NL1017000C2

NL1017000C2 - Fastener system for wall panels, includes vertical adjustment device for support hook for upper wall panel coupling section

Info

Publication number: NL1017000C2
Application number: NL1017000A
Authority: NL
Inventors: Ziet Af Van Tenaamstelling
Original assignee: Repon Midden Nederland B V
Priority date: 2000-12-28
Filing date: 2000-12-28
Publication date: 2002-07-01

Abstract

An adjustment device is provided for vertical movement of a support hook for a coupling section (8, 9) joined to an upper wall panel (1, 4). A wall anchor (5) is securable to the wall via fasteners and is provided with an upwards pointing hook for supporting a first coupling section joined to an upper wall panel. The anchor is also provided with a downwards pointing winch hook for securing to a second coupling part (10, 11) joined to a lower wall panel (2, 3).

Description

Korte aanduiding: Bevestigingssysteem voor het bevestigen van gevel- panelen aan een muur.Short indication: Fixing system for attaching façade panels to a wall.

De uitvinding heeft betrekking op een bevestigings-5 systeem voor het bevestigen van gevel panel en aan een muur omvattende een met bevestigingsmiddelen aan de muur bevestigbare, muurverankering met een naar boven gerichte steunhaak voor ondersteuning van een met een bovenste gevel paneel verbonden eerste koppeldeel en met een naar beneden gerichte windhaak voor opsluiting van een met een onderste gevelpaneel 10 verbonden tweede koppel deel.The invention relates to a fixing system for fixing a facade panel and to a wall comprising a wall anchor that can be fixed to the wall with fixing means, with an upwardly directed support hook for supporting a first coupling part connected to an upper facade panel and with a downwardly directed wind hook for confining a second coupling part connected to a lower facade panel 10.

De uitvinding richt zich met name op toepassing bij relatief zware en grote gevel panel en die vanwege deze eigenschappen lastig handelbaar zijn. Dergelijke gevelpanelen worden bijvoorbeeld vervaardigd uit keramisch materiaal of uit natuursteen. Met name de laatstgenoemde 15 materiaalsoort heeft tevens als bezwaar dat het niet of slechts in zeer beperkte mate mogelijk is om integraal met het natuurstenen gevelpaneel voorzieningen, zoals uitstekende randen of bevestigingsblokken, aan te brengen die dienst zouden kunnen doen bij het bevestigen van de gevelpanelen aan de muur. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld aluminium 20 of kunststof gevelpanelen die veelal wel voorzien zijn van dergelijke voorzieningen. Natuurstenen gevelpanelen hebben, met name bij grotere afmetingen, tevens de eigenschap dat zij grote maattoleranties voor wat betreft de dikte van de gevelpanelen hebben. Bij een nominale dikte van 3 cm is het bijvoorbeeld niet ongebruikelijk op een bouwlocatie 25 geconfronteerd te worden met afwijkingen van de nominale dikte gelegen tussen ±10%. Dergelijke toleranties kunnen problemen opleveren indien men een geheel vlakke gevel opgebouwd uit gevelpanelen wil maken.The invention focuses in particular on use with relatively heavy and large facade panels and which are difficult to handle because of these properties. Such facade panels are for example manufactured from ceramic material or from natural stone. The last-mentioned type of material in particular also has the drawback that it is not possible, or only to a very limited extent, to integrate provisions such as projecting edges or mounting blocks integrally with the natural stone facade panel that could serve to attach the facade panels to the wall. This is in contrast to, for example, aluminum or plastic facade panels that are often provided with such provisions. Natural stone façade panels, in particular with larger dimensions, also have the property that they have large dimensional tolerances with regard to the thickness of the façade panels. With a nominal thickness of 3 cm, for example, it is not unusual to be confronted with deviations from the nominal thickness between ± 10% at a construction site. Such tolerances can cause problems if you want to make a completely flat façade constructed from façade panels.

In het Duitse octrooi schrift DE-A1-3702534 wordt een bevestigingssysteem volgens de stand van de techniek beschreven. De 30 betreffende gevelpanelen zijn keramisch en ieder aan hun achterzijde voorzien van bevestigingsstompen die materiaal bieden voor het bevestigen van de gevelpanelen met hun achterzijde aan een zich verticaal uitstrekkend U-profiel met bevestigingsschroeven. De pootdelen van het U-profiel zijn aan hun uiteinden korter gemaakt. Aan de muur is een zich horizontaal 35 uitstrekkend draagprofiel bevestigd met een bovenste en onderste U-vormige opnameruimte. De bovenste opnameruimte is naar boven toe open, terwijl 10Π000 2 de onderste opnameruimte naar beneden toe open is. Het onderste uiteinde van het U-vormige profiel rust met het deel met de verkorte poten in de bovenste opnameruimte. Het bovenste deel van het U~vormig profiel is opgenomen in de onderste opnameruimte waardoor beweging van (de bovenzijde 5 van) het gevelpaneel in een richting dwars op zijn oppervlak wordt voorkomen. Voor het verstellen van de gevelpanelen in verticale richting is het U-vormig profiel aan zijn onderzijde voorzien van een deel met inwendig schroefdraad waardoorheen zich een verticaal georiënteerde verstel schroef uitstrekt die met zijn kop op de onderzijde van de bovenste 10 opnameruimte van het bevestigingsprofiel rust. Het verstellen van een gevelpaneel kan slechts plaatsvinden door achtereenvolgens het gevelpaneel in zijn geheel van de muur te lichten, de verstel schroef in de gewenste richting te draaien en het gevelpaneel weer terug te plaatsen. Het Duitse octrooi schrift beschrijft dat het systeem geschikt is om gevelpanelen in 15 willekeurige te bevestigen of weg te nemen. Voor de bevestiging wordt hiertoe een gevelpaneel schuin omhoog met het bovenste uiteinde van het betreffende U-profiel in de onderste opnameruimte van een draagprofiel gestoken waarna het gevelpaneel in verticale positie wordt gebracht en vervolgens met het onderste deel van het U-vormige profiel in de bovenste 20 opnameruimte van het draagprofiel wordt gelaten. Het is niet direct duidelijk uit de figuren behorend bij dit Duitse octrooi schrift hoe de specifieke geometrie van met name het bovenste uiteinde van het U-vormig profiel een dergelijke beweging toe zou laten.German patent specification DE-A1-3702534 describes a fastening system according to the prior art. The respective façade panels are ceramic and are each provided with mounting stubs on their rear side which provide material for fixing the façade panels with their rear side to a vertically extending U-profile with fixing screws. The leg sections of the U-profile are made shorter at their ends. A horizontally extending bearing profile is attached to the wall with an upper and lower U-shaped receiving space. The top recording space is open upwards, while 10Π000 2 the bottom recording space is open downwards. The lower end of the U-shaped profile rests with the part with the shortened legs in the upper receiving space. The upper part of the U-shaped profile is accommodated in the lower receiving space so that movement of (the top of) the facade panel in a direction transverse to its surface is prevented. For adjusting the facade panels in the vertical direction, the U-shaped profile is provided on its underside with a part with internal thread through which extends a vertically oriented adjusting screw which rests with its head on the underside of the upper mounting space of the fixing profile. The adjustment of a façade panel can only take place by successively lifting the façade panel as a whole from the wall, turning the adjusting screw in the desired direction and replacing the façade panel. The German patent specification describes that the system is suitable for fixing or removing façade panels in any desired manner. For this purpose, a façade panel is inserted obliquely upwards with the upper end of the U-profile in question into the lower receiving space of a support profile, after which the façade panel is brought into a vertical position and then with the lower part of the U-shaped profile in the upper 20 receiving space of the bearing profile is left. It is not immediately clear from the figures associated with this German patent how the specific geometry of, in particular, the upper end of the U-shaped profile would allow such a movement.

