NL1017653C2 - Rookgasafvoerstelsel met koppelorgaan. - Google Patents
Rookgasafvoerstelsel met koppelorgaan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1017653C2 NL1017653C2 NL1017653A NL1017653A NL1017653C2 NL 1017653 C2 NL1017653 C2 NL 1017653C2 NL 1017653 A NL1017653 A NL 1017653A NL 1017653 A NL1017653 A NL 1017653A NL 1017653 C2 NL1017653 C2 NL 1017653C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- flue gas
- gas discharge
- coupling member
- pipe
- cap
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23L—SUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
- F23L17/00—Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
- F23L17/02—Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
- F23L17/14—Draining devices
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23L—SUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
- F23L17/00—Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
- F23L17/02—Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23L—SUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
- F23L17/00—Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
- F23L17/02—Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
- F23L17/12—Devices for fastening the top or terminal to chimney, shaft, or flue
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2213/00—Chimneys or flues
- F23J2213/30—Specific materials
- F23J2213/301—Specific materials flexible
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2213/00—Chimneys or flues
- F23J2213/50—Top cover
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Exhaust Silencers (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
Description
AO 0-50250/WDE/TL
Titel: Rookgasafvoerstelsel met koppelorgaan
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het afvoeren van rookgassen, omvattende een rookgasafvoerbuis en een rookgasafvoerkap, waarbij een bovenuiteinde van de raokgasafvoerbuis door middel van verbindingsmiddelen is verbonden met een onder-5 uiteinde van de rookgasafvoerkap.
Een dergelijk stelsel is in de praktijk bekend, en is bijvoorbeeld bestemd voor het afvoeren van rookgassen die van een verwarmingsketel afkomstig zijn. Hierbij heeft de rookgasafvoerbuis doorgaans een verticale oriëntatie, en strekt zich uit door een dak 10 van een gebouw waarin de verwarmingsketel is opgesteld, om de rookgassen naar buiten af te voeren. Teneinde inregenen van de rookgasafvoerbuis tegen te gaan, is op het vrije bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis een rookgasafvoerkap gemonteerd.
De rookgasafvoerkap dient enerzijds om inregenen van de rook-15 gasafvoerbuis tegen te gaan en anderzijds om rookgassen af te voeren. De rookgasafvoerkap omvat derhalve zowel afschermende delen voor het afschermen van het bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis als openingen voor het doorlaten van rookgassen. Door genoemde openingen kan regenwater toch in de rookgasafvoerkap terechtkomen, 20 zij het in geringe mate. Bovendien kan condenswater op inwendige delen van de rookgasafvoerkap neerslaan. Teneinde water uit de rookgasafvoerkap op te vangen en af te voeren, omvat het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap doorgaans een ringvormig water-afvoerelement. Genoemd waterafvoerelement kan daarbij een integraal 25 onderdeel van de rookgasafvoerkap zijn, maar kan ook een apart onderdeel zijn dat met de overige onderdelen van de rookgasafvoerkap is verbonden, zoals bijvoorbeeld bekend is uit NL 10 14 235.
Ten behoeve van de montage van de rookgasafvoerkap op het bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis is het waterafvoerelement 30 doorgaans voorzien van axiaal georiënteerde uitstekende gedeeltes, waarin radiale gaten zijn aangebracht. De uitstekende gedeeltes zijn gelegen op een denkbeeldige ring met een binnendiameter die enigszins groter is dan de diameter van de rookgasafvoerbuis.
Wanneer het waterafvoerelement op het bovenuiteinde van de rookgas- 11017653e 2 afvoerbuis wordt geplaatst, bevinden de uitstekende gedeeltes zich rondom de rookgasafvoerbuis. Het waterafvoerelement wordt dan op de rookgasafvoerbuis vastgezet door middel van schroeven die door de gaten in de uitstekende gedeeltes en de buiswand van de rookgas-5 afvoerbuis worden gedraaid. Doorgaans is het waterafvoerelement voorzien van drie uitstekende gedeeltes met gaten, zodat het waterafvoerelement op drie plaatsen op de rookgasafvoerbuis kan worden vastgezet.
Een probleem dat zich bij de montage van bekende rookgasafvoer-10 stelsels voordoet, is dat het een tijdrovend proces is om het waterafvoerelement door middel van schroeven aan het bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis te verbinden.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een nieuw stelsel voor het afvoeren van rookgassen, waarbij het 15 genoemde probleem is geëlimineerd of althans verminderd.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding wordt de montage van een stelsel voor het afvoeren van rookgassen vereenvoudigd, doordat de verbindingsmiddelen een ringvormig koppel-orgaan omvatten, waarbij ten minste één van het koppelorgaan en het 20 bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis is voorzien van ten minste één in hoofdzaak radiaal gerichte buisverbindingsnok en de ander van het koppelorgaan en het bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis is voorzien van een uitsparing voor het opnemen van de buisverbindingsnok.
