schuifdak.

5

Bekend zijn schuifdaken voor serres, overkappingen, atriums en dergelijke. Deze beweegbare daken zijn meestal opgebouwd uit een dakraamwerk met geleidingen en een aantal beweegbare schotten, zie bijvoorbeeld EP 0612895 of US 6,138,417. De schotten zijn veelal ramen voorzien van glas voor het doorlaten van daglicht. Het schuiven van de 10 schotten geschiedt meestal middels kabels en katrollen.

Door het ontbreken van voldoende sterke, slanke, goedgeïsoleerde liggers, zijn bij bekende schuifdaken grote overspanningen niet haalbaar, is de toepassing van (zwaar) veiligheidsisolatieglas niet mogelijk, zijn deze daken niet goed geïsoleerd, en is de lichttoetreding niet optimaal. De aandrijfkabels gaan na verloop van tijd oprekken. 15 Bovendien is er bij kabelaandrijving geen directe aandrijving van de schotten c.q. ramen zowel tijdens het openen als tijdens het sluiten van het dak, en zijn de posities van de beweegbare schotten derhalve niet steeds precies bepaald.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een schuifdak dat voldoet aan 20 elk van de volgende eisen: wind- en waterdicht, hoge isolatiewaarde, grote lichttoetreding, mechanisch voldoende sterk zodat grote overspanningen mogelijk zijn en grote en zware ramen met veiligheidsisolatieglas kunnen worden toegepast, bedrijfszeker waarbij de posities van de beweegbare schotten steeds precies bepaald zijn, voldoende aandrijfVermogen voor het schuiven van de beweegbare delen zodat relatief grote 25 dakhellingen mogelijk zijn, korte open- en sluittijden, weggewerkte aandrijfcomponenten en geleidingsconstructies.

De uitvinding verschaft daartoe een schuifdak, welk schuifdak omvat: een eerste raamwerk voorzien van eerste opneemruimtes voor het geleidend ontvangen van ten minste één ten opzichte van het eerste raamwerk beweegbaar plaatvormig deel, 30 en ten minste één spindelaandrijving voor het bewegen van het plaatvormig deel.

Door het gebruik van de spindelaandrijving is de beweging van het plaatvormig deel zeer goed te controleren. Door de directe sliploze aandrijving middels een vrijwel rek- en 2 kruipvrije draadspindelstang is de positie van het plaatvormig deel steeds precies bepaald, zowel tijdens het openen als tijdens het sluiten van het schuifdak. Bovendien is een draadspindelstang veel sterker dan een kabel, waardoor grotere dakhellingen mogelijk zijn en zwaardere schotten c.q. ramen, bijvoorbeeld voorzien van (zwaar) 5 veiligheidsisolatieglas, kunnen worden toegepast.

In een voorkeursuitvoering van een schuifdak volgens de uitvinding omvat het plaatvormig deel: een tweede raamwerk, en 10 - een in het tweede raamwerk aangebrachte, ten minste gedeeltelijk lichtdoorlatende plaat, bij voorkeur een veiligheidsisolatieglasplaat.

De toepassing van veiligheidsisolatieglas levert een schuifdak op met een hoge isolatiewaarde dat tevens veiliger is dan bekende schuifdaken.

15 Bij voorkeur omvat de spindelaandrijving een elektromotor. De elektromotor kan afstandsbediend en elektronisch geregeld zijn zodat de beweging van het aangedreven schot c.q. raam geheel gecontroleerd en beveiligd kan worden. Daarbij kan de spindelaandrijving een draadspindel omvatten met een bij voorkeur 4- tot 8-gangige, bij nadere voorkeur 6-gangige, bewegingsschroefdraad met een spoed van bij voorkeur 10 tot 50 mm per 20 omwenteling, bij nadere voorkeur 25 tot 35 mm per omwenteling. Door de grote spoed kan het schuifdak in betrekkelijk korte tijd geopend of gesloten worden, waarbij relatief grote krachten kunnen worden opgenomen door het grote aantal gangen zodat zware schotten c.q. ramen kunnen worden toegepast.