De uitvinding beoogt, al dan niet in voorkeurs-25 uitvoeringsvormen, een bevestigingssysteem volgens de aanhef te verschaffen met een verbeterde mogelijkheid tot het verticaal verstellen van de gevelpanelen. Het bevestigingssysteem dient hierbij ten minste geschikt te zijn voor toepassing bij natuurstenen gevelpanelen waarbij de gevelpanelen van een beperkte dikte kunnen zijn en met hun voorzijde in 30 lijn kunnen worden bevestigd. Hiertoe wordt het bevestigingssysteem volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de muurverankering verstelmiddelen omvat voor het in verticale richting verstellen van ten minste de steunhaak ten opzichte van de muur.The invention has for its object to provide a mounting system according to the preamble, whether or not in preferred embodiments, with an improved possibility of vertically adjusting the facade panels. The fastening system must here at least be suitable for use with natural stone façade panels in which the façade panels can be of a limited thickness and can be fixed with their front side in line. To this end, the fastening system according to the invention is characterized in that the wall anchoring comprises adjusting means for adjusting at least the support hook relative to the wall in the vertical direction.

Alhoewel het de voorkeur geniet de muurverankering met 35 de steunhaak en windhaak als een geheel uit te voeren aangezien deze zich dan per definitie op een vaste afstand van elkaar bevinden, is het niet 1017000 : ! 3 uitgesloten de muurverankering uit te voeren met een bovenste deel met een steunhaak en een onderste deel, separaat van het bovenste deel, met een windhaak. Het spreekt voor zich dat voor gevelpanelen bij boven- of onderranden van een gevel alsmede bij kozijnen van deuren of ramen, 5 volstaan kan worden met slechts een muurverankering met een steunhaak of een windhaak.Although it is preferable to construct the wall anchor with the support hook and wind hook as a whole, since these are then by definition at a fixed distance from each other, it is not 1017000: 3 excluded from carrying out the wall anchoring with an upper part with a support hook and a lower part, separate from the upper part, with a wind hook. It is self-evident that for facade panels at the top or bottom edges of a facade as well as at window frames of doors or windows, it is sufficient to just have a wall anchor with a support hook or a wind hook.

De uitvinding berust op het inzicht dat een verticale verstelling van de muurverankering slechts een verticale verplaatsing van het bovenste gevelpaneel ten gevolg heeft zonder dat de positie van het 10 onderste gevelpaneel wordt gewijzigd, noch dat deze op ontoelaatbare wijze het onderste gevelpaneel in mindere mate zou opsluiten.The invention is based on the insight that a vertical adjustment of the wall anchoring only results in a vertical displacement of the upper façade panel without the position of the lower façade panel being changed, nor that it would improperly enclose the lower façade panel. .

Volgens een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de verstelmiddelen ten minste een schuine sleuf en een zich door de sleuf uitstrekkend verstel lichaam. Door het onderling in horizontale richting 15 doen bewegen van het verstel 1ichaam en/of van de schuine sleuf wordt een verticale beweging van de schuine sleuf of van het verstel!ichaam verkregen die kan worden toegepast voor het in verticale richting verstellen van de steunhaak. Indien de horizontale beweging kan worden verkregen door gereedschap dat werkzaam is tussen naburige gevelpanelen is het bovendien 20 niet noodzakelijk dat voor het verticaal verstellen van de steunhaak en daarmee van het bovenste gevelpaneel, het betreffende gevelpaneel of andere omliggende gevelpanelen dienen te worden verwijderd.According to a particularly preferred embodiment, the adjusting means comprise at least one oblique slot and an adjusting body extending through the slot. By moving the adjusting body and / or the oblique slot mutually in the horizontal direction, a vertical movement of the oblique slot or of the adjusting body is obtained which can be used to adjust the support hook in the vertical direction. Moreover, if the horizontal movement can be achieved by tools that operate between adjacent façade panels, it is not necessary for vertical adjustment of the support hook and hence of the upper façade panel, the relevant façade panel or other surrounding façade panels to be removed.

Het is zeer voordelig indien het verstel lichaam deel uitmaakt van de bevestigingsmiddelen aangezien zo de bevestigingsmiddelen 25 multi-functioneel worden en het bevestigingssysteem eenvoudiger en goedkoper kan worden uitgevoerd.It is very advantageous if the adjusting body forms part of the fastening means since the fastening means thus become multi-functional and the fastening system can be made simpler and cheaper.

Een hoek van de schuine sleuf gelegen tussen 5° en 30° en bij voorkeur tussen 15° en 20° met de horizontaal is uitermate gunstig gebleken. Bij een te kleine hoek is de verhouding tussen de horizontale 30 beweging en de verticale beweging te groot waardoor de horizontale beweging over een onhandig grote afstand dient te worden uitgevoerd om een geschikte verticale verstelmogelijkheid te creëren. Bij een te grote hoek bestaat enerzijds het gevaar dat in de loop der tijd afschuiving de schuine sleuf en het verstel 1 ichaam plaatsvindt, terwijl anderzijds, zeker indien 35 verstelling plaatsvindt terwijl de steunhaak belast wordt door een bovenste 1017000 4 gevelpaneel, de benodigde kracht te groot is voor het in horizontale richting onderling verplaatsen van de schuine sleuf en het verstel 1 ichaam.An angle of the inclined slot between 5 ° and 30 ° and preferably between 15 ° and 20 ° with the horizontal has been found to be extremely favorable. If the angle is too small, the ratio between the horizontal movement and the vertical movement is too large, so that the horizontal movement must be carried out over an awkwardly large distance to create a suitable vertical adjustment option. If the angle is too great, on the one hand there is a risk that the slant slot and the adjusting body will slide over time, while on the other hand, certainly if adjustment takes place while the support hook is loaded by an upper wall panel 1017000 4, the required force is applied. is large for mutually displacing the oblique slot and the adjusting body in the horizontal direction.