25 Een rookgasafvoerstelsel volgens de uitvinding omvat een koppelorgaan, dat dient voor de verbinding tussen het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap en het bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis. Bij de montage van een rookgasafvoerstelsel volgens de uitvinding wordt een klikverbinding tot stand gebracht tussen het 30 koppelorgaan en het bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis. Ten behoeve van een dergelijke verbinding is bij voorkeur het koppelorgaan voorzien van de buisverbindingsnok en de rookgasafvoerbuis van de uitsparing voor het opnemen van de buisverbindingsnok.
Het verbinden van het waterafvoerelement aan het bovenuiteinde 35 van de rookgasafvoerbuis kost bij het rookgasafvoerstelsel volgens de uitvinding aanmerkelijk minder tijd dan bij een bekend rookgasafvoerstelsel, omdat het tot stand brengen van een klikverbinding minder tijd kost dan het tot stand brengen van een schroefverbinding .
1017693* 3
In een voordelige uitvoeringsvorm van het rookgasafvoerstelsel volgens de uitvinding kan eveneens een klikverbinding tussen het koppelorgaan en het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap tot stand worden gebracht. Hiertoe is ten minste één van het koppelorgaan en 5 het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap voorzien van ten minste één in hoofdzaak radiaal gerichte kapverbindingsnok en de ander van het koppelorgaan en het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap van een uitsparing voor het opnemen van de kapverbindingsnok. Bij voorkeur is het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap voorzien van 10 de kapverbindingsnok en het koppelorgaan van de uitsparing voor het opnemen van de kapverbindingsnok.
De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een koppelorgaan dat is bestemd om een verbinding tussen een boven-15 uiteinde van een rookgasafvoerbuis en een onderuiteinde van een rookgasafvoerkap tot stand te brengen.
De genoemde en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de 20 hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een rookgasafvoerstelsel volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 een onderaanzicht toont van een waterafvoerelement volgens 25 een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede toont van het in figuur 1 getoonde waterafvoerelement; figuur 3 een dwarsdoorsnede toont van een bovenuiteinde van een rookgasafvoerbuis volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de 30 uitvinding; figuur 4 een langsdoorsnede toont van het in figuur 3 getoonde bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis; figuur 5 een perspectivisch aanzicht toont van een koppelorgaan volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; 35 figuur 6 een bovenaanzicht toont van het in figuur 5 getoonde koppelorgaan; en figuur 7 een vooraanzicht toont van het in figuur 5 getoonde koppelorgaan .
1017653* 4
Figuren 1 en 2 tonen een waterafvoerelement volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Het waterafvoerelement is in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 10.
Het waterafvoerelement 10 omvat een gasgeleidingsbuis 11 en een 5 ringvormige, in hoofdzaak radiaal georiënteerde schotel 12 waarvan de binnenomtrek aansluit op het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 11. In dit voorbeeld vormen de gasgeleidingsbuis 11 en de schotel 12 één integraal geheel. In figuur 2 is getoond dat de schotel 12 een schuine oriëntatie heeft ten opzichte van de hartlijn 10 van de gasgeleidingsbuis 11.
Het waterafvoerelement 10 is bestemd om deel uit te maken van een rookgasafvoerkap en dient in gemonteerde toestand om water dat zich in de rookgasafvoerkap bevindt, op te vangen en af te voeren.
Bij de getoonde uitvoeringsvorm van het waterafvoerelement 10 zijn 15 beide zijden geschikt om te worden verbonden met de overige onderdelen van de rookgasafvoerkap. De keuze aangaande welke zijde van het waterafvoerelement 10 met de overige onderdelen van de rookgasafvoerkap dient te worden verbonden, wordt bepaald door de gewenste oriëntatie van de schotel 12 ten opzichte van genoemde 20 overige onderdelen.