25 In een voorkeursuitvoering van een schuifdak volgens de uitvinding omvat het eerste raamwerk een eerste profieldeel waarbij in het eerste profieldeel ten minste één eerste isolerend element is verwerkt, bij voorkeur een eerste kunststof strip. Zo worden koudebruggen vermeden en het eerste raamwerk is op deze wijze beter geïsoleerd. Bij voorkeur omvat het tweede raamwerk een tweede profieldeel waarbij in het tweede 30 profieldeel ten minste één tweede isolerend element is verwerkt, bij voorkeur een tweede kunststof strip. De beweegbare ramen zijn dan ook beter geïsoleerd, hetgeen de totale isolatiewaarde van het gehele schuifdak verder verhoogt. Bij voorkeur zijn de doorsneden van het eerste en het tweede profieldeel in hoofdzaak gelijk aan de in Fig. 2 weergegeven 3 doorsneden van de profieldelen 11,12. Deze profieldelen zijn zowel sterk als slank als ook goedgeïsoleerd, hetgeen grote overspanningen en toepassing van grote ramen met (zwaar) veiligheidsisolatieglas mogelijk maakt, waarbij het schuifdak tevens goedgeïsoleerd is en een grote lichttoetreding mogelijk is.

5

In een voorkeursuitvoering van een schuifdak volgens de uitvinding is het eerste raamwerk voorzien van een tweede opneemruimte voor het ontvangen van ten minste een eerste deel van de spindelaandrijving, en het tweede raamwerk voorzien van een derde opneemruimte voor het ontvangen van ten minste een tweede deel van de spindelaandrijving. Op deze 10 wijze kunnen de onderdelen van de spindelaandrijving uit het zicht worden weggewerkt in de schuifdakconstructie hetgeen een rustiger en fraaier aanzien van het schuifdak geeft.

De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het openen en sluiten van een schuifdak volgens de uitvinding, omvattende de stap: 15 A. het bewegen van het plaatvormig deel ten opzichte van het eerste raamwerk middels de spindelaandrijving.

Door het gebruik van de directe sliploze spindelaandrijving is de beweging van het plaatvormig deel zeer goed te controleren en is de positie van het plaatvormig deel steeds precies bepaald, zowel tijdens het openen als tijdens het sluiten van het schuifdak. 20 Bovendien kan de spindelaandrijving grote krachten leveren waardoor grote dakhellingen mogelijk zijn en beweegbare ramen voorzien van (zwaar) veiligheidsisolatieglas kunnen worden toegepast. Bij voorkeur worden meerdere plaatvormige delen middels een enkele spindelaandrijving bewogen. Dit heeft als voordeel, naast een reductie van het benodigde aantal onderdelen voor de aandrijving, dat de onderlinge posities van deze plaatvormige 25 delen en het eerste raamwerk, tijdens het openen en sluiten van het schuifdak, steeds bepaald zijn.

De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld.

30 Fig. 1 toont daartoe een perspectivisch bovenaanzicht op een voorkeursuitvoering van een schuifdak volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een gedeelte van een doorsnede van een voorkeursuitvoering van een schuifdak volgens de uitvinding.

- /*·*.

4

Fig. 1 toont een schuifdak 1 opgebouwd uit een dakframe 2 met twee secties 3,3’ niet per sectie 3,3’ een vast raam 4,4’ een beweegbaar middenraam 5,5’ en een beweegbaar onderraam 6,6’. Middels een kortere draadspindel 7 en een langere draadspindel 8 kan het beweegbare middenraam 5 respectievelijk onderraam 6 verschoven worden. De 5 draadspindels 7,8 worden aangedreven door een enkele elektromotor (niet getoond) die uit het zicht is weggewerkt in het dakframe 2. Zo kunnen de beweegbare ramen 5,6 tegelijk verschoven worden, waarbij de posities onderling en ten opzichte van het dakframe 2 steeds vast liggen. Daarbij is de draaisnelheid van de langere draadspindel 8 twee keer zo groot als die van de kortere draadspindel 7, zodat het onderraam 6 zich twee keer zo snel verplaatst 10 als het middenraam 5. Bij het openen en sluiten van het schuifdak 1 bereiken het middenraam 5 en het onderraam 6 tegelijkertijd de uiterste open respectievelijke dichte standen. En bij gedeeltelijk open staan van het schuifdak 1, geeft dit een geregeld, fraai beeld. Voorts zijn de ramen 4,5,6 voorzien van glas 9, bijvoorbeeld 6-15-4.4.2 veiligheidsisolatieglas waardoor de veiligheid en de isolatiewaarde van het schuifdak 1 15 groot zijn.