Door het toepassen van twee schuine sleuven die zich op horizontale afstand van elkaar bevinden wordt een stabiele verstel-5 moge!ijkheid geschapen.By using two oblique slots that are at a horizontal distance from each other, a stable adjustment capability is created.

Bij voorkeur bestaat de muurverankering uit een vast, met de muur verbonden deel en een ten opzichte van het vaste deel verstelbaar deel voorzien van de steunhaak. Door gebruik te maken van een vast deel kunnen hierop voorzieningen worden aangebracht voor het verticaal 10 verstellen van de steunhaak die niet of slechts nadelig direct aan een muur bevestigd zouden kunnen worden. Het verstelbare deel omvat de steunhaak.The wall anchoring preferably consists of a fixed part connected to the wall and a part adjustable with respect to the fixed part provided with the support hook. By making use of a fixed part, provisions can be made thereon for vertically adjusting the support hook that could not, or only adversely, be fixed directly to a wall. The adjustable part includes the support hook.

Door gebruik te maken van eerste vertandingen voorzien op het vaste deel en tweede vertandingen voorzien op het verstelbare deel 15 welke eerste vertandingen en tweede vertandingen onderling kunnen aangrijpen is het trapsgewijs mogelijk het verstelbare deel te verstellen ten opzichte van het horizontale deel waarbij de uiteindelijke verbinding tussen het vaste deel en het verstelbare deel kan worden bewerkstelligd door een schroef die zich door een verticaal georiënteerd sleufgat in het 20 verstelbare deel uitstrekt en aangrijpt in de inwendige schroefdraad voorzien in het vaste deel of achter het vaste deel in de muur. Dankzij de toepassing van dergelijke vertandingen is het toch mogelijk om gebruik te maken van een verticaal sleufgat, hetgeen op zich niet toegestaan zou zijn vanwege het gevaar dat een bovenste gevelpaneel over de lengte van 25 het sleufgat naar beneden zou schuiven in de loop der tijd.By making use of first teeth provided on the fixed part and second teeth provided on the adjustable part 15, which first teeth and second teeth can mutually engage, it is possible to adjust the adjustable part stepwise relative to the horizontal part, whereby the final connection between the fixed part and the adjustable part can be effected by a screw which extends through a vertically oriented slot in the adjustable part and engages in the internal thread provided in the fixed part or behind the fixed part in the wall. Thanks to the use of such teeth, it is nevertheless possible to make use of a vertical slotted hole, which would not in itself be permitted due to the risk that an upper façade panel would slide down the length of the slotted hole over time.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het eerste koppeldeel een horizontaal ondersteun!ngsdeel voor ondersteuning van de onderzijde van het bovenste gevelpaneel. Een dergelijke wijze van ondersteuning is met name van nut bij gevelpanelen uit natuursteen die 30 relatief dun zijn en niet voorzien kunnen worden van achterliggende klossen. Het horizontale ondersteun!ngsdeel biedt de mogelijkheid om het bovenste gevelpaneel middels een verticale schroef die zich uitstrekt door het horizontale ondersteuningsdeel te bevestigen aan het eerste koppeldeel.According to a preferred embodiment, the first coupling part comprises a horizontal supporting part for supporting the underside of the upper facade panel. Such a method of support is particularly useful with façade panels made of natural stone that are relatively thin and cannot be provided with underlying blocks. The horizontal support part offers the possibility of fixing the upper façade panel to the first coupling part by means of a vertical screw extending through the horizontal support part.

35 Het is zeer voordelig indien het eerste koppeldeel een eerste verticaal achtersteuningsdeel omvat voor het bovenste gevelpaneel, 1017000 5 zeker indien dit wordt gecombineerd met een bevestiging van het gevelpaneel aan het eerste koppeldeel via een horizontaal ondersteuningsdeel zoals bovenstaand beschreven. Dankzij het eerste verticale achtersteuningsdeel bestaat er dan geen risico dat de gevelpaneel in de richting van de muur 5 zal uitbreken, waardoor de bevestigingsschroef die zich uitstrekt door het horizontale ondersteuningsdeel slechts op beperkte afstand van de voorzijde van het gevelpaneel kan worden aangebracht. Zo kan worden volstaan met dunnere gevelpanelen.It is very advantageous if the first coupling part comprises a first vertical rear support part for the upper façade panel, certainly if this is combined with an attachment of the façade panel to the first coupling part via a horizontal support part as described above. Thanks to the first vertical rear support part, there is then no risk that the façade panel will break out in the direction of the wall 5, so that the fixing screw extending through the horizontal support part can only be fitted at a limited distance from the front of the façade panel. Thinner facade panels will suffice.

Bij voorkeur omvat het eerste koppeldeel een naar 10 beneden gerichte eerste koppel haak voor samenwerking met de steunhaak hetgeen een constructief eenvoudige oplossing biedt.The first coupling part preferably comprises a downwardly directed first coupling hook for cooperation with the support hook, which offers a constructionally simple solution.

Indien de eerste koppelhaak zich uitstrekt vanaf het eerste achtersteuningsdeel wordt de ruimte tussen het bovenste gevelpaneel en het onderste gevelpaneel en gelegen tussen de gevelpanelen en de muur 15 vrijgelaten voor bevestigingsdoeleinden.If the first coupling hook extends from the first rear support part, the space between the upper wall panel and the lower wall panel and located between the wall panels and the wall 15 is left free for fixing purposes.

Met voordeel omvat het eerste koppeldeel fixatiemiddelen voor het fixeren van het eerste koppeldeel aan de muurverankering. Dergelijke fixatiemiddelen zijn nodig om het in de loop der tijd in horizontale richting verplaatsen van de gevelpanelen, bijvoorbeeld onder 20 invloed van windbelasting, te voorkomen.Advantageously, the first coupling part comprises fixing means for fixing the first coupling part to the wall anchoring. Such fixation means are necessary to prevent the facade panels moving horizontally over time, for example under the influence of wind load.

Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de fixatiemiddelen een naar beneden gerichte fixatiehaak met een verticaal deel dat zich uitstrekt tot onder de onderzijde van het eerste koppeldeel voor het er doorheen uitstrekken van een fixatieschroef welke 25 aangrijpt op de muurverankering. Een dergelijke fixatieschroef kan via de horizontale naad tussen het bovenste gevelpaneel en het onderste gevelpaneel worden benaderd.According to a very advantageous preferred embodiment, the fixation means comprise a fixation hook directed downwards with a vertical part which extends below the underside of the first coupling part for extending a fixation screw through it which engages the wall anchoring. Such a fixation screw can be accessed via the horizontal seam between the upper façade panel and the lower façade panel.

Voor een optimale fixatie heeft de muurverankering hiertoe een geruwd oppervlak waarop de fixatieschroef, bijvoorbeeld in 30 de vorm van een zogenaamde katerschroef, kan aangrijpen.For an optimal fixation, the wall anchoring has for this purpose a roughened surface on which the fixation screw, for example in the form of a so-called tack screw, can engage.