Overeenkomstig de onderhavige uitvinding is het waterafvoerelement 10 bestemd om te worden verbonden met enerzijds de overige onderdelen van de rookgasafvoerkap en anderzijds een koppelorgaan, dat op zijn beurt dient te worden verbonden met een rookgasafvoer-25 buis. Het feit dat het waterafvoerelement 10 in twee verschillende posities met de overige onderdelen van de rookgasafvoerkap kan worden verbonden, brengt met zich mee dat het waterafvoerelement 10 tevens geschikt dient te zijn om in de twee verschillende posities met het koppelorgaan te kunnen worden verbonden. Daarom zijn beide 30 zijden van het waterafvoerelement 10 voorzien van in hoofdzaak axiaal georiënteerde uitstekende gedeeltes 13, die elk een kap-verbindingsnok 14 omvatten. Eén zijde van het uitstekende gedeelte 13 vormt een aanslag 15 die een rol speelt bij het onderling positioneren van het waterafvoerelement 10 en het koppelorgaan, 35 voordat de verbinding tussen het waterafvoerelement 10 en het koppelorgaan tot stand wordt gebracht. Bij deze uitvoeringsvorm omvat de kapverbindingsnok 14 een in tangentiële richting oplopend vlak 41.
In dit voorbeeld omvat elke zijde van het waterafvoerelement 10 40 drie uitstekende gedeeltes 13. Dit aantal is niet kritisch; er 1017653« 5 kunnen ook minder of meer uitstekende gedeeltes 13 zijn verschaft.
De uitstekende gedeeltes 13 zijn bij voorkeur regelmatig verdeeld over de omtrek van de gasgeleidingsbuis 11 opgesteld, zoals is getoond in figuur 1.
5 Het getoonde waterafvoerelement 10 is bestemd om deel uit te maken van een rookgasafvoerkap, en daarbij met de overige onderdelen van de rookgasafvoerkap te worden verbonden. Een andere (niet-getoonde) mogelijkheid is, dat het waterafvoerelement 10 een integraal onderdeel van de rookgasafvoerkap is.
10
Figuren 3 en 4 tonen een bovenuiteinde van een rookgasafvoerbuis volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. De rookgasafvoerbuis is in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 20, en het bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis 15 20 is in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 21.
Het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20 is voorzien van een aantal uitsparingen 22. In het getoonde voorbeeld zijn de uitsparingen 22 gevormd als vierkante gaten, die bijvoorbeeld door middel van stansen in de rookgasafvoerbuis 20 zijn aangebracht. De 20 uitsparingen 22 zouden bijvoorbeeld ook kunnen zijn gevormd als verdiepingen in het buitenoppervlak van de rookgasafvoerbuis 20.
Bij deze uitvoeringsvorm omvat de rookgasafvoerbuis 20 drie uitsparingen 22. Dit aantal is niet kritisch; er kunnen ook minder of meer uitsparingen 22 zijn verschaft. De uitsparingen 22 zijn bij 25 voorkeur regelmatig verdeeld over de omtrek van de rookgasafvoerbuis 20 aangebracht, zoals is getoond in figuur 3.
Figuren 5, 6 en 7 tonen een koppelorgaan volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Het koppelorgaan is in zijn 30 algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 30.
Het koppelorgaan 30 is ringvormig en dient voor het tot stand brengen van een verbinding tussen het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20 en het waterafvoerelement 10. Het koppelorgaan 30 is derhalve geschikt om te worden verbonden met enerzijds genoemd 35 bovenuiteinde 21 en anderzijds genoemd waterafvoerelement 10.
Ten behoeve van de verbinding met het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20 is het binnenoppervlak van het koppelorgaan 30 voorzien van buisverbindingsnokken 31, die zich in hoofdzaak in 40 radiale richting uitstrekken.
É017653· 6
In het getoonde voorbeeld omvat het koppelorgaan 30 drie buis-verbindingsnokken 31. Dit aantal is niet kritisch; er kunnen ook minder of meer buisverbindingsnokken 31 zijn verschaft. Hierbij geldt, dat het aantal buisverbindingsnokken 31 is afgestemd op het 5 aantal uitsparingen 22 in het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20. De buisverbindingsnokken 31 zijn bij voorkeur regelmatig verdeeld over de omtrek van het koppelorgaan 30 aangebracht, zoals is getoond in figuur 6.
De afmetingen en de posities van de buisverbindingsnokken 31 10 zijn afgestemd op de afmetingen en de posities van de uitsparingen 22 in het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20. De verbinding tussen genoemd uiteinde 21 en het koppelorgaan 30 kan op eenvoudige wijze tot stand worden gebracht door het koppelorgaan 30 over een bepaalde afstand over het bovenuiteinde 21 van de rookgas-15 afvoerbuis 20 te schuiven, totdat de buisverbindingsnokken 31 ingrijpen in de uitsparingen 22.