Fig. 2 geeft een gedeeltelijke doorsnede 10 van het schuifdak 1 met een E-profieldeel 11 en raamprofieldelen 12 welke door de aanvrager speciaal ontwikkeld zijn voor het dakframe 2 respectievelijk de ramen 4,5,6. Het E-profieldeel 11 is relatief slank en heeft een groot 20 weerstandsmoment, het is voorzien van opneemruimtes 13 voor het geleidend ontvangen van de beweegbare ramen 5,6, en het omvat meerdere isolerende kamers 14 en kunststof isolatiestrips 15. De raamprofielen 12 omvatten eveneens isolerende kamers 14’ en kunststof isolatiestrips 15’.

25 Bijzondere kenmerken en voordelen van een dergelijk schuifdak 1 zijn onder andere: de directe (elektrische) spindelaandrijving; de aandrijving per afzonderlijk beweegbaar raam 5,6; de aandrijving van meerdere draadspindels 7,8 en ramen 5,6 door één elektromotor; de vastliggende relatieve posities van de beweegbare ramen 5,6 en het dakframe 2; 30 - het veiligheidsisolatieglas 9 in de ramen 4,5,6; de isolerende kamers 14,14’ en kunststof isolatiestrips 15,15’ zowel in het E-profieldeel 11 van het dakframe 2 als in de raamprofieldelen 12; de door de aanvrager ontworpen, slanke, sterke en goedgeïsoleerde profieldelen 11,12; 5 de mogelijkheid de beweging van de beweegbare ramen 5,5’,6,6’ volledig te controleren; de hoge isolatiewaarde, de afwezigheid van koudebruggen en het bijgevolg uitblijven van ongewenste condensvorming; 5 - de haalbaarheid van grote overspanningen; de optimale lichttoetreding, en de geheel in de constructie weggewerkte onderdelen van de aandrijving.

Verder noemen we nog als niet-beperkende voorbeelden het gebruik van een schuifdak 10 volgens de uitvinding of een werkwijze voor het openen en sluiten van zo een schuifdak, bij serres, kassen, overkapte winkelpromenades, terrassen, atria en gedeeltes van vaste daken.

Claims (12)

1. Schuifdak, welk schuifdak omvat: een eerste raamwerk voorzien van eerste opneemruimtes voor het geleidend ontvangen 5 van ten minste één ten opzichte van het eerste raamwerk beweegbaar piaatvormig deel, en ten minste één spindelaandrijving voor het bewegen van het plaatvormig deel.

2. Schuifdak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatvormig deel omvat: een tweede raamwerk, en 10. een in het tweede raamwerk aangebrachte, ten minste gedeeltelijk lichtdoorlatende plaat, bij voorkeur een veiligheidsisolatieglasplaat.

3. Schuifdak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de spindelaandrijving een elektromotor omvat.

4. Schuifdak volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de 15 spindelaandrijving een draadspindel met een bij voorkeur 4- tot 8-gangige, bij nadere voorkeur 6-gangige, bewegingsschroefdraad met een spoed van bij voorkeur 10 tot 50 mm per omwenteling, bij nadere voorkeur 25 tot 35 mm per omwenteling, omvat.

5. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste raamwerk een eerste profieldeel omvat waarbij in het eerste profieldeel ten minste één 20 eerste isolerend element is verwerkt, bij voorkeur een eerste kunststof strip.

6. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede raamwerk een tweede profieldeel omvat waarbij in het tweede profieldeel ten minste één tweede isolerend element is verwerkt, bij voorkeur een tweede kunststof strip.

7. Schuifdak volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de doorsnede van het eerste 25 profieldeel in hoofdzaak gelijk is aan de in Fig. 2 weergegeven doorsnede van profieldeel 11. Schuifdak volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de doorsnede van het tweede profieldeel in hoofdzaak gelijk is aan de in Fig. 2 weergegeven doorsnede van profieldeel 12.

8. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste raamwerk is voorzien van een tweede opneemruimte voor het ontvangen van ten minste een eerste deel van de spindelaandrijving.

9. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede raamwerk is voorzien van een derde opneemruimte voor het ontvangen van ten minste een tweede deel van de spindelaandrijving.

10. Werkwijze voor het openen en sluiten van een schuifdak volgens één der 5 voorgaande conclusies, omvattende de stap: A. het bewegen van het plaatvormig deel ten opzichte van het eerste raamwerk middels de spindelaandrijving.

11. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat meerdere plaatvormige delen middels een enkele spindelaandrijving worden bewogen.

12. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de onderlinge posities van meerdere plaatvormige delen en het eerste raamwerk steeds bepaald zijn.