Het tweede koppeldeel omvat bij voorkeur eveneens een horizontaal deel voor bevestiging van de bovenzijde van het onderste gevelpaneel. De aan dit horizontale deel van het tweede koppeldeel verbonden voordelen zijn vergelijkbaar met de voordelen zoals die 35 beschreven zijn ten aanzien van het horizontale deel van het eerste koppeldeel. Deze hangen met name samen met een verbeterde bevestiging van 1017000 6 het onderste gevel paneel aan het tweede koppel deel via de relatief smalle bovenzijde. Deze verbetering is met name van toepassing bij natuurstenen gevel panel en.The second coupling part preferably also comprises a horizontal part for fixing the top side of the lower facade panel. The advantages associated with this horizontal part of the second coupling part are comparable with the advantages as described with regard to the horizontal part of the first coupling part. These depend in particular on an improved attachment of 1017000 6 the lower façade panel to the second coupling part via the relatively narrow top. This improvement is particularly applicable to natural stone façade panels and.

Met voordeel omvat het tweede koppel deel eveneens een 5 tweede verticaal achtersteuningsdeel voor het onderste gevelpaneel. De hieraan verbonden voordelen zijn vergelijkbaar met die van het eerste verticale achtersteuningsdeel van het eerste koppeldeel. Met name bij gevelpanelen met ruime maattoleranties in de dikterichting, kan de ruimte tussen het achtersteuningsdeel en het betreffende gevelpaneel worden gevuld 10 met een vulmateriaal, bijvoorbeeld in de vorm van een lijmlaag. Bij toepassing van de lijmlaag kan deze tevens bijdragen aan de benodigde sterkte van de verbinding tussen het gevelpaneel en het betreffende koppeldeel.Advantageously, the second coupling part also comprises a second vertical rear support part for the lower facade panel. The associated advantages are comparable with those of the first vertical rear support part of the first coupling part. Particularly in the case of façade panels with wide dimensional tolerances in the thickness direction, the space between the rear support part and the façade panel in question can be filled with a filling material, for example in the form of an adhesive layer. When the adhesive layer is used, it can also contribute to the required strength of the connection between the façade panel and the relevant coupling part.

Een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm wordt verkregen 15 indien het tweede koppeldeel een naar boven gerichte tweede koppel haak omvat voor samenwerking met de windhaak.A particularly simple embodiment is obtained if the second coupling part comprises an upwardly directed second coupling hook for cooperation with the wind hook.

Een dergelijke windhaak strekt zich bij voorkeur uit vanaf het tweede achtersteuningsdeel waardoor een kleine horizontale naadruimte tussen het bovenste gevelpaneel en het onderste gevelpaneel 20 kan worden verkregen in combinatie met het vrijlaten van de ruimte tussen genoemde horizontale naad en de muur voor andere functionaliteiten zoals verstelmogelijkheden.Such a wind hook preferably extends from the second back support part, whereby a small horizontal seam space between the upper facade panel and the lower facade panel 20 can be obtained in combination with the release of the space between said horizontal seam and the wall for other functionalities such as adjustment possibilities.

Indien aan de bovenzijde van de windhaak een opening is voorzien waardoorheen het tweede koppeldeel zich kan uitstrekken, kan 25 de verticale lengte van de windhaak beperkt blijven. De genoemde opening kan met name dienst doen bij het plaatsen van de gevelpanelen.If an opening is provided at the top of the wind hook through which the second coupling part can extend, the vertical length of the wind hook can remain limited. The opening mentioned can in particular serve when placing the facade panels.

Door het eerste koppeldeel en het tweede koppeldeel op verschillende horizontale posities te positioneren wordt, met name bij toepassing van de beschreven horizontale delen van het eerste koppeldeel 30 en het tweede koppeldeel, bereikt dat de beschikbare naadruimte tussen het onderste gevelpaneel en het bovenste gevelpaneel niet door beide genoemde horizontale delen wordt beperkt, maar slechts door één van beiden.By positioning the first coupling part and the second coupling part at different horizontal positions, in particular when applying the described horizontal parts of the first coupling part 30 and the second coupling part, it is achieved that the available seam space between the lower façade panel and the upper façade panel is not the two horizontal parts mentioned are limited, but only by one of them.

Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm is de muurverankering geschikt voor bevestiging van twee naburige bovenste 35 gevelpanelen en/of twee naburige onderste gevelpanelen. Een dergelijke muurverankering draagt er zorg voor dat twee naburige gevelpanelen altijd 1017000 7 op dezelfde verticale positie zijn bevestigd. Bovendien wordt zo het aantal benodigde muurverankeringen voor een gevel beperkt.According to a very advantageous embodiment, the wall anchoring is suitable for fixing two neighboring upper facade panels and / or two neighboring lower facade panels. Such a wall anchoring ensures that two adjacent façade panels are always secured in the same vertical position. Moreover, the number of required wall anchors for a facade is thus limited.

Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm zijn de bevestigingsmiddelen bereikbaar via de naadruimte tussen het bovenste 5 gevelpaneel en het onderste gevelpaneel. Dit biedt het grote voordeel dat het in beginsel mogelijk is om het verstellen van het bovenste gevelpaneel plaats te doen vinden zonder de noodzaak het bovenste gevelpaneel of een omringend gevelpaneel van de muur te verwijderen.According to a very advantageous embodiment, the fastening means are accessible via the seam space between the upper facade panel and the lower facade panel. This offers the great advantage that it is possible in principle to make the adjustment of the upper façade panel take place without the need to remove the upper façade panel or a surrounding façade panel from the wall.

Indien de steunhaak, windhaak, eerste koppelhaak en/of 10 tweede koppelhaak is voorzien van convergerende flanken wordt een zelfzoekend bevestigingssysteem verkregen.If the support hook, wind hook, first coupling hook and / or second coupling hook is provided with converging flanks, a self-searching attachment system is obtained.

Voor het verkrijgen van een vlakke gevel zijn het onderste gevelpaneel en het bovenste gevelpaneel bij voorkeur respectievelijk aan de bovenzijde en aan de onderzijde van verticale bevestigings-15 boringen die op een vaste afstand van de voorzijde van het onderste gevelpaneel en het bovenste gevelpaneel zijn aangebracht, voorzien voor de bevestiging van het bovenste gevelpaneel aan het eerste koppeldeel en van het onderste gevelpaneel aan het tweede koppeldeel. Door de bevestigingsboringen in de verticale richting van de gevelpanelen aan te 20 brengen wordt voldoende houvast verkregen voor het verkrijgen van een goede bevestiging van de koppeldelen met de gevelpanelen. De genoemde vaste afstand draagt er zorg voor dat de voorzijde van de gevel vlak is.To obtain a flat façade, the lower façade panel and the upper façade panel are preferably at the top and at the bottom respectively of vertical fixing bores which are arranged at a fixed distance from the front of the lower façade panel and the upper façade panel, provided for fastening the upper façade panel to the first coupling part and the lower façade panel to the second coupling part. By providing the fixing bores in the vertical direction of the facade panels, sufficient hold is obtained for obtaining a good attachment of the coupling parts with the facade panels. The stated fixed distance ensures that the front of the facade is flat.