In dit voorbeeld zijn de buisverbindingsnokken 31 aan weerszijden voorzien van in tangentiële richting oplopende vlakken 42, 43. Daarenboven zijn de buisverbindingsnokken 31 voorzien van 20 een in axiale richting oplopend vlak 44. Een dergelijke vormgeving van de buisverbindingsnokken 31 is van voordeel bij het tot stand brengen van de verbinding tussen het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20 en het koppelorgaan 30, omdat de oplopende vlakken 42, 43, 44 het ingrijpen van de buisverbindingsnokken 31 in de 25 uitsparingen 22 vergemakkelijken.
Ten behoeve van de verbinding met het waterafvoerelement 10 omvat het koppelorgaan 30 uitsparingen 32 die zijn bestemd voor het opnemen van de kapverbindingsnokken 14 die zich bevinden op de 30 uitstekende gedeeltes 13 van het waterafvoerelement 10.
Bij de getoonde uitvoeringsvorm van het koppelorgaan 30 zijn de uitsparingen 32 aangebracht in opneemgedeeltes 33 waarvan de buitenomtrek op grotere radiale afstand van de hartlijn van het koppelorgaan 30 is gelegen dan van de overige gedeeltes van het koppel-35 orgaan 30. Nabij de uitsparingen 32 zijn opneemopeningen 34 in de vorm van U-vormige uitsparingen in de opneemgedeeltes 33 aangebracht. Eén zijde van de opneemopening 34 wordt begrensd door een scheidingswand 35 die zich bevindt tussen de opneemopening 34 en de uitsparing 32. Bij de andere zijde van de opneemopening 34 strekt 40 een aanslagwand 36 zich in radiale richting uit over de gehele 7 afstand tussen de binnenomtrek en de buitenomtrek van het opneem-gedeelte 33. De aanslagwand 36 is bestemd om tijdens het onderling positioneren van het koppelorgaan 30 en het waterafvoerelement 10 aan te liggen tegen de aanslag 15 die zich bevindt op de uitstekende 5 gedeeltes 13 van het waterafvoerelement 10. Bij voorkeur is de tangentiële afmeting van de opneemopeningen 34 afgestemd op de tangentiële afmeting van de uitstekende gedeeltes 13 van het waterafvoerelement 10, maar dit is niet noodzakelijk.
In het getoonde voorbeeld omvat het koppelorgaan 30 drie 10 opneemgedeeltes 33 met elk een uitsparing 32 en een opneemopening 34. Dit aantal is niet kritisch; er kunnen ook meer of minder van dergelijke opneemgedeeltes 33 zijn verschaft. Hierbij geldt, dat het aantal opneemgedeeltes 33 is afgestemd op het aantal uitstekende gedeeltes 13 van het waterafvoerelement 10, evenals het aantal 15 opneemopeningen 34. Het aantal uitsparingen 32 is afgestemd op het aantal kapverbindingsnokken 14.
De uitsparingen 32 kunnen zijn gevormd als rechthoekige gaten, zoals getoond in figuren 5 en 7, maar kunnen bijvoorbeeld ook zijn gevormd als verdiepingen die in het binnenoppervlak van het koppel-20 orgaan 30 zijn aangebracht.
In het onderstaande wordt beschreven hoe de montage van het waterafvoerelement 10 op het koppelorgaan 30 plaatsvindt.
De diameter van de cirkel die wordt beschreven door het binnen-25 oppervlak van het koppelorgaan 30 en de binnendiameter van de denkbeeldige ring waarop de uitstekende gedeeltes 13 van het waterafvoerelement 10 zijn gelegen, zijn in hoofdzaak gelijk aan elkaar. Dientengevolge kunnen het koppelorgaan 30 en het waterafvoerelement 10 slechts in één bepaalde positie tegen elkaar worden geplaatst, te 30 weten de positie waarin de uitstekende gedeeltes 13 van het waterafvoerelement 10 in de opneemgedeeltes 33 vallen en de aanslagwand 36 aanligt tegen de aanslag 15. In deze positie bevindt een gedeelte van het uitstekende gedeelte 13 dat de kapverbindingsnok 14 omvat, zich in de opneemopening 34.
35 Na het positioneren kan door middel van een onderlinge rotatie- beweging een klikverbinding tussen het waterafvoerelement 10 en het koppelorgaan 30 tot stand worden gebracht. Bij genoemde beweging schuift de scheidingswand 35 over het in tangentiële richting oplopende vlak 41 van de kapverbindingsnok 14, waarbij de 40 scheidingswand 35 in radiale richting naar buiten wordt gedrukt, »017653!« 8 totdat de scheidingswand 35 voorbij de kapverbindingsnok 14 beweegt en de scheidingswand 35 in radiale richting terugveert. Op dat moment is de klikverbinding tussen het waterafvoerelement 10 en het koppelorgaan 30 tot stand gekomen, waarbij de scheidingswand 35 zich 5 in tangentiële richting tussen de kapverbindingsnok 14 en de aanslag 15 bevindt, terwijl de kapverbindingsnok 14 zich in de uitsparing 32 bevindt.