Ter voorkoming van speling en trillingen is het voordelig elastische middelen te voorzien voor het spelingsvrij bevestigen 25 van de gevelpanelen aan de muur. Met dergelijke elastische middelen kan een zekere voorspanning worden gecreëerd.To prevent play and vibrations, it is advantageous to provide elastic means for play-free mounting of the wall panels to the wall. A certain bias can be created with such elastic means.

De elastische middelen zijn bij voorkeur werkzaam tussen de steunhaak en het eerste koppeldeel en/of tussen de windhaak en/of het tweede koppeldeel.The elastic means are preferably active between the support hook and the first coupling part and / or between the wind hook and / or the second coupling part.

30 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoering van de uitvinding waarbij verwezen wordt naar de navolgende figuren.The invention will be further elucidated on the basis of the description of a preferred embodiment of the invention with reference to the following figures.

Figuur 1 toont een schematisch vooraanzicht van een kruispunt van vier aan een muur bevestigde gevelpanelen.Figure 1 shows a schematic front view of an intersection of four wall panels mounted on a wall.

35 Figuur 2 toont een muurankerplaat in vooraanzicht.Figure 2 shows a wall anchor plate in front view.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn 1017000 8 III-III in figuur 2.Figure 3 shows a cross-section along the line 1017000 8 III-III in Figure 2.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IVFigure 4 shows a cross-section along the line IV-IV

in figuur 1.in figure 1.

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn V-VFigure 5 shows a cross section along the line V-V

5 in figuur 1.5 in figure 1.

Figuur 6 toont schematisch de wijze waarop het bevestigingssysteem wordt toegepast.Figure 6 shows schematically the way in which the fastening system is applied.

Figuur 7 toont in vooraanzicht een alternatieve muurankerplaat.Figure 7 shows an alternative wall anchor plate in front view.

10 Figuur 8 toont de doorsnede volgens de lijn VIII-VIIIFigure 8 shows the section along the line VIII-VIII

in figuur 7.in figure 7.

Figuur 1 toont in vooraanzicht een viertal natuurstenen gevelpanelen 1, 2, 3, 4. Achter de gevelpanelen 1, 2, 3, 4 bevindt zich een niet nader herkenbare muur. Tussen deze muur en de gevelpanelen is 15 een muurankerplaat 5 aan de muur bevestigd met verankeringsschroeven 6, 7. De bovenste gevelpanelen 1, 4 zijn aan hun onderrand ieder voorzien van een steunkoppeldeel 8, 9, terwijl de onderste gevelpanelen 2, 3 aan hun bovenrand zijn voorzien van windkoppeldelen 10, 11. Zoals met name aan de hand van de figuren 4 en 5 nog duidelijk zal worden werken de 20 steunkoppeldelen 8, 9 en de windkoppeldelen 10, 11 samen met de muurankerplaat 5.Figure 1 shows in front view four natural stone façade panels 1, 2, 3, 4. Behind the façade panels 1, 2, 3, 4 there is an unrecognizable wall. Between this wall and the facade panels, a wall anchor plate 5 is fixed to the wall with anchoring screws 6, 7. The upper facade panels 1, 4 are each provided with a support coupling part 8, 9 on their lower edge, while the lower facade panels 2, 3 on their upper edge are provided with wind coupling parts 10, 11. As will become clear in particular with reference to Figures 4 and 5, the support coupling parts 8, 9 and the wind coupling parts 10, 11 cooperate with the wall anchor plate 5.

Figuur 1 geeft van iedere gevelpaneel 1, 2, 3, 4 slechts één hoek weer. Het mag duidelijk zijn dat ook de andere drie hoeken van ieder gevelpaneel van een koppeldeel zijn voorzien zodat per gevelpaneel 25 twee steunkoppeldelen 8, 9 aan de onderrand zijn voorzien en twee windkoppeldelen 10, 11 aan de bovenrand.Figure 1 shows only one corner of each façade panel 1, 2, 3, 4. It may be clear that the other three corners of each façade panel are also provided with a coupling part, so that per support panel 25 two support coupling parts 8, 9 are provided on the lower edge and two wind coupling parts 10, 11 on the upper edge.

De gevelpanelen 1, 2, 3, 4 zijn vervaardigd uit natuursteen en hebben afmetingen van 90 bij 90 cm, terwijl de dikte circa 2 cm bedraagt. Bij dergelijke afmetingen is het gewicht van iedere 30 gevelpaneel circa 45 kg. Vanwege de redelijk aanzienlijke afmetingen en het forse gewicht zijn dergelijke gevelpanelen in beginsel lastig handelbaar, te meer daar bevestiging van deze gevelpanelen aan een muur zich veelal op grote hoogte op een steiger of dergelijke afspeelt. De horizontale maat van de muurankerplaat 5 bedraagt 22 cm en de verticale 35 maat bedraagt 10 cm.The facade panels 1, 2, 3, 4 are made of natural stone and have dimensions of 90 by 90 cm, while the thickness is approximately 2 cm. With such dimensions, the weight of each facade panel is approximately 45 kg. Because of the reasonably considerable dimensions and the considerable weight, such facade panels are in principle difficult to handle, all the more so since attachment of these facade panels to a wall often takes place at a great height on a scaffolding or the like. The horizontal dimension of the wall anchor plate 5 is 22 cm and the vertical dimension is 10 cm.

1017000 91017000 9

De figuren 2 en 3 tonen de muurankerplaat 5 meer in detail. Muurankerpl aat 5 is een geëxtrudeerd aluminium profiel. De muurankerpl aat 5 heeft een vlakke achterzijde 12 waarmee de muurankerpl aat 5 in bevestigde toestand tegen de achterliggende muur of constructie 5 aanligt. Aan de voorzijde 13 bevinden zich een bovenwaarts gerichte steunhaak 14 en op enige afstand daaronder een neerwaarts gerichte windhaak 15. Steunhaak 14 en windhaak 15 hebben een in hoofdzaak puntvormig stomp uiteinde met convergerende flanken. In het horizontale deel van de windhaak 15 zijn op twee horizontale positie twee sleuven 16, 17 aangebracht. Tevens 10 bevinden zich op ongeveer dezelfde horizontale posities in het verticale deel tussen de steunhaak 14 en de windhaak 15 twee slobgaten 19, 20 die een hoek maken met de horizontaal van ongeveer 17°.Figures 2 and 3 show the wall anchor plate 5 in more detail. Wall anchor plate 5 is an extruded aluminum profile. The wall anchor plate 5 has a flat rear side 12 with which the wall anchor plate 5 rests against the rear wall or structure 5 in the attached state. At the front side 13 there is an upwardly directed support hook 14 and at some distance below a downwardly directed wind hook 15. Support hook 14 and wind hook 15 have a substantially pointed blunt end with converging flanks. In the horizontal part of the wind hook 15 two slots 16, 17 are provided at two horizontal positions. Also located at approximately the same horizontal positions in the vertical part between the support hook 14 and the wind hook 15 are two slotted holes 19, 20 which make an angle with the horizontal of about 17 °.

Voor de bevestiging van muurankerpl aat 5 aan een achterliggende muur of constructie, bijvoorbeeld in de vorm van een stalen 15 profiel zoals deze veelvuldig in de bouw worden toegepast, strekken de verankeringsschroeven 6, 7 (zie figuur 1) zich door de slobgaten 19, 20 uit. Zoals uit figuur 1 duidelijk is zijn de verankeringsschroeven 6, 7 voor het aandraai en ervan vi a de naden tussen de bovenl iggende gevel panel en 4, 1 en respectievelijk de onderliggende gevelpanelen 3, 2 benaderbaar. 20 Het oppervlak van het verticale deel 18 is geribbeld uitgevoerd.For fixing wall anchorage plate 5 to a rear wall or construction, for example in the form of a steel profile as they are frequently used in the construction, the anchoring screws 6, 7 (see figure 1) extend through the slotted holes 19, 20 from. As is clear from Fig. 1, the anchoring screws 6, 7 for tightening and of these the seams between the upper facade panel and 4, 1 and the underlying facade panels 3, 2, respectively, are approachable. The surface of the vertical part 18 is ribbed.

In de figuren 4 en 5 is in twee verschillende doorsnedes getoond hoe de gevelpanelen 1, 2 zijn bevestigd aan een muur 21. Steunkoppeldeel 8, 9 is in hoofdzaak L-vormig met een horizontaal deel 22 en een verticaal deel 23. Vanuit het verticale deel 23 strekt zich een 25 meerwaartse steunkoppelhaak 24 uit die aangrijpt om steunhaak 14. Ook de steunkoppelhaak 24 heeft een stomp puntvormig uiteinde met convergerende flanken. De afmetingen van de steunhaak 14 en de steunkoppelhaak 24 zijn dusdanig dat er geen sprake is van speling in horizontale richting in het vlak van de tekening. Nagenoeg in het verlengde van het horizontale deel 30 22 strekt zich neerwaarts een fixatiehaak 25 uit. Door het verticale uiteinde van de fixatiehaak 25 strekt zich een kraterschroef 26 uit die aangrijpt in de verruwing op het verticale deel 18 van muurankerplaat 5. Kraterschroef 26 dient ter voorkoming van een ongewenste horizontale verplaatsing van een gevelpaneel in de loop der tijd onder invloed van 35 bijvoorbeeld een windbelasting. In beginsel is een enkele fixatie per gevelpaneel voldoende maar ook wenselijk. Bij toepassing van meerdere ior?ooo 10 fixaties, bijvoorbeeld op twee tegenovergelegen hoeken, bestaat het risico dat onder invloed van thermische krimp of uitzetting er spanningen in de gevel paneel ontstaan die tot scheurvorming zouden kunnen vormen. De positie van de kraterschroef 26 is dusdanig dat deze via de ruimte tussen 5 gevel panel en 1 en 2 benaderbaar is voor het aandraaien ervan.Figures 4 and 5 show in two different sections how the façade panels 1, 2 are attached to a wall 21. Support coupling part 8, 9 is substantially L-shaped with a horizontal part 22 and a vertical part 23. From the vertical part 23 extends a multi-directional support coupling hook 24 which engages around support hook 14. The support coupling hook 24 also has a blunt pointed end with converging flanks. The dimensions of the support hook 14 and the support coupling hook 24 are such that there is no play in the horizontal direction in the plane of the drawing. A fixation hook 25 extends downwards substantially in line with the horizontal part 30. A crater screw 26 extends through the vertical end of the fixation hook 25 which engages in the roughening on the vertical part 18 of wall anchor plate 5. Crater screw 26 serves to prevent an undesired horizontal movement of a facade panel over the course of time under the influence of 35 for example a wind load. In principle, a single fixation per façade panel is sufficient but also desirable. When applying multiple fixations, for example at two opposite corners, there is a risk that under the influence of thermal shrinkage or expansion, stresses will arise in the façade panel that could lead to cracking. The position of the crater screw 26 is such that it can be accessed through the space between the facade panel and 1 and 2 for tightening thereof.

Windkoppeldeel 11, 10 is eveneens in hoofdzaak L-vormig met een horizontaal deel 27 en een verticaal deel 28. Vanuit het verticale deel 28 strekt zich een windkoppelhaak 29 uit die omhoog is gericht. Het puntvormige stompe uiteinde van windkoppelhaak 29 strekt zich uit door 10 opening 17 in windhaak 15. Muurankerplaat 5 in de figuren 4 en 5 verschilt in zoverre van de muurankerplaat 5 in de figuren 2 en 3 dat de windhaak 15 aan de naar de windkoppelhaak 29 toegekeerde zijde is voorzien van een elastisch snoer, vervaardigd uit het polymeer EPDM. Dit materiaal draagt er zorg voor dat windhaak 15 spelingsvrij in horizontale richting in het 15 vlak van tekening is opgenomen tussen de windkoppelhaak 29 en het verticale deel 28.Wind coupling part 11, 10 is also substantially L-shaped with a horizontal part 27 and a vertical part 28. From the vertical part 28 a wind coupling hook 29 extends upwards. The pointed blunt end of wind coupling hook 29 extends through opening 17 in wind hook 15. Wall anchor plate 5 in figures 4 and 5 differs from wall anchor plate 5 in figures 2 and 3 in that the wind hook 15 faces the wind coupling hook 29 side is provided with an elastic cord made from the EPDM polymer. This material ensures that wind hook 15 is arranged free of play in the horizontal direction in the plane of the drawing between the wind coupling hook 29 and the vertical part 28.