Beschreven is, dat het waterafvoerelement 10 is voorzien van 10 uitstekende gedeeltes 13, die elk een kapverbindingsnok 14 omvatten. Deze uitvoeringsvorm van het waterafvoerelement 10 is van voordeel, omdat onder toepassing van de kapverbindingsnokken 14 een klikverbinding tussen het waterafvoerelement 10 en het koppelorgaan 30 tot stand kan worden gebracht. De uitstekende gedeeltes 13 zouden 15 echter ook kunnen zijn voorzien van gaten, waarbij het koppelorgaan 30 door middel van schroeven aan het waterafvoerorgaan 10 kan worden vastgezet. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld dat de uitstekende gedeeltes 13 zijn ingericht om door middel van lassen met het koppelorgaan 30 te worden verbonden. Wanneer de schroef- of 20 lasverbinding tussen het waterafvoerorgaan 10 en het koppelorgaan 30 tot stand is gebracht, kan het geheel van waterafvoerorgaan 10 en koppelorgaan 30 op het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20 worden geklikt.
In het getoonde voorbeeld is het koppelorgaan 30 voorzien van 25 opneemgedeeltes 33, en wordt een klikverbinding tussen het koppelorgaan 30 en het waterafvoerelement 10 tot stand gebracht bij een onderlinge rotatiebeweging. Deze manier van het tot stand brengen van de klikverbinding heeft de voorkeur, omdat het positioneren dat eraan vooraf gaat, op eenvoudige wijze kan plaatsvinden. Het is 30 echter bijvoorbeeld ook mogelijk een waterafvoerelement 10 met in axiale richting oplopende kapverbindingsnokken 14 te verschaffen, alsmede een ringvormig koppelorgaan 30 met een cirkelronde dwars-contour, waarvan de binnendiameter zodanig is afgestemd op de afmetingen van de denkbeeldige ring waarop de uitstekende gedeeltes 35 13 van het waterafvoerelement 10 zijn gelegen, dat de klikverbinding tussen het koppelorgaan 30 en het waterafvoerelement 10 bij een onderlinge beweging in axiale richting tot stand kan worden gebracht.
1017653· 9
Ten behoeve van een verbinding tussen het koppelorgaan 30 en een (niet-getoonde) afdekkap die is bestemd om een gedeelte van de rookgasafvoerbuis 20 te omgeven, is het koppelorgaan 30 voorts voorzien van afdekkapverbindingsnokken 37 die zijn ingericht om in 5 te grijpen in uitsparingen die in de afdekkap zijn aangebracht. De afdekkapverbindingsnokken 37 bevinden zich op de buitenomtrek van de opneemgedeeltes 33, nabij de uitsparingen 32.
Teneinde op eenvoudige wijze een klikverbinding tussen de afdekkap en het koppelorgaan 30 tot stand te kunnen brengen, is het 10 van voordeel als de afdekkapverbindingsnok 37 een in axiale richting oplopend vlak 45 omvat. De afdekkap kan dan op eenvoudige wijze met het koppelorgaan 30 worden verbonden, door de afdekkap vanaf de zijde van de rookgasafvoerbuis 20 over een bepaalde afstand in de richting van het waterafvoerelement 10 te schuiven, totdat de afdek-15 kapverbindingsnokken 37 ingrijpen in de uitsparingen in de afdekkap.
In het getoonde voorbeeld omvat het koppelorgaan 30 drie afdekkapverbindingsnokken 37. Dit aantal is niet kritisch; er kunnen ook meer of minder afdekkapverbindingsnokken 37 zijn verschaft. Hierbij geldt, dat het aantal afdekkapverbindingsnokken 37 en het aantal 20 uitsparingen in de afdekkap op elkaar zijn afgestemd.
Beschreven is, dat het koppelorgaan 30 is voorzien van de afdekkapverbindingsnokken 37, waarbij de afdekkap is voorzien van uitsparingen die zijn ingericht voor het opnemen van de afdekkapverbindingsnokken 37. Een andere mogelijkheid is, dat de afdekkap de 25 afdekkapverbindingsnokken omvat en het koppelorgaan 30 is voorzien van de uitsparingen.
Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande 30 besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
In het getoonde voorbeeld is de rookgasafvoerbuis 20 voorzien van uitsparingen 22 voor het opnemen van buisverbindingsnokken 31 35 die zich op het koppelorgaan 30 bevinden. Een mogelijkheid binnen het kader van de uitvinding is, dat de rookgasafvoerbuis 20 de buisverbindingsnokken omvat en het koppelorgaan 30 is voorzien van de uitsparingen.
Voorts is getoond, dat het koppelorgaan 30 is voorzien van 40 uitsparingen 32 voor het opnemen van kapverbindingsnokken 14 die 1017653· 10 zich op het waterafvoerelement 10 bevinden. Een mogelijkheid binnen het kader van de uitvinding is, dat het koppelorgaan 30 de kap-verbindingsnokken omvat en het waterafvoerelement 10 is voorzien van de uitsparingen.
5 Beschreven is, dat de buisverbindingsnokken 31 zich bevinden op het binnenoppervlak van het koppelorgaan 30, en dat de diameter van de cirkel die wordt beschreven door het binnenoppervlak van het koppelorgaan 30 enigszins groter is dan de diameter van het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20. Wanneer de klikverbinding 10 tussen het bovenuiteinde 21 en het koppelorgaan 30 tot stand is gebracht, ligt derhalve het buitenoppervlak van het bovenuiteinde 21 aan tegen het binnenoppervlak van het koppelorgaan 30. Voorts is de binnendiameter van de denkbeeldige ring waarop de uitstekende gedeeltes 13 van het waterafvoerelement 10 zijn gelegen, in 15 hoofdzaak gelijk aan de diameter van de cirkel die wordt beschreven door het binnenoppervlak van het koppelorgaan 30. Binnen het kader van de uitvinding is het mogelijk andere onderlinge verhoudingen te kiezen voor de radiale afmetingen van het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20, het koppelorgaan 30 en de denkbeeldige ring 20 waarop de uitstekende gedeeltes 13 van het waterafvoerelement 10 zijn gelegen. Zo kan worden gekozen voor een uitvoeringsvorm waarbij de diameter van de cirkel die wordt beschreven door het binnenoppervlak van het koppelorgaan 30 en de binnendiameter van de denkbeeldige ring waarop de uitstekende gedeeltes 13 van het water-25 afvoerelement 10 zijn gelegen, kleiner zijn dan de diameter van het bovenuiteinde 21 van de rookgasafvoerbuis 20. De uitvoeringsvorm zoals getoond heeft echter de voorkeur, omdat daarbij de doorgang voor de rookgassen groter is.
Het rookgasafvoerstelsel kan in hoofdzaak verticaal zijn 30 opgesteld, maar de uitvinding kan ook worden toegepast bij andere oriëntaties van het rookgasafvoerstelsel.
t017653*
Claims (15)
1. Stelsel voor het afvoeren van rookgassen, omvattende een rookgasafvoerbuis en een rookgasafvoerkap, waarbij een bovenuiteinde van de rookgasafvoerbuis door middel van verbindingsmiddelen is verbonden met een onderuiteinde van de rookgasafvoerkap, 5 met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een ringvormig koppelorgaan (30) omvatten, waarbij ten minste één van het koppelorgaan (30) en het bovenuiteinde (21) van de rookgasafvoerbuis (20) is voorzien van ten minste één in hoofdzaak radiaal gerichte buisverbindingsnok (31) en 10 de ander van het koppelorgaan (30) en het bovenuiteinde (21) van de rookgasafvoerbuis (20) is voorzien van een uitsparing (22) voor het opnemen van de buisverbindingsnok (31).
2. Rookgasafvoerstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 het koppelorgaan (30) is voorzien van de ten minste ene buisverbindingsnok (31), waarbij het bovenuiteinde (21) van de rookgasafvoerbuis (20) is voorzien van de uitsparing (22) voor het opnemen van de buisverbindingsnok (31).
3. Rookgasafvoerstelsel volgens conclusie 1 of 2, met het.kenmerk, dat ten minste één van het koppelorgaan (30) en het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap is voorzien van ten minste één in hoofdzaak radiaal gerichte kapverbindingsnok (14) en de ander van het koppelorgaan (30) en het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap is voorzien 25 van een uitsparing (32) voor het opnemen van de kapverbindingsnok (14) .
4. Rookgasafvoerstelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het onderuiteinde van de rookgasafvoerkap is voorzien van de ten 30 minste ene kapverbindingsnok (14), waarbij het koppelorgaan (30) is voorzien van de uitsparing (32) voor het opnemen van de kapverbindingsnok (14).