Met name aan de hand van figuur 4 is duidelijk te zien hoe de gevel panel en 1, 2 zijn verbonden met respectievelijk het steunkoppeldeel 9 en het windkoppeldeel 11. Op een vaste afstand X van 20 de voorzijde van de betreffende gevel panel en 1, 2 zijn verticale boringen 30, 31 aangebracht. In het verlengde van deze boringen 30, 31 bevinden zich in de horizontale delen 22, 27 verzonken gaten waardoorheen zich tot in de boringen 30, 31 bevestigingsschroeven 32, 33 uitstrekken. Dergelijke schroeven 32, 33 worden ook wel doken genoemd. Tussen de achterzijde van 25 gevelpanelen 1, 2 en de verticale delen 23, 28 van steunkoppeldeel 9 en windkoppeldeel 11 is een lijmlaag 34, 35 aangebracht. Deze lijmlaag 34, 35 in combinatie met de verticale delen 23, 28 voorkomt dat de gevelpanelen 1, 2 achterwaarts in de richting van muur 21 uitbreken. Derhalve kan de afstand X kleiner zijn dan de helft van de dikte van de gevelpanelen 1, 2. 30 Immers uitbreken naar voren blijft wel mogelijk.In particular with reference to Figure 4, it is clear to see how the façade panel and 1, 2 are connected to the support coupling part 9 and the wind coupling part 11. At a fixed distance X from the front side of the façade panel in question and 1, 2 vertical bores 30, 31 are provided. In line with these bores 30, 31 there are countersunk holes in the horizontal parts 22, 27 through which fixing screws 32, 33 extend into the bores 30, 31. Such screws 32, 33 are also referred to as dozing. An adhesive layer 34, 35 is provided between the rear side of facade panels 1, 2 and the vertical parts 23, 28 of support coupling part 9 and wind coupling part 11. This adhesive layer 34, 35 in combination with the vertical parts 23, 28 prevents the facade panels 1, 2 from breaking backwards in the direction of wall 21. Therefore, the distance X can be less than half the thickness of the facade panels 1, 2. After all, breaking out to the front remains possible.

Alhoewel de dikte van de gevelpanelen 1, 2 in de figuren 4 en 5 gelijk aan elkaar zijn, komt het in de praktijk veelvuldig voor dat deze diktes enkele millimeters van elkaar verschillen. Door nu gebruik te maken van de genoemde vaste afstand X worden deze variaties aan de 35 achterzijde van de gevelpanelen 1, 2, dus uit het zicht, opgevangen, zodat de voorzijden van de gevelpanelen 1, 2 altijd in lijn met elkaar liggen.Although the thickness of the facade panels 1, 2 in Figures 4 and 5 are equal to each other, in practice it often happens that these thicknesses differ by a few millimeters from each other. By now making use of the fixed distance X mentioned, these variations are absorbed at the rear of the facade panels 1, 2, so out of sight, so that the fronts of the facade panels 1, 2 are always in line with each other.

Η) rooo 11Oo) rooo 11

Het spreek voor zich dat de dikte van lijmlaag 34, 35 niet constant hoeft te zijn. Voordeel van toepassing van lijm als tussenlaag tussen de gevelpanelen 1, 2 en verticale delen 23, 28 is dat deze kunnen bijdragen aan de verbindingssterkte tussen het steunkoppeldeel 8, 9 en het 5 windkoppeldeel 10, 11 enerzijds en respectievelijk de gevelpanelen 1, 4 en 2, 3 anderzijds. Deze versterkende bijdragen van de lijmlagen kunnen als veiligheidsfactor worden benut. Alternatief is het ook mogelijk om bijvoorbeeld in plaats van de lijmlagen een elastische rubberen mat te gebruiken die weliswaar geen verbindende functie vervult maar wel de ruimte 10 tussen de achterzijde van gevelpanelen 1, 2 en de verticale delen 23, 28 opvult onder enige voorspanning.It goes without saying that the thickness of the adhesive layer 34, 35 does not have to be constant. The advantage of using glue as an intermediate layer between the façade panels 1, 2 and vertical parts 23, 28 is that they can contribute to the connection strength between the support coupling part 8, 9 and the wind coupling part 10, 11 on the one hand and the façade panels 1, 4 and 2 respectively , 3 on the other. These reinforcing contributions from the adhesive layers can be used as a safety factor. Alternatively, it is also possible, for example, to use an elastic rubber mat instead of the adhesive layers which, although not fulfilling a connecting function, does fill the space 10 between the rear side of facade panels 1, 2 and the vertical parts 23, 28 under some pretension.

In figuur 6 is weergegeven hoe een gevel paneel 36 tusen twee reeds aan een muur 37 bevestigde gevelpanelen 38, 39 aan deze muur kan worden bevestigd. Hiertoe wordt gevelpaneel 36 schuin omhoog volgens 15 pijl 40 bewogen dusdanig dat de windkoppelhaak 29 aangrijpt om windhaak 15 en met zijn uiteinde door sleuf 16, 17 steekt. Ter vergemakkelijking van deze beweging maakt het uiteinde van windhaak 15 een lichte hoek met de verticaal zoals met name in de figuren 4 en 5 duidelijk te zien is. Vervolgens wordt gevelpaneel 36 volgens pijl 41 naar de muur bewogen 20 waarbij het gebied rondom windhaak 15 scharnierend functioneert. Vanuit een zuiver verticale positie wordt het gevelpaneel 36 neergelaten volgens pijl 42 waarbij steunhaak 14 en steunkoppelhaak 24 in eikaars aangrijping komen en windhaak 15 en windkoppelhaak 29 in eikaars aangrijping blijven. Indien gevelpaneel 36 zich op de gewenste positie bevindt kunnen de 25 verankeringsschroeven 6, 7 en de kraterschroef 26 worden aangedraaid. Is dit niet het geval dan kan het gevelpaneel 36 in verticale richting worden versteld door één of beide onderste muurankerplaten 43 in verticale richting te verplaatsen, hetgeen geen invloed heeft op de positie van onderliggend gevelpaneel 38. De verticale verplaatsing kan worden 30 bewerkstelligd door, terwijl het gevelpaneel 36 zich aan de muur bevindt, via de ruimte tussen de gevelpanelen 36 en 38 de muurankerplaat 43 zijwaarts te bewegen, bijvoorbeeld door met behulp van een beitel en een hamer tegen de zijkant van muurankerplaat 43 te slaan, waarbij vanwege de schuine oriëntatie van slobgaten 19, 20 een horizontale verplaatsing 35 van muurankerplaat 5 slechts gepaard kan gaan met een verticale verplaatsing van muurankerplaat 5.Figure 6 shows how a façade panel 36 between two façade panels 38, 39 already attached to a wall 37 can be attached to this wall. For this purpose facade panel 36 is moved obliquely upwards according to arrow 40 such that the wind coupling hook 29 engages around wind hook 15 and extends with its end through slot 16, 17. To facilitate this movement, the end of wind hook 15 makes a slight angle with the vertical, as can be clearly seen in particular in Figures 4 and 5. Facade panel 36 is then moved towards the wall according to arrow 41, the area around wind hook 15 functioning in a hinged manner. The facade panel 36 is lowered from a purely vertical position according to arrow 42, with support hook 14 and support coupling hook 24 engaging each other and wind hook 15 and wind coupling hook 29 remaining engaged with each other. When the facade panel 36 is in the desired position, the anchoring screws 6, 7 and the crater screw 26 can be tightened. If this is not the case, the facade panel 36 can be adjusted in the vertical direction by moving one or both of the lower wall anchor plates 43 in the vertical direction, which has no influence on the position of the underlying facade panel 38. The vertical movement can be effected by, while the wall panel 36 is located on the wall, by moving the wall anchor plate 43 sideways via the space between the wall panels 36 and 38, for example by hitting the side of wall anchor plate 43 by means of a chisel and a hammer, whereby due to the oblique orientation of slots 19, 20 a horizontal displacement 35 of wall anchor plate 5 can only be accompanied by a vertical displacement of wall anchor plate 5.

101700a 12101700a 12

De figuren 7 en 8 tonen een alternatieve muurankerplaat 44 welke een alternatieve verticale verplaatsing van met name de steunhaak 45, waarvan de positie bepalend is voor de positie van het bovenliggende gevelpaneel, mogelijk maakt. De muurankerplaat 44 bestaat uit een vast 5 deel 46 en een verticaal verplaatsbaar deel 47. In het vast deel 46 zijn twee ronde gaten 48 aangebracht, terwijl op dezelfde horizontale positie in het verticaal verplaatsbare deel 47 slobgaten 49 zijn aangebracht die zich verticaal uitstrekken. Aan de naar elkaar toe gerichte zijden zijn het vaste deel 46 en het verplaatsbare deel 47 voorzien van een vertand 10 oppervlak 49, 50 met vertandingen die in elkaar kunnen aangrijpen ter voorkoming van een ongewenste neerwaartse verplaatsing van verplaatsbaar deel 47. In vergelijking met de verticale verplaatsbaarheid van muurankerpl aat 5 zoals beschreven in de figuren 1 tot en met 6 is de verticale verplaatsbaarheid van muurankerplaat 44 minder gemakkelijk uit 15 te voeren en vereist deze het losnemen van gevel panel en van de muur alvorens de verticale verplaatsing van muurankerplaat 44 uit te kunnen voeren.Figures 7 and 8 show an alternative wall anchor plate 44 which allows an alternative vertical displacement of, in particular, the support hook 45, the position of which determines the position of the upper façade panel. The wall anchor plate 44 consists of a fixed part 46 and a vertically displaceable part 47. In the fixed part 46 two round holes 48 are provided, while at the same horizontal position in the vertically displaceable part 47 slotted holes 49 are provided which extend vertically. On the sides facing each other, the fixed part 46 and the movable part 47 are provided with a toothed surface 49, 50 with teeth that can engage each other to prevent an undesired downward movement of the movable part 47. In comparison with the vertical movability of wall anchor plate 5 as described in figures 1 to 6, the vertical movability of wall anchor plate 44 is less easy to carry out and requires detachment of the facade panel and the wall before being able to move the vertical movement of wall anchor plate 44 feed.

^017000^ 017000

Claims

CLAIMS 1. A fixing system for fixing a façade panel and to a wall comprising a wall anchor that can be fixed to the wall with fixing means and having an upwardly directed support hook for supporting a first coupling part connected to an upper façade panel and having a downwardly facing wind hook confinement of a second coupling part connected to a lower façade panel, characterized in that adjusting means are provided for adjusting at least the supporting hook relative to the wall in the vertical direction.

Fixing system according to claim 1, characterized in that the adjusting means comprise at least one oblique slot and an adjusting body extending through the slot.

3. Fixing system according to claim 2, characterized in that the adjusting body forms part of the fixing means.

Fastening system according to claim 2 or 3, characterized in that the slot makes an angle between 5 degrees and 30 degrees and preferably between 15 and 20 degrees with the horizontal.

5. Fastening system according to claim 2, 3 or 4, characterized in that two oblique slots are provided that are at a horizontal distance from each other.

6. Fixing system as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the wall anchoring consists of a fixed part connected to the wall and a part adjustable with respect to the fixed part provided with the support hook.

Fastening system according to claim 6, characterized in that the fixed part is provided with first teeth and the adjustable part is provided with second teeth, which first teeth and second teeth can engage with each other.

A mounting system according to any one of the preceding claims, characterized in that the first coupling part comprises a horizontal supporting part for supporting the underside of the upper facade panel.

9. Fastening system as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the first coupling part comprises a first vertical rear support part for the upper facade panel. 1017000

10. A mounting system according to any one of the preceding claims, characterized in that the first coupling part comprises a downwardly directed first coupling hook for cooperation with the support hook.

11. Fastening system as claimed in claims 9 and 10, characterized in that the first coupling hook extends from the first rear support part.

A mounting system according to any one of the preceding claims, characterized in that the first coupling part comprises fixing means for fixing the first coupling part to the wall anchoring.

A fixing system according to claim 12, characterized in that the fixing means comprise a fixation hook directed downwards with a vertical part which extends below the underside of the first coupling part for extending a fixation screw through it which engages the wall anchor.

A fixing system according to claim 13, characterized in that the wall anchoring has a roughened surface part for cooperation with the fixing screw.

15. Fixing system according to any one of the preceding claims, characterized in that the second coupling part comprises a horizontal part for fixing the top side of the lower facade panel.

A mounting system according to any one of the preceding claims, characterized in that the second coupling part comprises a second vertical rear support part for the lower façade panel.

17. Fastening system according to any one of the preceding claims, characterized in that the second coupling part comprises an upwardly directed second coupling hook for cooperation with the wind hook.

A mounting system according to claims 16 and 17, characterized in that the second coupling hook extends from the second rear support part.

A mounting system according to claim 17 or 18, characterized in that an opening is provided on the top of the wind hook for extending the second coupling part through it.

20. A mounting system according to any one of the preceding claims, characterized in that the first coupling part and the second coupling part are positioned at different horizontal positions. 10170 00

A fixing system according to any one of the preceding claims, characterized in that the wall anchoring is suitable for fixing two adjacent upper facade panels and / or two adjacent lower facade panels.

A fixing system according to any one of the preceding claims, characterized in that the fixing means are accessible via a seam space between the upper facade panel and the lower facade panel.

A mounting system according to any one of the preceding claims, characterized in that the support hook, wind hook, first coupling hook and / or second coupling hook is provided with converging flanks.

24. Fixing system according to any one of the preceding claims, characterized in that the lower façade panel and the upper façade panel are respectively on the top and at the bottom of vertical fixing bores which are a fixed distance from the fronts of the lower façade panel and the upper façade panel. are provided, are provided for attaching the upper façade panel to the first coupling part and the lower façade panel to the second coupling part.

A fixing system according to any one of the preceding claims, characterized in that elastic means are provided for play-free fixing of the wall panels to the wall.

26. Fastening system according to claim 25, characterized in that the elastic means are active between the support hook and the first coupling part and / or between the wind hook and / or the second coupling part. 1017000