5. Rookgasafvoerstelsel volgens conclusie 4, waarbij het onder- · 35 uiteinde van de rookgasafvoerkap een waterafvoerelement (10) omvat, met het kenmerk, dat de kapverbindingsnok (14) zich bevindt op een *017653· uitstekend gedeelte (13) dat zich in axiale richting vanaf het waterafvoerelement (10) uitstrekt.
6. Rookgasafvoerstelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 5 het koppelorgaan (30) is voorzien van ten minste één aanslag (36) die dient om het waterafvoerelement (10) en het koppelorgaan (30) ten opzichte van elkaar te positioneren voordat de verbinding tussen genoemd waterafvoerelement (10) en genoemd koppelorgaan (30) tot stand wordt gebracht, waarbij de aanslag (36) is bestemd om aan te 10 liggen tegen een zijde (15) van het uitstekende gedeelte (13) .
7. Rookgasafvoerstelsel volgens een willekeurige der conclusies 3- 6, met het kenmerk, dat de kapverbindingsnok (14) is voorzien van een in tangentiële richting oplopend vlak (41). 15
8. Rookgasafvoerstelsel volgens een willekeurige der conclusies 1- 7, met het kenmerk, dat de buisverbindingsnok (31) is voorzien van een in axiale richting oplopend vlak (44), alsmede van twee in tangentiële richting oplopende vlakken (42, 43) die zich aan 20 weerszijden van de buisverbindingsnok (31) bevinden.
9. Rookgasafvoerstelsel volgens een willekeurige der conclusies 1- 8, met het kenmerk, dat het koppelorgaan (30) is voorzien van ten minste één afdekkapverbindingsnok (37) die is ingericht om in te 25 grijpen in een uitsparing die is aangebracht in een afdekkap die is bestemd om een gedeelte van de rookgasafvoerbuis (20) te omgeven.
10. Ringvormig koppelorgaan (30), bestemd om een verbinding tussen een bovenuiteinde (21) van een rookgasafvoerbuis (20) en een onder- 30 uiteinde van een rookgasafvoerkap tot stand te brengen, omvattende ten minste één in hoofdzaak radiaal gerichte buisverbindingsnok (31) die zich op het binnenoppervlak van genoemd koppelorgaan (30) bevindt.
11. Koppelorgaan volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat ten minste één uitsparing (32) is aangebracht in het buitenoppervlak van genoemd koppelorgaan (30). 1017653*
12. Rookgasafvoerbuis (20), omvattende ten minste één uitsparing (22) die is aangebracht in het bovenuiteinde (21) van genoemde rookgasafvoerbuis (20) .
13. Rookgasafvoerbuis volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ten minste ene uitsparing (22) is vormgegeven als een vierkant gat.
14. Waterafvoerelement (10) voor een rookgasafvoerkap, omvattende: - een gasgeleidingsbuis (11); 10. een ringvormige, in hoofdzaak radiaal georiënteerde schotel (12) waarvan een binnenomtrek aansluit op een buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis (11); - ten minste één in hoofdzaak axiaal georiënteerd uitstekend gedeelte (13); en 15. ten minste één kapverbindingsnok (14) die is aangebracht op het ten minste ene uitstekende gedeelte (13).
15. Waterafvoerelement volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat genoemd waterafvoerelement (10) aan weerszijden is voorzien van ten 20 minste één uitstekend gedeelte (13). 1017653«
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017653A NL1017653C2 (nl) | 2001-03-20 | 2001-03-20 | Rookgasafvoerstelsel met koppelorgaan. |
EP02076093A EP1243856A1 (en) | 2001-03-20 | 2002-03-20 | Flue gas discharge system with coupling ring |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017653A NL1017653C2 (nl) | 2001-03-20 | 2001-03-20 | Rookgasafvoerstelsel met koppelorgaan. |
NL1017653 | 2001-03-20 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1017653C2 true NL1017653C2 (nl) | 2002-09-23 |
Family
ID=19773103
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1017653A NL1017653C2 (nl) | 2001-03-20 | 2001-03-20 | Rookgasafvoerstelsel met koppelorgaan. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1243856A1 (nl) |
NL (1) | NL1017653C2 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2851324B1 (fr) * | 2003-02-19 | 2007-01-12 | Participation Gestion Dev Ind | Conduit terminal pour conduit de cheminee a double paroi |
ITBO20040009U1 (it) * | 2004-02-04 | 2004-05-04 | Eur Ex S R L | Testa di camino in materia plastica per condotti di aerazione e di esalazione, formata da due pezzi montati a scatto e corredabile di una eventuale reticella per impedire il passaggio degli insetti e di altri piccoli corpi estranei |
FR3033192B1 (fr) * | 2015-02-26 | 2018-06-15 | Les Ateliers Dixneuf | Dispositif pour le maintien d'une extremite d'un tube a l'interieur d'un conduit de cheminee |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4398453A (en) * | 1981-09-30 | 1983-08-16 | Carrier Corporation | Flue pipe connector for a vent cap |
EP0654638A1 (en) * | 1993-11-24 | 1995-05-24 | Ubbink B.V. | Discharge structure for closed gas appliances |
EP0809074A1 (en) * | 1996-05-24 | 1997-11-26 | Ubbink B.V. | Ice-free discharge structure |
EP0999417A2 (de) * | 1998-11-03 | 2000-05-10 | HAUSprofi Bausysteme GmbH | Dachentlüftungssystem |
US6145258A (en) * | 1999-07-01 | 2000-11-14 | Trans Continental Equipment Ltd. | Removable self-locking chimney cap |
NL1014235C2 (nl) | 2000-01-31 | 2001-08-01 | Interactive Bouwprodukten B V | Rookgasafvoerstelsel. |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1003484C1 (nl) * | 1996-07-02 | 1998-01-07 | Burgerhout Bv | Gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer met snapverbinding. |
-
2001
- 2001-03-20 NL NL1017653A patent/NL1017653C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-03-20 EP EP02076093A patent/EP1243856A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4398453A (en) * | 1981-09-30 | 1983-08-16 | Carrier Corporation | Flue pipe connector for a vent cap |
EP0654638A1 (en) * | 1993-11-24 | 1995-05-24 | Ubbink B.V. | Discharge structure for closed gas appliances |
EP0809074A1 (en) * | 1996-05-24 | 1997-11-26 | Ubbink B.V. | Ice-free discharge structure |
EP0999417A2 (de) * | 1998-11-03 | 2000-05-10 | HAUSprofi Bausysteme GmbH | Dachentlüftungssystem |
US6145258A (en) * | 1999-07-01 | 2000-11-14 | Trans Continental Equipment Ltd. | Removable self-locking chimney cap |
NL1014235C2 (nl) | 2000-01-31 | 2001-08-01 | Interactive Bouwprodukten B V | Rookgasafvoerstelsel. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1243856A1 (en) | 2002-09-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1017653C2 (nl) | Rookgasafvoerstelsel met koppelorgaan. | |
CA2146066A1 (en) | Trim retainer | |
WO2002052163A1 (fr) | Butee pour embrayage, notamment de vehicule automobile | |
FR2907144A1 (fr) | Filtre pour tuyau de descente d'eaux | |
FR2507719A1 (fr) | Mecanisme d'embrayage, notamment pour vehicules automobiles | |
EP0891461A1 (fr) | Dispositif d'evacuation des eaux pluviales de la surface d'une toiture de batiment | |
FR2655696A1 (fr) | Embrayage a friction. | |
EP0023440A1 (fr) | Dispositif d'immobilisation d'écrous prisonniers | |
WO2005061815A1 (fr) | Dispositif d'evacuation d'un liquide et dispositif de guidage de liquide correspondant | |
US6267112B1 (en) | Oil collection device for a kitchen range hood | |
NL1020564C2 (nl) | Nokpan met ge´ntegreerde rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer. | |
EP2149751B1 (fr) | Dispositif d'habillage pour un conduit assurant le raccordement entre un appareil de chauffage et un conduit d'évacuation de fumée, et son procédé de mise en oeuvre | |
US8544606B2 (en) | Oil drainage apparatus | |
EP0780622B1 (fr) | Dispositif d'entraínement à montage simplifié pour volet de réglage d'un flux d'air | |
NL1015775C2 (nl) | Beugel en werkwijze voor het bevestigen van een buisvormig element. | |
NL1003484C1 (nl) | Gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer met snapverbinding. | |
FR2518221A3 (fr) | Caisson de traversee | |
EP0836685B1 (fr) | Montage de butee de debrayage | |
EP0100692A1 (fr) | Dispositif de raccordement de tubages de cheminée | |
FR3060685B1 (fr) | Procede de fabrication d'un organe de rattrapage d'usure pour un mecanisme d'embrayage | |
EP4217252B1 (fr) | Berceau comportant une entretoise a montage simplifie | |
NL1014235C2 (nl) | Rookgasafvoerstelsel. | |
FR2705705A1 (fr) | Système d'évacuation d'eau. | |
NL1011569C1 (nl) | Bovenste balhoofd (öheadsetö)-constructie voor een fiets. | |
EP1581750B1 (fr) | Dispositif de fixation pour le montage d elements dans un espace restreint |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20051001 |